In het oude Babylon versierde men bomen met voorwerpen die zon, maan en sterren symboliseerden. In 354 vierden de christelijke Romeinen voor het eerst kerstmis, en wel op de feestdag van de zonnegod Apollo. Noordelijk van de Alpen vierde men vanaf 21 december het Germaanse Joel-feest. De kwade geesten werden verjaagd met geschreeuw en vuur. De Kelten hingen o.a dode vogels in hun offerbomen. In Nederland hing men vroeger sparrenboompjes hoog in de mast van een uitvarend schip, om daarmee aan de hoop uitdrukking te geven dat men met kerst weer thuis hoopte te zijn. In de 5 e eeuw dook de spar op als Boom des Levens in mysteriespelen in Duitse kerken. Hij was behangen met appels en ouwel of koekjes. Sinds de Middeleeuwen werd midwinter gevierd met het binnenhalen van takken die men daar tot bloeien bracht ( barbaratakken). Zij zorgden voor bescherming tegen het kwaad en stimuleerden vruchtbaarheid.
De kerstboom is niet meer weg te denken uit onze huiskamers in december. Het is meestal een fijnspar, blauwspar of Servische spar met of zonder kluit of geteeld in een pot. Wie veel geld wil uitgeven, kan ook een edelspar in huis halen. Wij versieren deze boom met elektrische of echte kaarsen, gekleurde ballen, engelenhaar, sterretjes, figuurtjes van hout, enz... om het gebrek aan licht buiten door licht binnenshuis te compenseren. Kerstbomen komen in Nederland niet uit het bos, maar worden speciaal geteeld.
Oorspronkelijk is de kerstboom helemaal niet verbonden met de geboorte van Jezus. hij was er al voordat deze geboren werd. In bijna alle culturen werden bomen op de een of andere manier vereerd. In het oude Egypte stond de palmboom centraal als representatie van Osiris, want deze was een boomgeest. In het oude Rome vereerde men de den als boom van de god Baal-Berith (heer van de den). Later vierde men het feest Saturnalia, ter ere van Saturnus. Men gaf elkaar cadeaus en liet de slaven tijdelijk vrij. Een latere cultus vierde op 26 december Natalis Solis Invicti, de geboorte van de onoverwinnelijke zonne- god. De Romeinse keizer Constantijn I behoorde tot deze cultus, totdat hij in 312 een mystieke ervaring kreeg op het slagveld. Hij zag een kruis en hoorde een stem zeggen;" In dit teken zul je overwinnen". Hij bekeerde zich tot het christendom en bepaalde dat kerstmis in het Romeinse Rijk op 25 december gevierd diende te worden. Er was dus geen sprake van een zuivere kerstgedachte. De heidense elementen bleven bewaard. Dennen speelden ook een belangrijke rol bij de verering van Astarte, godin in het Assyrische rijk. Bij haar altaren werden dennenbomen geplant. Soms werden hier ook palmbomen voor gebruikt. De voorkeur ging uit naar de spar die met haar piramideachtige vorm naar het rijk der goden wijst.
Kaas maakt men van melk. bij het maken van kaas worden de vaste stoffen in de melk ( eiwitten, vetten en mineralen) gescheiden van het vocht. Tijdens de bereiding voegt men aan de kaas stremsel, zuursel en zout toe. Kaas is gezond en bevat vooral veel calcium, vitamines A,B, en D.
Wrongel
Als eerste voegt men stremsel en zuursel toe aan melk. Hierdoor gaan de eiwitten, vooral het caseïne, in de melk samenklonteren, waarbij het vet en vocht ingesloten wordt. Zo ontstaat de wrongel. Het zuursel bevat de melkzuur- bacterie Lactococcus, de 'bolvormige melkbacterie'. Stremsel wordt gewonnen uit de maaginhoud van jonge dieren, bijvoorbeeld van kalveren. Het wordt ook wel kunstmatig gemaakt.
Vervolgens wordt door het snijden en verwarmen van de wrongel zoveel als mogelijk vocht uitgeperst. Het afgetapte vocht heet wei. De wei bevat nog waardevolle stoffen, die bijvoorbeeld in dierenvoeding kan worden gebruikt, of in sommige frisdranken.
Pekelbad:
De wrongel komt vervolgens in een vat en wordt verder samengeperst. Dan dompelt men de wrongel in zout water ( het zogenaamde pekelbad). Het zout dat in de kaas dringt, bevordert de korstvorming, de stevigheid, de smaak en ook de houdbaarheid. Een fabriekskaas blijft langer in de pekel liggen dan een echte boerenkaas, daardoor neemt de kaas meer vocht op ( meer kilo's, dus een hogere verkoopsprijs) en wordt de kaas zouter. Een normale Goudse fabriekskaas zit op ongeveer 4% zout, een fabriekskaas met 25% minder zout (Maaslander) op ongeveer 3%, en een boerenkaas op ongeveer 2%.
Rijpen:
De kaas is na het pekelbad nog slap. Door het rijpen wordt kaas steviger. De rijping duurt vier weken tot een jaar. Hoe langer de kaas rijpt, des te zouter hij wordt, maar de kaas krijgt daardoor ook meer smaak
Behandeling van haaruitval door stress bestaat uit twee aspecten. Massage van de hoofdhuid is zeer belangrijk. Met massage stimuleer je de doorbloeding van de hoofdhuid waardoor adrenaline sneller afgevoerd wordt. Zo komt er minder melkzuur in de transpiratie terecht.
Vervolgens dient het melkzuur bestreden te worden. Een speciale lotion (Hydrotoxa) zorgt ervoor dat de melk- zuurkristallen afgebroken worden. Deze lotion kalmeert ook de gespannen huid.
Als melkzuur in de haarwortel komt en de celgroei stopt, sterft de haar af. De vloeistof in de wortelschede wordt een harde bol die gevangen blijft zitten in de wortelschede. Dit wordt ook wel coque sereuse genoemd.
Als nieuwe haar zich wil ontwikkelen zit de oude haar in de weg. De nieuwe haar kan hierdoor ook afsterven. Er maar een beprkt aantal zgn moedercellen zijn waaruit nieuwe haren kunnen groeien. Door het vroegtijdig afsterven van de haren worden deze cellen heel snel opgebruikt. Als er geen moedercellen meer aanwezig zijn ontstaat (vroegtijdige) kaalheid.
Melkzuur op de hoofdhuid beïnvloedt het haar op 3 manieren. ten eerste beschadigt het melkzuur de kitsubstantiedie de haarschubben aan elkaar plakken. Hierdoor gaan de schubben los zitten en worden de haren poreus en fijn.
Wanneer het melkzuur in de haarwortel komt, wordt de wortelschede aangetast. het haar laat dan los en valt uit of blokkeert de groei van een nieuwe haar.
Een teveel aan melkzuur zorgt er ook voor dat de huid gaat jeuken, plakken en dat de lymfestromen blokkeren. hierdoor wordt het stofwisselingsproces van de cellen geblokkeerd en wordt de groei van de haren belemmerd.
Kort en bondig kan gezegd worden dat door stress extra melkzuur in het zweet terecht komt. Hierdoor sterft de haar voortijdig af en ontstaat vroegtijdige kaal- heid. Hoe dit proces precies werkt staat hieronder beschreven.
Invloed van stress:
Tijdens stress produceert het lichaam meer adrenaline. Adrenaline wordt afge- broken tijdens zware fysieke inspanning of door de lymfeklieren. Omdat de bloedcirculatie in de hoofdhuid relatief zwak is, blijft de adrenaline hier lang achter. De adrenaline komt in de talgklieren terecht, waardoor er extra melk- zuur in de talgklieren wordt gevormd.
Vuur heeft warmte, brandstof en zuurstof nodig. brandstof is bijvoorbeeld het hout van de open haard. Met de warmte die je maakt met een lucifer steek je het aan. Het vuur gebruikt de zuurstof uit de lucht om te blijven branden.
Vuur is warm. Vuur heeft licht. je kunt je eraan warmen en je kunt er eten op maken. Heet kan heel gezellig zijn, en het kan indrukwekkend zijn. veel mensen worden dromerig van het kijken naar een knapperend vuurtje. Maar vuur kan ook gevaarlijk zijn. daarom hebben sommige dingen een speciaal teken om aan te geven dat het brandbaar is.
Heel erg lang geleden hebben de mensen zo het vuur ontdekt. Ze ontdekten dat het gevaarlijk maar ook dat het heel nuttig was. Je kon je eraan warmen, voedsel erop bereiden en de wilde dieren waren er bang van heel erg belangrijk voor de mens! Een tijd lang hebben mensen waarschijnlijk gloed bewaard. Tot ze erachter kwamen hoe ze zelf vuur maakten.
Dat was natuurlijk een hele belangrijke ontdekking !
Er waren twee manieren om vuur te maken: door met vuurstenen tegen elkaar te slaan snel rond te draaien op een stuk hout. Door heel hard te wrijven ontstaat warmte. Als je dat kan branden zoals droog hout en papier ontstaat vuur.
Vuur is iets natuurlijks. Vuur is niet uitgevonden. Het is een natuurverschijnsel. Vuur hoort bij de aarde en de natuur.
Binnen in de aarde is het heel erg heet. Hoe we dat weten? Als een vulkaan uitbarst komt er lava uit. Dat is steen dat zo heet is dat het vloeibaar is. De lava die uit de vulkaan komt zet alles in brand. Vuur kan ook uit de lucht komen. Door de bliksem. Zo zijn vaak bosbranden ontstaan.
Natte schoenen mag je niet bij de verwarming zetten om te drogen, want daardoor wordt het leer heel hard. Bovendien krimpen schoenen dan vaak. Een goed soldatenmiddeltje is de natte schoenen opvullen met krantepapier, of opspannen met niet-verniste houten spanners. Leg ze daarna op hun zijkant, zodat ook de zool goed kan drogen.