Mijn meer dan 50 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik meedelen en zelf nog bijleren. Doch de wereld is groter dan de tuin. Daar is eveneens veel te zien en te beleven.
03-07-2016
Stromen Nederland
Stromen Nederland
Met dank voor de feedback
De riviernamen zijn al lang geleden vastgelegd. Ik sta er versteld van hoe mensen in oude tijden de juiste hoofdtakken toen al goed hebben kunnen traceren. Ik ben bij het begin van de Maas, Rijn, Rhone, Donau, Moezel, Loire etc. geweest.
De stromingen van Rijn en Maas zijn in de tijden nogal wisselend.
De hoofdstroom van de Rijn en nu nog de benaming loopt bij Wijk bij Duurstede naar het Noorden. Langs Utrecht, Alphen, Leiden, Valkenburg en mondde net benoorden Katwijk in zee. Deze tak is afgedamd en vormt nog een klein kanaaltje. De naam Rijn komt overal nog voor, ook in de straatnamen (zijn oude oevers).
Voorbij Wijk bij Duurstede heet de hoofdstroom dan ook Lek en is eigenlijk een zijtak van de Rijn. Nadat de Waal en de eigenlijk hoofdtak van de Maas samenkomen heet de rivier Merwede. De Bergse Maas na Heusden is eigenlijk een gegraven kanaal. Gorichem ligt dan ook aan de Merwede. Slot Loevestein lag vroeger heel strategisch. Bij de bouw was er nog geen Bergse Maas.
De Biesbosch is ontstaan na een van de Elizabethvloeden. De dijken van toen nog polders waren doorgebroken en omdat de besturen toen jarenlang redetwisten over het betalen van de reparatie van de dijken is dit natuurgebied onstaan.
Dordrecht was dus in vroegere tijd een zeer belangrijke haven. De Zeeuwse eilanden waren nog niet met elkaar verbonden en Zeeland was meer een open zee met wat eilanden
Er loopt nog een water van Dordrecht tot Spijkenisse voorbij Rotterdam wat de "Oude Maas" heet. De "Nieuwe Maas" loopt door Rotterdam.
Waar de Lek en de Noord vanaf Dordrecht samenkomen heet het "Nieuwe Maas". Krimpen a/d Lek ligt aan de Lek, maar Krimpen a/d IJssel loopt door tot aan de Nieuwe Maas.
Rotterdam, genoemd naar de rivier de Rotte, ligt dus aan de Nieuwe Maas en noemt zichzelf Rijnmond. De straatnamen heten in Rotterdam dan ook "Maaskade" etc.; zal wel door de invloed van Erasmus komen.
Het zeekanaal wat nu Rotterdam verbint met de zee was vroeger de Maasmond.
Namen zijn ondermeer Maassluis, Maasdijk en Maaslandkering.
De naam Maas tussen Woudrichem en Dordrecht kom ik op kaarten niet meer tegen.
Ik hoop dat je in de nu wirwar van namen iets wijzer bent geworden.
Al vele jaren plant ik van mijn eigen look. Telkens selecteer ik de dikste knolletjes om te planten. Het planten gebeurt ongeveer half oktober. Wat later kan ook nog.
Veel vroeger plantte ik in de lente; maar de opbrengst is heel laag.
Vorig jaar was ik op de Tuindagen van Beervelde en schafte bij een Fransman een prachtig plantras aan. Ben wel de naam vergeten. Blijkbaar had hij ook een ras om in de lente te planten, maar dat betrouw ik veel minder.
Als je in het najaar plant heb je in de lente al een weelderig ogend gewas in de voor de rest nog kale groentetuin. Bezoekers op de Open Velttuindag dachten dat de dikke stengels prei waren!
Bij sommige foto’s ligt een lookstreng van vorig jaar. De bewaring is nog vrij goed. Slechts enkele beginnen te schieten. Bewaart het nieuwe ras evengoed? Het zijn grote tenen wat paars betoond.
In Gorinchem of Gorkum, zoals de stad meestal genoemd wordt komen de grote rivieren de Maas en de Waal (Rijn) en de kleinere Linge samen en vormen samen de Merwede.
Ik heb mij steeds afgevraagd hoe dat eigenlijk met die grote stromen in elkaar zit. Op Nederlands grondgebied heeft de Rijn zich gesplitst: een arm loopt over Arnhem en wordt verder de Lek die naar Rotterdam stroomt. De tweede Rijnarm stroomt over Nijmegen en wordt de Waal. In Woudrichem komt er een tak van de Maas bij en iets verder in Gorinchem de kleine Linge. Ze vormen samen de brede Merwede. Iets voorbij Gorichem zal de Merwede zich splitsen in de Beneden Merwede die tenslotte Rotterdam zal bereiken en de Nieuwe Merwede langs de oostkant van de Bieschbos. De tweede arm van de Maas (Bergse Maas) omsluit de Bieschbos aan de westkant en samen met de Nieuwe Merwede wordt dit de Amer en verder het Hollands Diep met de Moerdijkbrug op de autoweg naar Rotterdam. Rij je van Breda naar Utrecht dan rij je bij Geertruidenberg over de Bergse Maas en in Gorinchem over de nog ongesplitste Merwede.
We maakten een wandeling door Gorinchem, een historisch vestingstadje dat een rol speelde in de geschiedenis. Denk maar aan de tachtigjarige oorlog tegen de Spanjaarden (1568-1648). De watergeuzen (1572) onder aanvoerder Lumey, vermoorden 17 geestelijken en 2 lekebroeders, de martelaren van Gorkum, heiligverklaard.
Na de wandeling door het centrum, met nog enkele historische gebouwen, hadden we ons middagmaal met asperges naast de sluis van de Linge. De waterpoort van ernaast is nu heropgebouwd in de tuin van het Rijksmuseum van Amsterdam. Vorig jaar heeft men op de vroegere plaats een paar Koreaanse beelden geplaatst ter herinnering aan de schipbreuk op de Koreaanse kust in 1653 van Oostindiëvaarders. 36 van de 64 man van de Sperwer overleefden en werden gevangen gehouden. Een van hen was de Gorkumnaar Hendrick Hamel. Na 13 jaar wist hij met nog 7 anderen met een kleine boot te ontsnappen en Japan te bereiken. De Verenigde Oostindische Compagnie vroeg hem zijn belevenissen neer te schrijven. Hij beschreef tevens het land en volk van Korea en in 1668 kwam het ‘Hamel Journaal’ uit in het Nederlands, Engels, Duits en Frans en werd een groot succes. Aldus werd Korea bekend in het westen.
FOTO’S
Kerk
Poëtische tekst die herinnert aan de ontsnapping in 1621 uit slot Loevestein in een boekenkist van Hugo de Groot, humanist, schrijver-dichter, rechtsgeleerde en theoloog.
Dan met de veer naar Woudrichem, eveneens een middeleeuws vestingsstadje, aan de westkant van de Waal, nog omsloten door vestingen. Van de aanlegplaats wandelden we eerst een eind op de vestingwal met in de verte het waterslot Loevestein, door de vereniging reeds vroeger bezocht. Dan weer in het stadje door de hoofdstraat met oude huizen tot aan de stevige kerk, spijtig niet toegankelijk. Dan weer naar de wal met een machtige stellingmolen erbovenop. Er zijn 3 typen molens : als oudste de standaardmolen; de bovenkruier met enkel de kop draaibaar en dan de stellingmolen, zoals hier. Als slot een smakelijke Duvel in een cafétje met enkel Belgische bieren, waar ook de burgemeester langs kwam.
De Hagelstormramp die St-Tuiden en Haspengouw trof richtte verder vernieling aan in Noord Brabant
Ger Van Santvoort 21/06
Donderdag avond is Someren getroffen door een zeer zware hagelbui met stenen als tennisballen.
De schatting is dat nog 10 % van de ramen heel zijn op het dek.
De gevels die de volle laag hebben gehad liggen er ook uit, aan de luwzijde valt het wel mee.
We proberen een sloper te vinden die de stukken glas op het dek wil verwijderen zodat we er weer enigszins veilig onderdoor kunnen lopen en proberen om mijn perzik en abrikoos collectie te redden.
Het opnieuw beglazen heeft dan niet zo’n haast, eerst de veiligheid.
In Someren en Asten ligt meer dan 100 ha glas in puin, de grote glasgroente bedrijven hebben hun oogstpersoneel voor een half jaar naar huis moeten sturen.
Ook bij grote kippen en varkensbedrijven is de schade en het dierenleed enorm, en dan heb ik het nog niet over de daken en auto’s van de bewoners. Ongelofelijk en dat in een kwartiertje tijd.
De appel-, pere-n en pruimencollectie buiten heeft veel takbreuk, vrucht - en hagelschade op de stammen maar dat moet ik afwachten.
Pierre was een oudleerling aan de Tuinbouwschool te Roeselare van Jan Heyman, de stichtende voorzitter en erevoorzitter van VELT vzw. Hij was een sterkhouder van de Veltwerkgroep fruit van Wevelgem en maakte deel uit van het bestuur van de Croqueurs de Pommes Nord Pas de Calais.
Wij waren bij hem op bezoek. Zie de eerste blog fruit op 29/11/2012.
De eerst rijpende zijn de Taybessen, zowel de gestekelde als de ongestekelde mutatie, de Buckingham Taybes. De gestekelde Taybes naast de Buckingham is nog niet zo goed hersteld van de wintervorsten. De andere gestekelde staat er veel beter bij en draagt ook uitstekend (zie de foto).
Direct gevolgd door de zwarte Obsidian en dan de Metolius.
Wellicht is Silvan ook vroeg, maar mijn plant heeft de vorst van 2 jaar terug niet overleefd.
Kotata komt minstens een 10 tal dagen later.
De beide Taybessen doen het bij mij evengoed. In de 3 voorbije vriesjaren met temperaturen -12° en lager waren de ranken meestal bevroren, met soms een uitzondering.
Van Obsidian en Metolius was alles bovengronds bevroren.
Idem met Silvan
Kotata had ook te lijden, maar had steeds overlevende takken.
Vorig jaar bezweek de Obsidian en een Kotata aan heksenbezemziekte. Ik schafte een nieuwe Obsidian aan bij de Proeftuin.Eu.
Dit jaar heb ik toch obsidian bessen. Blijkbaar had de vorige plant een paar jaar geleden gezorgd voor een nakomeling die dit jaar vruchten draagt.
Ik vind Taybessen een lekkere vrucht, met een complexe, iets zuurbetoonde smaak. De eerste Obsidianbessen, zijn zwartblinkend en groot en smaken heerlijk zoet. Metoliusbessen zijn slanker en smaken goed, maar minder dan Obsidian.
De wijnbes heeft nog witte bloemblaadjes, dorman red niet. De bloem kruipt als het ware naar binnen en kruipt er later weer uit om te rijpen. De vrucht is tweemaal groter dan deze van de Japanse wijnbes, is glanzend rood met een verfrissende smaak, maar niet zo fijn als de Japanse wijnbes. Ze rijpen beide vanaf half juli. Dorman red staat bij mij aan het achterpoortje, naast en door een sterk groeiende braamzaailing met alle kenmerken van een Himalaya die dan ook begint te rijpen, uitnodigend tot snoepen in het voorbijgaan en harmonierend rood en zwart.
Terwijl het buiten regent begin ik aan het verslag over onze Wenenreis. We hebben fantastisch weer gehad, meestal zonnig en tot 25°. Een paar nachten regende het. Enkel bij het uitstappen voor het bezoek aan de oude Benedictijnerabdij Heiligenkreuz was er een laatste restje motregen. De tweede maal was het ’s morgens al opgehouden.
Net de weersvoorspelling voor Wenen bekeken: alle dagen regen, doch niet in zo’n grote hoeveelheid als bij ons en een temperatuur een stuk boven de 20°. Vergelijk bij ons: om 15u 14,5° (weerstation Zoersel en op mijn thermometer), neerslag 24,8 liter, bij mij 31l.
We reisden met de Scheldevallei van Oudenaarde en hadden een fenomenale gids: Rudy Vandeputte, classicus en kunstgeschiedenis en daarbij nog criminologie. Daarbij beschikt hij tevens over de gave van het woord en een duidelijke dictie, plus 35 jaar ervaring Wenen!
Zo. 22 mei, vertrek om 5u, 1100 km en om 20u aankomst in hotel Wiental te Pressbaum, een 20tal km voor Wenen, midden het Wienerwald.
2de dag. Ma. 23/5 om 8u15 vertrek naar Wenen.
Het stuk autoweg gaat vlot. In Wenen is het vanzelfsprekend steeds aanschuiven, doch het gaat vooruit. We zullen steeds vlug uitstappen aan de opera. We wandelen voorbij de Albertinabibliotheek en de Augustijnerkerk, waar een dienst bezig is en wij niet binnenkunnen, tot de monumentale ingang van de Hofburg, het paleizencomplex van de Habsburgers. Deze stam kwam al aan de macht in 1273 en ging door tot 1918, wanneer de laatste machthebber moest verzaken aan de troon en de republiek werd uitgeroepen.
Onze gewesten kwamen onder de Habsburgers toen Maria van Bourgondië huwde met Maximiliaan van Oostenrijk (1477). Haar kleinzoon zal de wereldheerser Karel V worden.
Ons eerste bezoek in de Hofburg gaat naar het Sisimuseum en aansluitend de keizerlijke vertrekken. Bij het buitenkomen vangen we om de hoek een blik op van de Spaanse ruiterschool met de beroemde Lipizzanerpaarden. Die worden pas wit op 8 jarige leeftijd, voordien zijn ze zwart of bruin. Aan de overkant van het voorplein, dat ontoegankelijk is, zie je de kop van een paard in een stal. We wandelen terug de Hofburg binnen, steken het plein waar we al waren over en komen op een volgend plein met weer machtige gebouwen. We zien het paleis dat nu betrokken wordt door de president. De volgende wordt nu verkozen. Wordt het de extreem rechtse Hofer of toch de linkse Van der Bellen? Het zal de laatste worden met 30 000 stemmen overschot: 50,3%. De grote steden stemmen links, het platteland rechts. Er volgen nog pleinen en gebouwen. We gaan in de buurt dineren.
Daarna wandelen we verder. Weer pleinen en prachtige gebouwen. Links van ons hebben we in de verte al een blik op de torens van het stadhuis van Wenen.
We komen aan het grootse standbeeld van Maria Theresia met het Natuurhistorisch museum aan de rechterkant en het Kunsthistorisch museum aan de linkerkant, gezien vanop de grote Ringstraat. Dit museum bevat o.a. de grootste collectie Breughels ter wereld.
We wandelen in de voetgangerszone en zien in de voorname straat Graben de mooie pestzuil (1693); na een belofte bij de beeindiging van de grtote pestepidemie van 1679, waarbij ¼ van de bevolking omkwam. Bij de verdere wandeling is het even schrikken als een medereizigster struikelt met een bloedende neus als gevolg. Verder gelukkig niets ergs. “Dat lapt zichzelf” zou mijn vader gezegd hebben. Mijn vrouw Aleide had minder geluk op de Seniorenreis van 3 jaar terug in zuid Tirol in Italië, een beentje gebroken in de knie. Met de ambulence terug.
We nemen een kijkje in de St. Peterskerk, een van de drieentwintig districtkerken, luisterrijke, barokke parochiekerken van Wenen.
Het voornaamste bezoek is echter dit aan de machtige kathedraal, de Stephansdom met 137 m hoge toren, meesterwerk van de gotiek, voltooid in 1433. Knap interieur. We bewonderen de door de guitige beeldhouwer Pilgram geschapen predikstoel. Hij beeldt zijn opdrachtgevers uit als kikkers, die de leuning opklauteren en zelf steekt hij zijn kop door een deurtje onderaan.
We wandelen terug door de zeer druk bezochte Graben. In de kerk van de Kapucijnen bezoeken we de Kapuzinergruft, de keizerlijke grafkelder van 12 keizers en 18 keizerinnen, waaronder Elisabeth (Sisi), echtgenote van keizer Franz Joseph I. Er zijn eenvoudige en ook zeer pompeuze grafmonumenten.
Bij het oude café Mozart is er nog tijd om iets te drinken of voor een Sachertorte, het beroemde chocoladegebak met abrikozenvulling van de 16 jarige Sacher. De Sachergebouwen liggen net achter de hoek. De familie Sacher heeft meer dan een cent verdiend met die taart.
FOTO’S
Inkom Hofburg
Bekroning van de keizerlijke vleugel
Nu Paleis van de Oostenrijkse president
De groep achter het standbeeld van Maria Theresia
Haar lijfarts, de Nederlander Gerard van Swieten hervormde de medische afdeling van de Weense universiteit.
Uitstap in het Wienerwalt naar de oude Benedictijner (Cisterciëncer)abdij of Stift Heiligenkreuz. De abdij bestaat al van 1133. Er zijn nog elementen te zien van de romaanse bouwstijl van toen. Genoten van het bezoek. We rijden verder naar de Mayerlingkapel. Voordien was dit een jachtslot. Kroonprins Rudolf, enige zoon van keizer Franz Ferdinand I en Sisi vermoorde er eerst zijn 17 jarige maîtresse en pleegde daarna zelfmoord.
Na het middagmaal rijden we naar Wenen voor een bezoek aan de machtige opera, de Staatsoper aan de Ringstrasse, aangelegd na de afbraak van de stadsmuren. Zeer luxueus. De opera leed schade tijdens de wereldoorlog. Sommige gedeelten bleven intact.
Vandaar gaat het door een park naar de barokke Karlskirche met imposante koepel en geflankeerd door 2 hoge, gedecoreerde zuilen.
We werpen nog een blik op het Concertgebouw van het Musikverein, bekend van het Weense Nieuwjaarconcert.
Er is nog wat tijd om te verpozen op de Naschmarkt (sneukelmarkt).
Rit over en stappen langs de Ringstrasse met vele, beroemde bouwwerken, opgetrokken na de afbraak van de vestingmuren (1857) in de tweede helft van de jaren 1800. We stappen uit aan de Votivkerk, neogotiek, in restauratie en niet te bezoeken.
In de programmabrochure staat vermeld dat we ook tot het kleurige Hundertwasserhuis zouden wandelen. Ik heb dit gezien in 1993 op een uitstap met de familie. Met schoonbroer Evert Lagrou, prof stedenbouw stond de reis in het teken van de (sociale) bouwwerken. Ergens staat een kerk, opgetrokken in enkele reuzengrote betonblokken.
We keren echter terug op de Ringstrasse, 57m breed, in stroken verdeeld met groen tussenin. Iets verder betrekt de faculteit der letteren van de Weense universiteit een groots gebouw.
We wandelen verder door het groen. We zien er een bloemenboom met lilablauwe bloemen. Medereiziger Paul weet die te benoemen als een Anna Palowna, Blauglockenbaum, Paulounia tomentosa.
We staan voor het majestatische Rathaus, stadshuis. ’s Avonds zullen we terugkeren voor een dinner-show in een van de kelders. De centrale toren is gebouwd naar inspiratie van de stadhuistoren van Brussel.
Ernaast ligt het indrukwekkende parlementsgebouw.
Voor het middagmaal rijden we naar de 252 hoge Donautoren van 1964 met op 160 m het ronddraaiende restaurant. Onderweg zien we het Riesenrad van 1897 en 65m hoog, bekend uit de fllm ‘De derde man’.
Terug in het centrum gaan we in het stadspark door de rozentuin een blik werpen op het standbeeld van Sisi. We wandelen verder door het groen. We zien er een bloemenboom met lilablauwe bloemen. Medereiziger Paul weet die te benoemen als een Anna Palowna, Blauglockenbaum, Paulounia tomentosa.
Er volgen nog standbeelden tot we voor het zeer bekende, gouden beeld van Johan Straus komen.
Weer de bus op en naar het paleis en tuinen van het Belvedère, het slot van een voorname prins Eugenius van Savoye, veldheer en staatsman van keizer Leopold I (1657-1705)
FOTO’S
De gotische Votivkerk
Gebouw van de faculteit der letteren van de Weense universiteit
Vorige zaterdag bezochten we met de moestuingroep Velt-Voorkempen de Velttuin Schoten. Het regenweer speelde ons wel parten.
Naast het complex loopt een afvalbeek. Tweemaal in de voorbije weken liep de tuin grotendeels onder water.
Een plant die mij trof: een uitgeplante, overwinterde Anaskers. Die had in een grote pot gestaan. Een medewerker vertelde dat hij in het najaar scheuten nam en die vorstvrij overwinterde. In het voorjaar kon hij dan uitplanten.
Ananaskers moet je voorzaaien, net als tomaten. Als gevolg van mijn overnatte grond heb ik pas onlangs kunnen uitplanten.
Ik zaaide in 2000 een eerste maal anaskers en goudbes (Physalis pubescens of pruinosa). De laatste kon ik volop oogsten. Ze zaaiden zichzelf uit en jarenlang kon ik ervan genieten tot ze 4, 5 jaar geleden plots ten prooi vielen aan een schimmelziekte. Vorig jaar had ik na verschillende jaren weer een paar goede struikjes. De zaden blijven blijbaar vele jaren kiemkrachtig. Nieuwe plantjes heb ik nu nog niet gezien. Hun groei begint pas begin juni en momenteel kan ik de geploegde grond niet meer betrefen of ik zak er in weg.
In 2003, met de zeer warme zomer, ontlook nog een van de zaadjes van de in 2000 gezaaide ananaskers. De ingepakte bessen werden toen wel volop rijp. Het is een subtropische plant en is in een dergelijk klimaat een overblijvende plant. De goudbes integendeel groeit in het wild in de gematigde staten van de V.S. en is een eenjarig gewas.