Een balhoofdplaatje is een logo van de fabrikant of het merk dat is aangebracht op de balhoofdbuis van een fietsframe. Balhoofdplaatjes werden al eind 19e eeuw toegepast en waren vaak gemaakt van metaal. Ter bevestiging aan de balhoofdbuis kunnen daarin nagels of schroeven zijn gebruikt. Bij moderne(re) fietsen kunnen tevens, al dan niet met lijm, balhoofdplaatjes van kunststof zijn aangebracht. Ook kan een balhoofdbuis voorzien zijn van een transfer/sticker.
Op het einde van de 19e eeuw installeerde de mecanicien Michon uit Clermont-Ferrand zich in de rue Blatin n° 55, te Clermont-Ferrand. Naast zijn werk, het herstellen en het verhuren van fietsen, bood hij zijn cliënteel ook grote fietsmerken aan, zij hadden o.a. de keuze tussen Peugeot- en Clévelandfietsen maar ze konden ook kiezen voor een speciaal fietsmerk waarvan hij zelf alle stukken monteerde en ze een significante naam gaf : “ La Gergovia”. Dit merk van M.A. Michon zou een glorieuze ontwikkeling kennen. Op het plaatje zien we een beeltenis van Vercingetorix.
Gergovia was een Gallische stad gelegen in de huidige regio Auvergne-Rhône-Alpes, in het bovenste deel van het stroomgebied van de Allier en in de buurt van het huidige Clermont-Ferrand. Het was de hoofdstad van de Averni. De Arverni ( Gallisch : Aruernoi ) waren een Gallisch volk dat tijdens de IJzertijd en de Romeinse periode in de huidige Auvergne woonde. Ze behoorden tot de machtigste stammen van het oude Gallië en betwistten de heerschappij over de regio met de naburige Aedui.
De stad Gergovia had sterke muren en lag op een fameus verhoogd plateau omringd door heuvels. Het was de belangrijkste stad (oppidum) van de Arverni en ook de locatie van de Slag bij Gergovia in 52 v.Chr. De strijd werd er uitgevochten tussen een leger van de Romeinse Republiek, onder leiding van proconsul Julius Caesar, en Gallische troepen onder leiding van Vercingetorix. Caesar trok met zes legioenen naar het zuiden om de heuvelstad Gergovia in te nemen maar de Galliërs wonnen de slag. Door deze zege kreeg Vercingetorix meer cavaleriesteun voor zijn campagne en de toekomstige veldslagen. Dit was voor Caesar en het Romeinse leger in Gallië een belangrijke fiasco.
VERCINGETORIX (ca. 80 – 46 v.Chr.) was een Gallische koning en leider van de Arverni-stam. Vercingetorix was de zoon van Celtillus de Arverniër, leider van de Gallische stammen. Vercingetorix kwam in 52 v.Chr. aan de macht, dat na zijn officiële benoeming tot leider van de Arverni in het oppidum Gergovia.
Hij wou de Galliërs verenigen in een revolte tegen de Romeinse bezetter. Hij sloot onmiddellijk een alliantie met andere Gallische stammen, nam het bevel over, bundelde alle strijdkrachten en leidde hen in de belangrijkste Keltische opstand tegen de Romeinse overheersing. Hij won de Slag bij Gergovia tegen Julius Caesar! In die slag sneuvelden er enkele duizenden Romeinen en medestanders van de Romeinen, de Romeinse trokken legioenen zich terug. Maar uiteindelijk zou Vercingetorix toch het onderspit delven, Caesar slaagde erin om de interne verdeeldheid van de Galliërs uit te buiten om het land te onderwerpen. Uiteindelijk kwam Vercingetorix' poging om alle Galliërs te verenigen tegen een Romeinse invasie te laat kwam.
In de Slag bij Alesia , ook in 52 v.Chr., belegerden en versloegen de Romeinen zijn strijdkrachten. Om zoveel mogelijk van zijn mannen te sparen, gaf hij zichzelf over aan de Romeinen. Hij werd vijf jaar gevangen gehouden. In 46 v.Chr. werd hij, als onderdeel van Caesars triomftocht, door de straten van Rome gestuurd en vervolgens geëxecuteerd door wurging. Vercingetorix is vooral bekend door Caesars Commentarii de Bello Gallico (Commentaren op de Gallische Oorlog). In Frankrijk is hij nog steeds een volksheld, en dat vooral in de Auvergne , zijn geboortestreek.
Genoemd als fabrikant in de Bottin du cycle 1959. Syphax produceerde fietsen en bromfietsen. In 1957 werd het merk Syphax gekocht door het merk Mimo.
Syphax was een Algerijnse koning twee eeuwen voor onze jaartelling. Het embleem van het merk is geïnspireerd op deze antieke esthetiek. Syphax geboren rond 250 en gestorven rond202 v.Chr. was een Berberse koning van westelijk Numidië (van ongeveer 225 tot 203 v.Chr. ), wiens hoofdstad Siga (het huidige Oulhaça El Gheraba ) en Cirta (het huidige Constantine ) in Algerije was . Zijn verhaal wordt verteld door Titus Livius , in Ab Urbe condita libri .
Cité comme constructeur dans le Bottin du cycle 1959. Syphax a produit des vélos et des mobylettes. En 1957, la marque Syphax a été rachetée par la marque Micmo. Syphax était un roi algérien il y a deux siècles avant notre ère. L’écusson de la marque s’inspire de cette esthétique antique.
De Dion-Bouton is een bekend historisch Frans merk van auto's, treinwagons, inbouwmotoren, tricycles, motorfietsen en fietsen. De Dion-Bouton was actief van 1883 tot 1953.
Het bedrijf werd opgericht door de graaf Jules-Albert de Dion, Georges Bouton en Boutons zwager Charles Trépardoux. De Dion had de financiering; Bouton en Trépardoux hadden de kennis. De drie mannen besloten hun krachten te bundelen en richtten in Parijs een werkplaats voor de bouw van stoommachines op. Het bedrijf werd in 1883 opgericht, vóór het einde van 1883 had het bedrijf een vestiging geopend in een pand in de Passage de Léon, Parijs. De werkplaats in Parijs werd al snel te klein. De precieze voorwaarden van de verhuizing is niet duidelijk. Het lijkt erop dat in Puteaux, rue des Pavillons, de voormalige stoommachinewerkplaats van een zekere Chaumé-Delabarre, in 1878 overgenomen door de ingenieurs Bénier en Pradel, beschikbaar kwam. Waarom juist deze werkplaats? De vraag blijft nog steeds onbeantwoord. Er was ongetwijfeld een gouden kans om het bedrijf te vestigen in een aantrekkelijke omgeving (dichtbij Parijs, dicht bij de Seine, met uitbreidingsmogelijkheden). Hoe dan ook, in 1883 verhuisden de drie mannen naar 20 rue des Pavillons. Het eerste patent werd datzelfde jaar aangevraagd. Puteaux is een gemeente in de westelijke buitenwijken van Parijs. Het ligt in het hart van het departement Hauts-de-Seine, 8,7 kilometer van het centrum van Parijs.
Het bedrijf groeide erg snel. Eerst verplaatste de winkel zich naar de rue Ernest (square Léon Blum) en breidde zich geleidelijk uit over het gehele gebied tussen de rue Godefroy, de rue des Pavillons, de rue Ernest en de kades. In 1887 besloeg de fabriek 1.000 m²; in 1897 waren dat er 27.000; in 1907 was dat al 50.000 m²! Het hoofdadres werd 36 quai National(nu Quai de Dion-Bouton) te Puteaux. In 1904 had de fabriek van De Dion-Bouton 1.300 mensen in dienst
Aanvankelijk werden stoommachines gebruikt om hun driewielige voertuigen aan te drijven, maar de Dion wilde met motoren gaan werken. Dit was niet naar de smaak van Charles Trépardoux, die alleen met stoom verder wou. Georges Bouton aarzelde. De relatie tussen de eerste twee verslechterde. In mei 1893 vochten ze zelfs een duel uit! Charles Trépardoux , die aan stoom wilde vasthouden, verliet uiteindelijk in 1893 het bedrijf.
"De Dion-Bouton" heette niet altijd zo. In eerste instantie spreken we vaak van “Trépardoux en Co”, dan van “Trépardoux, de Dion en Bouton” of van “De Dion, Bouton en Trépardoux. Pas in 1893, nadat Charles Trépardoux het bedrijf verliet, werd “De Dion-Bouton” echt geboren. We spreken dan vaak van het “Huis van Dion”.
De meeste vroege autofabrikanten begonnen als fietsfabrikanten. Ongetwijfeld vanwege hun vroege innovaties met stoom- en benzinemotoren, maar de productie van fietsen door De Dion - Bouton lijkt pas in 1909 te zijn begonnen. Hoewel ze ongetwijfeld een van 's werelds belangrijkste pioniers op het gebied van autorijden waren, is De Dion Bouton niet zo bekend als fietsfabrikant. Toch werden hun fietsen met evenveel aandacht voor kwaliteit gemaakt als drie- en vierwielers.
Het einde van de Dion Bouton: Met nationale tragedies zoals de Eerste Wereldoorlog en het begin van de Grote Depressie, had het bedrijf financiële problemen. In 1927 werd de productie tijdelijk stopgezet en toen de productie werd hervat, had het een nieuwe 2,5-liter achtcilinder en een 2-liter viercilindermotor. De verkoop liep stroef, dus werd besloten om de cilinderinhoud in 1930 te verhogen naar 3 liter.
De laatste auto die door de De Dion Company werd geproduceerd, werd in 1932 geproduceerd. Het bedrijf bleef tot in de jaren veertig vrachtwagens produceren en hield zich uiteindelijk ook bezig met het onderhouden van auto's, vrachtwagens en motorfietsen.
Bedrijfsnamen zijn altijd een verhandelbaar product geweest en gerenommeerde auto-, motor- of fietsfabrikanten werden vaak gekocht nadat het bedrijf zelf stopte met handelen. De naam De Dion Bouton werd in 1935 door Dilecta gekocht en na de Tweede Wereldoorlog gaf Dilecta een aantal van hun fietsen en cyclemotoren de naam De Dion Bouton le Blanc. Sommige BMA's (cyclemotoren onder de 100cc) werden eind jaren 20 ook verkocht onder de naam De Dion Bouton, hoewel het niet bekend is wie ze heeft gemaakt.
Baudouin Etabl. Matthys uit Mons exporteerde fietsen naar Belgisch-Congo.
Op het balhoofdplaatje BAUDOUIN Royal zien we de afbeelding van de jonge koning Boudewijn (1930–1993) ( le roi Baudouin)
Boudewijn werd koning van België in 1951, na de troonsafstand van zijn vader, Leopold III. Op dat moment was Congo (officieel: Belgisch Congo) nog een Belgische kolonie, sinds 1908 bestuurd door België (na de periode van de persoonlijke heerschappij van Leopold II).
In 1955 bracht Boudewijn een koninklijk bezoek aan Congo.
Hij werd er enthousiast onthaald door veel Congolezen, wat in België geïnterpreteerd werd als een teken van loyaliteit en tevredenheid. In werkelijkheid was er al groeiende onvrede en nationalistisch bewustzijn bij veel Congolezen.
Het bezoek versterkte Boudewijns persoonlijke band met Congo, maar ook zijn overtuiging dat België nog een “beschavende rol” te spelen had — een visie die later als paternalistisch werd beschouwd.
Koning Boudewijn I (1930–1993) speelde een belangrijke rol tijdens en na de dekolonisatie van Belgisch Congo. Onder internationale druk en door toenemende sociale onrust werd Congo onafhankelijk op 30 juni 1960.
Tijdens de plechtigheid in Léopoldville (nu Kinshasa) hield Boudewijn een omstreden toespraak. Hij prees Leopold II om zijn “genadige beschavingswerk” in Congo!
Hij waarschuwde de nieuwe leiders om niet te snel te veranderen en om België als gids te blijven zien.
De toespraak werd in België gezien als hoffelijk en vaderlijk, maar in Congo als koloniaal en neerbuigend. De Congolese premier Patrice Lumumba hield onverwacht een felle tegen-toespraak, waarin hij sprak over onderdrukking, vernedering en het lijden van het Congolese volk.
Dit veroorzaakte grote spanning tijdens de ceremonie en symboliseerde de breuk tussen het koloniale verleden en de nieuwe onafhankelijkheid.
Kort na de onafhankelijkheid brak chaos uit in Congo: muiterijen, afscheidingsbewegingen (zoals Katanga), en politieke moorden, waaronder die van Patrice Lumumba in 1961. Boudewijn was diep geraakt en teleurgesteld door het verloop van de gebeurtenissen. Hij bleef sterk emotioneel verbonden met Congo en zag de onafhankelijkheid als een mislukking van de “Belgische missie”.
Boudewijns houding wordt vandaag gezien als goedbedoeld maar paternalistisch. Zijn toespraak van 1960 was een keerpunt in de Belgische koloniale geschiedenis — ze symboliseert de moeilijkheid van België om de koloniale mentaliteit los te laten. In latere jaren toonde Boudewijn meer berouw over de manier waarop België met Congo was omgegaan, maar hij bleef persoonlijk getroffen door de manier waarop de dekolonisatie verliep.
Centraal op het balhoofdplaatje in de cirkel zin we de vlag van Belgisch – Congo.
Het is niet duidelijk wat met SCIMEKA bedoelt word: Varianten zoals “Simika” / “Simeka / Shimika / Tshimeka / Semeka” leveren vooral persoonsnamen, bedrijfsnamen en moderne termen op — het is wel wél een veelvoorkomende Congolese familienaam. Of het is mogelijks een Franstalig acroniem is (zoals Société Congolaise Industrielle et Minière…)?
ROYAL DE LUXE Cycles ----M. Fernandes -------- Lukula----- Belgisch - Congo
Lukula is een stad en tevens een territoire in de provincie Kongo Central (vroegere Bas-Congo) in de Democratische Republiek Congo ( vroegere Belgisch – Congo ).
Er bestonden grote landbouwondernemingen, bijvoorbeeld de Plantations de la Lukula, een Belgische vennootschap opgericht in 1899. In de jaren 1920-30 werd in Lukula de eerste cementfabriek van Congo gebouwd, gebruikmakend van lokale grondstoffen: kalksteen, klei, rivierwater.
Lukula werd in 1955 benoemd tot bestuurlijk centrum van zijn territoire.
Eroba uit het Limburgse Echt, de naam staat voor Echter Rijwiel, Onderdelen en BAndenfabriek, is een rijwielfabriek die in de jaren ’30 werd opgericht door framebouwer Jef Geurts en diens broer Harry. Echt was het kloppende hart van de Limburgse wielersport en ook de RKNWF (Rooms Katholieke Wieler Federatie) zetelde in dit Limburgse dorp. Veel Limburgse renners hebben op een Eroba successen behaald. Jan Lambrichs was één van hen en was daarnaast ook in dienst bij Eroba als verkoper. Als renner had hij zeer goede contacten bij de RKNWF. Zodoende kreeg hij de namen van nieuwe leden van de diverse Limburgse wielerclubs en ging bij hen langs om aan hen via de plaatselijke fietsenmaker een Eroba te leveren. Een echte Limburgse manier van zaken doen volgens de beproefde formule: ‘het mag wel ruiken maar het moet niet stinken’. Lambrichs was overigens niet de enige renner in dienst, ook Jan Nolten werkte gedurende een aantal jaar bij Eroba.
Soms vertaalt men Eroba als ‘Echt Rijdt Op Blik Afval’. Niet echt terecht als je naar de oudere modellen kijkt. Er is echter wel degelijk een goede reden voor. Toen de tweede generatie Geurts’en de fabriek overnam was het gedaan met de liefde voor het maken van mooie fietsen. Er moest geld verdiend worden en het liefst met bakken. Men bouwde een fabriek waar men 200 duizend fietsen per jaar kon maken. Ook stapte Eroba uit de diverse branche verenigingen zodat men haar producten buiten de vakhandel om moest gaan verkopen. Dankzij de ijzersterke reputatie ging dit lange tijd nog best goed zodat men begon met het bouwen van een nieuwe nog grotere fabriek in het Belgische Maasmechelen. Deze expansiedrift deed MGI (Marcel Geurts Industries) zoals de fabriek inmiddels heette uiteindelijk de das om. Binnen zes jaar tijd ging men drie maal failliet en in 2005 kwam daardoor een definitief einde aan Eroba dat was verworden tot een huismerk van niet al te beste kwaliteit.
MULTICYCLE --- Transportweg 10 ---7007 CN Doetinchem --- Nederland
Multicycle werd in 1977 door Nico Bieleveldt en zijn echtgenote in de Achterhoek opgericht. In die tijd nam de vraag naar recreatieve fietsen toe, maar de gebruiksvriendelijkheid liet vaak nog te wensen over. Met de handgemaakte kwalitatieve fietsen die Nico Bieleveldt toen ontwierp, heeft hij de basis gelegd voor de hedendaagse Multicycle. Hij onderscheidde zich met mooie, lichte handgemaakte fietsen waarbij de nadruk lag op comfort en kwaliteit, dit vanuit een sportieve grondslag. Ze groeiden uit tot een modern bedrijf waar vakmensen met oog voor detail, exclusieve en hoogwaardige toerfietsen ontwerpen, ontwikkelen en produceren.
De benaming Pallas komt uit de Griekse mythologie; Pallas was een krijger en een dochter van Triton.
Barchfeld: Barchfeld is een district van de gemeente Barchfeld-Immelborn in de Wartburgkreis in Thüringen en de zetel van het gemeentebestuur.
De industriële ontwikkeling begon tegen het einde van de 19e eeuw en aan het begin van de 20e eeuw ontwikkelde Barchfeld zich dankzij het zakelijke idee van Eduard Reum tot een centrum voor de productie van fietsaccessoires. De Pallas-fabriek werd na 1917 de grootste werkgever.
Het begon allemaal met HEINRICH SCHIEFER...
1898: De geschoolde gereedschapsmaker Heinrich Schiefer begon in zijn eigen huis, in de Hotzelsgasse 25 te Barchfeld, met de productie van combinatie- en lettersloten, eerst als familiebedrijf en later 3 - 5 medewerkers.
1905: Aanzienlijke uitbreiding, er werd een nieuwbouw gezet in de Nürnberger Straße 2.
De zakenman AUGUST HEß uit Barchfeld wordt partner en hoofd van de commerciële afdeling. Het bedrijf heette nu SCHIEFER & HEß , Metallwarenfabrik Barchfeld. De heer Heinrich Schiefer was verantwoordelijk voor de productie, nieuwe ontwikkelingen en de opleiding van leerlingen tot gereedschapsmakers (de heer August Amm was een van de leerlingen- later voorman bij Pallas-Werke)
Het bedrijf exporteerde naar vele Europese landen. Het overlijden van partner August Heß had een grote impact op de noodlottige ontwikkeling van het bedrijf. De heer Strohmeyer uit Schmalkalden nam de aandelen en het commerciële gebied over.
1917: Verkoop van de aandelen van de heer Strohmeyer, dat gebeurde om leeftijdsredenen en vooral ook omdat zijn enige zoon omkwam in de oorlog, de koper was Otto Reum
1918: Om gezondheidsredenen werd de heer Schiefer gedwongen om zijn aandeel in het bedrijf, dat hij had opgericht en met succes opgebouwd en beheerd had, over te dragen aan OTTO REUM .
1919: BÖRNER-SACHS uit Steinbach wordt partner (messenfabrikant). Het bedrijf heet nu PALLAS-WERKE.
1920: Het aantal werknemers steeg van 17 naar ongeveer 40.
1923: Uitbreiding van het personeelsbestand naar 192. Pallas vervaardigde alle accessoires voor fietsen, bijvoorbeeld: fietskettingen (Pallas kettingen), spaken, bagagerekken, kettingkasten, racehaken, sloten, pompen en lantaarnhouders, achterlichten, kettingspanners etc. De producten werden toegeleverd in heel Duitsland, alle Europese landen, maar ook in Azië, Afrika en China. Het bedrijf bleef uitbreiden, tijdelijk tot 400 werknemers.
1939: er werd opgestart met de productie van toebehoren voor oorlogsmateriaal.
1945: Tijdelijke stopzetting van de productie door de oorlogsoperaties van de geallieerde troepen (Amerikanen).
Nieuwe start met circa 30 medewerkers. Men begon aanvankelijk met uit afvalproducten nagels, een klein aantal kettingen, draadmanden en deurmaten te maken.
1946: Op 10 april begon de Sovjet-bezettingsmacht gedeeltelijke de machines te ontmantelen en te verwijderen. De heren BÖRNER-SACHS, BLUM, HÖRSCHELMANN en HELLMANN speelden een belangrijke rol bij het voorkomen van een verdere demontage en het terugzenden van machines en gereedschappen.
1948: Het bedrijf bleef werkzaam onder de naam PALLAS-WERKE, dat met ongeveer 70 medewerkers. Om de machinebezetting te verbeteren werd het 3-ploegensysteem ingevoerd. Vervaardiging van kettingbeschermers, bagagerekken, kettingen, spaken enz.
1950: VEB PALLAS-WERKE , onderdeel van het hoofdkantoor van Automobilbau in Berlijn, werd later VVB Automobilbau Karl-Marx -Stadt.
1953:VEB KETTENFABRIK BARCHFELD galvanische afdeling, voortdurende structurele veranderingen en uitbreidingen van de afzonderlijke afdelingen.
1955: Verbetering van de fabriek en uitbreiding van de sociale omgeving zoals: Bedrijfskeuken, refter, verpleegpost, bedrijfsverkooppunt, was- en doucheruimtes, kleedruimtes, bedrijfskleuterschool, oplevering van appartementen, etc.
Uitbreiding kettingproductie van bromfiets- en motorkettingen, speciale kettingen, rollenkettingenLevering vindt plaats via Fremd-Handes-Operation Transportmaschinen Berlin naar ca. 15 Europese landen en door heel Duitsland. De export bedroeg soms 1,5 miljoen Kettingen en 3-4 miljoen spaken en nippels per jaar. Het aantal arbeiders steeg soms tot rond de 1.000.
1966: Een fusie met VEB Simson Suhl, benaming: VEB FAHRZEUG-UND JAGDWAFFENWERK "ERNST THÄLMANN" SUHL WERK 9 BARCHFELD
1983: Start van de productie van rolstoelen, aanvankelijk 50 prototypes. Bouw van een nieuwe werkplaats (hardings- en schuurwerkplaats) in het kader van de productie van de oliepompketting voor auto's (Wartburg en Trabant).
1985: Een neveneffect van VEB KETTENFABRIK was een onafhankelijke onderneming in de IFA KOMBINAT VOOR TWEEWIELERS.
1989: geleidelijke ontbinding en splitsing in afzonderlijke delen van het bedrijf.
Anker-Werke was een Duits bedrijf dat naaimachines , kassa 's , boekhoudmachines , kleine motorfietsen en fietsen produceerde , het was gevestigd in de Oost-Westfaalse stad Bielefeld. Het bedrijf werd in 1876 opgericht onder de naam Bielefelder Nähmaschinenfabrik Carl Schmidt en werd al snel omgedoopt tot Anker-Werke.
Carl Schmidt, sinds 1867 medeoprichter en mede-eigenaar van de naaimachinefabriek Dürkopp & Co., richtte in 1876 het bedrijf Bielefelder Nähmaschinenfabrik Carl Schmidt op. Carl Schmidt begon met de productie van naaimachines, gespecialiseerd in de productie van "Circular-Elastique" naaimachines voor de schoenmakerijen en later maakte men er ook lange spoel- en schietspoelnaaimachines. Het bedrijf telde 70 werknemers en een stoommachine van 16 pk.
In juli 1878 nam Carl Schmidt de firma Hugo Hengstenberg over en het bedrijf werd omgedoopt tot Bielefelder Nähmaschinenfabrik Carl Schmidt & Hengstenberg .
In 1883 vertrok Carl Schmidt na het verliezen van een rechtszaak, en in 1884 nam Robert Wittenstein het over. Aangezien het oude bedrijf op 1 februari 1884 was opgehouden te bestaan. Werd het bedrijf opnieuw opgericht onder de naam Bielefelder Nähmaschinenfabrik Hengstenberg & Co. In datzelfde jaar sloten Robert Wittenstein (als partner) en Heinrich Wittler (als nieuwe ontwerper) zich aan bij het bedrijf.
Omdat de verkoop stagneerde begon het bedrijf in 1894 met de productie van fietsen. Het bedrijf herdoopte zichzelf tot “ Bielefelder Nähmaschinen und Fahrrad Fabrik Hengstenberg & Co. ” De merknaam Anker verscheen dit jaar voor het eerst op een naaimachine – “ Anker-Westfalia I ”.
Halverwege 1895 werd het bedrijf omgezet in een naamloze vennootschap met de naam Bielefelder Nähmaschinen- und Fahrrad Fabrik AG , voorheen HENGSTENBERG & Co.
In 1900 begon het bedrijf ook met het produceren van kassa's . Het eerste patent voor een kassa werd dit jaar verkregen. In 1901 werd Otto Kramer commercieel directeur en een paar maanden later enig directeur. De productie van naaimachines en fietsen werd na een opleving een succes en het bedrijf breidde zich uit. In het boekjaar 1905 , dat eindigde op 31 augustus 1906, steeg de totale omzet met ruim 20% ten opzichte van het voorgaande jaar, hoewel het bedrijf niet altijd in staat was de binnengekomen opdrachten op tijd uit te voeren.
In 1906 , omdat er in Bielefeld vier fabrieken met dezelfde naam, werd het bedrijf omgedoopt tot " Anker-Werke AG " vorm. Hengstenberg waren & Co. dat ging gepaard met een kapitaalverhoging. De naam Anker werd blijkbaar al gebruikt voor naaimachines en voor fietsen. Het anker, het handelsmerk van het bedrijf, werd nu een integraal onderdeel van de naam die ook voor alle producten werd gebruikt.
In 1911 telde het bedrijf 1.200 werknemers. De TS-naaimachinemodellen werden nog steeds geproduceerd onder de namen Anker B en Anker Med.
In 1912 begon het bedrijf met de productie van kantoormachines, naaimachines, fietsen en kassa's.
Op 30 augustus 1913 werd in de fabriek Anker Werke AG Bielefeld een speciaal jubileum gevierd, namelijk de voltooiing van de miljoenste naaimachine. De machine zelf werd in aanwezigheid van de oudste meesters overgedragen aan de heer Otto Kramer.
EERSTE WERELDOORLOG:
In 1915 werd de naam van het bedrijf gewijzigd in “ Anker-Werke AG ”. De verkoop van kassa’s groeide tot 50% van de totale inkomsten en voor het eerst overtrof dit cijfer de inkomsten uit de andere divisies.
Anker-Werke AG werd ook ingeschakeld in de oorlogsindustrie, het bedrijf maakte onder meer bajonetten voor het Duitse leger.
In 1924 telde het bedrijf 1.400 werknemers en in 1930 beschikte het bedrijf over 2.000 werknemers.
1935, in de Nationaalsocialistische periode werd er met de productie van kogelhulzen gestart, de wapenproductie voor het ontketenen van de Tweede Wereldoorlog kwam hier in de fabriek en op vele andere Duitse bedrijven op gang.
Het aantal werknemers was van 1920 tot 1938 meer dan verdubbeld. In die tijd was Anker ook de grootste fabrikant van fietsen en kantoormachines in Europa.
TWEEDE WERELDOORLOG:
Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kwam de productie van burgergoederen stil te liggen.
Aangezien er in Bielefeld en in haar omgeving heel wat fabrieken militair materiaal en oorlogsmunitie produceerden voor Hitlers oorlog, werd de stad en haar regio al van in het begin van de oorlog geregeld door de geallieerde luchtstrijdkrachten gebombardeerd. Tegen het einde van de oorlog hadden heel wat bedrijven, huizen, wegen enz. schade opgelopen, veel gebouwen en bedrijven waren herleid tot ruines. Na de Tweede Wereldoorlog werd het werk hervat, in 1945 werden er weer fietsen geproduceerd er waren toen amper 30 werknemers.
In 1948, werd het bedrijf Anker Werke heropgebouwd op haar oude locatie in Bielefeld. Er werd door de geallieerde bezetter toestemming gegeven om de bouw van fietsen, naaimachines, enz. te heropstarten. De belangrijkste bedrijfsactiviteiten waren de mechanische kassa's die vanaf 1901 werden gebouwd en de boekhoudmachines die vanaf 1912 werden gebouwd. De hervatte productie van naaimachines, evenals rij- en motorfietsen, werd uitbesteed. De productie van fietsen en motorfietsen werd in eerste instantie uitbesteed in Paderborn. In 1949 werd op de locatie van de voormalige vliegbasis Paderborn het dochterbedrijf Paderborner Maschinenbau-AG (PAMAG) opgericht en werd de productie van motorfietsen, die tot dan toe was stilgelegd, hervat.
In 1957 werd ook de productie van naaimachines uitbesteed en werd het dochterbedrijf Anker Nähmaschinen AG opgericht. Een jaarlater , in ’59, fuseerde het bedrijf met het in Bielefeld gevestigde bedrijf Phoenix Nähmaschinen AG Baer & Rempel tot Anker-Phoenix Nähmaschinen AG , waarbij Anker-Werke de meerderheid van de aandelen bezat.
In 1965/66 werd de naam van het bedrijf gewijzigd in “ADS – Anker-Data-Systeme”. De nieuwe naam weerspiegelde het begin van het elektronische tijdperk. In 1966 werd dit nieuwe bedrijf omgezet in een GmbH. In 1969 werd de productie van naaimachines in de fabriek stopgezet.
In de jaren zeventig was de ombouw van mechanische kassa’s naar computergestuurde systemen niet succesvol, zodat Anker – hoewel de op één na grootste fabrikant ter wereld – in 1976 failliet ging.
1976 was ook het 100-jarig jubileum van het bedrijf, juist in dat jaar moest de Raad van Bestuur van het bedrijf het faillissement aanvragen. In hetzelfde jaar kocht Kurt Vorlop de activa van het bedrijf. Hij zette de klantenserviceactiviteiten van de groep voort en ADS-ANKER werd opgericht.
Er zouden nog diverse overnames plaatsvinden. In 2006 nam de IT- leverancier Torex Retail Holdings Limited het laatste overgebleven deel van Anker over, Anker Systems GmbH in Bielefeld. Medio 2012 werd Torex Retail Holdings overgenomen door Micros Systems. Micros Systems werd op zijn beurt in de zomer van 2014 overgenomen door Oracle.
In de zomer van 2015 werd Anker met behulp van Duitse particuliere investeerders succesvol afgesplitst van de Oracle Group en opereert het bedrijf nu als onafhankelijke fabrikant van POS-systemen.
Fietsenfabrikant uit Cottbus, opgericht in 1895. Voor 1945 voornamelijk fietsen geproduceerd, in de jaren dertig ook kleine motorfietsen. URANIA was een fietsenfabrikant in de voormalige DDR, gevestigd in Cottbus (Brandenburg). Cottbus had meerdere industriële bedrijven, waaronder metaal- en machinefabrieken, en de fietsfabriek “Urania” paste daarin.
Productie van complete fietsen en fietsframes tot midden jaren vijftig, maar waarschijnlijk wel alleen in kleine hoeveelheden. Volgens het bedrijfsprofiel vervaardigde het “merkfietsen, fietsaanhangers, gemotoriseerde fietsen, bagagefietsen [en] fietsframes.” Na 1945 knapte Urania ook oude fietsen op , die opnieuw werden geverfd en een eigen aankleding kregen. Het bedrijf produceerde vooral stadsfietsen, heren- en damesfietsen, vaak eenvoudig van uitvoering maar degelijk, zoals gebruikelijk in de DDR.
-tot 1956 Urania-Fahrradwerke Paul Tanner oHG, Cottbus, Berliner Straße 22
-1960 Urania-Fahrradwerke oHG, Cottbus, Berliner Straße 22
- tot zeker 1962 "Urania" metaalbewerking Paul Tanner KG
Na de Wende (1989/1990) verdween de fabriek vrij snel, omdat ze de concurrentie met West-Duitse en internationale merken niet aankon.
Bijzonderheden
Urania-fietsen zijn vandaag de dag zeldzaam, maar ze duiken nog op bij verzamelaars van DDR-fietsen of op oude markten. Net als bij andere Oost-Duitse merken (zoals Mifa of Diamant) werden onderdelen vaak gestandaardiseerd, waardoor ze herkenbaar zijn aan typische DDR-onderdelen zoals kettingkasten, naven en verlichting.
Ik ben Delameilleure Philippe
Ik ben een man en woon in Preshoekstraat 145 - 8510 Marke - België (België) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 27/09/1960 en ben nu dus 65 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wielrennen - Verzamelen van fietsmerkenplaatjes (balhoofdplaatjes) .