Awel mannekes, ik moet u zeggen dat het hier wreed veel regent van bijeenkomsten. Een bijeenkomst hier, en een bijeenkomst daar. Ik peis dat ons klein waterlandje veel te klein gaat worden, om al da volk te kunnen verzamelen. Maar ja, ge moet in klein beginnen, wilt ge groot eindigen hé. Ik herinner mij nog nog heel goed, toen ik als ne kleine snotter naar school ging. Op ne dag hebben ze daar ook ne keer een soort bijeenkomst gehouden, om elkaar wat beter te leren kennen. Awel mannekes, ik moet u zeggen dat da vroeger toch heel wat anders was dan nu. Wat wilt ge, als er niet veel kleine snotters in uw klas zitten, die nog nooit gehoord hadden van een bijeenkomst. Maar degene die er wel waren, maakten zoveel lawaai dat het rap gedaan was. 't Was niet moeilijk, we droegen in diene tijd allemaal van die houden klompen, waar de mensen van wakker werden, als ze lagen te slapen.
Kamiel de leugenaar en August de Bleiter, dat was onze directeur en zijn meeloper, die hadden dat georganiseerd. En madam flawie had gezorgd voor de zure rijspap met avermout, om ons toch maar ne prettige dag te bezorgen. De dag nadien was iedereen ziek, en lag in bed met de geelzucht. Trippel de Tram, dat was de doktoor van 't school, diene mens had viertien dagen nodig om bij twintig snotneuzen te gaan. 't Was in feite niet moeilijk, omdat in dienen tijd de mensen veel te ver van elkaar woonde. Kamiel de Gieter, dat was onze schoolmeester, de dienen mocht dan voor veertien dagen op vervroegd pensioen gaan. Maar na veertien dagen moest hij terugkeren, om les te geven aan ons. En Marie Blauvoet, die was onze kuisvrouw. Die moest alle dagen kuisen, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat.Awel mannekes, die bijeenkomst heeft nog geen twee uur geduurd.
Awel mannekes, na veertig jaar ik heb bij mij thuis ook ne keer een bijeenkomst georganiseerd. Ik, mijne pa en mijn ma, die juist voor mijn geboorte mijn moeder is geworden en mijn vier broers, die alle dagen voor nirts ruzie maken. Awel mannekes, ik doe dat regelmatig, maar nu met wat minder volk. Ik heb gisteren nen telefoontje gekregen van mijne pa, en de diene vertelde mij dat het ginder boven elke dag een bijeenkomst is. Alle dagen rijstpap met gouden lepels, en allemaal in 't wit hé.
Maar nu met de komt van de senioren en de seniorettes, is dat heel wat anders. Nu zijn ze in verschillende groepen verdeeld, en de groepen worden alsmaar groter en groter. De mensen wonen nu veel dichter bijeen dan vroeger, en kunnen beter communiseren met elkaar. Is het niet via een bijeenkomst, dan is er nog altijd de computer of den telefoon die ons een handje helpt. In feite mogen we niet klagen hé.
't Is maar om u te zeggen, dat zo een bijeenkomst toch veel vrienden kan maakt hé.
Gisteravond ben ik wat vroeger in mijne nest gekropen, omdat mijn twee slapoogkes toch al toe vielen van de vaak. En na drie uur in mijne warme nest gelegen te hebben, was ik dan ook verplicht van op te staan hé, want ik lag hier toch maar te wroeten en te draaien, dat gans mijne warme nest overhoop lag. Ja mannekes, normaal gezien lig nog wat aan mijn tenen te prussen of wat met mijn vingers aan het spelen, als ik niet kan slapen. Maar ik peis dat ik de nacht daarvoor wat te veel heb geslapen hoor. Maar nu stel ik mij de vraag, wat moet ik doen om de resterende uren te slijten?. Awel mannekes, gewoon voor mijne computer zitten, en af en toe een plezant verhaaltje aanéén breien hé.
Ja mannekes, mijn verhaaltje gaat dan ook over: Open deurdag, want mijn deur altijd open staat hoor. Vroeger moesten de mensen bellen of kloppen om binnen te komen en dan moest ik van uit mijn luie zetel recht staan, om te gaan kijken wie er voor de deur staat. Ik heb daar wreed lang moeten achter zoeken, om die mensen die aan mijn deur komen bellen op kloppen een beetje gemakkelijker te maken. Awel mannekes, na veel zoek en denkwerk heb ik het eindelijk gevonden, ik heb mijn deur afgevezen en daar een schoon gebloemd tafellaken aangehangen. Nu moeten die mensen niet meer bellen of kloppen, om binnen te komen hé. Want om de twee maand was die deurbel toch kapot van het teveel te bellen, en hun kneuten deden zeer van te kloppen. Maar ik heb er wel een groot papier opgeplakt met daarop in grote koeieletters geschreven: Gelieve mij eerst telefonisch teverwittigen, voordat ge op bezoek komt.
Ja mannekes, ik moet u wel zeggen dat da wreed goed marcheerd hoor, want elke dag telefoneerd de fakteur mij op, om te zeggen of diene persoon komt of niet. In feite is het bij mij elke dag een open deurdag. Ik vind dat persoonlijk een heel goed idee hoor, want als ge naar een open deurdag gaat die toe is, dan moet ge nog eerst bellen of kloppen, om te vragen als ge binnen moogt. En als ge niet binnen moogt, dan moogt ge nog terugkeren van waar ge zijt gekomen.
Awel mannekes, ik ben ne keer naar een open deurdag geweest, maar ik moet u wel zeggen dat er daar geen enkele deur te vinden was, op diene opendeurdag. Ik mocht daar zelfs gratis en voor niks binnen, en zolang ik maar wilde. Awel mannekes, dat noem ik echt open deurdag, waar ge gratis en voor niks naar binnen moogt. Er zijn dan ook verschillende open deurdagen, waar ge ook niet op voorhand moet voor bellen hoor. Als ik ne keer goesting heb van naar de rommelmrkt te gaan om iets te kopen of om ne keer rond te lopen, dan moet ik toch ook niet betalen om binnen te mogen. Is die rommelmarkt nu binnen of buiten, binnen moogt ge toch hoor.
Awel mannekes, ik peis dat ik morgen nog ne keer naar een open deurdag zal gaan, want 't is vrijdag en als het vrijdag is, is dat hier in Gent altijd rommelmarkt op de vrijdagsmarkt.
Ja, mannekes, 't is vandaag voor de zoveelste keer vrijdag, en dan denken de meeste mensen aan hun laatste werkdag of aan de gevaren die kunnen gebeuren. Een dag waar iedereen naar uitkijkt, omdat het weekend voor de deur staat en we ons twee dagen kunnen uitslapen. Allé, uitslapen is misschien wat teveel gezegd, vooral als ge iets geplant hebt hé. Voor de werkende mens zijn deze twee rustdagen dan ook welgekomen, om even wat stoom af te laten die we teveel hebben. De vrijdagavond word dan ook beslist, wat me mens in die twee dagen nadien gaan doen hé. Voor degene die ne uitstap gaan maken van twee dagen, worden dan ook de lege valiezen opgevuld met al het nodige erin.
Soms zijn het twee kleerkasten vol met kledij, want ge weet maar nooit wat ge gaat aantrekken hé. Soms neemt me ook nog twee soorten paraplus mee, ne zomer en ne winter paraplu. De zomerparaplu is meestal geschikt, om de laaghangende zon tegen te houden. De winterparaplu daar tegen dient meestal om de neervallende regendruppels tegen te houden, die naar beneden vallen. En voor de geene die het wat rustig aan willen doen, is het meestal een sportieve twee daagse of één dag sportief te zijn en de tweede dag om uit te rusten.
Om even tot rust te komen van al die stress, en de vermoeidheid dat we hebben opgelopen. Om even te pauzeren en de drukte te ontlopen, of om de platte battereien weer op te laden. Om lekker te gaan fietsen of te gaan wandelen, als het weer het toelaat. Met de hond of met de kinderen, er even tussenuit trekken. Of te gaan vissen op paling in 't groen, of makreel is tomatensaus.
Maar voor de vrouw was dat vroeger meestal ne zware dag, van hard labeur. Zij stonden meestal wat vroeger op dan anders, om te kuisen en het overtollige stof naar buiten te jagen. Het stof dat onverwachts naar binnen kwam, zonder kloppen of te bellen. Om alles wreed schoon te doen blinken, voor het onverwachte bezoek die kan komen. En als dat bezoek zo onverwachts aan uw openstaande deur komt bellen en ge hebt geen eten genoeg in huis, dan is dat zeker vervelend he. Wat dat laatste betreft is dat voor mij geen probleem, want ik ben toch niet thuis. Maar voor alle zekerheid,zal ik een papierke aan mijn deur plakken met in grote koeieletters: Gelieve niet te kloppen of te bellen, want ik ben toch niet thuis.
Allé mannekes, ik wens ieder van u een goed weekend, met of zonder zon. Maar neem toch maar voor alle zekerheid ne paraplu mee hoor.
Voor ik mijne tekst begin, wil ik alle moeder uit het Antwerpse, een gelukkig moederdag wensen.
Ja mannekes, in feite is moederdag de tweede zondag van mei, maar ik denk dat ze ergens een fout hebben gemaakt hoor.
Vroeger bestond de taak van een moeder erin, om voor kinderen en in het huishouden te zorgen. Omdat de meeste gezinnen veel groter waren dan nu, daarom was een gezin met zeven kinderen of meer geen uitzondering meer. Dit vroeg dan ook voor de moeders zeer veel inspannig, en was het dan ook een hele en zware karwei om dit tot een goede einde te brengen. Bovendien konden de moeders niet beschikken over de moderne apparaten van nu. Nee, want in diene tijd waren er nog geen vaatwassers, om al de potten en pannen te doen blinken. Ook geen wasmachine, om ons vuile broeken te wassen en de witte hemd van pa schoon wit te houden. Of ne doodgewone droogtrommel, om het water eruit te persen.
Zelf geen moderne keuken, waar we wat meer tijd zouden hebben om het eten klaar te maken, als we honger hadden. Nee nee, de modernisme lag in dienen tijd nog ver achter ons. Al het werk gebeurde dan ook met de blote hand, zodat de moeders dikwijls met blaren op hun handen rondliepen. De ganse dag was moeder de vrouw bezig met wassen en plassen, om toch maar de ruwe vloer proper te krijgen en het vuil van onze overal weg te krijgen. Zelfs met het strijken van vader's hemden, en het poetsen de ramen. En het koken was ook al een hele karwei, zeker als ge met een heeeeeel groot huisgezin was.
De dag van vandaag hebben de moeders in het huishouden, het heel wat gemakkelijker. Niet alleen omdat ze nu over moderne apparaten kan beschikken, maar ook omdat het huishouden niet langer een moederberoep meer is. Vele papa's steken nu een handje toe, om toch maar op een goed blaadje te komen te staan. Dit geeft vele mama's de kans om buitenhuis te gaan werken. Maar ook daar moeten ze zich extra inspannen, om zich te bewijzen.
In feite heeft een werkende moeder een dubbele taak, en toch worden ze nog altijd minder gewaardeerd.
Zoals velen onder ons heb ik ook mijn vaderland moeten dienen, blijkbaar hadden ze mij ginder nodig. Maar voor ik definitief goedgekeurd was voor het vaderland te dienen, moest ik eerst naar het klein kasteeltje in Brussel gaan, om zo gezegd mijn drie dagen te doen.
Awel, na twee dagen was ik al gekeurd en mocht ik weer naar thuis gaan.
Ik vraag me in feite af, waarom ze daar drie dagen van maken, als ge na twee dagen terug naar huis mag gaan. Ik denk dat ze daar ne dag aan toegevoegd hebben, ingeval dat er staking moest uitbreken.We werden daar elke dag naar verschillende vleeskeurdes gestuurd, en moesten daar verschillende medische testen ondergaan.
't Was precies een vleeskeuring, klaar om in de toonbank gelegd te worden van een keurslagerij. Maar als dat nu de eerste of de tweede kwaliteit was, dat weet ik in feite niet hoor, omdat ik daar nooit heb gelegen.
Na een paar maanden werdt ik definitief opgeroepen, om ons klein vaderlandje te dienen en dat was in het verre Turnhout bij Michel Blaron. Ik weet het nog zo goed, alsof het gisteren was. Het was de 28ste 1968, waar de sneeuw centimeters dik op elkaar geplakt lag.
Ze zeggen dat ge bij 't leger ne man wordt, en ik ben potverdikke als man geboren.
Maar ik moet u wel zeggen, dat ik wreed veel hebt afgezien.
Zo elke dag van die wreed zware oefeningen te moeten doen, en op mijn platte buik door de witte opgehoopte sneeuw te moeten kruipen. Precies of we mochten niet gezien worden.
En dan nog met een geweer op uwe rug waar er een groot mes op zat die ge niet moogt gebruiken, om uw soldatenkoekskes mee te snijden. En met ne versleten soepkom op mijne half kop, waar ze de dag daarvoor bijna al mijn witte pluimen hadden afgesneden, om mijn legermatras mee op te vullen. En met een Picasso kostuum aan, en met voetbalschoenen aan mijn zere voeten.
Ik had de dag daarvoor teveel op mijn voeten gelopen en die waren zo aan het zwellen gegaan, dat ze zere deden. Om nog maar te zwijgen over het eten, die vier dagen op voorhand werdt klaargemaakt. Af en toe kregen we daar 's middags bij ons soldatenkost blauwe eieren, waarschijnlijk waren die gevallen en hadden ze blauwe plekken gekregen.
De aardappelen leken precis op tennisballen van Wimbledon, waar ze met tennissen. Het vlees was precies een schoenzool die te veel te lang in de zon gelegen had, en waar ge al uw tanden op stuk beet. Ik heb zo ne keer al mijn witte tanden op stuk gebeten, en 's anderdaags kreeg ik twee schoenzolen.
Ik moet u wel zeggen, dat ge daar wel wreed sterke tanden van krijgt, want nu heb ik een vals gebit. Maar dat vals gebit is nu zo vals geworden, dat het niet echt is hé. Na mijn militaire opleiding werd ik denifitief naar mijn officiële eenheid overgeplaatst, en dat was ik Mechelen: TTR. Juist achter de kazerne lag het voetbalveld van KV Mechelen met een looppiste, waar ik mijn sport kon en mocht beoefenen.
Awel, dat was voor mij ne schonen tijd hoor.
Geen wacht te moet lopen, want de oorlog was toch allang gedaan. Geen piket, want niemand zag mij staan. Geen manneuvers meer mee doen, want mijn voeten deden toch altijd pijn. Alleen maar sporten en af en toe éne vervangen, in de telefonische centrale.
Ik was dat zodanig gewoon geworden, dat ik daar mij echt thuis voelde.
Alhoewel ik altijd wreed kontent was, als ik naar huis mocht.
Dat zijn zo van die herinneringen die ne mens altijd zal bijblijven hé.
't Is maar om u te zeggen, dat ne mens af en toe nog graag ne keer graag over zijn verleden verteld.
Awel mannekes, ik denk dat we stilaan in een periode zijn gekomen van besparingen. 's Avonds vroeg donder, en de dagen die ook al niet te lang meer klaar zijn. Azo is er altijd iets met onze natuur, of is het de aardbol die aan het draaien is?.
Awel mannekes, ook daar is de modernisme zijn ronde aan het doen.
Ja mannekes, af en toe is het bij mij ook besparing hoor, en is het vroeger donker dan normaal. Niet dat ik verplicht ben van te besparen, maar omdat ik soms geen goesting heb van om langer mijn lichten aan te laten.
't Zijn niet alleen de mensen die daar last van hebben, ook de dieren hebben daar wreed veel last van. Die beesten weten om de duur niet meer wanneer ze 's avonds moeten gaan slapen, of wanneer ze 's morgens moeten opstaan. Want die beesten hebben horloge aan, of geene wekker om te zetten hé.
Toen ik deze namiddag het gras aan het afrijden was, stond er een plakaat op die molshoop. En weet ge wat er opstond?: Niet teveel lawaai maken aub, want ik ga vroeg gaan slapen.
Awel mercie,tegenwoordig stellen die beesten hun wetten zelf.
Ja mannekes, 's morgen moet ge geen gras afrijden, want die beesten slapen nog en in de namiddag moet ge wreed kalm zijn, om hun nachtrust niet te storen hé.
Ik ben ne keer met mijne vélo voorbij een weide gereden, en die koeien konden precies weten wanneer ze 's avonds moesten gaan slapen en wanneer ze 's morgens moesten opstaan.
Die koeien hadden allemaal een horloge aan hunne rechter voorpoot, waarschijnlijk gekregen voor hunne verjaardag zeker.
Deze zomer heeft het twee keer gebrand bij mijne gebuur, zijne visvijver was verhit geraakt, waarschijnlijk van de hitte zelf, denk ik.
Zomer en wintermaanden hebben verschillende voor en nadelen, wat besparingen betreft. Ik denk,al wat we nu besparen, het in de zomer terug verdienen. Maar niet op alles wordt er bespaart, maar dat moeten helaas ermaar bij nemen. Met of tegen onze goesting, we kunnen er weinig aan veranderen.
't Is maar om u te zeggen, dat er wreed veel bespaart wordt de laate tijd. Maar niet bij mij hoor, want op het einde van de maand is mijn portefeuille ver leeg.
Awel mannekes, ik ga u een verhaaltje vertellen over eenzaamheid.
Heel wat mensen voelen zich eenzaam, omdat ze per ongeluk iemand verliezen. Iemand verliezen waar ge zoveel van houd, is voor ieder onder ons niet plezant. Hetzij je liefhebbende echtgenoot of echtgenote, of iemand uit je dierbare famillie. Zelfs je beste vriend of vriendin verliezen is al een moeilijke zaak. Maar ja, het leven gaat verder en ook wij moeten verder.
Ook al is het voor de éne al wat moeilijker, dan voor de andere persoon die eenzaam achter blijft. Toch heeft ieder van ons ne steun nodig, soms een schouderklopje van: Kom op, laat de moed niet zakken. Een shouderklopje kun soms deugd doen, maar nog veel meer is nen echte steun. Op een echte steun kun je bouwen, denk ik. Een schouderklopje geef je alleen maar de moed om door te gaan, denk ik.
Awel mannekes, ik moet u zeggen dat ik af en toe ne keer tegen mensen babbeld, die zich eenzaam voelen. En wat mij het meeste opvalt, is dat die mensen die zich eenzaam voelen, precies herboren worden. 't Is precies een bloem die open bloeid, van de simpele aandacht die ze krijgen. Ge kunt natuurlijk op verschillende manieren eenzaam zijn hé.
Maar echt eenzaam zijn is, niemand meer om zicht heen hebben die je kan helpen. Daarom ben ik echt blij dat Pascal Vyncke het seniorennet heeft opgestart en af en toe een bijeenkomst organiseerd, waar ze ze hun thuis voelen.
Ook ik ben af en toe een beetje eenzaam, en dan moet ik denken iaan al die andere duizenden die nog veel eenzamer zijn dan ik. Ik voel me alleen maar eenzaam 's avonds als ik thuis kom, met die vier lege stille muren om me heen. Maar in feite mag ik niet klagen, er zijn die het veel moeilijker hebben.
Ik denk dan ook aan de mensen die noodgedwongen in ne rolstoel zijn beland of die dagelijks verplicht zijn van naar een kliniek te gaan. Of mensen die te bed moete blijven, en mensen die met hun gezondheid te kampen hebben.
Awel mannekes, ge moet ne keer eerlijk zijn, de wereld is toch niet eerlijk verdeeld hé.
Dit verhaal heb ik geschreven voor al degene die zich eenzaam voelen.
Met dit verhaaltje wil ik ieder van ons ne steun geven, en hun veel moed en sterkte toe wensen.
Awel mannekes, ik peis dat de dagen aan wreed aan het krimpen zijn, en de nachten uitgetrokken worden. 't Is precies nen elastiek, als ge daar aan trekt, rekt hij uit hé. En laat ge hem los, dan krimp hij in elkaar.
Ja mannekes, we gaan stilaan naar de herfst hé. Straks moeten we weer onze horloge verzetten,en kunnen we weer een uurke langer slapen. De dagen gaan ook met een uurke langer worden,maar het gaat wel vroeger donker worden,omdat de zon wat vroeger gaat slapen dan anders. Amai zeg, azo ne uitleg.
Ik ben nu al bezig met zijne wintervoorraad op te slaan, maar hoe koud de winter gaat worden en hoe lang hij zal duren, dat zijn een ander paar mouwen hoor. Ze hebben mij ooit ne keer wijsgemaakt, dat ge daar vroeg moet mee beginnen. De vorige winter had ik geen voorraad genoeg opgeslagen, en heb midden in de nacht gekleed in mijne purperen pyjama hout moet gaan kappen om toch maar een beetje warmte te hebben.
Op mijne zolder heb ik nog een antieken leuvense stoof staan, die niet meer brand. Maar voor alle zekerheid wil ik brandbaar brandhout op mijne zolder leggen, om deze te kunnen gebruiken in nood. Flipper de flip verwarmt hem met aardgas, maar verleden winter ben ik geconfroteerd geweest met een ondergrondse storing onder de grond.
't Was potverdikke toch wel ne blinde mol, die aan één van die buizen zat te knabbelen zeker. Hij had waarschijnlijk gedacht, dat hij in mijne hof aan ne wortel aan het knabbelen was. Ne mens wordt soms onverwachts verrast hé.
Ik ben dan maar op zoek gegaan naar brandbaar brandhout die brand, want brandbaar brandhout die niet brand, daar hebt ge niks aan hé. Awel mannekes, als ik brandbaar brandhout gaat kappen, dan neemt hij altijd ne gasbrander mee. Als ik ne boom zie staan, dan steek ik dienen boom eerst in brand, voor ik hem omkap. Dan weet ik zeker dat het ne brandbare boom is hé.
Allé, 't is nu maar te hopen dat diene winter niet te streng gaat worden, gelijk mijne strenge opvoeding.
Ja mannkes, vroeger waren dat stenge winters ook hé. Als dat strenge winters zijn, dat kan ik nog altijd een kampvuurke maken in mijne frigo hé.
Awel mannekes, ik heb dat ne keer gedaan, azo een kampvuurke gemaakt in mijne frigo en al mijn vissen die erin lagen waren direct gebraden en mijn vleeskroketten gereed, om te verkopen op de rommelmarkt.
Allé, ik ga maar stoppen met schrijven, anderes verbrand ik mijn vingers nog.
Ik wens jullie nog vele korte dagen, met vele lange nachten.
Awel mannekes, dat is nu ne titel waarover ge op uw gemakske kunt over nadenken. Maar er zijn wel dieren die echt kunnen praten, omdat men ze heeft leren praten.
Ik weet het nog heel goed, toen ik nog ne kleine snotter was hadden we thuis ne papegaai die Beo heette. Diene Beo kon heel goed praten, 't was juist ne advokaat die in de rechtbank het oordeel aan het vellen was. Maar één ding had hij gemeen, ge verstond hem bijna niet.
Of het nu ne buitenlander was, dat ben ik nooit te weten gekomen. Hij had nooit geen paspoort bij, en hij wist zelf niet van welk land hij afkomstig was. Maar in elk geval, 't was ne hele slimmen papegaai hoor. Waarschijnlijk had diene Beo in zijn jonge jaren les gekregen van nen stotteraar, want stotteren kon hij wreed goed. Mijne pa vroeg ne keer aan diene Beo hoe laat het was, en weet ge wat hij zei?. Kwaa.....kwaa....rt......v....oor.....dr....ie, kwaa.....kwaa.....rt.....v.....oor.....dr....ie.
Ja mannekes, hij zei alles twee keer, om zeker te zijn dat we hem verstonden. Mijn ma die was er elke dag mee bezig, van waar is bazeke en wie is uw bazeke. Maar de dienen wist in feite niet wie zijne baas was, omdat iedereen hem dezelfde vraag stelde.
Maar hoe meer mijn moeder met hem praatte, hoe slimmer hij werd. Diene Beo wist dat hij achter klein kleutertje moest gaan slapen, en 's morgen voor dat onze haan kraaide was hij al bezig met zich te kammen en hem wat proper te maken.
't Was precies of hij ging naar de kermis. Af en toe maakte hij wel eens van zijne geslepen bek, maar meestal was hij toch heel goed gezind.Vanneigens was hij meestal goed gezind, hij mocht gratis en voor niks inwonen.
Diene Beo werdt graag gezien hoor, want elk jaar met zijn verjaardag kwamen de buren hem een gelukkig verjaardag wensen. Met de tijd wist diene vogel niet meer hoe oud hij was, maar van mijne pa kreeg hij voor zijn zoveelste verjaardag nen scheurkalender.
Elke morgen als hij wakker werd trok hij een wit blad papier af, van diene scheurkalender.
Af en toe trok hij twee of drie scheurblaadjes af, zodat het jaar rap voorbij was voor diene vogel. Onze Beo vierde altijd Kerst en Nieuwjaar viertien op voorhand, hij kon dan twee keer genieten van Kerst en Nieuwjaar. Hij was zo slim geworden, dat hij vervroegd op pensioen moest gaan van mijne pa. Hij heeft dan nog een paar jaar van zijn schoon leven kunnen genieten, en nu zit hij waarschijnlijk in het dierenrijk bij zijn dierenvrienden.
PS: Als dieren konden echt konden praten, dan zouden we ze veel beter begrijpen.
Dat was een verhaaltje van onze Beo, die nu opgevuld op de kast staat.
Awel mannekes, dat moet toch wel juist lukken zeker, dat er hier ne mail komt aangevlogen van ne zekere persoon die ook Merel heet. Allé, ik bedoel niet zijne of hare echte naam, waar wel hare nicknaam. Nicknamen zijn toch rare namen hé. Maar ik zal het hebben over nen zwarte merel, die geregeld bij ons kwam logeren.
Toen ik nog ne snotter was, was ik wreed wild van vogels. Niet dat ik zelf wreed wild was, maar het scheelde toch niet veel. Ik was echt nen dierenliefhebber, van spreeuwen, mussen en merels. Af en toe vloog er daar een vinkske tussen, om de soortgenoten wat te verdelen zeker. Ook vlogen er zwaluwen rond, maar die vlogen meestal apart. De vogel die mij de meeste aandacht gaf was de merel, niet dat hij geregeld in onze boom zat te pikken aan de kersen. Maar omdat hij een wreed schoon zwart kostuum aan had, en elke morgen zijne gele snavel deed blinken. Ge kon diene vogel ook temmen en kunstjes aanleren, zoals op uwe schouder komen zitten of liedjes fluiten die in de top tien stonden.
Awel mannekes, ik heb in diene tijd wreed lang ne zwarte merel gehad, en dat was ne slimme hoor. Kunsten dat hij kon uitvoeren, hij sprong van de éne naar de andere tak. Maar 't was wel ne dief hoor, als ge hem in huis liet rondvliegen. 's Morgens als het brood op de tafel stond, moest ge u haasten of ge had geen eten meer. Af en toe vloog hij ne keer naar de kelder, om te zien wat daar te fretten (eten) viel. Maar het was het wreed kieskeurig, want radijzen en rabarber moest hij niet hebben. Zijn lievelingskost waren kersen, appelen en peren. Maar hoe meer ge daar met bezig zijt, hoe vriendelijker hij wordt.
't Is nen echte kameraad, maar ge moet enorm veel geduld hebben. In feite staat mens en dier niet zover uit elkaar, want als ge wreed goed met een dier kan omgaan, dan krijgt ge er alles van gedaan. En als ge zeer goed bevriend zijt met uwe medemens, dan krijgt ge ook veel vriendschap van terug. Dieren kunnen niet praten, maar ze verstaan alles hoor. Mensen kunnen praten, maar sommige begrijpen elkaar niet.
Toen ik deze morgen van 't verschieten uit mijne nest ben gevallen, omdat mijne gebuur zo wreed lag te ronken, ben ik dan maar opgestaan hé.
Omdat ik geen goesting had om op training te gaan, en hier alles plakkerig bijlag van de vreselijke hittegolf die hier een voor een paar weken heeft gelogeerd, was het tijd om ne keer schoon te kuisen.
Awel mannekes, dat heb ik dan ook gedaan.
Amai zeg, azo plakken dat het hier deed, en mijn behang was ook al wreed gekrompen. Overal waar ik gelopen had, stonden de voetafdrukken nog op de grond.
Normaal gezien pak ik altijd mijn voetstappen mee, maar ik sta hier al met 57 valiezen vol met mijn eigen voetafdrukken.
Ne mens kan niet alles meenemen en om uw eigen voetstappen te verkopen, is dat wreed moeilijk hé.
Zelfs mijn 55 plastieken emmers waren gesmolten van de hitte en het zwart haar die op mijne borstel staat, was verschroeid.
Mijne dweil was zodanig gekrompen, dat ik dacht dat het ne zakdoek was. Het water uit mijn kraan was verdampt, zodat ik twee uur moeten wachten heb achter de brandweer.
Tegen de middag kwam de brandweerwagen aangereden, met nen emmer water die ik ondertussen besteld had om te kunnen kuisen.
Ik heb dan maar mijne soepkom die ik normaal op mijne kop zet als ik op training ga, ook maar laten vullen met water om toch maar zeker te zijn dat ik toekom. Ne emmer water en vier grote scheuten javel erin, ben ik aan mijne grote kuis begonnen.
Awel mannekes, ik moet u wel zeggen dat ik wreed gezweet heb, zodat ik nu water teveel heb. Ik ben nu bezig met mijn gezouten zweetwater te koken op een hoog vuurke, want ze hebben mij ooit ne keer gezegt dat ge dat moet koken voor ge er uw patatte in kookt. Ne mens leert elke dag wat bij hé.
- Als mijne koersvélo vuil is rij ik ermee door de carwach en als ik de vaat moet doen, wacht ik gewoon tot dat het regent. - Mijn talloren (borden) hang ik aan ne piksplinternieuwe wasdraad, die ik ne keer gekocht hebt op de rommelmarkt tegen de helft van nen halve prijs. - Mijn ijzeren potten en pannen steek ik in de wasmachien met dreft op 90 graden selsius, om de kleuren wat schoner te maken hé. - Mijn ramen sproei ik af met de tuinslang van mijnen overbuur, om toch een beetje klaarte te hebben als ik 's avonds naar de televisie wil kijken. - Mijne vloer moet ik niet kuisen, want ik heb er gras op gezaaid dat ik om de twee weken moet afscheren met een vierkante fandeuze.
Allé mannekes, ik ga nu stoppen met kuisen, anders heb ik morgen geen werk meer.