De Siberische tijger (Panthera tigris altaica) is een zeer zeldzame ondersoort van de tijger. Hij komt nauwelijks nog voor in het wild, waar nog maximaal 400 exemplaren leven. Ondanks dat hij bijna is uitgestorven in het wild, zijn er veel exemplaren in gevangenschap, die zich ook voortplanten. Het is tevens de grootste van de tijgers (en de katachtigen). De Siberische tijger staat ook wel bekend onder de naam Amoertijger, Koreaanse tijger, Mantsjoerse tijger, Noord-Chinese tijger of Oessoeritijger, afhankelijk van waar deze voorkomt. De Siberische tijger heeft geen vaste paarperiode en houdt zich in leven door andere zoogdieren te eten, soms wel twee keer groter dan de tijger zelf
Verspreidingsgebied
Het territorium kan tot 3000 km² groot worden en omvat de beide oevers van de rivieren Amoer en Oessoeri in de Russische krajsChabarovsk en Primorski (in 1996 werden 415 tot 476 geteld) en ongeveer 10% (10 tot 50 exemplaren) leeft in het noorden van de Chinese regio Mantsjoerije (Heilongjiang). De Oessoeritijger leeft vooral aan de uitlopers van het gebergte Sichote-Alin in het district Lazovski van kraj Primorski (ongeveer een zesde van alle Siberische tijgers).
Leefwijze
Deze tijger blijft, afhankelijk van de voedselvoorraad, soms jarenlang in een vast territorium. Ze markeren dat territorium met urine, en krabben aan de bomen. Mannelijke territoria overlappen elkaar nooit, vrouwelijke daarentegen wel. De Siberische tijger houdt vijanden buiten op plaatsen waar hij het nodig acht, zoals een grote voedselbron, of een stuk grond dat tevens aan een wijfje behoort. Wat wel kan is het doorkruisen van het gebied door zowel mannetjes als vrouwtjes, zolang ze er maar niet blijven.
Voortplanting
Door te krabben op bomen, of door urinemarkeringen laat het vrouwtje weten dat ze klaar is om te paren. Tijgervrouwtjes zoeken een mannetje, omdat de mannetjes een enorm territorium hebben. Het vrouwtje is vruchtbaar gedurende 7 dagen. Het mannetje en het vrouwtje paren meerdere keren, daarna verlaat het mannetje het vrouwtje en gaat hij opnieuw op zoek. De blinde jongen worden geboren na 95 tot 112 dagen. Het zijn er maximaal zeven. De moeder blijft de eerste weken altijd bij haar jongen. Na twee weken breken de tanden door en gaan de ogen open. Na twee maanden wordt de melkproductie bij de moeder verminderd, en eten de jongen al vlees. Tegen een maand of zes kunnen de jongen al jagen. De welpen zijn zelfstandig na hun eerste jaar, een jaar later kunnen ze al grote prooien doden. Na 3 tot 5 jaar verlaten ze hun moeder om een eigen plaats te veroveren.
Voedsel en jacht
Een tijger heeft, ondanks zijn grote kracht en goed ontwikkelde zintuigen, maar 10% kans op een prooi. Hij sluipt, zoals de meeste katachtigen, en zelfs tot op 10-25 meter afstand. Daarna maakt hij een enorme sprong (+10 meter!) en hapt naar de nek. Hij laat zijn prooi stikken. Kleine prooidieren worden in de nek gebeten, en overlijden meteen. Een tijger trekt zijn prooi naar een schuilplaats. Daar eet en drinkt hij, waarna hij de resten verstopt en gaat slapen. Daarna eet hij de resten op. Siberische tijgers zijn echte vleeseters (carnivoren). Ze leven van grote prooien, soms zijn deze wel drie keer zo zwaar als zijzelf, bijvoorbeeld een buffel. Ook eten ze Sika- en edelherten, wilde geiten en zwijnen, elanden, lynxen en ook wel beren. Siberische tijgers verschijnen regelmatig op de stranden langs de Japanse Zee. Daar hebben ze het gemunt op herten die zout likken en eten van aangespoeld zeewier.
Speciale aanpassing
De Siberische tijger leeft in zeer koude omstandigheden. Hiervoor heeft hij zich aangepast. Hij bezit een dichtere wintervacht met lange haren, die lichter is (geel) dan die van andere tijgers (oranjerood.) Ook heeft hij een vetlaag langs zijn flanken en zijn buik van zon 5 cm dik. Dit beschermt hem tegen de ijzige wind en temperaturen van soms wel -45 °C.
Afmetingen en uiterlijke kenmerken
Een mannetje kan ruim 3 meter lang worden (exclusief de staart van 1 meter), een vrouwtje is meestal kleiner. De grootste gevangen tijger aller tijden had een lengte van 3.70 meter. De schofthoogte bedraagt ruim een meter, en zijn gewicht varieert van 250 tot 280 kg. Een vrouwtje kan zo'n 7 jongen werpen, na een draagtijd van 95-112 dagen. De paartijd is het hele jaar door, en tijgers zijn geslachtsrijp vanaf hun 3e jaar. Mannetjes leven solitair. Tijgers zijn voornamelijk s nachts actief. Ze eten vooral edelherten, sikaherten, wilde geiten, wilde zwijnen, elanden, lynxen en zelfs beren, en ook wel eens kleine zoogdieren. Een tijger kan in het wild zon 15 jaar oud worden.
WASHINGTON (AP) - Wetenschappers hebben in het Foja-gebergte, aan de westkant van Nieuw-Guinea, nieuwe diersoorten ontdekt.
Kikker met lange neus
Het team van Conservation International, gesteund door de National Geographic Society en het Smithsonian Institute, ondernam in 2008 een expeditie naar het gebied en maakte gisteren de resultaten bekend.
Paul Oliver, een herpetoloog (een bioloog gespecialiseerd in reptielen en amfibieën), ontdekte tijdens een lunch in het kamp een diertje op een zak rijst. Na beter gekeken te hebben, bleek het te gaan om een voorheen onbekende kikkersoort met een lange neus.
De kikker met de lange neus is niet het enige dier dat de wetenschappers vonden. Volgens Kristofer Helgen, conservator in het Smithsonian National Museum for Natural History, was een van de meest bijzondere dieren die de wetenschappers hebben gezien de zeldzame goud-gemantelde boomkangoeroe.
Ook ontdekten de wetenschappers mogelijk het kleinste lid van de kangoeroefamilie, een kleine wallaby die zich heeft aangepast aan het leven in het bos.
Een andere grote verrassing was de ontdekking van ornitholoog Neville Kemp. Hij zag een koppel nieuwe keizersduiven, die veren in verschillende delen van hun lijf hebben die er bruin-, wit- en grijsachtig uitzien.
Er werd ook een tiental nieuwe insectensoorten ontdekt, een grote wollige rat en een gekko met gele ogen en gekromde tenen.
Als planten en dieren over de hele wereld worden uitgeroeid in een tempo dat in miljoenen jaren nog nooit zo hoog is geweest, dan is de ontdekking van deze absoluut ongelofelijke levensvormen het broodnodige positieve nieuws', aldus Bruce Beehler, wetenschapper bij Conservation International. Plaatsen zoals het Foja-gebergte vertegenwoordigen een gezonde toekomst voor ieder van ons.'
Vandaag werd een hartstilstand de beroemdste cowboy van België fataal. Bobbejaan Schoepen had er een carrière van meer dan een halve eeuw opzitten en was lid van een zeer select gezelschap Vlamingen die ook in het buitenland potten konden breken.
Vooral in de jaren '50 en '60 gold de zingende cowboy als één van onze belangrijkste ambassadeurs in het buitenland: in de loop der jaren verkocht hij miljoenen platen in Europa en de Verenigde Staten, en werd hij meermaals gelauwerd om zijn uitzonderlijke fluit- en jodelcapaciteiten. Behalve een reeks internationale erkenningen ontving hij in 2007 nog een ZAMU Lifetime Achievement Award, en na jaren stilte werkte hij in 2008 zelfs nog een spraakmakende comeback met een mooie, sfeervolle plaat vol nieuwe liedjes en nieuwe versies van oude nummers. Eind vorig jaar verscheen ook een ambitieus driedelig carrière-overzicht, The world of Bobbejaan-songbook. Vorige week raakte bekend dat binnenkort een bundeling zal verschijnen met partituren van een dertigtal Bobbejaan-songs, en dat ook een live-cd op stapel staat waarop een aantal Vlaamse artiesten nummers van Bobbejaan zullen coveren, waaronder Paul Michiels, Liliane Saint-Pierre, Jan De Smet, Geike Arnaert en Daan Stuyven.
4 personen : - 2 meloenen- 1 krop sla - 300gr cocotailgarnalen - 2 el citroensap - - 5 el maisolie - 1 el gehakte peterselie - handvol verse kruiden.
bereidingswijze: 1. halveer de meloenen en verwijder de zaadjes. Lepel het vruchtvlees uit met een parisiennelepel, en leg de lege helften even apart. Spoel de sla en scheur de blaadjes in stukjes. 2. maak een vinaigrette met het citroensap en de olie.Voeg er de peter- selie aan toe en breng op smaak met peper en zout. Meng de garnalen met de meloenbolletjes en roer de vinaigrette erdoor. 3. Vul de meloenhelften met sla en schep de er de meloen-garnaalsalade op. werk af met verse kruiden.
Er wordt op vele plaatsen intensief op wilde ganzen gejaagd. Hierdoor worden ze schuw en oplettend. Hun tamme soortgenoten worden in de bio- industrie vetgemest, o.a. voor het verkrijgen van ganzenlever. Ook worden tamme ganzen gebruikt om te plukken. De donsveren worden gebruikt als vulling van dekbedden. Tamme ganzen kunnen 2 tot 3 keer per jaar geplukt worden. Tamme ganzen leggen 40 tot 60 eieren per jaar. Deze zijn geschikt voor consumptie. In verband met salmonella moet een ganzenei 15 minuten worden gekookt. De slagpennen van de gans werden al in de oudheid gebruikt om mee te schrijven.
Symboliek:
In de christelijke iconografie is een gans het attribuut van Martinus van Tours en de heilige Pharaïldis van Gent.
De gans komt ook voor op schilderijen met als onderwerp Philemon en Baucis en de Ganzen van broeder Filippo.
Het voedsel bestaat uit plantaardig materiaal. Ganzen trekken in familieverband of grote troepen. Ze vliegen in V- vormige formaties of golvende linies. Ook in het overwinteringsgebied leven ze in groepen, ook wel toom genoemd.
Door in V- formatie te vliegen hebben de vogels een grotere vliegcapaciteit. De ganzen die volgen maken gebruik van de lift die volgt uit vleugelslag van de voorganger. Tijdens het vliegen praten de ganzen met elkaar. De achterste ganzen moedigen de voorste aan om op snelheid te blijven. Een gans kan snelheden tot maximaal 46 km per uur halen.
Als een gans ziek wordt of gewond raakt en daardoor niet meer in staat is mee te vliegen dan zullen twee ganzen bij de zieke gans blijven totdat deze hersteld is of overleden. Samen zullen de ganzen trachten hun groep in te halen.
Ganzen zijn monogaam: paren blijven hun hele leven bij elkaar. Het nest bevindt zich op de grond. De vrouwtjes bekleden het met dons, dat ze uit hun eigen borst plukken. De jongen zijn nestvlieders en verlaten het nest dus al spoedig na het uitkomen. De ouders houden ze nog wel warm en bewaken ze. Voedsel zoeken doen ze echter zelf.
Ganzen zijn zeer waaks en kunnen lelijk met hun vleugels slaan. Bij naderend gevaar zullen ganzen luid gakken. Om deze reden werden ganzen vroeger als waakvogel gehouden.
dag bloggertjes voor velen al weer die moeten gaan werken, want het is weer maandag, maar we hebben toch goed weer vandaag. veel groetjes van hyacinttje.
Ganzen hebben een middellange hals en een krachtige kegelvormige snavel. Aan de bovensnavel zit een zangrand. In vergelijking met de zwanen zijn ganzen kleiner en compacter. Ten opzichte van de halfganzen en de eenden zijn ze echter groter.
Volwassen vogels ruien alle slagpennen tegelijkertijd en kunnen daardoor ongeveer 1 maand niet vliegen. De rui valt meestal samen met de periode waarin de jongen zich in het nest bevinden. Anders dan bij eenden hebben bij ganzen de mannetjes en vrouwtjes eenzelfde verenkleed.
Ganzen kunnen tot 30 jaar oud worden, maar ze zijn pas vruchtbaar vanaf hun 3 e levensjaar. Het verschil tussen een mannetje en een vrouwtje is merkbaar opdat het vrouwtje een grotere hangbuik heeft dan een mannetje. In de broedtijd is dit zeker te zien.
Ganzen zijn grote, zwaargebouwde watervogels uit de familie anatidae ( zwanen, ganzen, eenden). Hierbinnen behoren ze tot de onderfamilie Anserinea ( zwanen en ganzen). Ganzen zijn gespecialiseerd in het grazen en leven meer op het land dan andere Anatidae. Daarvoor hebben ze sterke, vrij lange poten die midden onder het lichaam geplaats zijn. Hierdoor kunnen ze goed lopen. In Europa leven twee geslachten Anser ( grijze ganzen) en Branta ( zwart - witte ganzen).
Heet woord gans wordt ook gebruikt voor een vrouwelijke gans. het mannetje noemt men ganzerik of gent.
1 ei, 1 snede brood, 1 kropje little gem, blaadjes losgemaakt, 4 kerstomaatjes, in stukjes gesneden, 1 snede ham (rauwe of gekookte naar keuze), 1 plakje kaas ( naar keuze), peper en zout.
Leg de snede brood op een bord. bedek met de sla en de snede ham. leg daarop de helft van de tomaatjes en dek toe met de kaas. Bak een spiegelei en leg dit bovenop de kaas. De warmte van het ei zal de kaas een beetje doen smelten. kruid met peper en zout. Leg de rest van de tomaatjes rond de uitsmijter.
Wielen met spaken zijn lichter en dus ook sneller dan massieve wielen. Ze werden het eerst gebruikt in ongeveer 2.000 voor Christus.
Rond 1800 kwamen er voor het eerst draadspaken in de wielen. Ze waren heel licht en sterk en werden gebruikt voor auto's en fietsen. In 1845 werd door de Schotse ingenieur Robert W. Thomson de lucht band uit.
De Egyptenaren bouwden ongeveer 5000 jaar geleden grote piramides. Daarvoor hadden ze enorme stenen nodig. Om de stenen op de juiste plaats te krijgen, gebruikten ze ronde boomstammen als rollers. Talloze arbeiders trokken zo de zware stenen vooruit.
boomstammen waarover een voorwerp wordt gerold.
De eerste wielen verschenen voor het eerst rond 3.200 voor Christus. Het waren masssieve houten karrenwielen die gemaakt waren van 2 of 3 houten planken die rond waren gemaakt.