Toen ik in het begin van de week in de wachtkamer bij de huisarts zat kwam het gesprek
zomaar over hulp in huis van de WMO, huishoudelijke hulp ( Wet Maatschappelijke Ondersteuning) . Nee, de ene dame wilde
die niet vaker over de vloer: 'Moet je d'r steeds maar voor thuis blijven'. Een
jongeman die ook hulp nodig had gehad merkte op: 'En dan hebt ze soms ok nog
haor op de koezen'. 's Middags bezocht ik een lezing en leerde ik: Mantelzorg staat voor langdurige en
onbetaalde zorg voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende naaste:
partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. Er was in het
teken van de week van de Mantelzorg een bijeenkomst in de Schepershof door het
Contactpunt Mantelzorg Emmen. Nu weet ik dus dat er 2,6 miljoen
mantelzorgers in Nederland zijn die ons land 7 miljard euro besparen. De meeste
zorg heeft toch te maken met psychsociale begeleiding, zoals emotionele steun en
regeltaken. Er waren een aantal mantelzorgers onder ons die gelukkig ook
professionele hulp kregen, maar soms kan het te zwaar zijn en dan is er ook voor
hen ondersteuning te krijgen. Ze noemen dat Respijtzorg. Een probleem is soms
dat de dementerend zieke geen ander om zich heen wil hebben dan eigen man of
vrouw. Zo kwam er raad vanuit ervaringsdeskundigen die zelf mantelzorger waren
geweest voor hun partner. In de gespreksronde na de pauze werd er nagedacht
over hoe je vervangende zorg geregeld zou kunnen worden, of jezelf respijtzorg
zou kunnen bieden en
of je nagedacht hebt wie jouw mantelzorger zou kunnen of
moeten worden als het nodig wordt. Het was een mooie maar ook enerverende
middag. En je komt er achter dat de meesten van ons wel betrokken zijn bij een
vorm van mantelzorg of respijtzorg. We wisselden nog even van gedachten over wat
je wel of niet verwachten mag van een mantelzorger. En heel even zag ik de
jongeman weer voor me met z'n ervaring van zijn hulp met haor op de
koezen.
|