Wim maakt toch even kontakt in een soort pools/duits.
De zaterdag staat in het teken van ontspanning. Het autootje van de jongens van het koor rijdt steeds voorop en brengt ons met de nieuwe bus die Romke vanuit Berlijn heeft opgehaald, naar het centrum. Het stadhuis en de markt zijn prachtig. De jongelui met een vriendin die beter engels spreekt laten ons een stukje oud Podznan zien. Het huis van de burgemeester mag er zijn. Ze vertaalt het eerst met president, waarop Daniel voorstelt om daar even op de koffie te gaan. Een andere prachtige kerk wordt bewonderd. Een Italiaanse architect heeft zich hierop uitgeleefd en dat is te zien. Er hebben net kinderen hun eerste H. Communie gedaan en daaraan is veel aandacht besteed. De bezichtiging van het museum van oude muziekinstrumenten volgt. Het meeste blijft de norse bewaking bij me hangen. Als klap op de vuurpijl gooit de garderobejuf boos alle jassen maar tegelijk op de desk. Nooit eerder zulke chagrijnen gezien. Je voelt je meteen achter het ijzeren gordijn.
Dan wachten we op het moment dat het 12 uur slaat op de toren van het stadhuis. En daar komen de bokkende geitenbokken te voorschijn. Bovendien komt er een soort aflossing van de wacht in vol ornaat. Zo krijgen we wat van de Poolse cultuur mee. Hé daar heb je Bossie, roept Wim even later. Op de markt staat een koets op zn klanten te wachten. Bij onze dierentuin is het Bos met zn koets en regelmatig spreken we hem even bij buurman Jans, die hem steeds Bossie noemt. Wim maakt zelfs een praatje met een oude Poolse man die een klein beetje duits spreekt. Na de lunch zijn we even vrij en kunnen we het supermoderne winkelcentrum in. Onze mening over Polen wordt deze dagen drastisch bijgesteld. Rolf weet te vertellen dat het gemiddelde salaris in Polen 900 is, maar de prijzen zijn dan ook lager.
Het mooie centrum
Het stadhuis van Podznan
Hier woont de burgemeester
12 uur
|