Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    21-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.aan

    Een gedicht van Eduard Brom 1864-1935

    Aan mijn vrouw  20 Juli 1932.

    Ne li occhi porta la mia donna Amore,
    Per che si fa gentil cio ch'ella mira.

    Dante Alighieri (1265-1321)


    Je fijne gratie mij omwevend
    Als geuren delicaat,
    Je geest zo lichtend en zo levend
    Mijn geest omzwevend, saam opstrevend .....
    Je tere vrouwlijkheid, mij gevend
    Een nieuw geluk nog laat
    Maar jong en lichtend als een avend
    Van droom en kleur en koelte lavend,
    Een avond die héél langzaam duistert,
    Maar door geen duister wordt ontluisterd .....
    Want de avond-Schoonheid wil niet marren:
    Uit dage-scheiden Zij ontluikt
    In mane-glans en gouden starren,
    In blijheid die de vogel tjuikt:
    Een avond die de nacht weerstaat
    Tot aan de nieuwe dageraad!

    Laat dan mijn avondbeê je danken
    In zacht koraal van morgenklanken,
    Alsof mijn ziel pas werd gewekt
    En nu opééns zichzelve ontdekt,
    Als zon uit wolken openbrekend,
    En met een vreemde stemme sprekend,
    Aan lang verzaamde zingens-stof
    Ontlenend plots der Liefde lof!

    De Gemeenschap jrg 8 (Utrecht 1932)

    schrijver

    21-11-2015 om 21:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dropsteen

    Een gedicht van Jacques Perk 1859-1881

     

    Dropsteen

    Bij 't rossig, zwaaiend schijnsel der flambouw,
    Welks walmen tranen teelt bij 't krinklend stijgen,
    Zie 'k spichtig kegels stijgen, pegels nijgen,
    Wier blijde blankheid werd tot wenend grauw.

    Het dropt, het dropt, van spits tot spits; aanschouw,
    Hoe langzaam droppen door de droppen zijgen,
    En, vallend, leven geven aan het zwijgen,
    En worden tot een zuil bevrozen dauw.

    Wat daalt, zoekt wat daar rijst, en welhaast zullen
    Zij, samengroeiend tot één eeuw'ge zuil,
    Elkaar omhelzen, en met schors omhullen.

    Zó gaat het morgen in het gister schuil;
    Zó kwam Mathilde mijn gemoed vervullen,
    En kreeg mijn ganse ziel daarvoor in ruil.

    Mathilde (XXXVIII)

    schrijver

    19-11-2015 om 18:32 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.natuur

    Een gedicht van Antoinette Kleijn-Ockerse 1762-1828

    Natuur, zo zacht

    Natuur, zo zacht, zo wars van schijn,
    laat in uw spoor mijn voetstap zijn,
    gelei mij door 't oneffen land
    gelijk een kind aan 's moeders hand.

    Als ik vermoeid van struiklen keer,
    dan zink ik aan uw boezen weer;
    dan lest aan uwe moederborst
    uw hemelnekter mijne dorst.

    Hoe rust ik dan in uwe arm!
    gij dekt mij in de koude warm.
    O! lei mij door 't oneffen land
    gelijk een kind aan 's moeders hand?

    schrijver

    18-11-2015 om 22:12 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kogels

    Een gedicht van Carel Vosmaer 1826-1888

    Het raapt al kogels

    De vorsten spelen 't hoge spel,
    't Plunderende, volkenmoordende spel,
    Waar 't krijt gekozen is, wordt al
    Wat oogst beloofde
    Groen weggemaaid;
    't Hinderlaagbiedende struikgewas
    En 't breed gekruinde hout geveld;
    Bloemrijke villa's en nijvere hoeven geslecht;
    En vóór de oorlog
    Is reeds het schone land geschonden,
    Natuur verkracht.

    Dan woedt de krijg op 't leeg gevluchte land.
    Volken, in vrede wedijverend,
    Vrienden door kunst en verstand,
    Vrienden weer na de bedwelming,
    Storten, waanzinnigen,
    Opgezweept en verdwaasd
    Door heersersgeweld en bedrog,
    Elkander op 't lijf,
    Trompetten en trommen verdoven 't gevoel;
    De glorie, vuige deern,
    Meestbiedenden, meestbloedoffrenden veil,
    Viert de beestlijke tochten.
    Uit bloedroes en kruitwalm ontwakend
    Heet één de zegevierende!

    En ginds raapt, welbewaakt,
    Het keizerskind van 't slagveld
    Wat kogels spelend op,
    En lacht.

    2 aug. 1870

    schrijver

    17-11-2015 om 21:53 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ander

    Een gedicht van Joost van de Vondel 1587-1679

    Ander.

    Koridon.

    Koom hier, o goelijk meisje.
    Gij ziet de velden groenen.
    Vergun me slechts een reisje,
    Dat ik uw mond mag zoenen,
    En uw wangen, uit lust en verlangen.
    Ay koom wat nader:
    Want uwe moeder en was niet vroeder.
    Zij kuste vader.

    De duiven trekkebekken.
    De dieren in de weiden
    Een lijn te zamen trekken.
    Wie kan de liefde scheiden
    Van het leven, de jonkheid gegeven
    Om te gebruiken?
    Liefde moet bloeien. Door liefde groeien
    De boom en struiken.

    De werken van Vondel. Tiende deel 1663-1674.

    schrijver

    16-11-2015 om 21:51 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wolken

    Een gedicht van J.A. dèr Mouw 1863-1919

     

    De gele wolken werden langzaam rood...

    De gele wolken werden langzaam rood.
    Dan dacht hij: Nu begint zonsondergang;
    En keek weer naar de zwaluwen, die zo lang
    De zon nog konden zien. En dikwijls schoot

    De angst door hem heen: Eenmaal gaat moeder dood,
    Hoe moet het dan? - Eens voelde hij bij zijn wang
    'T laag rits'len van een vleermuis, en werd bang,
    Toen hij 'm van dichtbij zag, grijs, plots'ling-groot.

    Dan merkte hij, hoe in zijn afgrond diep
    Het donker stond en langzaam overliep,
    En golven duisternis de omgeving vulden;

    En dan, op eens, zag hij blauw fonk'len, vlak
    Tegen de schuine lijn van 't verste dak,
    Die mooie ster, blank als een nieuwe gulden.

    Brahman I (1919}

    schrijver

    15-11-2015 om 19:10 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de bruid

    Een gedicht van Jan van Nijlen 1884-1965

     

    De bruid

    Wie roept er in de nacht? Welk aards gefluister
    groeit uit de diepten tot gejuich of klacht,
    welk is die stem slechts hoorbaar in het duister?
    Wie roept er in de nacht?

    Het zwelt, het stijgt; dan wordt het fijn en teder
    en kaatst als zeepbel op een effen plas;
    het zweeft, zo licht als een verwaaide veder,
    over het donker gras.

    ’t Is het uur dat levens- en liefdedronken,
    de aarde het hart heeft ener jongen bruid,
    en nachtegaal in bottende eikenstronken
    voor ’t eerst van liefde fluit.

    Wie roept er in de nacht? De stem der aarde
    die juicht in hartstocht en in weelde weent!
    Er springen bloesems open als de gaarde
    de klacht der bruid verneemt!

    De nacht verheelt het wonderlijk gebeuren,
    de schone pijn van haar ontvangenis,
    maar als des morgens, door oranje deuren,
    wijkt koelte en duisternis,

    dan trillen duizend blanke silhouetten,
    over de bruid die bloost, maar helder lacht
    onder ’t gewelf der bomen, bruidsboeketten
    ontloken in één nacht!

    Verzamelde gedichten (1948)

    schrijver

    13-11-2015 om 21:43 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vluchtelinge

    Een gedicht van Jan Jacob Slauerhoff 1898-1936

     

    De Vluchtelinge 

    Soms weent zij uit: dat zij niet meer kan blijven
    Onbevlekte in verblijven, waar bedreigen
    Haar offerpijn en floers, waaronder lijven
    Den Dienst der wrede liefkozing bedrijven.

    'k Geloof haar niet, maar neem haar lijfsgewaden.
    Nog naakt vernederd, smeekt zij de genade
    Te mogen gaan. Ik spot: ‘Ga zo, mijn gade!’
    En sliep in zekerheid... Zij is gaan waden

    Door diepe sneeuw en zich aan kuis ijs wonden.
    Zij dacht rechtuit te vluchten, liep een ronde:
    Des morgens aan een muur is zij gevonden,

    Teruggedragen binnen mijn verblijven,
    Waar maagden haar bevrozen leden wrijven,
    Hervoorbereiden voor het feest der lijven.

    Archipel

    schrijver

    12-11-2015 om 21:18 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    11-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.geest

    Een gedicht van Emanuel Hiel 1834-1899

    Licht zij uw geest.

    Licht zij uw geest, dan is u alles licht!
    De vreugde speelt dan op uw aangezicht,
    gelijk de lentewind op geur'ge bloemen;
    ge voelt u moedig, vrijgezind en sterk,
    gij onderneemt en eindigt reuzenwerk.
    Licht zij uw geest, dan moogt ge op wijsheid roemen.

    Kloek zij uw zin en immer rond en recht,
    dan buigt ge uw hoofd nooit als een lage knecht
    voor 't listig logenwerk der goochelaren;
    slechts voor de waarheid bukt en buigt ge u neer,
    en mint haar als u zelve, ja nog meer!
    Kloek zij uw zin, dan ducht ge geen gevaren.

    Daad worde uw woord, uw woord zij zacht en goed
    en uiting van een mannelijk gemoed,
    dat blaakt voor d' evenmens als 't hart der vrouwen
    van liefde voor een kind; dan wint ge kracht,
    dan wordt door u des levens roep betracht.
    Daad worde uw woord, dan moogt gij tempels bouwen.

    schrijver

    11-11-2015 om 22:01 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    10-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.liefdesklag

    Een gedicht van Jan.F.E. Celliers 1865-1940

    Liefdes-klag.

    Ik mag jou nie lief-hê en kan jou nie haat nie,
    ik mag jou nie hou en ik kan jou nie laat nie,
    O, leer mij die bittere strijd te volstrij.
    En ach, wat daarbinne mij hart so deurkna'e
    ik wil dit nie mis nie al kan ik 't nie dra'e,
    die pijn wat genot is en mart'lend verlei.
    Ik kan jou nie haat en mag liefde nie gewe,
    so staat 't vermeld in die boek van ons lewe,
    O, smart, wat verdelend mij hart so deursnij!
    Ik mag jou nie hou nie en kan ook nie skije
    so wil 't die sterre se wet van die tije,
    O, sê mij hoe sal ik die strijd ooit volstrij.
    En eensaam herhaal ik deur nagte en da'e
    vergeefs nog en eeuwig die swaarste van vra'e,
    en voed ik, genietend, die pijn wat ik lij.
    Ik mag jou nie lief hê en 'k kan jou nie haat nie,
    ik mag jou nie hou en ik kan jou nie laat nie,
    O, leer mij die bittere strijd te volstrij!

    Die vlakte en andere gedigte  (1908)

    schrijver

    10-11-2015 om 21:31 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vroeg
    Een gedicht van Willem Bilderdijk 1756-1831

    Vroeg en laat.

    't Open roosje, rijk van blad,
    Zei aan 't nog gesloten knopje,
    Dat aan 'tzelfde steeltje zat:
    Zie eens, dik onaartig propje,
    Zie, hoe luisterrijk en schoon
    Sprei ik al mijn schat ten toon! -

    't Knopje zweeg en hoorde 't aan;
    Maar de middag kwam haar wreken,
    Deed haar boezem opengaan,
    En de volle roos verbleken.
    Hoop en dartelend Genot!
    Zie uw beeld en 't menslijk lot!

    schrijver

    09-11-2015 om 16:30 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.tuin

    Een gedicht van J.H. Leopold 1865-1925

    In deze tuin zijn saamgelegd

    In deze tuin zijn saamgelegd
    geelbruine en witte en zwarte stenen,
    gevoegd, gezocht, dat elk wat zegt
    met een allengs opkomend menen,

    bedoeld door een die niet meer is
    de velerlei gevormde vlakken,
    en met in de vakken
    voorzichtige betekenis,

    gebleekten in het aangezicht
    der zon, gewassen door de regen,
    rillende open plekken tegen
    het plat invallend hemellicht,

    en stil en toeziend aan de kant
    de ceders en de blauwe den,
    wistaria’s, de zachte plant
    van irisbloemen, die ik ken.

    O lief en teder onvermogen
    tegen het gruwzaam element,
    dat wankels nog iets blijven moge,
    en strijd met het geweten end.

    Gemengde Verzen IV

    schrijver

      

    08-11-2015 om 19:23 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.heimwee

    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936

     

    HEIMWEE

    O paradijs, o bomen,
    Begeerlijk voor 't gezicht,
    Kringloop van heilge stromen,
    Dag van ondoofbaar licht,

    Niet slechts in 't Boek der Smarte
    Van 't oude testament,
    Maar in dit innigst harte
    Waart ge eens door mij gekend.

    Ook ík moest eenmaal eten
    Van de verboden vrucht,
    Ook ik heb neergezeten In
    doodsheid en gezucht;

    Maar nu niet meer. Mijn tranen
    Hebben de storm bedaard;
    Vaak is 't, of door de lanen
    Een geur van rozen waart.

    Ik hoop weer. Als de weiden
    Fonklen van morgenschijn,
    Denk ik in vroom verbeiden:
    Hier zal mijn zomer zijn.

    Soms beeft mijn voet bij 't treden
    Over de vlonderplank;
    Het water daar beneden
    Gaf zulk een wondre klank;

    En aarzlend, waar twee wegen
    Zich delen tot een kruis,
    Bid ik mijn God om zegen,
    Want één voert vast naar huis.

    Ach, weergevonden vrede,
    Uit een diep leed gegroeid,
    Geef, dat de hof van Eden
    In deze streek herbloeit.

    Het aardsche paradijs (1927)

    schrijver

    07-11-2015 om 17:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bliksemvuur

    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936

    HET BLIKSEMVUUR

    Omdat uw huis niet op de weg van de bliksem lag
    Maar juist daaraan, schrikt ge op en stierft gij niet.
    Dit zijn de verborgen wegen, de heerbanen van 't hemels vuur
    Waaraan wij spelen, sluimren, omstrenglen elkander, ontwaken.

    Wat ware mij 't leven als het niet z6 was : dreiging en duisternis,
    Gloed en angstwekkend geratel en daar ikzelf in,
    Dromend en peinzend, sluimrend en liefde bedrijvend,
    Zittend met wijd-open ogen in 't ontzettendste ogenblik,       
    Op de rand van het bed, d'arm om de hals der geliefde.

    Eén ding schoner: de Dood als hij gulden aankwam,
    Staaf van gesmolten goud die ons beiden saamklonk
    Onwetend slapende op de weg van die Machtigste.

    Het levensfeest  (1912)

    schrijver

    06-11-2015 om 21:48 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.aan

    Een gedicht van Sebald Rau 1801-1887

     

    Aan Sarbiewski

    Dat vrij der vorsten naam, door slavenhand
    In rotsen uitgehouwen, praal!
    Dat standbeeld en altaar, hun razernij,
    Het bevend mensdom leer'!
    De tijd schuurt hunne naam van 't outer af;
    De mensheid trekt de voet terug,
    Wen zij een beeld in 't dreigend wezen trapt,
    En gilt: hier ligt een Vorst!
    Veel eedler is uw lot, o gij! wiens naam
    Mijn staam'lend lied eerbiedig noemt,
    Die naam, die door uw lied vereeuwigd blinkt
    En leeft en leven doet.

    Sarbiewski! ja! 't gedenkstuk dat ge u zelf,
    En met u zelf, uwe eeuw, uw volk,
    Hebt opgericht, staat vaster dan arduin
    En vreest geen ondergang.
    't Bewondrend oog ontvalt een eed'le traan,
    Uw lied ontvonkte 't eerst mijn vuur! -
    Nu gloeit dit vuur in 't grootser kloppend hart
    Voor U, en 't geen gij zingt. -
    Gelijk het land, door hete dorst gescheurd,
    Wen 't zeeg'nend oog des Eeuw'gen wenkt,
    De regen drinkt, terwijl de dankbaarheid
    In rozengeuren stijgt:
    Zo leefde 't eerst door u mijn dorre ziel. -
    Ik dronk verrukt die wellust in!...
    En 't leven dreunde mij door de aad'ren toe:
    ‘Gij zijt onsterfelijk!...’
    Omhoog, mijn ziel!... gij zijt onsterfelijk!
    Omhoog nu gij Sarbiewski zingt! -
    Sarbiewski! Ja wanneer ik u betracht,
    Is alles ziel in mij.
    Wanneer uw lied, door Engelen benijd,
    Ter eer des Eeuwgen horen doet
    Hoe pool aan pool door 's donders stem geschud,
    Zijn naam al bevend noemt,
    Dan beve ik. Maar als gij in kalmte God
    Ook dan als uwe vader maalt,
    Dan wage ik het, en sla 't gelaten oog
    In 't dodend aangezicht. -

    Gij zingt, hoe God in 't ongenaakbaar licht
    Der stervelingen lot bestuurt,
    Hoe eeuwge wijsheid, bij onperkbre macht,
    Onpeilb're goedheid paart.
    Gij toont mijn ziel, 't verzadigend geluk
    Door 't treurig floers des levens heen,
    Gij ziet van verre op 't rusteloos gewoel
    Des dwaze sterflings neer.
    Zo ziet de top van grijzen Carpates,
    Wen 't eeuwig ijs de morgen voelt,
    Met woeste grootheid op der volken nacht
    In volle middag neer.
    Maar als uw lied, in englenharmonie,
    Gods eeuwge mensenliefde zing,
    En d'eeuwge bron der liefde, Jezus, zingt
    Door Jezus zelf bezield.
    Dan gloeit, dan leeft in mij het edelst vuur,
    Aanbiddend sla 'k met u een oog
    Op hem. Ik voel de weerschijn van die gloed,
    Ik voel de onsterflijkheid!
    Als dan uw ziel, met meer dan Seraphs vlucht,
    Ver boven 't scheemrend licht der zon,
    In d' oceaan der Godheid zich verliest,
    Wie volgt... wie zingt u dan?
    Ge ontvliedt me!... Neen, gij keert op aard terug,
    Allengskens nader toont zij u,
    Hoe volk bij volk door 't oorlog ligt verwoest
    Of door de vrede bloeit.
    Dan drukt u de eer des vaderlands op 't hart;
    Hoe gloei ik als uw lied de Pool
    Te wapen roept, en op onsterflijke eer
    Door dood en bliksems wijst.
    Gelijk de Vistula en rots en bos
    Terneergedonderd met zich voert,
    En springt omhoog in schuimende triomf,
    Van bergen toegejuicht:
    Zoo voer me uw lied op 't bloedig oorlogsveld,
    Verrukking geeft mijn vuist de dolk;
    'k Hoor niets dan u, bij 't dondren van 't geschut,
    En ben onsterfelijk!-
    Had zo uw lied geklonken, toen de wraak,
    In 't land, door God weleer betreên,
    Barbaren, en met hen, verwoesting, nacht,
    En eeuwge naarheid zond;
    De heilige as van Isrels grootste Vorst,
    Zo groots bezongen in uw lied,
    Was nooit, ontbloot van helden tegenweer,
    Door trotse voet vertrapt.
    Hoe blakend vloog zijn ziel u te gemoet
    Toen uwe ziel deze aard verliet;
    Gij wierd zijn vriend, daar waar Orion blinkt,
    Met werelden omgord.-

    Toen rustte op u der Serafijnen oog;
    De harp van 's hemels Vorsten zweeg,
    Tienduizend aan tienduizend zwaaiden u
    Des hemels palmen toe.
    Ook zij, wie God, in 't sterflijk stof gehuld,
    het eerst een zaalgend lachje schonk,
    Zag u, en sloeg, door u te hoog verheft,
    De onsterflijke ogen neer -
    En bloosde, als toen de bloem van 's hemels jeugd,
    Op eeuwge onschuld godlijk trots,
    Het zaligst woord haar horen liet, dat ooit
    Een sterfling blozen deed. -

    Verheven ziel! kan 't zijn, hebt gij ook daar
    Bewustheid van dees zang, dit hart?...
    Sla dan het oog op mij! beziel mijn geest
    En leer mij uwe toon! -
    Zo zal dees hand, die door uw zang, het eerst,
    Nog zwak, 't beschreide speeltuig sloeg,
    Ook dan, als 't oog niet schreien kan, voor u
    Nog beven op de lier. -

    ----------------------------------------------

    Sarbiewski - een beroemd Pools Odendichter van Latijnse verzen (1595-1640).
    Carpathes - het Karpathische gebergte.
    Vistula - de rivier de Weichsel

    schrijver

    05-11-2015 om 21:58 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.volk

    Een gedicht van Cornelis Loots 1765-1834

    Waar rees 't eenvoudigst volk door eigen kracht zo hoog

    Waar rees 't eenvoudigst volk door eigen kracht zo hoog,
    En streefde uit laag moeras tot aan de sterrenboog?
    Waar bracht een zwakke hoop van ruwe vissersknapen,
    Gewoon in de open boot op 't hobblig vocht te slapen,
    Met gene schat, dan met zijn want en vangst bekend,
    En aan geen tooi, dan die der ruwe pij, gewend,
    Waar bracht die 't ooit zo ver, dat zwijgend onder 't lijden,
    En nimmer afgerecht op ridderlijke strijden,
    Al 't rijk bezit van hem die hunne vrede schond,
    Hem viel uit de ijz'ren klauw en 't deel werd van hun grond,
    Dat fijn gesteent' en goud eens aan hun hals mocht pralen,
    En purper golfde en zijde in hun gewelfde zalen?
    Waar was dit anders dan in Hollands klein gewest,
    Zodra de Handel God zijn troon daar had gevest?
    Daar wies de welvaart zelfs bij 't klinken der trompetten,
    En 't goud blonk schitt'rend op der krijgeren helmetten,
    Ja, uit de grond, doorweekt van Spaans en Neêrlands
    Verrees op eenmaal de oogst van 's werelds overvloed:
    Geen zee was toen bekend, waar Hollands vloot niet zeilde,
    Geen wateren zo hol, die niet haar dieplood peilde,
    Geen oord, waar 't harnas op haar munt niet was aanschouwd,
    Of hare trouw beproefd, nog zuiv'rer dan hun goud.

    schrijver

    04-11-2015 om 22:23 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.oorlog

    Een gedicht van Lodewijk van Deyssel 1864-1952

      

    Oorlogsbegin

    Een blanke hemel welft zich over 't land,
    Waar stoere boeren van de arbeid keren
    En knapen zingend lopen hand aan hand.

    Vast in de vrede, die geen angst kon deren,

    Verdonkren de gezichten, die zich keren
    Van waar de zon nog flauw in 't Westen brandt
    Achter het hoge bergkam-woud, als speren
    En bajonetten, dreigend zwart, geplant.

    Nu denken die rouw-donkrë aangezichten
    Om 't zacht verlichte raam in verre laan,
    Om d'avondspijs, zo vrolijk aangebracht...

    Tot bij de dalbocht plots uit vlakte-nacht,
    Waar, als bouwvallen, vreemd de huizen staan,
    Laaiende purpergloed ze komt verlichten.

    De Gids (1923)

    schrijver

    03-11-2015 om 21:15 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    01-11-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.klein

    Een gedicht van W.L. Penning 1840-1922

    KLEIN EN KLEINST WAARDERING

    Welk beeld, welk boek, welk lied,
    En wat voor zang, wat wijs,
    Ik 't meest geniet,
    Ik 't hoogste prijs?

    Mij gaat 't dáármee als met bloemen,
    Verzameld tot een blij geheel;
    Als fraaist van al laat zich geen deel —,
    Als fraaist laat zich alleen de volle ruiker roemen.
    En niet slechts lelie, roos en tulp
    En al wat bloem heet, kwam te hulp
    En was van dienst bij kleurenschikking:
    Zou deze ook zonder 't stemmig groen
    Van mos en blad en spriet voldoen?
    Waar weeldegloed verrukt, schenkt eenvouds lach verkwikking.

    Niets kan er in de tuil gemist,
    Noch iets er uitgelicht zó boeien zonder 't ander;
    Meer dan verdragen, mild vervullen doen ze elkander, —
    En om geen voorrang wordt getwist.

    Levensavond (1921)

    schrijver

    01-11-2015 om 19:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    31-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.venster

    Een gedicht van Margriet van Essen 1751-1793

    Aan het venster, bij maneschijn.

    Nacht en stil is 't, om mij heen
    Al 't gewoel des daags verdween.
    Slechts de lieve maan beschijnt
    Mij, door zorgen afgepijnd.

    Duizend tranen zijn gestort,
    Duizend zorgen afgekort:
    En, mij arme, die hier lij,
    Is de middernacht zelf blij!

    Zachtkens juich ik in mijn deel,
    Mij is alles evenveel.
    Niets van 't geen het oog bekoort
    Is er, dat mijn ruste stoort.

    Mag ik maar, vol zuiver vuur,
    U, bewondren - o natuur!
    Mag ik maar, ootmoedig stil,
    Gaan, waar God mij leiden wil!

    O wat wens ik mij dan meer?
    'k Heb dan al wat ik begeer,
    En, zo 'k ooit, door onspoed ween,
    'k Zie dan, door dit leven heen.

    schrijver

    31-10-2015 om 22:02 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    30-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.winter

    Een gedicht van Anton L. de Rop 1837-1895

    In de winter.

    Ginds op de heuvel
    Onder de beuken,
    Dor en ontblaard,
    Zit nu de winter;
    Wit is zijn kleding,
    IJs is zijn baard.

    Donzige vlokken
    Strooit hij op aker,
    landhuis en heg;
    Hand doet hij worden
    't Water der vlieten,
    't Zand van de weg.

    Krassende raven
    Vliegen in 't ronde,
    Bol van de kou;
    Nevel en mistdamp
    Hullen de velden
    Weder in rouw.

    Dan vaart de windvlaag
    Woest door de takken,
    Wild door het hout,
    En wat te dor is,
    Breekt hij al krakend
    Af in het woud.

    Maar - dat geeft brandhout
    Vrij aan de grijsaard,
    Huivrende bloed:
    Weer rookt zijn schoorsteen,
    Warm wordt zijn hutje -
    Dat doet hem goed.

    In 't vrije veld (1885) [jeugdliteratuur]

    schrijver

    30-10-2015 om 16:17 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!