Gisteren is Laïka, onze oudste Berner Sennen, 12 jaar geworden. Voor een Berner is dit reeds een gezegende leeftijd. Ze is nog goed fit, geniet nog volop van wandelen, eten en knuffelen en in het zonnetje liggen wegdromen. Doe zo nog een paar jaar voort lieve sloeber!
Al eens gehoord van de 4 Heemskinderen en het Ros Bayard? (Ros Beiaard). In de streek van Dendermonde en aan de Maaskant in Wallonië weten ze er alles van. Anders moet je maar eens "googelen". Op de foto een lokale versie van dit oude verhaal. Er werd niks in scene gezet, de kikkers zijn niet afgericht en hebben uit vrije wil meegewerkt!
Voor de specialisten : het zijn groene bastaardkikkers
Niet in het voorjaar maar wel op het einde van de zomer of begin herfst steken deze krokusvormige bloemen hun hoofdjes boven de grond. Ze kondigen niet de lente aan, maar wel het einde van de zomer. De eerste keer dat ik hun naam hoorde dacht ik dat de persoon die het mij vertelde een “splaakgebrek” had maar neen, ze noemen wel degelijk herfsttijloos (Colchicum autumnale). Stijlloos betekent dat ze bloeien zonder hun bladeren, deze komen pas in het voorjaar tevoorschijn. Bij deze (grote) bollen komen er meerdere bloemen per bol tevoorschijn. Meestal hebben ze een lichtpurperen kleur. Opgepast, dit is één van de gifstigste planten die je bij ons in de tuin kan tegenkomen. Er was een tijd dat kinderspeelgoed vooral uit de natuur werd gehaald. In de zaaddozen van de herfsttijloos rammelen de zaden. Kinderen plukten deze zaaddozen soms en die werden dan een levensgevaarlijk rammelaartje. Jonge kinderen hebben de neiging alles ook eens te proeven en zaten al snel aan een dodelijke dosis colchicine. De dodelijke dosis wordt geschat op circa 20 mg. Eén zaad bevat ongeveer 4 mg colchicine. Opletten dus, ook met huisdieren, bij mij staan ze achter een omheining voor de veiligheid van de honden. Er zijn ongeveer 30 verschillende soorten, in Europa, Noord Afrika, Midden Azië en Centraal Azië. Het is zeer waarschijnlijk dat de naam Colchicum komt van Kolchis, een kustomgeving dichtbij de Zwarte Zee, het thuis van Medea, de bekende mixer van vergif. Gelukkig zijn ze wel zonder veel risico's mooi om naar te kijken!
Een iets minder giftige herfstbloeier, die wel erg lijkt op de herfsttijloos, is de herfstbloeiende krokus. Hiertoe behoort ook de saffraankrokus. Van deze soort worden de meeldraden gedroogd en als keukenkruid gebruikt, dit is dan ook het enige eetbare deel van de plant. Hierover later meer.
Gisteren werd mijn tuin vereerd met een bezoek van de “Queen”. Niet dat oude besje uit Brexitland, daar was mijn security niet op voorbereid. Wel een zwarte schoonheid met rood achterwerk ( ik weet het, zo spreek je niet over een koningin). Maar het betreft hier dan wel de koningin van de steenhommel. Wat hare Majesteit ertoe gedreven heeft een uitstapje te maken weet ik ook niet. Normaal houdt zij zich bezig met te zorgen dat er nageslacht geboren wordt. Zoals het een echte koningin betaamt heeft ze een gans gevolg van “nannies” om voor de kindjes te zorgen. Nu was mevrouw alleen op uitstap. Misschien op verkenning om een nieuw koninkrijk te stichten of gewoon een uitje omdat het mooi weer was? In ieder geval, het was weer eens iets anders. Zou ik nu het predicaat “koninklijk” mogen gebruiken als ik het over de tuin heb? Of is dat er over?
Voor wie er nog aan twijfelt, er is een nieuw seizoen op komst. Toen ik deze morgen de gordijnen opentrok was het redelijk nevelig. Daarbovenuit kwam een schuchter zonnetje piepen. Het zal ongetwijfeld een mooie dag worden ondanks een frisse start. Vier graden, dat was al dat de thermometer deze morgen aanwees in de Kempen. Het kwik zal een serieus spurtje moeten maken richting 20° en liefst nog iets meer tegen straks. De vogeltjes zijn terug en blijkbaar druk bezig de planning voor de volgende maanden aan het opmaken. Er klinkt terug vrolijk gekwebbel en getjilp uit de struiken, nog niet zo lang geleden was het redelijk stil in vogelland. De kikkers houden af en toe nog een kleine repetitie, waarschijnlijk reeds een oefensessie voor het concert van volgend jaar. Als het 's avonds begint te schemeren draaien de vleermuizen ook nog hun rondjes rond de vijver. Nog eens lekker wat insecten bijeenscharrelen, nu die er nog in overvloed zijn. De natuur maakt zich klaar voor de veranderingen die op til zijn. En ik? Ik kijk rond en observeer, en vergeet niet om te genieten. Morgen de BBQ nog eens aansteken!
Gisteren is Hibiscus “Fireball” in bloei gekomen. En gisterenavond is er in België en Nederland een vuurbol aan de hemel gespot. Toeval? Waarschijnlijk wel. Feit is dat je er in beide gevallen niet naast kunt kijken. En mijn "vuurbal" blijft wel iets langer zichtbaar om van te genieten.
Hibiscus “Fireball” is een subtropische Hibiscus maar dan wel eentje die je vrolijk het ganse jaar in de tuin kan laten staan. Zet ze op een droog zonnig plekje met liefst wat andere lagere beplanting aan de voet zodat de grond in de zomer niet te fel uitdroogt. Als ze in de winter de voetjes relatief droog kunnen houden, kunnen ze makkelijk -15°C overleven. En ik vergeet dan meestal nog om de voet van de plant wat te beschermen. Ze verdwijnen volledig bovengronds maar komen wel elk jaar terug. Niet panikeren als er begin juni nog niets te zien valt, tegen het einde van de maand zijn ze er wel! Voor de bloemen moet je wachten tot in september maar het wachten is wel de moeite waard.
Wat wel opvalt : ik heb nog geen enkele vlinder of bij deze bloemen weten bezoeken. Dit in tegenstelling met de Sedum die enkele meters verderop staat te bloeien. Gisteren telde ik ongeveer 30 dagpauwogen en nog enkele andere vlinders (Atalanta’s, koolwitjes, kleine vuurvlinders) en ontelbare bijtjes en hommels. En zo is iedereen gelukkig!
En om nog even in het rood te blijven, toen ik met de honden ging wandelen kon ik op de lindebomen om de hoek niet naast deze kleine rode beestjes kijken. Het zijn vuurwantsen, ze leven vooral graag op lindenbomen (wat een toeval)! Echt schadelijk zijn ze meestal niet, ze leven vooral van plantensappen van reeds dode bladeren en zuigen af en toe ook wel eens een insectje leeg. Ze komen soms met honderden voor op de stam van lindenbomen waar ze wat sap uit de bast halen. Bestrijden doet meestal meer kwaad dan goed. Ze kunnen, als ze met veel zijn, wel wat geurhinder geven want de meeste wantsen stinken wel enigszins. Soms hoor je dat ze verzot zouden zijn op Hibiscus maar dat heb ik zelf nog nooit ondervonden. En zo zijn we terug bij Hibiscus beland, de cirkel is weer rond!
Gisteren zag ik een oude bekende terug in de tuin. Het was een roodborstje. Nu zijn die er het ganse jaar door maar in de zomer krijg je ze praktisch nooit te zien. Ze zitten dan meestal wat verderop in het bos omdat er eten genoeg te vinden is. In de winter daarentegen komen ze dichter bij de mensen want het zijn echte opportunisten. Als je vroeg in het voorjaar bezig bent in de tuin komen ze bijna op je voeten zitten zodat ze op de eerste rij klaar staan om een insectje of een zaadje mee te pikken dat jij net te voren hebt blootgelegd. Toen ik 's avonds deze foto's wat meer in detail bekeek zag ik dat dit nog een jong vogeltje is. Vermits het nogal territoriale beestjes zijn is de kans klein dat mijn oude vriendje hier ook nog zit. Ik kan er naar gissen wat er met hem (of haar) gebeurd is maar ik heb wel zo'n vermoeden. Het goede nieuws is dan wel dat er een nieuwe generatie klaarstaat om mij 's morgens welkom te heten als ik in de tuin verschijn. Het feit dat we ze nu terug zien is een signaal dat de zomer niet eindeloos meer blijft duren.
We hebben het al eens over Helianthus gehad. Meer bepaald over “Lemon Queen” die toevallig (?) citroengeel van kleur is. Op de cultivar van vandaag kan ik niet met garantie een naam kleven. Het zou “Atrorubens” kunnen zijn maar zeker is dit niet. Enkele jaren geleden had ik van de buren enkele plantjes gekregen die anders op de composthoop waren beland wegens “overstock”. Want groeien doen ze als de beste, wat mij betreft mogen ze vrolijk hun gang gaan.
Geef ze veel zon en een niet te arme zandgrond (neutraal of alkalisch) en het kan niet misgaan. Mijn tuingrond is lichtjes zuur wegens de dennenbomen en dat is blijkbaar geen enkele probleem. Winterhardheid ook niet. In hun geboorteland (prairies N-Amerika) wordt het in de winter nog veel kouder dan bij ons. Begin september begint het bloemenfeest en dat gaat door tot een heel eind in oktober, met wat geluk soms tot november. De warmgele enkelvoudige bloemen trekken veel insecten aan.
Er zijn ook cultivars met dubbele bloemen verkrijgbaar, da’s een kwestie van smaak. Weet wel dat enkelvoudige bloemen voor insecten veel interessanter zijn, ze kunnen dan tenminste aan het stuifmeel geraken.
Een combinatie met (hoge) siergrassen is altijd mooi, bij mij staan er ook donkerpaarse herfstasters op de voorgrond maar deze staan nu nog niet in bloei. Zij vormen werkelijk de afsluiter van het bloeiseizoen. Dat laatste is eigenlijk ook niet helemaal waar want in november beginnen sommige Helleborus soorten al te bloeien en gaan daarmee door tot diep in het voorjaar. De show stopt dus eigenlijk nooit!
Vorige week vrijdagavond keek ik, zoals meestal, naar het BBC 2 tuinprogramma "Gardener's World" met Monty Don. Even nog een randbemerking hierover. Waarom kan (of wil) men zulke programma's niet in ons Nederlandstalig gebiedje maken. In Franstalig België is er op RTBf nog "Jardin et Loisirs" en dan heb je jet zo ongeveer gehad wat België betreft!
Nu ging het vorige vrijdagavond o.a. over het planten van voorjaarsbloembollen. Afwijkend van wat meestal wordt gepromoot, de bollen zo vlug mogelijk de grond in, vertelde Monty Don om specifiek met tulpenbollen nog een maand of zo te wachten om ze te planten. Er is blijkbaar een goede reden voor. Tulpenbollen kunnen in vochtige omstandigheden nogal makkelijk beschimmelen. Momenteel is de grond nog redelijk warm en vochtig door de veelvuldige buien van de laatste weken. In oktober is de grond al koeler geworden en zijn de schimmels, die altijd wel aanwezig zijn in de bodem, minder actief. Ik denk dat hij hier wel eens een punt zou kunnen hebben. Je hebt nog tijd genoeg om tulpenbollen te planten, zolang het niet langdurig vriest is het nog niet te laat. In de tijd die nu dan vrijkomt kan je nog genoeg andere klusjes opknappen om dan tegen het weekend nog eens van de tuin te kunnen genieten. Men voorspelt beter weer tegen het einde van de week. Misschien de BBQ nog eens een laatste keer dit seizoen warmstoken?
Zo af en toe, enkele keren per jaar, zie ik een blauwe bliksemschicht boven de tuinvijver. Het is een klein blauw, heel schuw vogeltje dat direct de biezen pakt als het ook maar iets ziet of hoort dat niet in de tuin thuishoort. Je kan het onmogelijk verwarren met eender welke andere vogel. Je moet eigenlijk veel geluk hebben om er eentje te zien. De grootste kans heb je, als je reeds op voorhand in de tuin bent en dan nog niet te dichtbij. Waarschijnlijk komen ze wel meer langs maar maken ze reeds rechtsomkeer nog voor ik ze gespot heb. De ijsvogel, want daarover gaat het hier, heeft een snelle, rechte vlucht, vaak vlak langs het wateroppervlak. Ze kunnen op deze manier snelheden bereiken van maximaal 80 kilometer per uur.
Ze leven van kleine visjes. Die lokaliseren ze vanaf een uitkijkpost ergens boven het water (vaak op een overhangende tak), en vangen ze dan met een “snoepduik”. Daarna vliegt de ijsvogel hierna terug naar zijn uitkijkpost. Daar slaan ze de vis dood en draaien ze hem zo dat de vinnen naar achteren wijzen en de vis gemakkelijker naar binnen glijdt. Door zijn levenswijze heeft de ijsvogel nood aan bomen en struiken in zijn omgeving en moet het water visrijk en helder zijn.
En daar zit het hem nou juist, mijn vijver is niet visrijk. Ik heb al overwogen om er kleine visjes in te zetten om meer ijsvogeltjes aan te trekken maar dat gaat dan waarschijnlijk ten koste van kikker dikkopjes in het voorjaar. Daar gaan die groene kwakers dan weer niet blij mee zijn. Moeilijk om voor iedereen goed te doen toch !
We zullen alles maar laten zoals het is en blij zijn met een sporadisch weerzien met ons blauwe vriendje. Zo blijft het spannend!
Gisteren zag ik enkele merels door de tuin zwalpen die duidelijk lichtjes beneveld waren. Om alle misverstanden uit de wereld te helpen, ik schenk geen alcoholische dranken aan tuinbewoners. Wat was er dan aan de hand? Heel simpel, momenteel hangen de vlierstruiken vol met dikke rijpe donkere bessen. Nu lust elke merel best wel een sappig besje. Mereltje weet alleen niet dat vlierbessen nogal makkelijk spontaan gaan gisten. Of misschien weten ze het juist wel en vinden ze het net daarom leuk, wie zal het zeggen? Gelukkig was er geen alcoholcontrole door de tuinpolitie en is alles goed afgelopen!
Deze morgen toen ik naar de kippetjes ging om de deur van hun nachthokje te openen keek ik "en passant" even naar de thermometer op het terras. Het ding stond op 6 (zes komma nul graden). Vind ik wel vrij frisjes voor half september. Ik weet niet of jullie je vorig jaar nog herinneren, toen was het rond deze tijd nog 30°C. OK, niet om 8 uur 's morgens natuurlijk maar de kans dat we vandaag nog 30° halen lijkt me ongeveer even groot als het winnen van de lotto en Euromillions tegelijk dit weekend.Zou Trump dan toch gelijk hebben? Natuurlijk niet ! Dit is nou net wat we de volgende jaren waarschijnlijk meer en meer zullen meemaken. Meer en meer extreme weersituaties, koude en warmteperiodes, lange droogteperiodes en als het dan eens regent dan zullen we het geweten hebben. En dan zijn we hier nog goed af. Ik mag er niet aan denken wat er met de bloempotten op het terras zou gebeuren moest er hier een windje opsteken van 300km/h zoals een week geleden in het Caraïbisch gebied. Kunnen we hier zelf ook iets aan doen om dit tegen te gaan? Het antwoord is ja. Door niet heel de tuin te asfalteren, een boompje laten staan dat anders plaats moet maken voor een verwarmd zwembad. Ik geef toe, echt veel zal het op zich niet helpen maar alle kleine beetjes helpen! Als we allemaal iets doen zal het toch best wel verschil maken. Moest het dan toch nog 30° worden dit jaar kan ik tenminste in de schaduw van dat boompje gaan zitten!
We kennen allemaal wel de Kamperfoelie, als het niet is van de mooie bloempjes zelf, dan wel voor de hemelse geur die, vooral ’s avonds, vrijkomt. Het is een niet zelfhechtende klimplant die met zijn windende stengels langs latwerk of grof gaas kan klimmen. Dit betekent dat je geen schrik moet hebben dat de gevel beschadigd kan raken zoals dat bij klimop bijvoorbeeld wel het geval is. Deze bladkamperfoelie kan naar believen in vorm worden gesnoeid. De meeste soorten bloeien zonder ophouden van juni tot september in de kleuren wit over geel naar oranje maar ook in roze tinten. De geur komt vooral 's avonds vrij om nachtelijke insecten te lokken.
Opgelet : de plant is giftig!
Kamperfoelie is een groot geslacht met meer dan 200 soorten klimplanten, bladhoudende en bladverliezende heesters. Deze klimplanten hoeven niet gesnoeid te worden. Je kan de nieuwe scheuten leiden en eventueel opbinden. Als de plant wat teveel plaats begint in te palmen kan de deze scheuten gewoon afknippen. Te grote of verwaarloosde exemplaren kan je in het voorjaar serieus kortwieken, ze lopen gewoon terug uit.
Sommige klimsoorten zijn niet winterhard en hebben een koude serre nodig. De soort op de foto staat hier al meer dan 20 jaar, helaas weet ik niet meer om welke cultivar het hier gaat. Dat maakt ze echter niet minder mooi !
Sedum spectabile is oorspronkelijk afkomstig uit Azië. Deze plant wordt soms ook muurpeper, hemelsleutel of vetkruid genoemd. Het zijn al vele tientallen jaren zeer betrouwbare, makkelijk te houden tuinplanten. Het zijn bladverliezende succulenten die grote pollen vormen en in het najaar met grote platte schermen roze tot violette bloemetjes bloeien. Deze bloeien van eind augustus tot in oktober en zijn een echte magneet voor allerlei insecten. De vorige dagen zag ik, op de schaarse momenten dat de zon scheen, tientallen dagpauwogen, koolwitjes, bijen en hommels de bloemen afstruinen. Deze succulent is perfect winterhard en houdt van een standplaats in volle zon en een neutrale tot kalkrijke, goed gedraineerde grondsoort. Ze kunnen ook heel goed droogteperiodes doorstaan. Er zijn tegenwoordig vele tientallen verschillende cultivars op de markt. Ze zijn allemaal even makkelijk te houden. Zet er enkele op het meest zonnige plekje in de tuin, de tuinbeestje zullen u dankbaar zijn!
De tuin maakt zich stilaan klaar voor de apotheose, de kroon op het werk, de grote finale! Nog even alle registers opentrekken vooraleer te gaan uitrusten tijdens de winter! Ik verwacht er nog veel van. De eerste Heliantus (vaste plant zonnebloemen) staan al enkele dagen open. Sedum begint nu ook op zijn mooist te komen. Ook Viburnum tinus laat zijn eerste fantastisch ruikende bloemetjes aarzelend zien. Ik wacht ook vol ongeduld op de herfsttijlozen (herfstkrokus). De herfstasters en armeluisorchideetjes volgen nog iets later. Binnen enkele weken beginnen de bomen te verkleuren. Vooral van de Japanse esdoorns verwacht ik veel. Elk jaar hoop ik op een echte “Indian Summer”.
Gisteren na de regen was een topdag voor vlindertjes. Vooral de dagpauwogen en koolwitjes fladderden met tientallen tegelijk rond. Ook deze prachtige, voor mij onbekende, rups kwam even langs. Navraag op de website van natuurpunt bracht de oplossing : dit rupsje in kwestie verpopt binnenkort tot een Zuringuil (een nachtvlinder). Deze vlinder zelf heb ik nog niet gezien (’s nachts slaap ik meestal). Af en toe (overdag dan) even rondkijken, je staat versteld wat je allemaal in je eigen tuin kan ontdekken!
Helianthus ”Lemon Queen” is een fraaie laatbloeiende vaste plant, uit de familie van de zonnebloemen, die ruim 2 meter hoog kan worden. De vele lichtgele bloemen blijven vanaf eind augustus tot een stuk in oktober kleur aan de border geven. Je kan ze ook gebruiken als snijbloem. Persoonlijk vind ik ze wel mooier in hun natuurlijke omgeving. De bloemen zijn ook echte insectenlokkers.
Deze plant is zeer winterhard en bladverliezend in de winter. Ondanks de grote hoogte van de plant moet je niet vrezen dat ze omwaaien. Vandaag is er een lekker stormwindje en dat deert ze hoegenaamd niet. Je zet ze best achteraan de border, al dan niet in combinatie met siergrassen. Ze zijn niet echt kieskeurig wat de standplaats betreft maar om goed te bloeien hebben ze zoveel mogelijk zon nodig. Heliantus kan goed tegen de droogte maar slecht tegen teveel nattigheid. Op de Kempense zandgrond is dit laatste geen enkele probleem.
Er zijn ook nog vele andere cultivars van deze soort beschikbaar, de meeste daarvan hebben warmere geeltinten dan Lemon Queen maar stellen dezelfde eisen om te groeien en bloeien. Zij komen één van de volgende dagen nog aan bod.
Neen, ik heb geen last van de warmte ! Toch is dit mijn favoriete wesp. Deze duikt niet op mijn wijn- of bierglas als ik op het terras zit, niet dat het daar nu het weer voor is, maar dat is weer een ander probleem. Dit is een solitaire wesp, ze zit ergens stilletjes te wachten op een passerende vlieg, geeft deze een steek waardoor de vlieg verlamd wordt en zuigt ze dan leeg, smakelijk! Maar ik ben wel van een vlieg af. Deze opruimer behoort tot de familie van de graafwespen en noemt heel toepasselijk "gewone vliegendoder". In dezelfde familie zitten ook nog wantsendoders, sprinkhaandoders, bijendoders, en ga zo maar door. Zo blijft alles min of meer binnen de perken bij moeder natuur, zolang wij ons er niet te veel mee bemoeien natuurlijk. 't Zit toch allemaal knap ineen, je moet er maar opkomen!
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....