Stortbui
Ik droog de leden van mijn ogen als ik naar de weke vloedlijn zie. Ik hoor de golven die niet drogen, sereen herhalend die melodie.
De branding kronkelt slijmend vooruit en ook de regen vreest de wind niet, maar verkleeft het zand vast op mijn huid, zodat nog niemand mijn beven ziet.
Ik troost de bomen die weer treuren als ik door de nieuwe plassen stap. Ik denk aan dingen die gebeuren voor jou of mezelf, en voor de grap.
23/11/2009
|