De fleslammeren een week geleden. De tweede van links is die van de
drieling die we het eerst hadden. De tweede van rechts is Guusje, het Drentje,
die nu bij Anja is.
Intussen hebben we weer een paar
rasechte Schoonebeker lammeren in de stal. Rob heeft ze vanmorgen in alle
vroegte gebracht, de rest van de drieling waarvan de moeder zo onverwacht dood
in de wei lag. Het was, zelfs in het hok, nog een heel spektakel voor ik ze om
de beurt te pakken had en de fles kon geven. Toen ze eenmaal doorhadden dat het
dezelfde melk is als die van moeders dronken ze het ietwat verbaasd op. Rob
heeft intussen gebeld en adviseerde om de andere drie bij hen in het hok te doen
zodat ze aan elkaar wennen. Ik heb ook wat gras geplukt omdat ze dat al lekker
vinden. Je moet toch wat over hebben voor een stelletje
weeskinderen. Intussen begint de rust na de komst van Storm weer te keren. De
katten die de boom in vlogen en de haan die een sprintje trok om aan dat speelse
monster te ontkomen, hebben zich er bij neergelegd dat er een nieuwe bewoner aan
het Schoolpad is bij gekomen. Ze houden Storm wel in de gaten en kijken eerst
hoe de stemming is. Maar 's avonds zit Suze op de ene leuning van de stoel
terwijl Storm bij mij op schoot zit. Storm legt af en toe wat onbenullig zijn
pootje op Suze, maar Suze haalt dan krachtig uit. Die laat zich haar plekje niet
afnemen. Loeder is nu 's nachts niet meer binnen. Die gaat op jacht. Tot onze
verbazing heeft ze in twee dagen al drie dode jonge ratten op de stoep gelegd.
Ik heb geen idee waar ze die vandaan gehaald heeft. We moeten onder de kapschuur
maar een val zetten. Misschien zitten er ergens nog meer.
|