Een balhoofdplaatje is een logo van de fabrikant of het merk dat is aangebracht op de balhoofdbuis van een fietsframe. Balhoofdplaatjes werden al eind 19e eeuw toegepast en waren vaak gemaakt van metaal. Ter bevestiging aan de balhoofdbuis kunnen daarin nagels of schroeven zijn gebruikt. Bij moderne(re) fietsen kunnen tevens, al dan niet met lijm, balhoofdplaatjes van kunststof zijn aangebracht. Ook kan een balhoofdbuis voorzien zijn van een transfer/sticker.
Het fietsenmerk DCR werd opgericht in 1905 en vermoedelijk door Van Servellen. De Centrale Rijwielhandel van A. van Servellen was gevestigd te Oppert 97, Rotterdam. Gedurende de jaren voor de Tweede Wereldoorlog was DCR gesetteld in de Delftsevaart 37 en de Verlaatstraat 59. Vóór de 1940 kocht DCR fietskaders bij Locomotief, later deden ze dat bij gespecialiseerde framebouwers zoals De Wilde, Volendam, en Van Raam, Amsterdam.
Tijdens de oorlogsjaren bevond het bedrijf zich niet in Rotterdam, maar wel in Den Haag in de Nieuwe Molstraat 31. Na de oorlog keerde DCR terug naar Rotterdam op het adres Jensiusstraat 5.
DCR monteerde vrij goede fietsen onder eigen naam en onder de handelsmerken "The Coursing Cycle" en "Ornatus". DCR was de fietsenleverancier van de Rotterdamse politie en de gemeente. Toen DCR zelf geen fietsen meer maakte, werden ze geassembleerd bij Cové, Blerick. DCR was enige jaren importeur van het Italiaanse merk Bianchi.
Het pand aan de Jensiusstraat werd na het faillissement, in 1982, DCR gekraakt. Het is het enige Rotterdamse kraakpand dat met enig machtsvertoon door de politie werd ontruimd om plaats te maken voor een bedrijfsverzamelgebouw.
Rijwielfabriek P.J. Kusse & Zonen – Rotterdam - Nederland
Petrus Johannes (Pieter Jan) Kusse was smid, detailhandelaar in naaimachines en groothandelaar in rijwielen, naaimachines en wasmachines. Hij werd geboren in 1857 te Groede en overleed in 1941 te Rotterdam. De in de bedrijfsnaam genoemde zonen waren Johannes Andreas en Petrus Johannes. Jacob Jan van Belle werd in 1917 directeur van PJK.
Momenteel is de merknaam PJK eigendom van Peter van Wijk.
Ernst August Kestein emigreerde in 1901 vanuit Berlijn naar Nederland en vestigde zich aanvankelijk in Maastricht als rijwielhandelaar. Al in 1904 verhuisde hij naar het Groote Kerkplein in Rotterdam. De zaak liep goed, want binnen een paar jaar tijd verhuisde hij meerdere keren binnen Rotterdam en werd hij uiteindelijk grossier. In 1910 vertegenwoordigde Kestein de Engelse fietsmerken Ariel en Manhattan, en de Duitse merken Ajax, Condor, Fortuna en Imperator. Behalve in rijwielen en onderdelen handelde hij ook in naaimachines; en in een advertentie van 1912 biedt hij als winterartikel voor de rijwielhandel "elektrische zwakstroombenodigdheden" aan, waaronder "elektrische leermiddelen" en "toestellen voor elektrische massage".
In de jaren twintig was de zaak gevestigd aan de Gouvernestraat 97/115 en bestond er een filiaal in Arnhem aan de Bloemkwekerstraat 12/26. Kestein verkocht in Duitsland gefabriceerde fietsen, maar voerde daarnaast een aantal eigen fietsmerken: EAK, Neerlandia, Fredo Superb, Hunt Cycle Works, later ook Prometheus en vanaf 1940 Hunter. Vanaf 1924 was er sprake van een eigen rijwielproductie in Rotterdam, de van oorsprong Duitse familie Kestein verkocht vanaf nu fietsen onder eigen naam.
Op 1 oktober 1930 werd een nieuwe fabriek aan de Aelbrechtskade 100 in Rotterdam in gebruik genomen. Hier ontwierp Kestein ook een herenfiets met een revolutionair driehoekig frame wat vermaard was om zijn veiligheid. De Kestein bakfietsen stonden bekend om hun ophanging, die afgekeken werd uit de auto-industrie. Zwiepen en slingeren van de bakfiets werd door een speciale constructie voorkomen. De productie van het innovatieve merk Kestein was laag, het merk blonk uit door kwaliteit en innovatie.
Precies een jaar later werd de grossierderijafdeling van Rotterdam overgeheveld naar Arnhem waar deze 'Imperator Rijwielfabriek NV, H. de Vries'. De fabriek in Rotterdam werd eveneens omgezet in een NV en concentreerde zich voortaan geheel op de fabricage van fietsen en frames. Door de vrijgekomen ruimte kon bovendien een uitbreiding plaatsvinden.
Op 13 november 1931 werd de onderneming getroffen door het overlijden van E.A. Kestein op 61-jarige leeftijd. Herman Lienesch, eveneens van Duitse afkomst, was nu directeur. Mededirecteur was de enige zoon van Kestein (naast nog twee dochters), Ernest August Carl Wilhelm Kestein.
Hoe de onderneming zich verder heeft ontwikkeld is onduidelijk. Ook werden motorfietsen van Engelse makelij onder de naam Kestein verkocht. Overgebleven is van dit allemaal zeer weinig. Dat ligt beslist niet aan de kwaliteit van Kestein's EAK-fietsen, eerder aan een lage totale productie. Eind 1957 ging Kestein failliet, niet in de laatste plaats door het ontbreken van gevoel voor zuinigheid bij E.A. Kestein junior. Hij overleed in 1981 te Leidschendam. Van de ooit florerende Rotterdamse fietsfabriek Kestein is vrijwel niets bewaard gebleven.
Gulden Vlies ----- Joh. F. Smits---- Haringvliet ----Rotterdam---- Nederland
Import en export van rijwielen en onderdelen, vermoedelijk opgericht in 1898.
De merknaam en de afbeelding op het plaatje van Gulden Vlies verwijst naar de Orde van het Gulden Vlies (Frans: Ordre de la Toison d'or, Duits: Orden vom Goldenen Vlies, Spaans: Orden del Toisón de Oro).Dit is een exclusieve ridderorde die op 10 januari 1430 in Brugge werd ingesteld door Filips de Goede, hertog van Bourgondië, bij gelegenheid van zijn huwelijk met Isabella van Portugal. Met de instelling van deze orde wilde Filips de Goede verschillende doelen bereiken, zoals de verering van God en de verdediging van de christelijke godsdienst. De leden worden vliesridders of toisonisten genoemd. Het Gulden Vlies verwijst naar een Griekse mythe.
Op het plaatje staat een aalscholver afgebeeld : Aalscholvers (Phalacrocoracidae) zijn een familie van vogels uit de orde van de Suliformes. "Cormorant" is een samentrekking die waarschijnlijk is afgeleid van het Latijnse corvus marinus , "zee raaf". Cormoran is de Cornish naam van de zeereus in het verhaal van Jack the Giant Killer . "Zeeraaf" of analoge termen waren inderdaad de gebruikelijke termen voor aalscholvers in Germaanse talen tot na de middeleeuwen.
W.B.R. = Willem Buitendijk Rijwielen - Rotterdam – Nederland
Willem Buitendijk had in Rotterdam Zuid verschillende fietsenzaken (Putselaan, Beijerlandselaan, Wolphaartsbocht en de Maashaven). In de jaren 70 zat er een winkel op de Keizerswaard en een laatste winkel was er in Hoogvliet, in het winkelcentrum de Binnenban. Willem was ook een verdienstelijk renner, zo werd hij nationaal kampioen bij de veteranen in 1935.
R.R.C. Feijenoord waarvan hij medeoprichter was organiseerde jaarlijks op Koninginnedag de ronde Feijenoord. Start en finish waren bij de winkel aan de Maashaven.
Rijwielfabriek CEDUDOR ---- C. Duimel -----Dordrecht -----Nederland.
De verkoop van rijwielen begon in 1916, het begon bescheiden maar de verkoop groeide gestaag. Een van hun reclameslogans luidde: “Met ’n Cedudor op weg heeft men nimmer pech!”
Opgericht door W.I.D. van Rijmenam, verder voortgezet door W.H. van Rijmenam. De derde generatie W.J. van Rijmenam heeft niet de kans gekregen om het voort te zetten. Het bedrijf werd verkocht en is na een paar jaar failliet gegaan.
Walterus Izaias Didacus van Rijmenam (Amsterdam 13 november 1869 – Grave 23 januari 1956) die op 26 november 1896 in Rotterdam in het huwelijk trad met Mathilda Johanna Paulina Soumang was mogelijks al voor 1905 begonnen met het verkopen van rijwielen. In 1907 was Van Rijmenam nog ‘gewoon’ fietsenhandelaar, en volgens een advertentie in ‘De Kampioen’ importeur van Engelse Humber rijwielen.
In januari 1909 zocht "W. I. D. VAN RIJMENAM van de Rijwielfabriek Gouda een lakker. De Rijwielfabriek W.I.D. van Rijmenam was gevestigd aan de Veerstal 8 – 10 te Gouda. Later in 1909 brak er in de lakkerij boven de werkplaats van rijwielhersteller en smid Van Rijmenam aan de Veerstal te Gouda brand uit. Blijkbaar vervaardigde W.I.D. van Rijmenam al in 1911 Astra-rijwielen. De eigen merknaam ‘Astra’ verscheen voor het eerst in 1912, eveneens in de vorm van een advertentie in ‘De Kampioen’. In 1913 deponeerde van Rijmenam het merk Laufer. Dit was een Duits merk afkomstig uit Gera.
In 1917 was Van Rijmenam één van de mede-oprichters van een vereniging van groothandelaars in rijwielen en onderdelen, en liet zich daarmee gelden als een toonaangevende grossier/fabrikant. Waarbij opgemerkt moet worden, dat er in die periode meerdere honderden groothandels en fabrikanten in Nederland actief waren. In een advertentie uit 1918 stond te lezen dat W I D van Rijmenam ook Duitse fietsen leverde.
Begin 1919 had hij 17 man personeel. Dagblad Het Volk van 15 januari 1919 meldde: "Gistermorgen is het personeel van de rijwielfabriek „Astra”, eigenaar de heer W. I. D. v. Rijmenam te Gouda in staking gegaan. Oorzaak van het konflikt is een aan een drietal gezellen (...) voor veertien dagen geleden gegeven ontslag, het welk de stakers wenschen ingetrokken te zien."
In de maand mei 1923 stond de "N. V. Rijwielfabriek „Astra”, uit Gouda" in het overzicht van naamloze vennootschappen.
W.I.D. van Rijmenam verhuisde in of omstreeks 1924 naar Nijmegen. Volgens de adresboeken uit de periode 1924 t/m 1938 woonde de rijwielfabrikant op het adres St. Annastraat 16. De fabriek werd gevestigd in het voormalige pand van de Cartonnagefabriek „NIJMEGEN” Fa. BERNARD COBUSSEN, Wolfskuil 1-3-5.
In De Gelderlander van 12 september 1925 maakten BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Gemeente Nijmegen bekend dat zij een een vergunningsaanvraag en adres hadden ontvangen van: “(...) de N.V. RIJWIELFABRIEK „ASTRA”, te Gouda, om een vergunning tot het oprichten van eene door electriciteit gedreven inrichting voor het vervaardigen van rijwielen, onderdeelen en metaalwaren in het perceel Graafsche weg no. 250 en Wolfskuilsche weg nos. 3 en 5, kad. bekend gemeente Neerbosch, Sectie B, no. 3036."
In 1926 werd de NV Rijwielfabriek Astra v/h W.I.D. van Rijmenam als grossier bijgeschreven in de lijsten van het rijwielkartel CBR (dat in dat jaar verplicht werd voor fabrikanten, groothandelaars en detailhandelaars). Als vestigingsplaats stond Gouda vermeld, maar de fabriek bevond zich toen al aan de Graafscheweg 250 in Nijmegen: Gouda stond in een artikel in het bondsblad van het CBR van 1926 als filiaal aangeduid.
In de adresboeken van 1926 en 1928 staat te lezen "Rijwielfabriek Astra, N. V., Wolfskuilscheweg 3, [tel.] 1796." Daarna ontbreekt de vermelding, maar tot in 1935 verschenen er allerlei advertenties waaruit blijkt dat de rijwielfabriek nog steeds op deze locatie gevestigd was. Vanaf 1934 stond er "vroeger Gouda" in de advertenties en werden de rijwielen ook rechtstreeks aan particulieren geleverd.
Al met al hield Astra in feite het midden tussen een kleine rijwielfabriek en een grote groothandelaar. Opmerkelijk was dat ze in 1926 zich probeerden te profileren met een eigen constructie van een groefkogellager-trapas. De ambitie was er kennelijk, maar de stap naar een echte rijwielfabriek zoals Magneet of Juncker dat in die tijd met succes deden lukte toch niet. Van Rijmenam had overigens verschillende merken, maar Astra was het hoofdmerk. Behalve ASTRA werden er ook CARLTON, ARMSTRONG, ROBUSTA, TRANSPORT en DIENST RIJWIELEN aangeboden en verkocht.
In 1935 werden er op de hoek Graafscheweg - Wolfskuilscheweg woningen gebouwd. N.V. Bredero's Bouwbedrijf uit Utrecht kreeg op 21 juni 1935 een vergunning voor de bouw van drie woningen (Graafscheweg 252 t/m 256). W.I.D. van Rijmenam liett 11 huizen bouwen (Graafscheweg 242 t/m 246 en Wolfskuilscheweg 1 t/m 13) waarvoor op 27 augustus 1935 een vergunning werd verleend. De adressen Wolfskuilscheweg 1-3-5 werden per 13 januari 1936 gewijzigd in Wolfskuilscheweg 15-17-19. Het nevenadres Graafscheweg 250 werd niet gewijzigd. Vermoedelijk zijn er door de N.V. Rijwielfabriek Astra na 1935 geen rijwielen meer op deze locatie geproduceerd. Het bronzen geëmailleerd fietsplaatje met de plaatsnamen Nijmegen en Gouda stamt vrijwel zeker uit de periode 1925-1934.
In 1937 werd de verkoop van de Astra-fietsen overgedragen aan rijwielgrossier W.H. van Rijmenam & Co. te ‘s Hertogenbosch (Den Bosch), Oude Dieze 4, zeer waarschijnlijk familie van W.I.D. van Rijmenam. In Nijmegen bleef een framebouwerij over.
De panden, 242 tot en met 250, van de Astra fabrieken aan de Graafseweg te Nijmegen werden overgenomen en rond 1939 kwamen daar de merken Gruno en Adek Nijmegen in.
In 1965 had men in Den Bosch nog 10 mensen in loondienst, en in 1975 was het bedrijf inmiddels gevestigd aan de Van Tuldenstraat 10a in Den Bosch en werd het omgezet in een BV.
Astra is inmiddels een ‘sluimerend handelsmerk’ van inkooporganisatie Biretco in Breda.
Johannes Adrianus (Jan) Janssen werd geboren in Nootdorp, op 19 mei 1940 en is één van de meest succesvolle Nederlandse wielrenners aller tijden. Jan Janssen start zijn wielercarrière in 1959 als amateur en van 1962 tot 1973 was hij beroepsrenner. Jan Janssen werd wereldkampioen in Sallanches. In 1966 eindigt hij op de tweede plek in de Tour en in 1967 zet hij de Ronde van Spanje op zijn naam.
Jan Janssen schrijft geschiedenis door als eerste Nederlander in 1968 de Tour de France te winnen. Direct na zijn actieve wielercarrière begint Jan Janssen zijn eigen wielermerk. Net als op de fiets streeft hij ook met deze activiteit naar het allerhoogste.
De broers Jan Janssen Junior en Pierre Janssen werden geïntroduceerd in het bedrijf. Het 50 jarige jubileum van de overwinning op de Tour de France werd gevierd met een re branding van het Jan Janssen merk en een speciale jubileum fiets.
Herman(us) Boerhaave (Voorhout, 31 december 1668 – Leiden, 23 september 1738) was een Nederlands arts, anatoom, botanicus, scheikundige en onderzoeker. Hij was een hoogleraar die een tijdlang drie van de vijf leerstoelen van de medische faculteit bekleedde, rector magnificus was van de Universiteit van Leiden en directeur van de Hortus botanicus Leiden. Hij stond bekend als begenadigd docent en was een van de bekendste mannen van Europa, wiens faam zelfs tot in China was doorgedrongen. Boerhaaves motto was Simplex sigillum veri - Eenvoud is het kenmerk van het ware.
Ons kleine landje heeft een flinke invloed gehad op de wereld van fietsen. Het is niet voor niets dat veel buitenlanders direct fietsen met ons land associëren. Die associatie komt ook doordat veel fietsmerken hun oorsprong in ons land vinden. Dat geldt bijvoorbeeld voor Koga, Batavus, Sparta, Van Moof, Gazelle én Cumberland.
Het merk Cumberland produceert allerlei soorten fietsen, waarbij de productie altijd in eigen land plaatsvindt. Doordat de fabrieken van Cumberland in ons land te vinden zijn, is het merk in staat om geweldige kwaliteit te leveren. Daarbij maakt Cumberland ook uitsluitend gebruik van kwaliteits-onderdelen van A-merken. Cumberland fietsen zijn stadsfietsen in diverse vormen. Hoewel de Cumberland fietsen Britse namen hebben als de Plymouth en de Brighton zijn het fietsen in een Hollandse stijl. Dat geldt natuurlijk helemaal voor de Cumberland oma-fiets (de Cumberland York) en de Cumberland transportfiets (de Cumberland Coventry). Ondanks hun naam allemaal echte Hollandse fietsen.
Halfords en Cumberland hebben een intensieve samenwerking; in alle Halfords winkels vind je daarom een divers aanbod van Cumberland fietsen.
Wilhelm (Willem) Tell is een legendarische vrijheidsheld die aan het begin van de 14e eeuw zou hebben geleefd in Zwitserland. Er is echter geen enkel bewijs dat Willem Tell daadwerkelijk heeft bestaan. Het verhaal gaat dat de legendarische kruisboogschutter Willem Tell in 1307 weigerde de hoed te groeten die de - eveneens legendarische - landvoogd Hermann Gessler op een staak op het dorpsplein had laten zetten als symbool voor het heersende huis Habsburg. Gessler beval hem daarop met zijn kruisboog een appel van het hoofd van zijn zoontje Walter te schieten. Willem Tell haalde twee pijlen uit zijn koker en schoot er één met succes door de appel. Toen Gessler vroeg wat de bedoeling van de andere pijl was, antwoordde Tell dat die voor de landvoogd was geweest als hij zijn zoontje gedood zou hebben. Hierop werd hij gevangengenomen. Terwijl Tell in een bootje over het Vierwoudstrekenmeer naar de gevangenis werd gevoerd, brak er een storm uit en wist hij te ontsnappen. Willem Tell vluchtte naar Küssnacht en schoot op de holle weg van Küssnacht am Rigi de gehate landvoogd dood met zijn kruisboog.
De rest van de Tell-legende vermeldt alleen dat hij in 1315 zou hebben meegevochten in de Slag bij Morgarten tegen de Oostenrijkse hertog Leopold I van Habsburg en in 1354 zou zijn verdronken in de wilde bergbeek Schächenbach toen hij een kind probeerde te redden.
Diesel Holland maakte net als het merk Locomotief op haar balhoofdplaatje gebruik van een trein. De fietsen met de merknaam Diesel werden verkocht bij de Nederlandse filialen van Galeries Modernes en de Grand Bazar (Grand Bazar is een voormalig Belgisch warenhuisconcern met vestigingen in België, Nederland en Duitsland.)
Cortina (Nederland) is sinds de jaren 70 actief op de fietsenmarkt. De eerste jaren was degelijkheid het speerpunt van het merk. Vanaf 2006 is Cortina een andere weg ingeslagen en is het zich meer gaan neerzetten als belevingsmerk. Het merk volgt met name de trends binnen de markt en is daardoor in staat om trendy lifestylefietsen op de markt te brengen. Cortina probeert alles in haar fietsen te verwerken, design, comfort en kwaliteit. Omdat ze het ook nog betaalbaar willen houden, zijn de fietsen afwisselend succesvol. Sinds 2008 heeft het merk de stijgende lijn weer te pakken. Met het uitbrengen van een moederfiets met accessoires en de Cortina Transport U4, is het merk de afgelopen jaren een van de snelst groeiende fietsmerken in Nederland.
Simba Cycles is een van de toonaangevende fietsenmerken in Nigeria, met een assortiment dat onze dertig jaar ervaring in de markt vertegenwoordigt. Onze fietsen worden geproduceerd in fabrieken over de hele wereld, maar specifiek aangepast aan de smaak en voorkeuren van de Nigeriaanse consument. Ons uitgebreide assortiment omvat een uitgebreid portfolio, variërend van kinderfietsen tot mountainbikes, BMX en zogenaamde 'traditionele' fietsen.
Simba Planet – een afdeling van Simba Group is Nigeria's eerste en enige winkelketen voor internationale fietsmerken, accessoires en originele reserveonderdelen. Naast fietsen die geschikt zijn voor bijna alle leeftijdsgroepen, bieden we hoogwaardige aftersales- en reparatieservices, ongeëvenaard in heel Nigeria.
(De Simba Group, werd opgericht in Nigeria in 1988)
Banierhuis is momenteel een fietsenhandel met filialen in Utrecht en de omliggende gemeenten, die gerund wordt door de familie Den Hertog. Het ving allemaal aan in 1932 toen de klompenmaker Cornelis den Hertog besliste om aan de Mr. Sickeszlaan 10 in de Utrechtse buitenwijk Tuindorp een fietsenhandel te beginnen. Al vlug groeide de zaak uit tot een groothandel met de naam "De Banier". Onder deze naam werden ook de zelf gemonteerde fietsen verkocht, die in de jaren '50 in vrij grote aantallen uit het bedrijf van Den Hertog rolden. Een specialiteit van Den Hertog waren de bouwpakketten: dat was een bouwpakket van een fiets, bestaande uit frame en onderdelen die de fietsenmakers gunstig konden kopen en die dan zelf konden monteren en afwerken. Den Hertog had dit niet zelf uitgevonden, maar adverteerde er in de jaren '50 erg veel mee in vakbladen.
Al in 1938 begon Den Hertog zijn handelszaak uit te breiden door een eerste filiaal aan de Lange Elisabethstraat 32 te openen. In 1953 kwam daar onder de naam Banierhuis nog een fietsenwinkel bij, die was aan de Amsterdamsestraatweg 411-413. Den Hertog had zes zonen die allemaal in zijn zaak werden opgenomen, maar finaal waren het er maar drie die na het overlijden van de stichter in 1955 de leiding overnamen. Twee andere broers begonnen fietsenwinkels in Eindhoven en Arnhem.
De combinatie van groothandel en detailhandel in één hand was ongebruikelijk en zorgde voor moeilijkheden met het rijwielkartel CBR. Volgens de bepalingen van het CBR waren de links binnen de handelsketen strikt gescheiden en aan vaste marges gebonden. Den Hertog werkte steeds met zeer scherpe prijzen. Toen de Banierhuis-winkels daarmee in 1953 in een huis-aan-huisblad adverteerden, kwam de Utrechtse afdeling van de fietsenmakers bond ANBOR (aangesloten bij het CBR) daar tegen in het verzet. Het Vakblad Rijwiel-Kleinbedrijf schreef: "Iedere rijwielhandelaar in den lande zal zijn ogen uitkijken van verbazing dat een collega-kleinhandelaar zulke lage prijzen kan aanbieden voor rijwielen en onderdelen. Hij zal zich onwillekeurig afvragen: 'Hoe is dit mogelijk?' Dit is mogelijk omdat de adverteerder onder de schuilnaam 'De Banier' in werkelijkheid een Utrechtse rijwielgrossier is. Omdat deze grossier o.m. in Brabant en Limburg grote orders plaatst bij de rijwielkleinhandelaren en hierdoor een zeer belangrijke omzet verkrijgt, is het deze man mogelijk zeer voordelig in te kopen. Deze Utrechtse grossier heeft reeds een jarenlang bestaande detailzaak in Utrecht en meent er thans goed aan te doen op de Amsterdamse Straatweg weer een nieuwe detailzaak te openen. Dit betekent dus, dat een grossier, een leverancier dus van de kleinhandel, deze kleinhandel concurrentie aandoet. Het waren deze omstandigheden welke de Utrechtse rijwielhandel bijeendreef in een vergadering om onderling overleg te plegen, welke stappen dienden te worden ondernomen om deze onduldbare concurrentiemethoden te bestrijden."
De vergadering eindigde met een protestnota aan het CBR in Amsterdam, waarin op een onderzoek door het CBR werd aangedrongen. Een half jaar later kwam men tot de conclusie dat er niets aan de hand was: Den Hertog kocht zijn goederen gewoon tegen zeer lage groothandelaarsprijzen in en verkocht deze met de volledige voorgeschreven marge aan zijn winkels, en elke andere fietsenmaker kreeg ze voor dezelfde prijs.
In 1957 werd de Primarius-rijwielfabriek in Meppel zwaar getroffen door een brand. Hoe de coöperatie nu eigenlijk verliep is niet bekend, maar Den Hertog verkreeg in het vervolg het alleenrecht van de verkoop van Primarius-fietsen. Na de definitieve opheffing van de Meppelse fabriek in 1962 kwam het merk in handen van Den Hertog. Banierhuis verkocht tot in de jaren '90 compleet ingekochte stadsfietsmodellen onder de naam Primarius. Daarnaast monteerde Den Hertog vanaf 1962 een model sportfiets onder de naam Milano Star.
Banierhuis breidde vanaf de jaren '60 geleidelijk verder uit. Men nam behalve fietsen ook de verkoop van witgoed ter hand, er werden nieuwe winkels geopend en oude werden deels opgegeven. De groothandel aan de Mr. Sickeszlaan werd omgevormd tot een Cash-and-Carry groothandel, maar ging in 1985 dicht waardoor Banierhuis nog uitsluitend een detailhandelsbedrijf was. In 1991 werd ook het witgoed opgegeven. Banierhuis verplaatste zich met zijn winkels bewust meer naar de buitenwijken en zelfs naar plaatsen aan de rand van Utrecht. Sinds 1987 is de derde generatie Den Hertog aan het roer. Banierhuis omvat anno 2008 zeven fietsenzaken en een cadeauwinkel waarin diverse mannelijke en vrouwelijke leden van de familie Den Hertog werkzaam zijn.
Hendrik Luten (1892 – 1964) was een boerenzoon uit Halfweg (gemeente Staphorst). Hij ging in de leer bij een plaatselijke smid en vestigde zich later in Utrecht als rijwiel- en motorhandelaar. Volgens de overlevering was dat begin de jaren '30, maar zijn naam duikt in de Utrechtse adresboeken ook al één keer eerder op: in 1922 als rijwielhandelaar aan de Herenweg 73.
Op het Jansveld 45 dreef Luten in de jaren '30 zijn rijwiel- en motorhandel "Centraal" en verhuisde daarmee na enkele jaren naar de Vinkenburgstraat. Luten verkocht Engelse Matchless-motoren en Tsjechische CZ-motoren die hij allebei van dezelfde importeur in Hilversum betrok. Welk fietsmerken hij voerde is niet bekend, maar wel dat hij op verzoek ook zelf complete fietsen bouwde, inclusief het maken van een eigen frame. Nog voor de oorlog verplaatste Luten zijn zaak naar de Voorstraat. In 1940 werd zijn voorraad motorrijwielen opgevorderd door het Nederlandse leger. In ruil daarvoor kreeg hij een bewijs dat hij recht op een vergoeding had, maar dat bleek uiteindelijk waardeloos. Luten's zaak ging als gevolg van deze vordering failliet.
Na de bevrijding startte Luten zijn motorhandel weer op, aanvankelijk met tweedehands motoren. Toen hij kort daarna met zijn gezin op de Van Asch van Wijckskade ging wonen, vestigde hij zijn zaak in een vlakbij gelegen pand aan de 1e Achterstraat nr. 9.
In de jaren '50 verkocht Luten voor zover bekend geen motorfietsen meer maar alleen zijn eigen fietsmerk "Orion". Hij voerde deze merknaam al voor de oorlog. Voor de bekende A-merken zoals Gazelle, Fongers enz. konden klanten niet bij rijwielhandel Orion terecht, want Luten weigerde om zich bij het landelijke rijwielkartel CBR aan te sluiten, wat wel een voorwaarde was om fietsen en onderdelen van de bekende merken geleverd te krijgen. De Orion-rijwielen waren een goedkoper alternatief voor klanten die vooral op de prijs letten.
Luten kocht de nodige frames bij framebouwer Vreeken & Bijl uit Assendelft bij Amsterdam. Ook de onderdelen kwamen veelal van bij Amsterdamse grossiers vandaan, hoewel dat officieel niet mocht van het CBR. Soms kocht Luten in Utrecht bij grossier Van Pommeren op de Lijnmarkt, die had ook merkartikelen zoals Torpedo-remnaven voor een gunstige prijs.
Luten verkocht volgens de overlevering vrij veel Orion-fietsen. De frames werden door een handvol monteurs afgemonteerd, kinderfietsen werden als merkloze fietsen compleet ingekocht en van een transfer in plaats van een merkplaatje voorzien. De montage gebeurde in een pakhuis in dezelfde straat waar de winkel zat, een paar huizen verderop. Naast de monteurs werkte ook een van Luten's vijf zonen een aantal jaren in de zaak mee, maar hij koos uiteindelijk net als zijn broers voor een ander beroep.
Omstreeks 1960 verkocht Luten zijn zaak omdat hij al bijna 70 was en geen opvolger had. De rijwielhandel werd overgenomen door Jan Arbeider, die de winkel tot het begin van deze eeuw voortzette.
ADRES: Van Asch van Wijckskade 15 UTRECHT-- Nederland
BESTAAN VAN HET BEDRIJF: 1924 – 1986
Rijwielgrossierderij Zur Lage (ZURLA) vond zijn oorsprong bij de Duitse immigrant Caspar Herberhold. Caspar Paul Herberhold (Wadersloh 27/01/1885 - Utrecht 10/02/1967) was een Duitse inwijkeling die getrouwd was met Anna Maria Agnes Zur Lage (30/01/1891 - 4/05/1973). Na hun huwelijk immigreerde de familie in 1915 naar Nederland waar het echtpaar zich vestigde in Leeuwarden. Anna bracht één kind ter wereld (januari 1916) maar de jongen werd helaas dood geboren. Caspar en Anna verhuisden in 1916 naar Zwolle, daar liet hij zich inschrijven als koopman. Dat de zaken hier niet echt goed gingen is te lezen in een (zakelijke) faillissementen bericht uit augustus 1918. Na het faillissement startte Herberhold in 1921 een nieuwe zaak op, ditmaal was dat een detailhandel in fietsen en bromfietsen, doch eind 1921 liet hij zich al terug uitschrijven uit het KvK register, daarna verhuisde de familie naar Utrecht. Via Zwolle kwam Herberhold dus uiteindelijk in 1921 terecht in Utrecht, waar hij aan de Leidseweg 8 een fietsenzaak begon. In Utrecht zouden de zaken beter floreren.
Samen met zijn zwagers Ernst & Franz Zur Lage, beiden eveneens van Duitse oorsprong, werd deze zaak al gauw uitgebreid met een rijwielgrossierderij en begon men met de fabricage van elektrische batterijen. De fabricatie van elektrische batterijen was aanvankelijk een ondergeschikte nevenactiviteit, maar in 1926 werden de zaken gesplitst; in de rijwielhandel en groothandel Gebr. Zur Lage enerzijds en de Batterijenfabriek Herberhold anderzijds, beter bekend als de fabrikant van de Witte Kat-batterijen. Virtueel museum gewijd aan Witte Kat-batterijen: http://www.witte-kat-batterijen.nl/
De firma Zur Lage verhuisde in 1932 naar de Van Asch van Wijckskade 15. In die tijd assembleerde Zur Lage al fietsen onder het eigen merk Zurla. Frank Zur Lage, zoon van een van de oprichters, kwam in 1962 in het bedrijf. Toen werden de fietskaders bij Amsterdamse framebouwers gekocht (Vrolijk & De Groot en deels ook Van Raam). Er werden op jaarbasis zo'n 1.000 Zurla-fietsen gemonteerd. Rond 1970 stopte Zur Lage met het assembleren van fietsen. Omdat het bedrijf in de Utrechtse binnenstad voor vrachtwagens steeds moeilijker te bereiken was verhuisde Zur Lage in 1979 naar een in Nieuwegein gelegen industriegebied, vlak bij de gemeentegrens met Utrecht. In 1986 werd het bedrijf verkocht aan rijwielgrossist Smits uit Capelle a/d IJssel, die de groothandel uiteindelijk begin 2008 opdoekte
Vendel -- C. den Hertog - Mr. Sickeszlaan 10 (sinds 1932) Utrecht – Nederland
Sub-merk van Banierhuis.
Het begon allemaal in 1932 toen de klompenmaker Cornelis den Hertog besloot om aan de Mr. Sickeszlaan 10 in de Utrechtse buitenwijk Tuindorp een rijwielhandel te beginnen. Al gauw ontwikkelde zich de zaak tot een groothandel met de naam "De Banier".
Henk Verheul was de zoon van een boer en melkhandelaar, hij begon al op jonge leeftijd als leerjongen bij de Utrechtse fietsen- en motorfietsenhandelaar Rijnstra. Nadat hij daarna bij differente rijwielhandelaren c.q. groothandelaars in Amsterdam, Venlo en zelfs in Amerika ondervinding had opgedaan, begon hij in 1916 met een eigen zaak in de Hardebollenstraat. In 1917 kocht hij een oud patriciër huis met aangrenzende percelen aan de Keizerstraat in het centrum van Utrecht. Daarin vestigde hij zijn groothandel in rijwielonderdelen en banden onder de naam "H. Verheul & Zn." Verheul was toen pas 27 jaar en het zou nog jaren duren voordat een zoon van hem daadwerkelijk in het bedrijf opgenomen zou worden.
Al in het begin van de jaren '20 bouwde Verheul zijn eigen fietsen onder het eigen merk Rivertown. Volgens een catalogus van 1924 kwamen bij de duurdere modellen zelfs de frames uit de eigen fabricage, Verheul bood ook apart frames te koop aan. Opvallend was een transportfiets die in een advertentie van 26 januari 1924 beschreven werd: "... een transportrijwiel met verende vork en verende zadelpen, eigen gebouwde frame, bagagedrager van geheel nieuwe constructie waarmede het stuur gemakkelijk verzet kan worden." De verende voorvork was bedoeld voor het vervoer van breekbare goederen zoals flessen.
De Rivertown-fietsen zouden nog tot ca. 1970 bij Verheul gebouwd worden, maar vermoedelijk stopte Verheul al ruim voor de oorlog met het maken van eigen fietsframes.
Naast de verkoop van fietsen was vooral het ruime assortiment fietsonderdelen en accessoires al vroeg een kenmerk van de firma Verheul, en dat bleef ook altijd zo. Henk Verheul was een handelaar in hart en nieren. Al in 1932 schreef De Nederlandsche Rijwielhandel: "Het is bekend dat de firma H. Verheul & Zn. te Utrecht zich altijd heeft beijverd om zooveel mogelijk incourante artikeltjes in voorraad te hebben, zoodat zij haar cliënten nooit in den steek hoeft te laten.” Wie zoveel in huis had, had ruimte nodig. Dus breidde Verheul in 1934 ferm uit door naast zijn bestaand pand een nieuw gebouw van drie verdiepingen op te trekken. Dat was een gedurfde stap, midden in de heersende economische crisis.
In 1937 kwam Henk Verheul (Jr.) in de zaak, tien jaar later ook zijn broer Frans. Na de oorlog handelde de firma Verheul behalve in fietsen en onderdelen ook in huishoudelijke elektrische apparaten. In 1964 werd het bedrijf getroffen door het overlijden van oprichter Henk Verheul (Sr.). Omstreeks 1970 volgde weer een belangrijke verbouwing: in de groothandel werd omgeschakeld op zelfbediening, en de montageafdeling werd opgeheven. Voortaan werden de Rivertown-fietsen compleet ingekocht bij Cové in Blerick.
Eind 1975 viel het doek voor Rivertown: Frans was al uit het bedrijf gestapt, en Henk zag zich om medische redenen gedwongen om de zaak te sluiten. De rechten op de merknaam Rivertown werden aan Cové overgedragen dat nog een aantal jaren lang Rivertown-fietsen verkocht.
BSP fietsen -- Tractieweg 41(kantoor)-- 3534 AP Utrecht -- Nederland
BSP is nog één van de weinige onafhankelijke familiebedrijven onder de fietsmerken. 100% gemaakt voor de Nederlandse gebruiker, door echte gebruikers.
In 2003 namen Raymond en zijn broer Alfred BSP Fietsen over van hun vader Hennie van der Heiden. Hij was in 1983 gestart met het fietsmerk BSP, de fietsen bouwde hij zelf met de hand op en verkocht deze aan de plaatselijke winkeliers. BSP is kunnen uitgroeien tot wat het nu is; een mooi Nederlands merk. Bij het alleen leveren aan de plaatselijke fietsenwinkels bleef het niet lang, van de met hand in elkaar gezette BSP fietsen kregen al gauw fietsenwinkels in heel Nederland lucht. Hennie van der Heiden werkte toentertijd al samen met de sociale werkplaats in Zeist en het opstarten van een assemblage lijn bij hen was dan ook al gauw ingeregeld. Hennie is inmiddels boven de 70, maar nog steeds een keiharde werker. Na het met pensioen gaan is Hennie gewoon verder gegaan met wat hij altijd graag deed; het met de hand bezig zijn met fietsen en via vlechtservice.nl repareert hij graag jouw wiel. Van een éénmansbedrijf is BSP inmiddels uitgegroeid tot een volledig onafhankelijk en zelfstandig fietsenmerk. Groot genoeg voor een eigen ontwerp- en ontwikkelingsafdeling, klein genoeg voor een 100% focus voor wat wij belangrijk vinden: het ontwerpen en bouwen van prachtige fietsen!
Maatschappelijk verantwoord ondernemen, dát vinden ze belangrijk bij BSP. Daarom assembleren zij hun fietsen in Nederland bij participatie bedrijven, al sinds de oprichting van BSP. De fietsen worden dan ook met veel vakmanschap en aandacht in elkaar gezet door een team van enthousiaste mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Door deze samenwerking kan een grote groep mensen dagelijks hun talenten ontdekken, benutten en verder ontwikkelen. Een BSP fiets is hiermee niet alleen gewoon een heerlijke fiets, maar met de BSP draagt men ook een stukje bij aan een sociale arbeidsmarkt in Nederland.
Fiets Inn --- Frits van de Bunt---- Soesterweg 273-277------ 3812 AJ Amersfoort – Nederland
Fiets-inn was van Uniekring BV , Directeur A Driesen. De bedrijven daar bij aangesloten zijn Franchise nemer, een concept wat in de jaren 1970 populair werd. In het artikel van de Twee Wieler van september 1979 staat dat er op dat moment er zes bedrijven bij zijn aangesloten. Zoals bij veel inkoop organisaties in die tijd hadden ze dus ook een eigenmerk.
Merk Merknaam voluit Firma Plaats Inschrijving Vroegere inschrijving
Fama - FAMA, gedeponeerd - Gerth, Willem -- Utrecht- 15-03-1911
Fama - FAMA, gedeponeerd - Gerth & Zonen, Willem - Utrecht -07-03-1931 15-03-1911
De oudste en meest gerenommeerde rijwielgrossier van Utrecht was de firma Willem Gerth & Zonen.
Willem Gerth begon zijn rijwielzaak in 1890 op het Wed 2 in Utrecht. Hij was in de begintijd ondermeer vertegenwoordiger van Simplex voor Utrecht en opende in 1897 een wielrijschool in de grote zaal van Tivoli aan de Kruisstraat. Een jaar later verkaste het bedrijf inclusief de wielrijschool naar het adres Trans 11. Gerth dreef een rijwielgroothandel en was een actief lid van de RAI.
In 1920 trok zich Gerth uit de zaak terug en liet de leiding over aan zijn zoon Willem Gerth (jr.). Daarnaast waren ook diens twee jongere broers Jan Cornelis en Henri Gerth bij de zaak betrokken. J.C. Gerth verliet de zaak echter al na een paar jaar. Willem Gerth sr. overleed in 1926 op 71-jarige leeftijd.
De firma Gerth & Zonen was voor de oorlog de meest bekende Utrechtse rijwielgrossier, dat binnen en buiten Utrecht. De frames voor de Fama-fietsen kocht men elders aan (ondermeer van Locomotief). Het eigen merk van de firma Gerth was Fama, de Romeinse godin van de roem. De frames die Gerth hiervoor afmonteerde kwamen bij verschillende fabrikanten vandaan. Zo was de Fama-tandem van eind jaren '30 bij Locomotief in Amsterdam gebouwd. In de loop van de jaren '30 namen de gebroeders Gerth het importeurschap van Zündapp-motorfietsen op zich en adverteerden daar regelmatig mee in De Nederlandse Rijwielhandel. Uit een advertentie van 1941 blijkt nog dat er toen ook Hulsmann-motoren werden verkocht.
In december 1951 overleed Henri Gerth op 54-jarige leeftijd. Willem Gerth ging nog een tijd lang door, oude fietsenmakers herinneren zich nog hoe hij in die tijd als vertegenwoordiger met een koffer de rijwielhandelaren in Utrecht bezocht. Maar het was een aflopende zaak. In 1956 toen Gerth 71 jaar oud was, werd het bedrijf opgeheven.
Utrecht kende vroeger grotere en kleinere rijwielgrossiers. Fietsframes onder eigen merk afmonteren deden ze allemaal, dat gebeurde met name in de jaren '20 tot '60. Maar de grotere grossiers verkochten deze ook buiten hun vestigingsplaats en hadden daarvoor vaak een vertegenwoordiger in dienst. Als ze nog iets groter waren adverteerden ze ook in vakbladen, waren ze agent van bijvoorbeeld een bepaald merk fietsverlichting voor een aantal provincies, of importeerden ze zelf bepaalde artikelen uit het buitenland. Op de firma Gerth was dit allemaal van toepassing.
Fama is de godin van de roem en het gerucht in de Romeinse mythologie.
Fama wilde de dood van haar kinderen wreken en bezat twee bazuinen: een lange en een korte. De lange was gewijd aan het verspreiden van roem en de korte aan het verspreiden van valse geruchten. De godin wordt genoemd in klassieke dichtwerken als bode van Jupiter en in negatieve zin door Vergilius in verband gebracht met het drama van Aeneas die Dido moest verlaten. Ook Venus maakte gebruik van Fama door haar valse geruchten te laten verspreiden, waardoor de mannen en vrouwen van het eiland Limnos met elkaar slaags raakten. Dit als wraak omdat de bewoners van Limnos de Venuscultus hadden opgegeven nadat Venus haar man Vulcanus had bedrogen met Mars.
Met name de positieve kant van de godin, namelijk ervoor zorg te dragen dat helden in de herinnering voor eeuwig zouden voortleven, bleef in de latere literatuur en spraakgebruik bewaard, in de vorm van woorden als faam en fameus. Ook diverse merknamen, fabrieken en dergelijke hebben haar naam gedragen.
Rijwielfabriek T.HARTOG, Amsterdam, Zeist en Rhenen.
Over het verhaal van Rijwielfabriek T.HARTOG is er wat contradictie.
De rijwielfabriek Hartog bevond zich aanvankelijk in de Haarlemmerstraat in Amsterdam. De oprichter was Teun Hartog sr. (1887 – 1956). Van een werkplaats waar fietsen werden gerepareerd evolueerde het tot een plek om fietsen te verkopen. Teun Hartog bleef fietsen repareren en streefde er naar om zelf fietsen te gaan produceren, zijn bedrijf liep goed en uiteindelijk werd er een bedrijf opgericht dat in staat was om eigen fietsframes te maken.
Hartog’s rijwielfabriek bevond zich in de Haarlemmerstraat 123/135 te Amsterdam, het hoofdkantoor was in Zeist. In de vroege jaren dertig verhuisde Hartog naar Zeist. Tijdens de crisisjaren in Duitsland nam directeur T. Hartog bekwame werknemers uit Duitse rijwielfabrieken in dienst. In die tijd werden de fietsen verkocht onder de naam HARTOG. Op 16 januari 1939 registreerde Teun Hartog het handelsmerk "TEHA" [TEun HArtog].
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was zijn zoon Pieter Hartog lid van de NSB (de Nederlandse versie van Hitlers NSDAP) en sympathiseerde dus met de nazi's. De Hartog-fabriek was gevestigd in Zeist, het gebouw werd in beslag genomen door de Duitse bezetter en gebruikt voor hun oorlogsindustrie. De firma Hartog moest verder werken in leegstaande stallen.
Na de oorlog werd Pieter Hartog opgepakt door zijn 10 jaar jongere broer Teun Hartog jr. die zich tijdens de bezetting onder de vloer van een kerk moest verstoppen en deel uitmaakte van het Nederlandse verzet. Vanaf dat moment maakte Pieter geen deel meer uit van het bedrijf.
Zoon Teun jr. nam het bekende Duitse merk "Brennabor" op een veiling over van de geallieerden. Hartog exporteerde hun fietsen, dat was niet omdat de Nederlanders dachten dat ze "slecht" waren, maar ze richtten zich altijd al op de internationale markt en vooral op Indonesië, ook naar de V.S. werd geleverd. Het was best een interessant merk. Behalve eigen merk fietsen leverden ze ook vaak frames aan grossiers.
Hun fietsmerk TEHA in Rhenen gemaakt. Rond de jaren 1950 kende het bedrijf, onder de Engelse naam "T. Hartog's Bicycle Works Ltd.", een enorme groei. Bij T. Hartog's Bicycle Works Ltd. werkten ongeveer 130 mensen.
Vanwege problemen op de exportmarkt, met name door de Indonesische onafhankelijkheid, moesten hun bedrijven geld besparen en terugkeren naar Zeist. 1957, na het overlijden van Teun Hartog kreeg het bedrijf het moeilijk, het zou uiteindelijk sluiten, blijkbaar werden de machines geveild.
Peerless - Geproduceerd in USA en geïmporteerd naar Nederland.
Peerless produceerde fietsen, voordat ze in 1900 auto’s begonnen te bouwen. Peerless betekend weergaloos. Thuisbasis bevond zich in Cleveland Ohio (USA).
Peerless
Peerless rijwielen is een gedeponeerd handelsmerk van de firma Peerless te Hilversum. Eén van de firmanten was Max Oostra, een vrij bekende Amsterdamse groothandel annex drukkerij van transfers en naamplaatjes.
Max Oostra werd in 1943 in Sobibor omgebracht, zijn broer Dolf Abraham Oostra overleefde samen met zijn zuster de oorlog wel. Na de oorlog heeft Dolf het bedrijf een doorstart gegeven, onder meer op De Ruysdaelkade in Amsterdam.
Het merk Peerless voor fietsen, bromfietsen, scooters, oliën en vetten, stofzuigers en wasmachines is gedeponeerd op 19 februari 1957 onder nr. 127306. (Het merk was aanvankelijk, in 1954, alleen gedeponeerd voor autopeds). Peerless is ongeveer 10 jaar zelfstandig geweest en daarna overgenomen door Batavus.
De handel beperkte zich niet alleen tot fietsen, elektrische apparaten konden ook geleverd worden. Deze waren niet in voorraad, maar konden in de showroom van groothandel Zeefat in Meppel worden uitgezocht. Jan was aangesloten bij de inkooporganisatie Peerless, die zijn naam eer aandeed: ze hadden een weergaloos ("peerless") spaarsysteem.
Dat ging als volgt: om de bevolking tot de aanschaf van een nieuwe fiets te verleiden, verkocht Peerless bonnetjes voor fl 2,50. Die moesten op een spaarkaart worden geplakt en bij inlevering van een volle kaart (50 bonnetjes) kreeg men een nieuwe fiets mee ter waarde van fl 125,-. Op deze manier hebben heel wat eenvoudige, maar degelijke nieuwe fietsen hun weg naar de ingezetenen van de Wijk gevonden.
Frans Grootjans en Willem Laméris begonnen in 1903 aan de Veemarkt in Tiel een fietsenfabriek. De heren waren ambitieus en qua reclame, marketing en financiering van hun onderneming waren ze hun tijd ver vooruit. Achteraf gezien lijkt het er op dat de ambities van de heren groter waren dan het merk Bato ooit geworden is. Na de oorlog kwam het merk niet meer echt van de grond en werd het in 1958 overgenomen door Batavus. Tot eind de jaren’60 gebruikte Batavus de naam BATO als fietsmerk, daarna nog enkel als modelnaam voor de eigen merknamen BATAVUS, FONGERS en MAGNEET.
1867 , Gerrit Pon zijn echtgenote Gerarda Karolina Pon-Van den Burg startten met hun eerste winkeltje in huishoudelijke artikelen, zaden, tabak , aardewerk en naaimachines. Daarnaast was Gerrit ook beurtschipper. Zoon Mijndert werkte bij zijn moeder in de winkel aan de Groenmarkt in Amersfoort. Uiteindelijk nam hij de zaak over. In 1898 wou hij uitbreiden, hij opende een grotere handelszaak in de Langestraat te Amersfoort. Dit werd later ‘PON’s’ Handelsonderneming. In die tijd werd de fiets populair, in 1900 startte zoon Mijndert na het verkopen van Opel-naaimachines ook met de import van Opel-fietsen. Hij had een afspraak dat hij minimaal 24 fietsen per jaar moest verkopen. In het eerste jaar verkocht hij er al 112.
In 1928 ging hij naast fietsen ook auto’s verkopen, in het begin waren dat Opel auto’s, later zullen ze nog andere automerken verhandelen. 1930 : Fietsproductie. Zonen Ben en Wijnand stapten in het bedrijf. 1931: Oprichting van Pon's Automobielhandel (PAH) door Ben en , destijds een keten van autodealers.
Opel kreeg na een aantal jaren een eigen importeur, maar daar kwam iets voor in de plaats: het contact van vóór de Tweede Wereldoorlog tussen de broers Ben en Wijnand Pon, en Ferdinand Porsche leidde in 1947 tot de ondertekening van het contract waarmee PAH de eerste Volkswagen-importeur van de wereld werd. In hetzelfde jaar maakte Ben Pon een schets van een bestelwagen op basis waarvan de iconische Volkswagen T1 bus werd ontwikkeld.
1996: Uitbreiding naar Noord-Amerika.
2011: Overname importlicentie Cervélo.
In 2011 werd Gazelle overgenomen door Pon Holdings. Gazelle bleef na de overname een zelfstandig opererend bedrijf. Volgens Pon paste de overname in de groeistrategie als mobiliteitsaanbieder en was het een belangrijke stap om te groeien in de fietsenmarkt. Eind 2012 kwam prinses Margriet naar de fabriek om de laatste hand te leggen aan de 14 miljoenste fiets van Gazelle, dat hetzelfde jaar zijn 120e verjaardag vierde. Ook werd in 2012 Union overgenomen door de PON Bicycle Group. Union maakt nu deel uit van Koninklijke Gazelle. In 2015 werd de nieuwe fabriekshal geopend door koning Willem Alexander.
2021: Overname Urus Group, Mike's Bikes en Dorel Sports.
2022: Overname Veloretti.
Met het in 1980 opgerichte Pon Holdings is Pon uitgegroeid tot één van de grootste bedrijven van Nederland, dat met meer dan 12.000 medewerkers wereldwijd actief is in verschillende sectoren. Het is ook een van de grootste fietsproducenten ter wereld.
Het portfolio bestaat uit meer dan 20 hoogwaardige en iconische fietsmerken, waaronder Gazelle, Cannondale, Kalkhoff, Schwinn, Caloi, Cervélo, Urban Arrow, FOCUS, Santa Cruz, GT, Veloretti, Juliana en Union. Ze zijn actief over de gehele wereld, van Nederland tot Australië, van Duitsland tot Brazilië en van de VS tot Canada, China en het Verenigd Koninkrijk.
De opkomst van de elektrische fiets heeft wereldwijd voor een verandering in de mobiliteit gezorgd. Fietsen is niet alleen gezond, maar helpt ook het dichtslibben van binnensteden tegen te gaan. Het is momenteel een van de meest duurzame vormen van vervoer. Met een ongekende variëteit aan producten en modellen, weten ze aansluiting te vinden op de behoeften en smaken van zo’n beetje elke individuele fietser. Hun Bike Mobility Services groep innoveert met nieuwe producten: van fietslease via Lease a Bike en BusinessBike, tot de e-Bike hubs van Movelo.
Pon herkent zich in de mentaliteit en ambitie van topsporters en hebben zich verbonden met de Nederlandse topsport via een partnership met NOC*NSF en de KNVB. Al meer dan 30 jaar steunen ze de prestaties van TeamNL tijdens de Olympische Spelen. Koninklijke Gazelle ontwikkelde speciaal voor de Nederlandse Olympiërs de Oranje Gazelle, zodat sporters in het Olympisch dorp zich gemakkelijk kunnen verplaatsen.
Met diverse topmerken in het fietsenportfolio was het logisch dat Pon affiniteit heeft met de wielersport. Zo heeft Cervélo een partnership met Team Visma | Lease a Bike dat zowel over een mannen-, vrouwen- als talententeam beschikt. Ook Škoda en Swapfiets zijn betrokken: zij leveren auto’s en Swapfietsen aan de teams. In de volgauto’s van Škoda is bovendien apparatuur ingebouwd die allerlei data over de wielrenners registreert. Hierdoor kunnen prestaties verder worden verbeterd.
De drie merken – Cervélo, Škoda en Swapfiets – werken samen voor grote evenementen als de Tour de France, Giro d’Italia, Vuelta a España, WK Wielrennen en de Olympische Spelen.
ERMO staat voor: Eskes’ Rijwielen Montfoort. Het bedrijf werd in 1933 opgericht en bleef als groothandel bestaan tot 2005. Arie Eskes was al een aantal jaren fietsenmaker toen hij samen met zijn broer Jan Jacobus Eskes (‘Ome Han’) een groothandel en assemblagebedrijf begon. Ome Han had in Utrecht bij groothandel Rothschild en De Keizer gewerkt, en bracht daarvandaan 80 potentiële klanten mee. Het bedrijf werd gevestigd aan Onder de Boompjes in Montfoort in een gehuurd pand van een fruitkweker uit De Meern. Vanaf zijn 13e moest Jan, de zoon van Arie, helpen fietsen inpakken in kartons.
Tot aan de oorlog moesten ze bij Ermo de eindjes aan elkaar knopen. De verhalen van Ermo passen geheel in het beeld van die tijd: als je de prijs van de onderdelen bij elkaar optelde, was er geen geld over om de fiets in elkaar te zetten, als je tenminste wilde concurreren. Kijkend naar de prijs van de concurrent hadden ze minder dan een gulden (op een verkoopprijs van rond de twintig) voor de montage. En toch deden ze het, om maar aan het werk te blijven, dat in de hoop op betere tijden. Bij Ermo verkochten ze ook fietsen als bouwpakket dat dan door de fietsenmaker in elkaar gezet werd voor die gulden die over bleef: ook de fietsenmaker moest de eindjes aan elkaar knopen. Daar was natuurlijk ook niks aan verdiend, maar Ermo wilde de vaste klanten vasthouden, en misschien nog iets verdienen met de accessoires – de verlichting bijvoorbeeld was in die tijd niet bij de prijs inbegrepen. De fietsen werden door een plaatselijke bodedienst bij de fietsenmaker afgeleverd. Om fietsen en onderdelen aan de man te brengen, waren er voor Ermo twee man permanent onderweg, terwijl er thuis drie medewerkers bezig waren met opbouwen van fietsen en andere voorkomende werkzaamheden. De twee reizigers verplaatsten zich met het openbaar vervoer, maar, vertelde Jan Eskes, we hadden in elke grotere plaats wel een fietsenmaker in de buurt van het station die ons voor een dag een fiets leende: Wim de Groot in Utrecht, Jan de Frankrijker in Gouda, Bertus Handwijk in Zeist, enzovoort.
Tijdens de oorlog was het helemaal een magere boel: de Eskes weigerden te leveren aan de Duitsgezinde overheid en aan klanten die hun sympathie of begrip voor de bezetter lieten blijken. Jan Eskes ontving na de oorlog een koninklijke onderscheiding voor zijn activiteiten in het verzet. Ermo heeft nooit catalogi uitgegeven; er waren alleen prijslijsten met de specificatie en de prijs, de kleur was zwart. Na de oorlog verhuisde Ermo naar een pand even buiten het centrum van Montfoort genaamd ‘De Rokende Moor’, met een appartement erboven. Jan Eskes heeft daar jaren gewoond.
Ermo kreeg opdrachten voor fietsen voor het leger – de concurrentie die in de oorlog ‘zwart’ geweest was, kreeg geen overheidsopdrachten. Verder kregen ze vrij soepel z.g. ‘ijzerbonnen’ die nodig waren om frames en onderdelen (een fiets bestond toen nog voor 95% uit ijzer) te kunnen kopen. En Ermo kreeg een bon voor een auto, een nieuwe Chevrolet, waardoor het niet alleen mogelijk was de klanten te bezoeken, maar ook leveranciers verderop zoals Lepper, De Wilde, Van Schothorst en De Woerd. Er braken betere tijden aan: Ermo leverde met in totaal 5 werknemers in zijn beste jaren zo’n 1500 fietsen per jaar, en met zuinigheid en vlijt werd daar behoorlijk aan verdiend. Frames kwamen gelakt van De Wilde in Volendam tot Ermo er genoeg van had: die van Pon kostten hetzelfde maar hoefden zelden nagericht te worden, aldus Jan Eskes, die overigens met respect sprak over de enorme aantallen frames die De Wilde in die tijd produceerde. Rond 1960 nam Ermo als ‘tweede merk’ het merk Struisvogel over, dat tot dan toe gebruikt was door Arie van Vliet uit Woerden, de oud-wielrenner, die stopte met de fietsenhandel en Volvo-dealer werd. De Struisvogels hadden een naam, in het Groene Hart van Holland.
In 1964 sloeg het noodlot hard toe: zoon Joop, 27 jaar jong, plus één van de monteurs, kwamen beiden bij een auto-ongeval om het leven. Jan Eskes en neef Huib, de zoon van ome Han, gingen samen verder. Ze deden mee met de Nicor inkooporganisatie van de gebroeders Tigelaar in Assen, ze importeerden containers vol fietsen en vooral kinderfietsjes van Kynast in Duitsland. Toen Jan Eskes in 1988 met pensioen ging, had Ermo 150 vaste klanten en volgens de balans was het bedrijf één miljoen gulden rond waard. Huib Eskes kocht Jan uit, verhuisde met Ermo naar een rustiek bedrijfspandje aan de Montfoortse Doeldijk en is nog door gegaan tot 1998 (de laatste Ermo-fietsen). Toen verkocht hij de grossierderij aan een klant, bij wie hij vervolgens zelf in loondienst ging werken. In 2005 werd de grossierderij opgeheven. Het pand staat sedertdien leeg, en Huib overleed, 59 jaar oud, in 2007.
Ik ben Delameilleure Philippe
Ik ben een man en woon in Preshoekstraat 145 - 8510 Marke - België (België) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 27/09/1960 en ben nu dus 64 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wielrennen - Verzamelen van fietsmerkenplaatjes (balhoofdplaatjes) .