De Twentse Spreukenkalender is leuk, de Drentse ook heel aardig maar het
zal niemand verbazen dat voor mij de Achterhoekse, vooruit ook Liemerse, met de
eer gaat strijken. Ik vind zelfs dat ze rekening houden met de tijd van het
jaar. Zo las ik vandaag in deze dagen voor de Kerst: n Olde haze kent
elke strik En toen het hier s nachts 15 graden vroor: As de katte
t gat warmt, wil t snijen. Maar ook deze kan ik waarderen: Wee an
alle pötjes en pennekes lekt Krig splinters in de tonge ( Het is niet
goed je overal mee te bemoeien) Der is gin sprekker dén t n zwieger kan
verbettern. En: De weerld is as n varkenskot: Wee t hardste
slobbert hef t meeste. Ook Wim leest de spreuken, die natuurlijk zoals
bij de meesten op het toilet hangt, grondig. Gisteren stond hij weer eens als
een trouwe hond te wachten toen Agnes en ik wat rondstruinden in de winkel bij
de ANWB. Het was beredruk en Wim bleef een andere trouwe wachter gezelschap
houden bij de deur. Hij praat altijd met iedereen, in dit geval over het weer,
en ik hoor hem nog net spitsvondig zeggen: As t raegent in
november Wordt t karstmissen in december En voegt er nog gauw aan
toe: En is het eenmaal mei Dan is april voorbij. En samen gingen we de
deur uit richting V en D want nu waren we toe aan iets warms.
|