Asters zijn ideaal om kleur in de border te brengen vanaf begin augustus tot de eerste vorst een einde aan het spektakel maakt. Je hebt ze in allerlei kleuren en formaten. Oudere cultivars hadden regelmatig last van meeldauw maar tegenwoordig is dat veel minder het geval.
Eén van de betere soorten is "Karl Foerster', genoemd naar de bekende Duitse kweker die veel met o.a. asters en siergrassen is bezig geweest. Dit is een hoge en subtiel lichtpaarse, zeer rijkelijk bloeiende soort. Als het wat meer mag vlammen moet je maar eens naar de 2 volgende foto's kijken. Qua kleur zijn ze bijna identiek maar de eerste soort wordt 1 m hoog en de andere slechts 20cm! Voor elk wat wils dus!
Eén ding hebben ze allemaal gemeen : ze houden van zon, zon, zon !!!
O ja, nog iets ! De hoge soort is heel populair bij de zeldzame kegelbijen. Alhoewel er dus verschillende soorten asters en voorts Heliantus, Sedum, Coreopsis staan, landen die kegelbijen enkel op deze ene soort ! Waarom dat zo is blijft een geheim van moeder natuur !
Dat bestaat niet hoor ik je denken. En toch, de natuur zit vol verrassingen ! De zwartblauwe houtbij bestaat wel degelijk. En je kan er niet naast kijken want ze zijn in vergelijking met de honingbijen kolossaal groot, zo tussen de 2 en de 3 cm ! Het zijn één van de grootste bijen in Europa.
Ze zijn zeldzaam maar door de opwarming van de aarde heb je nu meer kans dan pakweg 10 of20 jaar geleden om er eentje te zien in onze contreien. Het zijn solitaire bijen, ze hebben dus geen koningin. Ze maken een nest tussen houtstapels of dode takken, vandaar de naam.
Eigenlijk is het lichaam van de bij bijna zwart gekleurd met een paars schijntje. Vooral bij de vrouwtjes zijn de vleugels prachtig diep metallisch blauw gekleurd. Door hun grootte ga je in eerste instantie een stapje achteruit maar het zijn gelukkig nogal goedzakken. Mevrouw trok zich van mij niks aan en liet zich door een veel kleinere hommel bijna wegduwen zonder agressief te worden !
Onze bij is duidelijk een maatje groter dan het hommeltje, ze trekken zich verder niks van mekaar aan !
Met het mooie weer van de laatste dagen zijn er ineens veel vlinders opgedoken ! Zoals de atalanta, die binnenkort helemaal naar het zuiden trekt (tot Spanje en zelfs N-Afrika !).
Ik denk niet dat ik het al ooit heb vermeld maar op Bernerhof wonen tuintrollen. Meestal heb je er niet teveel last van en zie je ze zelfs helemaal niet. Zo af en toe duikt er toch eentje tussen de planten op. zoals deze die de dwergcyclamen aan het bewonderen is. De meeste trollen houden wel van bloemen heb ik geleerd in de loop der jaren. Witte en lila cyclamen staan hier zij aan zij. Bij de purperen soort komen in augustus de bloempjes schijnbaar recht uit de grond, het blad, dat overigens ook mooi is, komt pas later. Het blad van de witte cyclamen is zilverwit en duidelijk groter. Beide soorten groeien liefst ergens in de halfschaduw.
Links achter de cyclamen staat Veratrum niger. Dit is een zeer traaggroeiende plant, je moet 5-6 jaar geduld hebben vooraleer je de plant voor de eerste keer in bloei ziet komen en zelfs daarna slaat ie regelmatig een jaartje over. Alhoewel Veratrum zwaar giftig is belet dat de slakken in het voorjaar niet om de plant massaal te lijf te gaan. De gevolgen zie je op de foto. Alhoewel Bernerhof ecologisch wordt "gerund" maak ik één uitzondering. Zonder (weliswaar ecologische) slakkenkorrel hou ik niks Veratrum of Hosta meer over. Als de slijmerige lievertjes van deze korrel eten kruipen ze ergens onder en verdrogen. Belangrijker is dat een egeltje die zo'n slak wil opeten hier niet van dood gaat. De klassieke slakkenkorrel is wel zwaar giftig voor zoogdieren en bijgevolg ook voor Berners !!!
Voor er een misverstand ontstaat: ik heb niks met die deuk te maken ! Die was er al voor ik het beestje ooit zag. En de rest van de carosserieschade valt ook buiten mijn verantwoordelijkheid. Ik vind het overigens een fraai beestje, prachtig blinkend in de zon met zijn gouden schild met groenachtig ondertoontje. Het beestje heeft een paar uur op de sedum doorgebracht waarbij ie soms voor de helft verdween tussen de bloemetjes. Het was me ook niet duidelijk of hij/zij nu dronken werd van nectar of het op de bloemetjes zelf gemunt had.
Die witte "krassen" zijn overigens geen beschadigingen maar haarvlekken (dit volgens specialisten waar ik mezelf niet bijreken). Dit beestje is een niet alledaagse verschijning alhoewel ze nu ook weer niet echt zeldzaam zijn. In de Kempen heb je de meeste kans er eentje tegen te komen !
De maden van deze forse kever (1.5 tot 2 cm) zien er uit als engerlingen maar ze zijn onschuldig, ze leven van rottend hout !
Het licht in september heeft iets magisch. Vooral "s morgens vroeg als de zon nog laag staat is het licht heel speciaal. Niet meer zo fel als in de zomer maar meer bezadigd. Een beetje zoals ik, het moet allemaal niet meer snel, snel, snel, of hevig, hevig, hevig ! De natuur neemt precies even de tijd om wakker te worden. Ik heb geprobeerd de ochtendsfeer op de gevoelige plaat (CCD tegenwoordig) vast te leggen, of het gelukt is laat ik aan jullie om te oordelen.
Terwijl de meeste borders begin september stilaan over hun hoogtepunt zijn gekomen is dit voor de prairieborder hoegenaamd nog niet het geval. De sedum en de herfstasters beginnen er nog maar net aan. Rudbeckia's en zomerasters staan nu op hun mooist en Heliantus (doorlevende zonnebloem) zet ook zijn beste beentje voor. Tel daarbij de siergrassen en de tweede bloei van sommige vuurpijlen op en je weet waaromde tuin momenteel druk bezocht wordt door allerlei fladderende en zoemende nectarliefhebbers. Gisteren heb ik nog een kolibrievlinder gespot die de Verbena had uitgekozen om vanuit de lucht bij te tanken. Het luchtruim boven Bernerhof is drukker bezet dan dat boven Londen Heathrow en hier zijn geen luchtverkeersleiders nodig om alles in goede banen te leiden !
Eucomis vandermerwei 'Octopus' komt uit Z-Afrika en heeft smalle, groen met paars gespikkelde bladeren met een roodpaarse bloeiaar en is net niet winterhard genoeg om het bij ons te redden in volle grond. Ze zouden tot -6 à -7°C kunnen verdragen maar ik ga het risico niet lopen, temeer daar deze soort niet algemeen verkrijgbaar is in tuincentra. Ik vind dit één van de meest exotische van alle Eucomis en het is ook één van de kleinste !
Je kan de bollen dus best uit de grond halen na de eerste nachtvorst ofwel ze als een kuipplant in de serre overwinteren. de plant zal bovengronds afsterven maar in het voorjaar terug uitlopen.
Plant hem op een zonnige warme plek doch niet in de hete middagzon, liefst in een vochtige goed doorlatende en humusrijke grond. Met wat goeie wil kan je zien dat ze verre familie zijn van onze hyacinten.
De Herfsthangmatspin is in België met 262 vertegenwoordigers de grootste spinnenfamilie. Hangmatspinnen weven een karakteristiek web, en daar danken ze hun naam aan. Het bestaat uit een horizontaal matachtig gedeelte, dat via een dradenconstructie langs boven en onder is opgespannen. Zij zijn ongeveer 5-7 mm groot (poten niet meegerekend). De volwassen mannetjes zijn duidelijk slanker en hebben opvallend grote gifkaken.
De Herfsthangmatspin is niet erg kieskeurig wat haar leefgebied betreft. Ze wordt gevonden in vochtige bossen, parken, tuinen en allerlei open gebieden zoals graslanden en bosranden.
Het web van de Herfsthangmatspin wordt vaak in gras en de lagere kruidenlaag gesponnen. Je vindt de spin bijna altijd ondersteboven hangend aan de horizontale mat. Wanneer een prooi tegen de verticale draden vliegt, valt ze vervolgens op het matgedeelte waaronder de spin hangt. Die volgt de trillingen die de prooi in het web veroorzaakt en kruipt tot onder de plek waar de prooi zich bevindt. Vervolgens bijt ze, door haar web, in de prooi en injecteert die met gif. Typische prooien zijn kleine insecten zoals muggen, vliegen en kevers. Deze spin had de Sedum uitgekozen om haar basis te vestigen.
De paring vindt meestal plaats in september. Rond die tijd deelt het mannetje zelfs het web met het vrouwtje, iets wat op andere momenten ondenkbaar is en in een tragedie zou eindigen. Vrouwtjesspinnen zijn namelijk niet vies van een beetje kannibalisme. Hun nakomelingen overwinteren in de eicocon.
Deze spin had de Sedum uitgekozen om haar basis te vestigen. De hommeltjes erboven zijn met deze gewaarschuwd !!!
Zo heel af en toe weet de natuur het ook even niet meer. Zoals met een tweede bloei van de rododendron. Het gebeurt zeker niet elk jaar maar af en toe krijgen sommige rododendrons in september er zin in om nog eens in bloei te komen. Deze najaarsbloei is weliswaar vrij bescheiden vergeleken met de hoofdbloei in mei ! Elk extra bloemetje is wel steeds welkom.
Vorige winter was ik begonnen aan de make-over van een stukje tuin naast het huis. Dit stukje is maar 3 meter breed en zo'n 7-8 meter lang. Omdat het zicht vanuit de slaapkamer niet zo fantastisch is wegens de "koterij" van de buren heb ik geopteerd voor een combinatie van taxus en draadkorven als afscheiding. Deze laatste zijn onderhoudsvriendelijker dan een houten schutting en ik ben niet zo'n "betontype". Veel zon komt hier niet. Enkel op de middag gedurende een uurtje of twee heb je hier rechtstreekse zon. De sfeer is eerder rustig te noemen. Een Gingko biloba en een Buddha zorgen er samen met de bestaande bamboe voor dat de shock 's morgens niet te groot is als ik de gordijnen opentrek ! De Taxus haag is recuperatiemateriaal van elders in de tuin toen er plaats moest gemaakt worden voor de muurserre. Er moeten nog één of twee taxusplanten bij gezet worden en de tijd daarvoor komt er nu aan. De grote hitte is weg en de grond is toch al iets vochtiger geworden.
Kegelbijen (Coelioxys) hebben een karakteristiek kegelvormig achterlijf dat in een punt eindigt en waaraan deze bijen hun naam te danken hebben. Kegelbijen zijn parasitaire bijen, die hun eitjes leggen in de nesten van Behangersbijen, Metselbijen en Sachembijen.
Er zijn negen soorten Kegelbijen in onze contreien, die allemaal zeldzaam zijn. Kegelbijen hebben behaarde ogen. Van alle bijensoorten hebben alleen Honingbijen dat ook. Van de slanke kegelbij zijn het afgelopen jaar maar een handvol exemplaren waargenomen !
Hyophorbe lagenicaulis is een traaggroeiende palm die door zijn flesvormige stam wellicht de populairste soort is van dit geslacht. Zelfs volgroeide exemplaren hebben gewoonlijk minder dan 10 bladeren, wat de planten een attractief en elegant silhouet verleent. Deze vorstgevoelige palmen prefereren het klimaat in laaggelegen gebieden van de tropen en de subtropen. In hun oorspronkelijke leefgebied groeien ze in vruchtbare, vulkanische grond. The flessenpalm is afkomstig van Round Island voor de kust van Mauritius in de Indische oceaan. Daar zijn ze in het wild vrijwel uitgestorven door vernieling van hun habitat. Door woudkap is hun leefgebied grotendeels vernield en de jonge boompjes worden opgevreten door geiten die geïmporteerd werden door de Europeanen. Gelukkig zijn ze in tropische tuinen zo populair dat hun voortbestaan gewaarborgd is. Deze palm kan je best niet onder 10°C houden. Ze kunnen absoluut geen vorst verdragen! Het is een (traaggroeiende) decoratieve kuipplant of huiskamerplant. Deze morgen was het hier een frisse 9°, dat is dus al op het randje voor onze flessenpalm!
Vandaag de laatste dag van de grote vakantie. Niet dat dit voor mij veel verschil maakt, ik heb het hele jaar grote vakantie maar het jonge volkje zal het morgen geweten hebben. Dit maar om te zeggen dat de herfst stilaan dichterbij komt!
Terwijl sommige borders eind augustus al lang over hun hoogtepunt zijn is het met de prairieborder net andersom. Helenium (doorlevende zonnebloem) staat nu op zijn mooist, de herfstasters en sedum beginnen er nog maar net aan. Ondertussen heeft verbena zijn tweede adem gevonden en doet terug mee tot in oktober. Dat al deze vrolijke kleurtjes fladderaars aantrekt hoeft geen betoog. Dat bewijzen diverse vlinders, bijtjes en hommels elke dag! Twee dagen geleden heb ik nog een heel zeldzame kegelbij gespot. En daar word ik er ook vrolijk van. Da's ook mooi meegenomen, toch ?
Afgelopen vrijdag kwam één van onze grootste en mooiste inheemse vlinder even dag zeggen in de tuin. Ik liep, met fototostel, eigenlijk de tuin in om scheefbloemwitjes te verrassen. Onze koninginnenpage bleef net lang genoeg voor een fotoshoot en besloot toen dat de show lang genoeg geduurd had en vertrok terug. Twee minuutjes vroeger of later naar buiten gekomen en ik zou dit gemist hebben. Soms moet een mens wat geluk hebben !
Deze twee samen wogen 2 weken geleden net 100 kilo. Waarschijnlijk nu nog iets meer want onze jongste is nog maar 9 maanden en dus nog in de groei. Je moet goede wandelschoenen met antislipzolen hebben om niet op je buik door de straat gesleept te worden als ze de poes van de overburen zien. In de tekenfilmpjes van Tom & Jerry loopt dat allemaal wel goed af maar de werkelijkheid is waarchijnlijk anders !!!
Zelf had ik het nooit voor mogelijk gehouden dat ik dit ooit zou zeggen. Maar tijden veranderen, en het klimaat blijkbaar ook! Gisteren in de vooravond was er eindelijk nog eens een malse regenbui. Zo van het type "ideaal voor de planten". Daarna was het net lang genoeg gestopt met regenen om even met de honden te gaan wandelen. So far so good! Omdat de lucht nogal donker werd keken we even later eens op de buienradar wat er zat aan te komen. Dat was niet zo mooi : onweer en zware neerslag kamen recht op ons af! In gedachten zag ik de Miscantus al helemaal plat op de grond liggen. Maar blijkbaar hebben de weergoden zich op het laatste moment bedacht. Het onweer nam een bocht en de miscantus staat nog recht en bovendien moest ik de potten met kuipplanten niet meer begieten. Het mag al eens meevallen zeker?
Het was de eerste keer dit jaar dat er een landkaartje op bezoek kwam. Ik zal het anders formuleren : de eerste keer dat ik het opmerkte dat er eentje op bezoek kwam. Het zijn sowieso onregelmatige bezoekers hier op Bernerhof. Elke zomer zie ik er slechts 1 of 2 langskomen.
Landkaartjes komen overal in Vlaanderen en Nederland voor, maar zijn lang niet zo talrijk als koolwitjes of dagpauwogen. Ze hebben voorkeur voor plekken met bomen en struiken en (in het voorjaar) met bloeiend fluitenkruid. Misschien wat onverwacht, maar landkaartjes zijn er gek op. Als de temperatuur 20 graden of hoger is, zijn ze volop actief: op de goede plekken kun je er dan wel tien of meer tegenkomen. Die goede vliegplaatsen vind je in natuur- en bosgebieden, maar ook in natuurlijk beheerde stadsparken en recreatiegebieden. De waardplant voor hun rupsjes is de grote brandnetel, da's de enige plant die ze lusten!
Ze vliegen in 2 of 3 generaties. De eerste generatie inhet voorjaar ziet er helemaal anders uit dan hun soortgenootjes van de tweede of derde generatie in de zomer.
Het vlindertje op de foto is een tweede of derde generatie (grondkleur = zwart), de eerste generatie is oranjekleurig maar die heb ik hier nog nooit gezien!
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....