Het was zover. De dag waarnaar we uitkeken was aangebroken. Ben en Diny voorop en Wim en ik er achteraan in optocht naar het Magalhaenplein in Amsterdam. Curtis, Berdena en Janeen hadden met Abbie een korte trip gemaakt naar Brugge en nu is het moment daar dat we elkaar na zoveel jaar terug gaan zien. Het was of we elkaar net nog gezien hadden. Gek is dat. Zo gewoon en hartelijk was het weerzien bij het appartement waar Abbie met haar roommates woont en waar ze na het Brugge avontuur overnachtten. We hadden met Ben en Diny al overlegd wat de plannen voor de rest van de dag zouden kunnen zijn. En wat is er een beter idee dan de Zaanse Schans die maar even ten noorden van Amsterdam te bezoeken is. Het bleek een schot in de roos. Heel even raakten we elkaar kwijt onderweg maar de mobieltjes zijn geduldig in zo’n geval. Het was of alle Zaanse huisjes en molens bij elkaar gebracht waren. Veel toeristen bij elkaar hier en de klompenmaker die ons liet zien hoe een klomp gemaakt werd deed dat net zo makkelijk in het Italiaans als het Engels. Ik wees nog even op het type klomp dat onze voorouders in de Achterhoek droegen, de gele èn de gewone blanke zonder verf.
Ach… de cappuccino met appeltaart was meer dan een lunch. We kregen er een kleintje likeur met slagroom bij. Terwijl de klompenmaker liet horen dat hij ook de accordeon beheerste liepen we verder langs de verschillende typische groene en zwarte Zaanse huisjes. Even later werden de molens bewonderd. Janeen en Curtis waagden zich enthousiast naar boven in een verfmolen en kwamen nog enthousiaster beneden.





|