Vuur heeft warmte, brandstof en zuurstof nodig. brandstof is bijvoorbeeld het hout van de open haard. Met de warmte die je maakt met een lucifer steek je het aan. Het vuur gebruikt de zuurstof uit de lucht om te blijven branden.
Vuur is warm. Vuur heeft licht. je kunt je eraan warmen en je kunt er eten op maken. Heet kan heel gezellig zijn, en het kan indrukwekkend zijn. veel mensen worden dromerig van het kijken naar een knapperend vuurtje. Maar vuur kan ook gevaarlijk zijn. daarom hebben sommige dingen een speciaal teken om aan te geven dat het brandbaar is.
Heel erg lang geleden hebben de mensen zo het vuur ontdekt. Ze ontdekten dat het gevaarlijk maar ook dat het heel nuttig was. Je kon je eraan warmen, voedsel erop bereiden en de wilde dieren waren er bang van heel erg belangrijk voor de mens! Een tijd lang hebben mensen waarschijnlijk gloed bewaard. Tot ze erachter kwamen hoe ze zelf vuur maakten.
Dat was natuurlijk een hele belangrijke ontdekking !
Er waren twee manieren om vuur te maken: door met vuurstenen tegen elkaar te slaan snel rond te draaien op een stuk hout. Door heel hard te wrijven ontstaat warmte. Als je dat kan branden zoals droog hout en papier ontstaat vuur.
Vuur is iets natuurlijks. Vuur is niet uitgevonden. Het is een natuurverschijnsel. Vuur hoort bij de aarde en de natuur.
Binnen in de aarde is het heel erg heet. Hoe we dat weten? Als een vulkaan uitbarst komt er lava uit. Dat is steen dat zo heet is dat het vloeibaar is. De lava die uit de vulkaan komt zet alles in brand. Vuur kan ook uit de lucht komen. Door de bliksem. Zo zijn vaak bosbranden ontstaan.
Natte schoenen mag je niet bij de verwarming zetten om te drogen, want daardoor wordt het leer heel hard. Bovendien krimpen schoenen dan vaak. Een goed soldatenmiddeltje is de natte schoenen opvullen met krantepapier, of opspannen met niet-verniste houten spanners. Leg ze daarna op hun zijkant, zodat ook de zool goed kan drogen.
De vorm van een natuurlijke parel wordt bepaald door die van de indringer die het weekdier met parelmoer bedekt. Zo'n parel kan dus heel veel verschillende voormen hebben. Ronde natuurlijke parels zijn heel zeldzaam en daardoor extra kostbaar.
Gekweekte of gecultiveerde parels zijn vaak voorgevormd. Stop je een rond stukje parelmoer in de schelp, dan groeit er haast zeker een ronde parel in.
Ook in de Noordzee?
Parelduiken in de Noordzee levert niets op. Er leven wel oesters, maar er zitten geen parels in. In de natuur komen parels voor in Sri-lanka, Zuid-India, de Perzische Golf, Saoedi-Arabië, Iran , Oman, Tahiti en voor de kusten van Japan, Mexico, Panama en Californië.
De glans van een parel
Wat een parel zo speciaal en mooi maakt, is zijn glans. Die ontstaat door de verschillende laagjes parelmoer waaruit hij is samengesteld. Elke laag is een beetje doorschijnend. Daardoor breekt het licht dat op de parel valt en wordt weerkaatst. Hoe dunner de laagjes en hoe meer het er zijn, des te mooier glanst de parel.
De meest voorkomende kleur is wit of gebroken wit, maar parels kunnen ook andere kleuren hebben. Alles hangt af van de soort oester waarin de parel groeit. Natuurlijke parels kunnen zelfs zwart zijn of verschillende pastelkleuren hebben. Vooral zoetwaterparels kunnen in kleur verschillen: lichtgeel, groen, blauw, bruin, paars, roze of zwart. Voor elk wat wils !
Oesterboerderijen:
Natuurlijke parels zijn heel zeldzaam en peperduur. Toch willen veel mensen maar wat graag zo'n mooi parelsnoer hebben. In de 19 e eeuw bedacht de Japanner Kokichi Mikimoto een oplossing. Hij ontwikkelde een techniek waarbij een korreltje parelmoer in de oester wordt gelegd. De oester beschouwt dit korreltje als een indringer en bedekt het met laagjes parelmoer. Na twee jaar is de parel rijp voor de oogst. De oesters worden gekweekt in grote oesterboerderijen.
De parel wordt uit de oester gesneden.
De meeste parels die je tegenwoordig ziet zijn gekweekte exemplaren. Ze zijn veel minder waard dan natuurlijke parels, maar bestaan wel uit echt parelmoer. Imitatieparels staan nog een trede lager in de hiërarchie. Die zijn gemaakt van kunststof.
Eeuwenlang al gebruiken ze parels in sieraden. Kijk maar eens goed naar portretten van vroegere koningen en koninginnen: er vallen altijd wel ergens parels te bespeuren. Is het niet een halskettting, dan wel op de kleding of aan de kroon. parels worden dan ook vaak met edelstenen vergeleken. Toch is er een groot verschil. Edelstenen zijn mineralen die door hun schoonheid en andere eigenschappen heel bijzonder zijn. Ze komen uit de aarde en worden opgegraven. Parels niet. Die komen uit het water.
Uiterst zeldzaam:
De glanzende parels worden gemaakt door bepaalde weekdieren, vooral oesters en mossels. Ze kunnen zowel in zoet als in zout water groeien. In zoet water komen ze voor in de zoetwatermossel. In zout water groeien ze in de befaamde pareloester. Zit er dan in elke zoetwatermossel of pareloester zo'n schitterende parel ? Nee hoor ! Om èèn enkele parel te vinden, zou je naar schatting 15.000 wilde oesters moeten opduiken. Juist daarom zijn zo kostbaar.
Het ontstaan van een parel:
Parels worden gevormd in de schelp van pareloesters en sommige zoetwatermossels. Ze ontstaan als reactie op vreemde deeltjes die de schelp binnendringen. De buitenste laag van het weekdier in de schelp, het mantel- epitheel, vormt het parelmoer op de binnenkant van de schelp. Het is datzelfde mantelepitheel dat de parel maakt. Het werkt als een afweermechanisme tegen vreemde stoffen.
50g tot 75 g kervel 20 g vetstof 50 g ui 1 liter water 300 gr aardappelen 1 kleine prei een stukje selder peper & zout
Bereiding:
Verwijder de lange, harde stelen van de kervel, evenals de onzuiver- heden die er tussen kunnen zitten. Spoel de kervel overvloedig en laat hem uitlekken. Bestrooi een snijplank met wat bloem en hak er de kervel op fijn of snijd de kervel grof en mix daarna fijn. De bloem zal het sap van de kervel opvangen. Voeg de kervel pas toe als de soep volledig klaar is. Laat nog even doorkoken zonder deksel op de kookpot om de mooie groene kleur van de kervel te behouden.