Ineens had ik het te pakken
er kwam een soort schoonmaakdwang over me. De verf, kwasten en andere schilderspullen gaan weer naar mijn keetje en tja
na een winter tref je daar het een en ander aan. Spinrag, dode motten, lieveheersbeestjes die ineens te voorschijn komen. Dus.. er werd een zeepsopje gemaakt en gewapend met doekjes en schuursponzen ging ik aan de slag. De buitenkant vroeg ook al om een beurt, zag er niet uit. Nu had de spuit van onze bron vorige zomer ook op het tuintje bij het keetje gestaan en de luiken die lichtblauw waren hadden een onbestemde kleur gekregen.. beetje geelgroen. Daar kon ik met een zeepsopje niet veel mee beginnen. En ja hoor nu moest de Cillit Bang er aan geloven. Toch was het nog een heel geschuur om de lichtblauwe kleur weer te voorschijn te toveren. Maar het ruikt er weer fris en er kan weer geschilderd worden. Maar nu
. Ik ben me toch een partij moe en stijf. Zou ik nu ook griep krijgen net als Wim. Die loopt rond te snotteren en te zweten. Naar bed
zeg je.? Nee ik heb geen koorts, beweert hij
maar ik voel me alleen zo rot! Ik pak mn dekentje, ja dat bijna versleten gestikte dekentje van tante Catrien, en nestel me in mijn luie stoel en val in slaap. Als ik wakker word ben ik helemáál stijf en dan weet ik weer hoe het voelt
spierpijn. Ja ja
ik weet het
we zijn geen 20 meer.
|