De grootste fleslammeren komen meteen kijken of ik hen iets te bieden heb.
Het is bijna gebeurd met het vertroetelen van de lammeren. Het werd een wilde boel bij het fles geven. Had je net de eerste vier gehad- Wim en ik zitten ieder met twee flessen klaar als ze de wei uitstormen- dan komen de volgende vier. Maar de eerste vier willen meer, ze hebben niet genoeg gehad, vinden ze. Wanneer ze dan door van ons af te petsen eindelijk doorhebben dat ze niks meer krijgen gaan ze de tuin in. Ik weet dat bramenblad gezond is, dat mag, maar kardinaalsmuts bv is uiterst giftig. Dan geef ik een brul en duikt Storm er op af. Nee hij heeft geen neiging tot drijven maar hij wil me toch helpen. Je snapt dat het voederen wat lastig werd met 10 stuks. Bovendien moest de kleinste eerst z’n melk hebben tot hij niet meer op kan en aan het eind van de voedersessie de rest van de melk. Zijn maag en darmstelsel werkt nog niet optimaal. Toen hadden we bedacht om de grootste lammeren in de achterste wei te doen bij de schapen en hun lammeren. Dat stond die grote ramlammeren aan de andere kant niet aan en die begonnen te bokken zodat de nieuwelingen in een hoekje wat ontheemd stonden te wezen. We deden ze maar weer terug bij de kleineren. Toen Rob gemaild. Die zei dat hij nog nooit lammeren agressief had zien doen, een beetje bravour … dat wel, doe ze er maar gerust weer bij in! De tweede poging lukte, ik ben gewoon de eerste uren niet gaan kijken. Ze blèèrden wel als ze iets zagen bewegen. Het stond ze duidelijk niet aan, temeer omdat ze al minder melk kregen… maar wel lekkere brokjes. Als ’s morgens die grootste zes, weer vier tegelijk, in het hok gelaten worden, springt de vijfde hoog over het deurtje. Intussen ligt er al een fles in het hooi, die had er een zelf willen pakken. Het is een stel echte overlevers. Maar hebben ze eenmaal hun buikje vol dan blijven ze om je heen staan en willen ze wel even geknuffeld worden. Ik ben nog echt hun moedertje. Volgende week krijgen de grootste zes geen melk meer en nog een week later de rest ook. Alleen de kleine… die mag nog even klein wezen.
|