Zo heel af en toe weet de natuur het ook even niet meer. Zoals met een tweede bloei van de rododendron. Het gebeurt zeker niet elk jaar maar af en toe krijgen sommige rododendrons in september er zin in om nog eens in bloei te komen. Deze najaarsbloei is weliswaar vrij bescheiden vergeleken met de hoofdbloei in mei ! Elk extra bloemetje is wel steeds welkom.
Vorige winter was ik begonnen aan de make-over van een stukje tuin naast het huis. Dit stukje is maar 3 meter breed en zo'n 7-8 meter lang. Omdat het zicht vanuit de slaapkamer niet zo fantastisch is wegens de "koterij" van de buren heb ik geopteerd voor een combinatie van taxus en draadkorven als afscheiding. Deze laatste zijn onderhoudsvriendelijker dan een houten schutting en ik ben niet zo'n "betontype". Veel zon komt hier niet. Enkel op de middag gedurende een uurtje of twee heb je hier rechtstreekse zon. De sfeer is eerder rustig te noemen. Een Gingko biloba en een Buddha zorgen er samen met de bestaande bamboe voor dat de shock 's morgens niet te groot is als ik de gordijnen opentrek ! De Taxus haag is recuperatiemateriaal van elders in de tuin toen er plaats moest gemaakt worden voor de muurserre. Er moeten nog één of twee taxusplanten bij gezet worden en de tijd daarvoor komt er nu aan. De grote hitte is weg en de grond is toch al iets vochtiger geworden.
Kegelbijen (Coelioxys) hebben een karakteristiek kegelvormig achterlijf dat in een punt eindigt en waaraan deze bijen hun naam te danken hebben. Kegelbijen zijn parasitaire bijen, die hun eitjes leggen in de nesten van Behangersbijen, Metselbijen en Sachembijen.
Er zijn negen soorten Kegelbijen in onze contreien, die allemaal zeldzaam zijn. Kegelbijen hebben behaarde ogen. Van alle bijensoorten hebben alleen Honingbijen dat ook. Van de slanke kegelbij zijn het afgelopen jaar maar een handvol exemplaren waargenomen !
Hyophorbe lagenicaulis is een traaggroeiende palm die door zijn flesvormige stam wellicht de populairste soort is van dit geslacht. Zelfs volgroeide exemplaren hebben gewoonlijk minder dan 10 bladeren, wat de planten een attractief en elegant silhouet verleent. Deze vorstgevoelige palmen prefereren het klimaat in laaggelegen gebieden van de tropen en de subtropen. In hun oorspronkelijke leefgebied groeien ze in vruchtbare, vulkanische grond. The flessenpalm is afkomstig van Round Island voor de kust van Mauritius in de Indische oceaan. Daar zijn ze in het wild vrijwel uitgestorven door vernieling van hun habitat. Door woudkap is hun leefgebied grotendeels vernield en de jonge boompjes worden opgevreten door geiten die geïmporteerd werden door de Europeanen. Gelukkig zijn ze in tropische tuinen zo populair dat hun voortbestaan gewaarborgd is. Deze palm kan je best niet onder 10°C houden. Ze kunnen absoluut geen vorst verdragen! Het is een (traaggroeiende) decoratieve kuipplant of huiskamerplant. Deze morgen was het hier een frisse 9°, dat is dus al op het randje voor onze flessenpalm!
Vandaag de laatste dag van de grote vakantie. Niet dat dit voor mij veel verschil maakt, ik heb het hele jaar grote vakantie maar het jonge volkje zal het morgen geweten hebben. Dit maar om te zeggen dat de herfst stilaan dichterbij komt!
Terwijl sommige borders eind augustus al lang over hun hoogtepunt zijn is het met de prairieborder net andersom. Helenium (doorlevende zonnebloem) staat nu op zijn mooist, de herfstasters en sedum beginnen er nog maar net aan. Ondertussen heeft verbena zijn tweede adem gevonden en doet terug mee tot in oktober. Dat al deze vrolijke kleurtjes fladderaars aantrekt hoeft geen betoog. Dat bewijzen diverse vlinders, bijtjes en hommels elke dag! Twee dagen geleden heb ik nog een heel zeldzame kegelbij gespot. En daar word ik er ook vrolijk van. Da's ook mooi meegenomen, toch ?
Afgelopen vrijdag kwam één van onze grootste en mooiste inheemse vlinder even dag zeggen in de tuin. Ik liep, met fototostel, eigenlijk de tuin in om scheefbloemwitjes te verrassen. Onze koninginnenpage bleef net lang genoeg voor een fotoshoot en besloot toen dat de show lang genoeg geduurd had en vertrok terug. Twee minuutjes vroeger of later naar buiten gekomen en ik zou dit gemist hebben. Soms moet een mens wat geluk hebben !
Deze twee samen wogen 2 weken geleden net 100 kilo. Waarschijnlijk nu nog iets meer want onze jongste is nog maar 9 maanden en dus nog in de groei. Je moet goede wandelschoenen met antislipzolen hebben om niet op je buik door de straat gesleept te worden als ze de poes van de overburen zien. In de tekenfilmpjes van Tom & Jerry loopt dat allemaal wel goed af maar de werkelijkheid is waarchijnlijk anders !!!
Zelf had ik het nooit voor mogelijk gehouden dat ik dit ooit zou zeggen. Maar tijden veranderen, en het klimaat blijkbaar ook! Gisteren in de vooravond was er eindelijk nog eens een malse regenbui. Zo van het type "ideaal voor de planten". Daarna was het net lang genoeg gestopt met regenen om even met de honden te gaan wandelen. So far so good! Omdat de lucht nogal donker werd keken we even later eens op de buienradar wat er zat aan te komen. Dat was niet zo mooi : onweer en zware neerslag kamen recht op ons af! In gedachten zag ik de Miscantus al helemaal plat op de grond liggen. Maar blijkbaar hebben de weergoden zich op het laatste moment bedacht. Het onweer nam een bocht en de miscantus staat nog recht en bovendien moest ik de potten met kuipplanten niet meer begieten. Het mag al eens meevallen zeker?
Het was de eerste keer dit jaar dat er een landkaartje op bezoek kwam. Ik zal het anders formuleren : de eerste keer dat ik het opmerkte dat er eentje op bezoek kwam. Het zijn sowieso onregelmatige bezoekers hier op Bernerhof. Elke zomer zie ik er slechts 1 of 2 langskomen.
Landkaartjes komen overal in Vlaanderen en Nederland voor, maar zijn lang niet zo talrijk als koolwitjes of dagpauwogen. Ze hebben voorkeur voor plekken met bomen en struiken en (in het voorjaar) met bloeiend fluitenkruid. Misschien wat onverwacht, maar landkaartjes zijn er gek op. Als de temperatuur 20 graden of hoger is, zijn ze volop actief: op de goede plekken kun je er dan wel tien of meer tegenkomen. Die goede vliegplaatsen vind je in natuur- en bosgebieden, maar ook in natuurlijk beheerde stadsparken en recreatiegebieden. De waardplant voor hun rupsjes is de grote brandnetel, da's de enige plant die ze lusten!
Ze vliegen in 2 of 3 generaties. De eerste generatie inhet voorjaar ziet er helemaal anders uit dan hun soortgenootjes van de tweede of derde generatie in de zomer.
Het vlindertje op de foto is een tweede of derde generatie (grondkleur = zwart), de eerste generatie is oranjekleurig maar die heb ik hier nog nooit gezien!
Zijn er bij insecten ook punkers of komt dat verschijnsel enkel bij mensen voor? Wel, we zijn niet uniek wat dat betreft! De woeste sluipvlieg is er het bewijs van. Deze vlieg heeft maar een beperkt aantal haartjes die precies met gel worden rechtgehouden zodat er een soort van punkkapsel ontstaat. Dit staat in schril contrast met het bijna donsachtig uiterlijk van bvb. hommeltjes.
De Hydrangea paniculata (pluimhortensia) behoort tot een zeer grote familie. In de natuur vind je ze terug in China, Taiwan maar ook in Japan. Het zijn meestal grote struiken die in het land van oorsprong , op volwassen leeftijd soms wel tot 6 - 7 m hoog kunnen worden, maar bij ons ruim kleiner blijven. De grootte en breedte hangt ook sterk af van de mate van terugsnoeien !!! Ze groeien tot op 2000m hoogte en zijn zeer goed winterhard.
De bloeiwijze bestaat uit pluimvormige bloemen met witte fertiele binnenbloemen en grotere witte rand-of lokbloemen, in de volksmond vaak 'schapekoppen' genaamd. De breedte van de bloempluimen kan variëren van smal tot zeer breed, naargelang de variëteit, de meeste soorten bloeien vanaf juli, augustus tot in oktober.
Hydrangea paniculata's zijn echte zonnekloppers, ze houden van een zonnige positie met een voldoende vochtige grond in de zomer, maar drogere grond in de winter. In regio's waar het in de winter veel regent is aanplanting op een lichte helling aan te bevelen. Hier in de Kempen doen ze het in de halfschaduw eigenlijk nog beter dan in volle zon omdat de grond dan minder snel uitdroogt!
Pluimhortensia's bloeien op éénjarig hout, dwz. dat je ze in de vroege lente flink kan terugsnoeien zonder daarom aan bloemen in te boeten.
Persoonlijk hou ik vooral van de meer natuurlijk uitziende soorten. Die hebben als voordeel dat ze wind- en stortbuibestendig zijn. Momenteel waait het hier flink maar dat deert ze niet. Ik vrees echter voor de "Annabellen" van de buurvrouw want die worden zo topzwaar na een bui dat de hele boel tegen de grond gaat!
Vandaag is onverwacht na een korte ziekte Tosca overleden. Tosca was de hond van mijn vader en de beste vriend van Scruffy, onze jongste Berner. Ondanks het grote leeftijdsverschil konden die twee het best met elkaar vinden. De foto hieronder is van zondag ll. Tosca heeft totaal onverwacht hersenschade opgelopen door een bloeding of een tumor. Hij is deze morgen zachtjes ingeslapen.
Rust zacht lieve schat, we zullen je missen !
Als er een hondenhemel bestaat heeft Tosca daar vast en zeker een plaatsje om alles hier goed in het oog te houden !
Als je hier niet vrolijk van wordt weet ik het ook niet meer! Rudbeckia, ook wel zonnehoed genoemd, bloeit van eind juli tot ver in oktober. Het is een flamboyante, bladverliezende vaste plant die pollen vormt die elk jaar uitbreiden. Rudbeckia fulgida "Goldsturm" houdt van een standplaats in volle zon of halfschaduw en doet het goed in iedere, gemiddeld vruchtbare, goed doorlaatbare grond. De plant is goed winterhard, redelijk droogtetolerant en lokt bovendien vele vlinders, bijen, hommels en andere insecten.
Tijdens de recente hittegolf gaven de planten meermaals te kennen dorst te hebben. Na een sproeibeurt was hier enkele uren later niets meer van te merken en stond alles weer mooi rechtop. Zelfs de bloemen weten er niet van en staan terug mooi te wezen alsof er niks aan de hand was. Een leuke (onmisbare) plant voor de prairietuin waar je je weinig zorgn moet om maken!
Met deze sierbanaan uit de hooglanden van Ethiopië heb ik een haat-liefde relatie. Elk jaar tegen september hebben we een mooie tropische plant met donkergroene bladeren en rode nerven van meer dan 150 cm. Tegen eind oktober moet de plant naar binnen want één graadje vorst betekent het einde voor dit banaantje! Probleem is dat we de bladeren moeten inkorten wegens te hoog. Tegen mei kan de plant terug naar buiten en ziet er dan niet echt fraai uit. Halve bladeren met bruine randen. De wind maakt dan gewoonlijk nog een aantal extra scheuren en bij de eerste felle zomerzon verbranden de bladeren sneller dan dat je tot drie kan tellen! Gelukkig is het een snelle groeier, eens de temperatuur boven de 20° uitkomt verschijnt elke week een nieuw blad. Tegen eind augustus staat er terug iets dat de naam bananenplant waardig is!
Zo'n kuip versleuren is ook niet simpel want de pot is eigenlijk te groot in diameter om met een steekwagentje te kunnen transporteren. Je bent met twee personen nodig want het is "blind rijden" en de deuropening is het heikele punt van de hele onderneming.
Enfin, we gaan eerst nog een week of zes genieten voor het weer zover is! We zullen maar preventief gaan fitnessen zeker?
Klaar om iedereen te verwelkomen. 's Zondags komt Tosca, de flatcoat retriever, op bezoek en dat is geweten in hondenland. Hoe ze dat weten dat het zondag is is me een mysterie en een half uur voor aankomst liggen ze al mooi te wachten zonder dat ik iets gezegd heb. Ze hebben blijkbaar een ingebouwde kalender met uurwerkfunctie!
Er zijn zeer, zeer veel soorten begonia, meer dan vijftienhonderd. Een aantal worden vanwege het fraaie blad als kamerplant gehouden. De begonia is echter bij ons vooral bekend als éénjarige. Wie kent niet de bloemperken uit de jaren '70 met steevast knalrode begonia's en gele of oranje Tagetes (stinkertjes in het Antwerps).
Om wat overzicht te behouden op de enorme begonia familie zijn ze ingedeeld in groepen. Zo zijn er bladbegonia's, knolbegonia's, dikstengelige begonia's, struikbegonia's, winterbloeiende begonia's en Tuberhybride-begonia's. De indeling berust op het wortelgestel en de groeiwijze. Een begonia - ook wel scheefblad genoemd - is veelal groenblijvend. Het blad van de meeste begonia's is asymmetrisch van vorm.
Begonia grandis is ingedeeld bij de knolbegonia's. De soort komt van nature voor in China, op hoger gelegen heuvels in Zuidoost-Azië en het zuiden van Japan. In landen rondom de Middellandse Zee is deze begonia ook nog wel eens te bewonderen. Hij is min of meer winterhard en overleeft een paar graden vorst, mits de plant in het najaar een afdekking krijgt met veel blad of stro.
Onze cultivar heeft witte bloemetjes vandaar het toevoegsel "alba". Ik heb deze plant pas een weekje of zo. We zullen hem zo goed mogelijk door de winter loodsen en laten het weten of ie al dan niet de komende winter overleeft. Ik ben er wel redelijk gerust in, de plant staat vlakbij een subtropische Tetrapanax en die heeft toch al een paar winters zonder veel erg overleeft. De witte bloemetjes van de Begonia zullen dit hoekje in de schaduw wat oplichten. De eerste zijn net geopend vandaag !
De naam geeft al een heleboel informatie over deze kleine lage vaste plant. Hederifolium geeft aan dat het blad wat weg heeft van klimop. Album duidt op de witte bloemetjes die in de nazomer en de herfst verschijnen en silver leaf spreekt voor zichzelf. Een vaste cyclaam die liefst in de halfschaduw staat. Niet te vochtig maar ook niet kurkdroog. Het winterharde, gemarmerde, klimopachtige blad is prachtig zilvergrijs. Een sieraad!
Het eerste jaar na aanplant best wat beschermen bij zeer strenge vorst. Een ideale plant voor een schaduwrotstuintje of ergens als onderbegroeiing in een schaduwtuin. De plant wordt maar zo'n 10 cm hoog. Reeën lusten de plant niet, goed om weten als je deze soms op bezoek krijgt in je tuin. De plant is afkomstig uit Z-Europa, de Balkan en W-Turkije.
Deze witte variant is een leuk alternatief als je wat uitgekeken raakt op de "normale" purperroze cyclamen. Ik ga de twee combineren, ik hoop jullie volgend jaar het resultaat te kunnen laten zien.
Dit is een niet zo algemeen vlindertje dat hoofdzakelijk aan de kust te bewonderen valt. Je ziet ze meestal in duinengebied en ze hebben verschillende soorten viooltjes nodig die als voedsel voor hun rupsjes dienen. Nu zitten we hier zo'n kleine 200 km van de kust maar gelukkig voor de kleine parelmoervlinder hebben we hier in de Kempen wel hier en daar nog landduinen.
Vorige zomer heb ik er ook een aantal gezien maar dit is de eerste keer dit jaar! Als je de onderkant van de vleugels ziet weet je direct hoe ze aan hun naam gekomen zijn.
De kleine parelmoervlinder komt voor van Frankrijk tot Oost-Azië en van Midden-Scandinavië tot Noord-Afrika. Ze komen niet voor op de Middellandse Zee eilanden behalve dan op Sicilië. In Groot -Brittanië zal je ze ook niet vlug tegenkomen al is er af en toe wel eens eentje dat de oversteek maakt.
Ik ben Roger
Ik ben een man en woon in de Kempen (België) en mijn beroep is jong gepensioneerde.
Ik ben geboren op 29/05/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, fotografie, zeewateraquarium, modelbouw, ....