Mijn meer dan 40 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele
soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik
meedelen en zelf nog bijleren.
Voor de fruitliefhebber
21-08-2012
VERVOLG 2
VERVOLG 2
De gids heeft zich bij ons
gevoegd.Het valt wel een beetje tegen
als we vernemen dat we nergens binnen mogen.
De gids is wel interessant
en heeft veel illustratiemateriaal bij. Eigenlijk zijn we meer geïnteresseerd
in fruit dan in de Saksische koningen. De gebouwen zijn wel indrukwekkend.
Op het einde moeten we gaan schuilen voor de regen.
Het eerste jachtslot
Je passeert onder een
koepelpoort
En komt op een groot plein
omzoomd door gebouwen
Met rechts de Koninklijke residentie:
de Hubertusburg, het grootste jachtslot van de koningen van Saksen in barok-stijl,
begonnen in 1721.
Vandaag staat het bezoek
aan de fruitstreek ten zuiden van Dresden op het programma. We rijden door een
streek helemaal beplant met fruitbomen, haast allemaal appel, ontzettend grote
velden.
Eerst staat de directeur
van de coöperatieve veiling VEOS ons te woord. Het is een druk bezette man,
want enkele keren is er onderbreking door gsm gesprekken, business as usual.
Hij coördineert de gezamenlijke, massale verkoop van honderden hectare grote
bedrijven die samen handel drijven.
Ik had de indruk dat op
een aantal gerichte vragen niet het gewenste antwoord kwam? Maar ik ben maar
een volslagen leek in deze materie.
Daarna ging men grote
spuitmachines bekijken waarmee men een groot aantal hectaren per dag kan behandelen.
Dit bedrijf was verder een echt industrieel-archeologische site met tal van
machines van enkele decennia geleden die te wachten staan op een desbetreffend
museum.
Na het middagmaal op een
soort regionaal winkelcentrum bezochten we het bedrijf van de heer Beck.
Voor de Wende was hij
bedrijfsvoorlichter en bouwde sinds 1989 een bedrijf uit van 165 Ha.
Ik had de indruk dat onze
telers de teeltvoering met rassenkeuze, kwaliteit en kwantiteit (gemiddeld 50
ton per ha), al een paar jaar machinale snoei en hagelnetten konden waarderen.
De pluk begon met vroege Golden
en Piros, een ras van Pillnitz.
Mij viel op dat toch een
aanzienlijk aantal van dit laatste ras bezweken was aan kanker.
Men beschikt hier over
uitstekende fruitgronden. Ik hoorde dat men al 3 maal na elkaar, tweemaal herinplant,
zonder problemen bomen op M27 kon telen
FOTOS.
In deze streek zie je
bijzonder veel windmolens
Aankomst bij de
coöperatieve VEOS
De secretaresse ontvangt
ons
Dan komt de directeur
Meermaals is er
onderbreking voor een GSM
Twee telers zijn mee van de
partij: Griesbach (33 ha) en Beck(165
ha).
Laatst staat het bezoek
aan het proefstation te Pillnitz op het programma. Ik had er naar uitgekeken
want daar doet men al 40-50 jaar onderzoek naar resistente rassen om minder te
moeten spuiten.Andere
onderzoeksinstituten zijn daar pas veel later mee begonnen.In
mijn natuurlijke tuin heb ik een aantal van hun rassen staan. Het meest
tevreden ben ik over Relinda, een bewaarras dat steeds goed draagt behalve dit
jaar; totaal bevroren. Remo is een grote appel voor sap. Rewena is ook een
winterappel evenals Resi die ik pas dit jaar aangeplant heb. Reanda is de
ontgoocheling. Re staat voor resistentie maar bij dit ras is deze doorbroken.
De Pi-rassen waren minder
resistent tegen schurft. Het bekendste ras Pinova werd dikwijls beschreven als
resistent maar is dit allerminst. Het is wel een regelmatige drager, doch dit
jaar alles bevroren. In een bijna schurftvrij jaar waren het prachtige appelen.
Van Pilot heb ik maar een tak. Het vroege ras Piros hadden we eerder op de dag
kunnen proeven; goed, maar mijn voorkeur gaat toch eerder naar Early Golden.
De aankomst bij het
proefcentrum was opvallend: zeer kleurrijke bloemenborders. Men viert immers dit
jaar het 90 jarige bestaan. Men is er gestart in 1922.
Frau Kraus(?) ontving de
groep. Naast onderzoek op fruit doet men ook onderzoek op groenten en planten;
daarnaast ook op druiven. Uit lectuur merkte ik dat er in die streek ook aan
wijnbouw wordt gedaan. Er is een Weinstrasse in deze streek, maar daar kwamen
we niet.
We werden meegenomen naar
de percelen met de gangbare rassen waarop men pas onlangs gestart is met
mechanische snoei. Ik hoorde de opmerking van onze mensen dat men als
onderzoekscentrum op dit punt al veel verder had moeten staan. PCF Kerkom bij
ons speelt een betere voorlichtingsrol.Men had het ook over hagelnetten. Er werd uitgeweid over de lange duur
bij het onderzoek naar nieuwe rassen, maar bij een dergelijk perceel geraakten
we niet. Terwijl men aan de ene kant naar de appelen stond te kijken ontdekte
ik aan de andere kant een proefveld van krieken in biologische teelt. Dit kwam
echter niet ter sprake.
Gelukkig kreeg achteraf
iedereen een brochure met al hun op de markt gebrachte rassen Pillnitzer
Obstsorten uitgave 2009: appelen, peren, kersen, krieken, kersenonderstammen
Piku, pruimen, aardbeien, veredelde lijsterbes, Jostas Jochina en Jocheline,
een vitamineroos en de resistente (ook gedeeltelijk tegen luizen) appelonderstammen1, 2, 3 (vervangers voor M9) en PI 80,
vervanger voor en beter dan M26, vroegere en iets hogere vruchtdracht. Toch
indrukwekkend.
Daarna reden we naar de
aanleg van de stoomboot (Dampfschiff) op de Elbe voor de terugvaart
stroomafwaarts naar Dresden, ongeveer 15 km. We vonden nog een plaats helemaal
vooraan. Je schrikt als de stoomfluit een eerste maal oorverdovend losbarst.
Betoverend is het opdoemen
van het stadssilhouet van Dresden met de vele torens. Een heerlijke avond.
Waterhoogtes : In augustus
2002 bereikte de Elbe een recordniveau: 9 m hoogte, even hoog als meer dan 150
jaar geleden. Een gedeelte van de Altstadt Dresden liep toen onder water.
Prachtige Mahoniebessen
(Mahonia aquifolium). Een bijzondere cultivar. Nog nooit zon mooie
mahoniebessen gezien. Wat opgezocht over deze bes; nogal dikwijls giftig
genoemd. Betrouwbare bronnen zeggen vlees niet giftig, pit wel. Vergelijk de
taxusbes die haast iedereen afschrikt . Het vlees is een lekkernij; de pit is
giftig en heel de rest van de plant. Voor mij blijft de vraag: hoe lekker is
het vlees van de mahoniebes?
Idem
Aanlegsteiger
De stoomboot. Let op de
uitstekende zijkant. Daaronder draaien de raderen voor de voortbeweging.
Roeien op de maat van de
trom; een koddig tafereel. Het gaat vooruit. Ze steken ons vlot voorbij.
Op het programma stond:
vrije voormiddag in Dresden, maar men besliste al s morgens een stuk door te
rijden tot Weimar en daar de middagstop te houden.
We stapten uit aan het
huis van de beroemde Goethe en wandelden naar de grote markt voor het gezamenlijke
middagmaal.
Fotos
Huis van Goethe (geboren
in 1749 te Frankfurt) waar hij van 1775 tot zijn dood in 1842 woonde.
Op de grote markt
Stadhuis
Ons restaurant
Landschap
idem
Landschap met windmolens.
Op veel plaatsen zie je windmolenparken.
5/8/2012Dit jaar kwam hoofdzakelijk Malle aan de
beurt, maar Ludo Vorsselmans op het Risschot Zoersel spande weer de kroon.
In de pastorijtuin te
Westmalle ontmoetten we de meeste vrienden en kennissen.
Het werd de gelegenheid om
de natuurervaringsleertuin van Mariagaarde te leren kennen. Oud leerkracht
Paula Smits had gezorgd voor de vangst van een 25 tal nachtvlinders. Daar was
de plakker bij. De rupsen leerden we een paar weken geleden beter kennen (Ze
staan op de blog) . De 12 jarige Seppe
Laeremans was onze gids en loodste ons o.a. over het blote voetenpad.
De laatste stop was bij
Ludo en hier zagen we de meeste vlinders. De laatste poppen van het avondrood
moesten nog uitkomen maar hij was al volop nieuwe rupsen aan het kweken.
Na het middagmaal in Melograno
te Riemst was het niet ver rijden naar Genoelselderen. Daar bevindt zich het
enige wijnkasteel van België.
De gids wist heel wat te
vertellen. Het goed werd in 1990 aangekocht door een Nederlandse zakenman van
Rennes en men begon meteen met wijnbouw. Destijds hadden de Romeinen in deze
streek de wijnbouw ingevoerd. Dochter Joyce studeerde in Frankrijk voor oenoloog
of wijnkenner. Met 22 ha is dit het grootste wijndomein in België. Men heeft hier
nu het klimaat van Bourgondië van vroeger. Chardonay is het voornaamste ras,
samen met Pinot noir. De terroir voldoet eveneens.
Druiven wortelen erg diep
en bereiken na een paar tientallen meter door de leem de kalkondergrond. Die
ondergrond geeft de fijne smaak.
De wandeling vertrekt bij
de oudste wijngaard en enkele proefaanplantingen. Men wandelt over de terrassen
naar boven.
In het park staan enkele
machtige bomen. De wijngaard ligt op de helling voor ons. Bovenaan omringt een
bos een oude tumulus.
Vervolgens naar het gebouw
met de grote pers (men plukt machinaal) en verder in de wijnkelders. De
eikenhouten vaten van 228 l, zoals in Bourgondië, liggen er te rijpen.
In een slecht wijnjaar met
onvoldoende zon, zoals 2008 kon men nog wel schuimwijn en distillaat (Limburgs
Levenswater) maken.
Tenslotte volgde de proef
op de som: beloofd was het proeven van 2 glazen wijn en met de 31° is drinken welkom.
Sommigen hadden meer verwacht dan de kleine proevertjes.
Volgens de gids kan men
hier beroep doen op een natuurlijke gist? We hadden haar op de wandeling horen beweren
dat men in de wijngaard de bio-dynamische principes volgt. Dat klinkt te mooi
om waar te zijn, maar het klinkt. Toen ik in de wijnkelder opmerkte dat ik geen
vermeldingen zag op de fles werd er zeer laatdunkend over biowijn uitgehaald.
Het schoffelen, in plaats
van herbicidengebruik is toch al iets.
FOTOMATERIAAL
Plakkaat
Vijver
We stappen voorbij het
kasteel
Gids
Links de collegas Vincent
en Guy van de Tuinbouwschool Mechelen
We staan in de schaduw van
een machtige boom, een van de oudste Gingko-bylobasvan België, eigenlijk een naaldboom.
Doorkijk op de kerk van
Genoelselderen
Kortshuis, nu pershuis
De grote pers
Distilleerkolom
De eiken vaten van 228 l.
Men maakt 3 soorten witte
wijn (wit, blauw en goud). We proefden blauw, complexe wijn met aangenaam zuur
en lange nadronk en de eikgelagerde goud, fijn maar minder mijn smaak met de tannine.
Op de uitstap (25/7) van
de Provinciale Pomologische Vereniging Oost-Vlaanderen kwamen we eerst bij Jean
Moors te Grote-Spouwen.
Als 7de van een
gezin met 12 kinderen heeft hij zich opgewerkt. Zijn vader kocht fruit op stam.
Eigendom had men niet. Daar iemand Frans moest kennen werd hij naar Luik op
school gestuurd. Maar op 15 jarige leeftijd vond zijn vader dat hij genoeg
Frans kende en dat men hem thuis nodig had. De directeur van de school kwam nog
persoonlijk pleiten om verder school te volgen omdat hij zon goede leerling
was.
Een tijd werkte men samen
met enkele familieleden maar dan is hij zelfstandig zijn weg gegaan. Hij kocht
land en kweekte vooral aardbeien. Met de opbrengst werd steeds verder uitgebreid,
vooral met appelen en peren tot de huidige 65 Ha. Er was ook een straf verhaal
hoe aardbeien in tunnels op korte tijd totaal afstierven en hoe men later op
het spoor van de dader kwam. Een gefrustreerde aardbeiplantenkweker die niet
kon leveren had met round-up de planten vernietigd.
Als 11-12 jarige jongen
was hij bevriend met een buur boomkweker van wie hij veel leerde. Zelf
veredelen werd een hobby voor het weekend. Als uitgangspunt gebruikte hij
vooral sterappel die hij kruiste met oudere rassen en later ook met nieuwe. Hij
streefde er naar rustig groeiende bomen te ontwikkelen waaraan minder werk is. Aldus
kwam de Belgica tot stand, een herfstras
met bewaarcapaciteit. Het werd een clubras. Dit wil zeggen dat enkel
gecontracteerde telers dit ras, in samenwerking met de veiling mogen telen.
Intussen is er Joly Red bijgekomen,
eveneens als clubras. Het is een grote, zeer zoete vrucht waarvoor in het
buitenland nogal wat belangstelling bestaat. De
samenwerking in clubverband is belangrijk om direct met een voldoende groot
aanbod op de markt te kunnen komen. De
markt vraagt immers een grote hoeveelheid van hetzelfde. Anderzijds vindt hij
de beperking tot clubras spijtig voor de gewone boomkwekers en fruittelers. Hij
denkt dat het telen van een ras in clubverband maar goed is voor een vijftal
jaar.
De laatste tijd besteedt
hij veel aandacht aan resistentie. Zo heeft hij al een resistente keukenappel
in productie.
Jean heeft ook
aardbeienrassen ontwikkeld, doch daarover werd weinig uitgeweid, met een
knipoog naar medereiziger en aardbeienspecialist Herman Van Bastelaere.
In beperkte kring had hij
het ook over pruimen, vroeger talrijk gekweekt en nu allemaal verdwenen. Zijn
voorkeurras is Jubileum. Zelf heeft hij eveneens pruimen ontwikkeld die nu bij
familie en kennissen zeer gesmaakt worden. Misschien komt er ooit wel een
herwaardering, want ingevoerde pruimen zijn niet dat omwille van te vroege pluk
en slechte narijping.
Bevindingen: de gele uien
van de herfstplanting midden oktober vorig jaar deden het uitstekend. De
opkomst verliep naar wens en ze kwamen opvallend goed de winter door. De rode
uien integendeel lieten het toen al onmiddellijk na het planten afweten. Er was
opvallend weinig opkomst. In beide gevallen betrof het plantmateriaal van AVEVE.
Het lenteplantgoed betrok
ik net als vorig jaar van Somers. Toen waren de rode uien ronduit geweldig
geslaagd. Dit jaar zijn ze maar half zo groot.
De gele uien deden het al bij
al niet slecht, maar zijn eveneens minder dan vorig jaar.
In beide gevallen werd de
eindontwikkeling geknakt door schimmelaantasting.
Vorig jaar bleef die
achterwege. In het verleden zijn er nog jaren geweest dat die
schimmelaantasting zeer vroeg toesloeg met als gevolg kleine bollen die daarna
nog veel uitval vertoonden door verdere rotting.
Het zeer natte weer dit
jaar was voor de uien een tegenvaller.
Het oogsten kan gelukkig
bij zomerweer dat nog een week zal aanhouden. De bollen liggen op een oud zeil
te drogen.
Het experiment met de
Kameroense manier van telen zie blogs van 29/03
en 20/04vind ik in mijn zandgrond en
met het natte weer dat wij kenden een complete mislukking. Als ik hoorde dat
het plantmateriaal zowel een serieuze bol en nog eens een zaadbol zou vormen
had ik al direct mijn twijfels.
Van bolvorming is zo goed
als geen sprake. Zie fotos. Wat met de verdere zaadvorming?
In het noorden van Kameroen
teelt men in zware kleigrond en moet men zorgen voor wat bevloeiing. Misschien
dat er in oktober daar nog een druppel regen kan vallen, maar daarna zeker niet
meer.
Tegen Nieuwjaar zag ik
mooie knollen die kort daarop zouden geoogst worden.Dat is een half jaar later dan bij ons.
FOTOMATERIAAL
Let op de bolvorming bij
het gewone plantmateriaal en bij de Kameroense manier van telen: geen knol.
Alle energie gaat naar de zaadbol.
Om alles zeer duidelijk te zien: typ in het vakje zoeken links bovenaan : uien en je krijgt een zeer duidelijk beeld
Vanaf de lente tot eind
juni hoorde ik in periodes de heerlijk-muzikale, afwisselende zang van de
zanglijster. Hij herhaalt vier, vijfmaal eenzelfde strofe en zingt daarna weer
iets totaal anders.
Voor Daouda moest ik de
naam in het Frans opzoeken: Grive musicienne. Een schitterende naam voor deze
vogel.
Maar wat is er daarna met
deze vogel gebeurd?
In t verleden gingen ze steeds
met de merels meesnoepen van de bessen. Zeer eigenaardig: tot nog toe geen enkele zanglijster meer opgemerkt. De merels zijn
er wel met tientallen.
De zwartkopgrasmus is een
vogel die ons vanaf april in de tuin verwelkomt met een helder, melodieus gezang.
Vroeger kon je verwarren met de zang van de tuinfluiter, maar die klonk langer
aangehouden en meer merelachtig. Nestelen deed deze bij ons niet, maar je hoorde
die bij pozen op doortrek. Deze vogel heb ik de laatste jaren niet meer
opgemerkt. Zijn soortgenoot, de zwartkopgrasmus, die men trouwens tot dertig
jaar terug de zwartkoptuinfluiter noemde, is nog goed vertegenwoordigd in de
streek. Het mannetje is makkelijk te herkennen aan zijn zwarte kruin. Het
wijfje is daar donkerbruin.
De laatste paar weken
zitten steeds 3-4 zwartkopgrasmussen in de kleinfruitkooi. Net als merels
lijken ze een voorkeur te hebben voor de blauwe bessen.
Een vogelkenner wist mij
te vertellen dat men al vroeger opgemerkt had dat deze soort ook belust is op
de vruchten van het krentenboompje/amelanchier.
Hij en een vriend Dirk hebben deze vogel elk afzonderlijk zien snoepen van hun rijpe vijgen! De zwartkop kiest echt de rijpe uit om deze aan te pikken en er van te smullen.
Is er nog iemand die deze
snoeper bezig gezien heeft?