Ze zijn er weer, en nog een maand vroeger dan vorig jaar ! Ik bedoel de azuurwaterjuffers, de meest voorkomende soort van juffers op Bernerhof. Ik schat dat er gisteren zo'n 100 tot 150 exemplaren rondvlogen boven de vijver. De mussen hebben voorlopig nog niks in de gaten. Zo één keer per jaar worden onze tuinmussen duidelijk carnivoren. Ze jagen dan op de pas uitgekomen juffers die nog geen handige vliegers zijn de eerste uren van hun bestaan. Nu zullen die juffers morgen waarschijnlijk nogal schrikken, ze dachten waarschijnlijk dat de zomer al begonnen was maar straks gaat de temperatuur terug naar af.
Tussen al dat blauw van de azuurjuffers vloog ook nog een eenzame vuurjuffer.
Het oude en het nieuwe gedeelte van de tuin zijn altijd grotendeels (doelbewust) gescheiden gebleven. De oude tuin is meer besloten door bomen en heeft zo uiteraard meer schaduw. Dat vertaalt zich in een andere beplanting. Hier staan verschillende rododendrons die deze tijd van het jaar de hoofdrol opeisen. Het nieuwe gedeelte is meer open, naast de vijver met vlonderterras is er een honden speelgazon voorzien en een grote zonneborder. Tussen de twee delen zijn twee verbindingen gemaakt. Zo zie je nooit de tuin in zijn geheel. Daar zorgen een beukenhaag en een border met rododendrons en andere heesters voor. Zo hebben we ook wat privacy op het terras aan het huis. Ik eet graag buiten maar de buren moeten niet persé weten wat er op mijn bord ligt. Vanuit het huis heb ik via de zijvenster wel een uitkijk op het nieuwe deel. Het is een arbeidsintensieve tuin maar ik geniet er alle dagen van en zolang we het kunnen bolwerken is er geen enkel probleem !
Op de achtergrond : ons tuinslaafje maait het gazon
De Rosse Metselbij is een rossig behaard bijtje. Het zijn zogenaamd solitaire bijtjes, ze wonen dus niet zoals bvb. honingbijen in grote kolonies.
De kop, het borststuk en de voorste achterlijfsegmenten zijn rosbruin behaard (maar net als bij mensen wordt hun beharing ook grijs/wit naarmate ze ouder worden).
De vrouwtjes maken nesten in allerlei kleine holletjes, die ze met leem/zand dichtmetselen. De mannetjes verschijnen meestal eind maart enkele dagen voor de vrouwtjes tevoorschijn komen. In april beginnen de vrouwtjes onvermoeid nestjes te bouwen. Nestje na nestje wordt met stuifmeel bevoorraad, zodat het nageslacht genoeg te eten zou hebben. Tot eind mei/begin juni kan je vrouwtjes vinden die nog nestjes bouwen. Ze nestelt vooral in oude kevergangen van 4 tot 8 mm doorsnee (voorkeur 6mm), maar ook bamboestokken, oude muren of rietstengels worden geaccepteerd.
Als je deze en andere solitaire bijtjes wil helpen kan je een insectenhotel voorzien. Je kan zoiets kant en klaar kopen of zelf maken door bvb. wat bamboestokjes horizontaal ergens tussen te klemmen.
De aurikel (Primula auricula) is een plant uit de sleutelbloemfamilie (Primulaceae). De plant is een relict uit de laatste ijstijd en oorspronkelijk afkomstig uit het Tiroler Gschnitztal.
De dikke bladeren zijn met een waslaagje bedekt om de plant tegen al te felle zon en uitdrogen te beschermen.
Aan het eind van de negentiende eeuw was het kweken van aurikels een ware rage. Er werden en worden soms waanzinnige prijzen geboden voor sommige planten met afwijkende bloemen. Er waren veel verschillende rassen in verschillende vormen. In Engeland zijn er ook nu nog veel liefhebbers. Ze proberen zo veel mogelijk verschillend gekleurde aurikels te verzamelen. Ze bestaat dan ook nog steeds een grote Primula- en Aurikelvereniging, de 'National Auricula and Primula Society', die regelmatig tentoonstellingen organiseert en in 1872 werd opgericht. Ik vind ik het gewoon een mooi bloemetje.
De meeste vijgen zijn in in onze contreien winterhard. In strenge winters kunnen vijgen wel boven de grond afvriezen. De vijgenboom groeit dan gewoon weer de grond uit. De afgevroren takken kun je meteen verwijderen. Er zijn wel veel verschillende rassen waarbij een aantal die niet goed rijpen in ons klimaat. Vraag hierover advies bij een goede teler of tuincentrum. Probleem in tuincentra is wel dat ze daar zelf meestal niet weten welk ras ze verkopen. Plant ze op een droog zonnig plekje, liefst nog tegen een zuidmuur, en je zal weinig problemen ondervinden met je vijgenboom.
Omdat het woord ‘web’ in de naam voorkomt, veronderstel je misschien dat deze spin een web weeft om prooien te vangen, maar dat is niet het geval. De kraamwebspin is een actief jagende spinnensoort. Ze grijpt haar prooi na een korte, snelle sprint. Waaraan heeft deze spin dan het woord ‘web’ in haar naam te danken? Wel, nadat het vrouwtje een hele tijd met haar eicocon heeft rondgelopen, weeft ze een tentvormig spinsel waarin ze die eicocon ophangt: het ‘kraamweb’. Als de kleintjes uit de cocon kruipen, blijven ze nog een tijdje samen in dat beschermende spinsel. De moeder blijft ook nog even in de buurt om een oogje in het zeil te houden, tot de kleintjes klaar zijn om alleen op jacht te gaan.
Er is nog iets bijzonders aan deze spin. Bij heel veel spinnen lopen de volwassen mannetjes gevaar wanneer ze een wijfje benaderen om te paren. De kans bestaat immers dat het vrouwtje het mannetje aanziet voor een prooi en hem aanvalt. Daar heeft het mannetje van de kraamwebspin iets op gevonden. Voor hij een vrouwtje benadert, vangt hij een prooi die hij doodt en mooi als een cadeautje in spinnendraad wikkelt. Dan benadert hij voorzichtig het vrouwtje en als ze enigszins gerustgesteld is, overhandigt hij haar zijn ‘bruidsgeschenk’. Doordat het vrouwtje nu haar gifkaken vol heeft met het insect, kan hij met haar paren zonder het risico te lopen om gebeten te worden. Bij spinnen gaat de liefde nog wel eens door de maag van de vrouw... . Zeg nu nog dat mannen niet vindingrijk kunnen zijn !
Het is elk jaar weer een verrassing te zien waar de akeleien gaan opdagen. Eén ding is zeker, het zal waarschijnlijk een andere plaats zijn dan vorig jaar ! En ook de kleur kan een verrassing zijn want de bloemen worden bestoven door insecten en als je meer dan één soort akelei in de buurt hebt staan ontstaan er zeer gemakkelijk spontane kruisingen. Spannend hé !
Dit prikkeding met een haast onuitspreekbare naam komt in de nieuwe "Mexicaanse" border. Het is een soort cactus uit Mexico die desondanks toch temperaturen van -12°C zou moeten overleven (mits droog). En juist daar zit het probleem in ons klimaat, onze winters zijn niet droog !
Maar mits in november naar de koude onverwarmde serre staat ie wel droog en voor we daar aan -10° komen moet het buiten al deftig winteren. Onze prikkemans wordt in de zomer met pot en al ingegraven in de tuin. Hij krijgt enkele yucca's en Dahlia's als buren zodat ze een Mexicaans onderonsje kunnen houden.
Ik heb een klein redelijk beschut hoekje in de tuin tussen het tuinhuis en de muurserre waar de zon een redelijk deel van de dag op schijnt. Daar zou al dat tropisch spul moeten komen. Maar eerst moeten we nog een "braambessenslag" leveren om plaats te maken. Dat wordt iets voor vandaag en de volgende dagen. We houden je op de hoogte !
O ja, nog iets. Zo'n Opuntia pak je best met handschoentjes aan. De doornen breken makkelijk af en blijven met weerhaakjes in je vel hangen ! Dat ze liefst in de zon staan zal gezien hun afkomst wel duidelijk zijn zeker ?
Gisterennamiddag nog was Scruffy mee bij de kippetjes op bezoek. Hij wandelde rustig rond tussen de pluizenbollen toen ik ze groensnacks ging bezorgen. Toen leek er nog niets aan de hand. En gisterenavond toen het begon te schemeren is heel de familie kip in het nachthok gaan slapen zoals gewoonlijk. En deze morgen is er een kippetje minder wakker geworden. Oorzaak onbekend ; beroerte, hartinfarct, oude dag, kippencorona ? Ik weet het niet. Hoe oud worden zijdehoentjes eigenlijk? Nu blijft er nog een haantje en één kippetje over!
1 Mei : ik herinner me nog van vroeger bij ons thuis dat er meiklokjes (Lelietjes-van-Dalen) geplukt werden in de tuin en dat heel het huis ernaar geurde !
Meiklokjes heb ik niet in de tuin, ik heb het al geprobeerd maar het wil niet lukken. Te droge of te zure grond misschien ? We doen het dan maar met Meidoorn, die staat momenteel ook prachtig in bloei en is een goede schuilplaats voor vogeltjes. De kat zal wel 2 keer nadenken vooraleer ze zich hier tussen waagt ! En ook de Rododendrons doen goed hun best om de meimaand feestelijk in te zetten !
Momenteel schijnt het zonnetje hier, of dat heel de dag blijft duren is hoogst onzeker. We zullen er maar van profiteren om met de familie Woef te gaan wandelen. Tot binnenkort !
Blue Bells, zo noemen onze buren over het kanaal de boshyacinten die nu in bloei staan. Ook daar is het een hype om massaal naar de blauwe wolken in het bos te gaan kijken, net als bij ons in het Hallerbos onder Brussel. Covid-19 heeft er dit jaar anders over beslist, wij moeten in ons "kot" blijven, tenzij je er te voet kan naar toe wandelen. Gelukkig heb ik mijn eigen toefje blauw in de tuin staan zodat ik me niet moet verplaatsen ! Een jaar of 5 geleden heb ik een tiental bolletjes geplant die sindsdien elk jaar terugkomen en zich vrolijk vermeerderen. Ik heb er ondertussen op andere plekken onder de bomen nog bijgezet. Ze hebben geen last van slakken of ander gespuis en je moet er niks aan doen. Kan het nog makkelijker ? Het blad na de bloei is niet zo mooi maar dat wordt gecamoufleerd door de hosta's die tegen dan uit hun winterslaap komen.
Als je bedenkt dat tot voor enkele weken alles buiten nog grauw en grijs was en je vergelijkt met nu kan je wel rustig van een groenexplosie spreken. Het frisse lichtgroen van de Japanse esdoorns steekt prachtig af met het donkergroen van de dennen en hulst. Het berken- en dennenstuifmeel is weggespoeld door de regen en het onweer van gisterenavond. Nu kan ik eindelijk terug in de tuin komen zonder geprikkelde ogen en een loopneus !
Padden leven normaal op het land, niet in het water. En normaal worden ze pas tegen de schemering actief, nooit midden op de dag. Eén uitzondering echter : onze pad zoekt éénmaal per jaar het water op om zijn (of beter gezegd haar) eitjes te deponeren. Het lijkt een beetje op kikkerdril maar padden leggen strengen eitjes. Eens de eitjes gelegd zal onze pad terug het droge opzoeken en moeten de eitjes en later de dikkopjes zichzelf zien te redden ! Onze pad moet zich hier alleszins geen zorgen maken om onder de auto te sukkelen, Bernerhof is voetgangerszone !
Onze oudste had blijkbaar geen goesting gisteren om te poseren voor de foto. Mevrouw besloot haar ideeën duidelijk te maken door dan maar haar tong uit te steken naar de fotograaf !
De toekomst is opgerold ! Vooraleer je denkt dat ik aan de hallucinerende paddenstoelen heb gezeten moet je maar eens naar bijgaande foto kijken. Drie dagen geleden zag de koningsvaren er nog uit alsof hij naar de eeuwige jachtvelden was vertrokken. Ondertussen komen de opgerolde nieuwe bladeren aan recordsnelheid de omringende wereld bekijken. Hoe ze zo'n groot blad (zo'n 80 cm) zo klein opgerold krijgen is me een mysterie. Maar er is nog veel in de natuur dat mijn petje te boven gaat !
Da's nou net het leuke van een tuin: mijn eigen "National Geographic". In full HD en supergroot scherm ! En nooit herhalingen en onderbrekingen voor reclame !
Choisya ternata is een compacte wintergroene groenbladige sierheester afkomstig uit Mexico. De plant wordt uiteindelijk circa 2 meter hoog en staat het liefst beschut in verband met vorstgevoeligheid. Het blad van Choisya ternata is leerachtig. De witte bloemetjes geuren heerlijk en verschijnen in april. Deze plant is goed te gebruiken in exotisch ogende tuinen, in patiotuinen en als kuipplant. Graag op een zonnige plek want dat zijn ze in hun thuisland gewend.
Bij mij staat Choisya in de halfschaduw onder een grote berk. Dat heeft als voordeel dat de struik nooit te nat staat want de wortels van de berk zuigen bijna alle vocht weg. Droogte is geen probleem, de plant komt uit Mexico. Het is wel belangrijk hem tegen de koude oostenwind te beschermen. Hier staat hij sinds een jaar of 6-7 en bloeit elk jaar uitbundiger en uitbundiger alhoewel de Kempen de koudste plek van Vlaanderen zijn in de winter !
Met zijn opvallende zwart-witte verenkleed is de ekster een van de gemakkelijkst te herkennen vogels. De vogel bouwt zijn grote nest meestal in de bomen, maar er zijn ook nesten gevonden in struikgewas, op elektriciteitsmasten en zelfs op vensterbanken. Zijn kostje scharrelt hij op de grond bij elkaar en bestaat voornamelijk uit insecten en aas. 's Winters eet hij ook wel zaad (van de voertafel) en andere plantaardige bestanddelen. In het voorjaar, als hij jongen heeft, wil hij ook wel eieren en jongen van andere vogels aan zijn eigen jongen voeren, maar uit wetenschappelijk onderzoek is inmiddels wel gebleken dat de zangvogelpopulaties hieronder niet te lijden hebben. Dat wil niet zeggen dat ik blij word als een ekster pas uitgevlogen meesjes als ontbijt nuttigt maar da's de natuur zeker ?
Eksters vormen levenslange broedparen, net als de kauw, en ze vormen met de uitgevlogen jongen nog een tijd een gezin. De juveniele eksters in komen in groepen voor waarbij er meestal veel lawaai wordt geproduceerd. Echte zangers zullen ze helaas nooit worden !
Terwijl baasje geniet van de bloemen van de boompioen genieten deze twee viervoeters op hun manier van de tuin. Epische gevechten worden hier geleverd, afgewisseld met momenten van zalig luieren in het zonnetje ! Iedereen geniet op zijn manier van de tuin.
Hoe de vuurjuffer aan zijn naam is gekomen laat zich makkelijk raden. In de Kempen komen ze vrij algemeen voor, in Oost- of West-Vlaanderen moet je alwat meer geluk hebben. Dit jaar zijn ze er vroeg bij, dat zal wel met het mooie weer van de laatste weken te maken hebben vermoed ik.
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....