Mijn meer dan 50 jaar ervaring met tuinieren en het telen van vele soorten (klein)fruit zonder scheikundige bemesting en - spuiten wil ik meedelen en zelf nog bijleren. Doch de wereld is groter dan de tuin. Daar is eveneens veel te zien en te beleven.
19-12-2016
NAWOORD (Fruitboek Velt)
NAWOORD (Fruitboek Velt)
Lieve lezer,
Verder verwijzen we u naar de Veltafdeling van uw streek. In het boek kon u een degelijke uiteenzetting lezen over snoeien. Nu de praktijk. Meerdere afdelingen organiseren met veel succes snoeidemonstraties.
Vooral in West-Vlaanderen zit u goed. De afdelingen Beernem en Menen –Wevelgem hebben een fruitwerkgroep die nog meerdere activiteiten inrichten. Bij hen kan u zeker terecht om via enten te zorgen voor eigen fruit. Al tientallen jaren zorgt Velt West-Vlaanderen voor een samenaankoop van fruitbomen.
Wellicht kan uw afdeling u ook in contact brengen met een fruitkenner voor verder advies.
Vele afdelingen werken al samen met de streekorganisaties van het Regionaal Landschap en Natuurpunt. Men krijgt weer oog voor kleine landschapselementen en zaait bloemen als voedsel voor de (wilde) bijen en nuttige insecten. Ook in de beroepsteelt dringt dit door. Het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen had vele jaren een Fruithappening.
Ga kijken naar de grote, jaarlijkse fruittentoonstelling van de Nationale Boomgaardenstichting.
In Nederland heeft men al twee Biologische (dynamische) vruchtboomkwekerijen, o.a. ‘De Vrolijke Noot’ te Wapserveen (BD). Het Louis Bolk instituut te Driebergen verrichtte pionierswerk voor de biologische fruitteelt.
Te Frederiksoord, op de arme Drentse zandgrond van Bartje, bevindt zich de grootste verzamelboomgaard door liefhebbers aangelegd. Om de twee jaar is er de Expo ‘Souvenirs van Eeuwen’.
In het noorden was Auke Kleefstra de wegbereider. Nog in het noorden situeert zich de ‘Noorderlijke Pomologische Vereniging’ met Pomospost als zeer interessant ledenblad. Hoofdredacteur Jan Veel bracht de interessante adressen in verband met fruit samen in de publicatie . http://www.vriendenvanhetoudefruit.nl/wp-content/uploads/2015/01/pomologische-reisgids.pdf
‘Fruit yn Fryslan’ legt op 2Ha te St. Nicolasga (St. Nyk) een verzamelboomgaard aan, waar ook de Friese rassen een plaats krijgen.
De ‘Noord- Hollandse Pom’ heeft te Middenbeemster haar te bezoeken boomgaard. Verder kan men contact nemen met de ‘Pomologische Gemeenschap Limburg’.
In Brabant steekt men de koppen bij elkaar rond de veelzijdige Ger van Santvoort te Someren (Hier ook een collectieboomgaard) en medewerkers rond Eindhoven.
Slechts 1 lijst voor appel en 1 lijst voor peer: zeer ontgoochelend!
Eerder in het boek. Bij een boomkweker: ”Vraag een Schone van Boskoop”. Kreeg geen plaats op de lijst!
Ook kent men de Collina niet: een kruising tussen Elstar en Priscilla (Amerikaans ras). Deze appel van Mart Vandewall van Eckelrode, Biologische teler, is veruit de lekkerste en mooiste zomerappel, geteeld in West-Europa. Deze appel is zeer resistent, in tegenstelling met Elstar, een van de kruisingsouders. Onvergefelijk dat die ontbreekt in de enige lijst.
Elstar: die doet het bij mij totaal niet in mijn natuurlijke teelt. Met Jonagold heb ik af en toe meer succes.
Ik begrijp daarom niet waarom Elstar wel en Ecolette geen plaats kreeg. Opnieuw een gebrek aan kennis. Ecolette is een kruising van Elstar met het Amerikaanse ras Prima. Ecolette is een lekkere appel en probleemloos te kweken en daarbij ten dele zelfbestuiver. Ecolette is de eerste resistente appel van Wageningen. Men dacht er een clubras van te maken, enkel voorbehouden voor gecontracteerde beroepstelers. Wegens wat beurtjaarneiging en iets te kleine maat zag men er vanaf.
Bij de peren zou er geen Jefkespeer mogen staan, doch de Seigneur Esperen. Beide rassen zijn op hetzelfde moment rijp. Ik heb ze allebei staan. S.E. is van een duidelijk hogere kwaliteit. Voeg daarbij dat het een veel gemakkelijker boom is, meer gedrongen van vorm, in vergelijking met de zeer hoog opschietende, spichtige takken van de Jefkespeer (Beurré Chaboceau).
Nog iets in verband met de bewaarbaarheid. Op p. 127 staat terecht 'Zomerrassen zijn in de regel niet te bewaren.' Docxh in de tabel gaan Clapp's en Kriekpeer 1 maand mee. Ik zou bij Clapp's 1 week(en dan nog) en bij kriekpeer 2w gezet hebben. Het toppunt is wel de Jefkespeer (2 maanden): 2 w zal al een maximum zijn!
Ik hoop dat men bij een latere herwerking meerdere rassen zal vermelden. Waar bleven de Bellefleurs? Tegen die tijd zullen er weer meerdere interessante rassen zijn. Bv de Belgica, nu nog een clubras. Op vele plaatsen is men volop aan ’t zoeken naar resistente rassen. Vroeger kon men naar hartelust spuiten; nu niet meer. Misschien een resistent ras van de eigen kweek van Gembloux ? Misschien krijgt het Tjechische ras Otava, wat ik beschouw als mijn topras een plaats? Ook Relinda en Rewena?
Een nieuw Nederlands, schurftresistent bewaarras Natyra kan Topaz , waarvan de resistentie al ergens doorbroken werd, opvolgen?
‘Verdraagzaamheid is een sleutelwoord om succesvol Ecologisch fruit te telen’
Proficiat voor deze paragraaf.
Ik zou er nog graag iets aan toevoegen over NATUURLIJKE TEELT.
Hier grijpt men niet in met de toegelaten biologische behandelingsmiddelen die uitgebreid beschreven zijn in het boek.
De rassen die er staan hebben meestal een zekere resistentie.
In een ecologische fruittuin is er meestal een vorm van ecolgisch evenwicht. Het ene jaar zal al gunstiger uitvallen dan het andere. Na een droog voorjaar bv blijven de vruchten uitzonderlijk gaaf. In sommige najaren krijgen de late vruchten, het ene ras al meer dan het andere, een onesthetische, donkere schimmellaag. Je kan die ten ten dele wel afwrijven, de smaak van de vrucht blijft wel intact.
Voedselvoorziening, snoeien en verwijderen van kankertakken blijft vanzelfsprekend.
Als voorbeeld van natuurlijke teelt kan ik Gembloux aanhalen. Ze hebben er honderden, onbehandelde rassen staan en kweken sinds vele jaren telkenjare ook nieuwe rassen. Wellicht komt er een van de volgende jaren wel iets op de markt. De grote verdienste van Gembloux is dat men sedert de tachtigerjaren resistentere rassen geselecteerd heeft die vermeerderd worden door gecontracteerde boomkwekers.
Hallo Daniël, ik heb een 30-tal zuilappels om mijn huis heen staan. Het kan prima langs de straatkant en levert leuke reacties op. Velen vallen qua kwaliteit wat tegen, maar er zijn ook een paar zeer lekkere bij, zoals Golden Gate, Red River, Red Cats, Star Cats, Rondo en Rhapsody. Bij zowel Zuilappels, maar zeker bij Zuilperen, blijft snoei toch wel belangrijk, omdat je anders ipv vruchthout, wel redelijke scheuten groei krijgt, wat niet wenselijk is bij de zuilbomen. Bij de appels zijn alle soorten uit één mutatie van de McIntosh Rogers gekweekt, dit zijn dus allemaal nieuwe rassen. Bij de peren is dat niet het geval, en wordt teruggegrepen op vaak oude rassen die toevallig goede leibomen zijn: veel vruchtspurren, weinig lange groeischeuten, en dus makkelijk te leiden als een spil. Vandaar de opmerking dat er alleen "echte"zuilappels zijn. Hartelijke groeten, Nynke Zijlstra
We stonden met Comité Zoersel Going op de kerstmarkt met 2 luiken duurzame producten: uit het hoge noorden van Kameroen, in het dorp zelf bereide neemolie ( * ) en neemzeep, gefabriceerd in het buurdorp Lara en anderzijds appelsap en kweesap uit mijn natuurlijke tuin met meer dan 100 rassen.
De Neemolie was uitverkocht. Normaal zal schoonzoon Aminou een voorraad meebrengen tegen het Afrikaans Tuinfeest hier op zaterdag 8 juli.
17 cartons appelsap van 5 l. Ik had niet verwacht dat zoveel personen de last van 5 kg zouden meedragen!
(*) De neemboom is een tropische boom uit India die veel aangeplant staat in het droge, hoge noorden van Kameroen. Het wordt een grote, groenblijvende boom die 9 maand zonder water kan. Men schuilt eronder tegen de zon. Uit de pitten van de vruchten bereidt men de geneeskrachtige neemolie.
Dochter Leen, die elk jaar in Kameroen komt, meestal nog in het gevaarlijk regenseizoen, smeert gezicht en handen al 10 jaar in met dit product en heeft sindsdien geen malaria (overgedragen via muggensteken) meer opgelopen. Hier eveneens efficiënt tegen muggen en nog veel meer.
Neemolie Puur (=Azadirachta Indica )
"zeer veelzijdige olie, voor mens, dier & plant! "
bij huidproblemen bv. rode, jeukende & droge of gesprongen huid, acne, psoriasis,...
ideaal tegen huisstofmijt, muggen en andere insecten
natuurlijk antisepticum(ontsmettingsmiddel), fungicide(tegen schimmels), insecticide en antihistaminicum (tegen allergiën)
neemolie is 100% natuurlijk
koudgeperste neemolie uit zaden van de neemboomvruchtjes
van nature rijk aan Azadirachtine (minimaal 300 ppm) (natuurlijk insecticide)
geen hulpstoffen, parabenen (conserveermiddelen) of parfum, niet getest op dieren
geen petrochemische bewerkingen of ingrediënten (paraffine, siliconen,...)
planten: afwerend tegen schimmels, spint, stekende insecten, mijten en slakken o.a. in de biologische, ecologische landbouw.
(huis-)dieren: natuurlijk afwerend middel bij vlooien, teken en (stekende-) insecten & natuurlijke huidverzorging
bewaren in donkere, droge plaats bij kamertemperatuur
In het Fruitboek lees ik: …’kolombomen enkel voor appelen beschikbaar en heb je tot nog toe weinig keuze in variëteiten’.
Meer dan 20 jaar geleden was Velt de grote pionier voor de Ecologische Siertuin.
Toen zag ik in een dergelijke tuin de sierlijke kolomappels van de eerste generatie. De bewoners waren zeer tevreden over hun bomen.
In de catalogus van Proeftuin.eu Zomergem met zijn fantastisch kleinfruit tel ik ook een aanbod van zuilfruit: 11 rassen appel, 2 peren, 2 kersen, 1 kriek en 1 pruim.
Ook in ‘Gemakkelijk Fruit’ van tuinbouwleraar Guy De Kinder, tevens de man achter www.houtwal.bekomen kolombomen van de diverse fruitsoorten zeer goed aan bod. Daarnaast vermeldt hij ook dwergrassen.
In plaats van te leuteren over hoogstammen in een stadstuintje had men beter wat opzoekingswerk verricht over zuilfruit ten bate van de (stads)siertuin.
Ik ben op het verkeerde been gezet. Bij de beschrijving van de onderstammen: hoogstam, halfstam (zeer ongenuanceerd) en laagstam (of struik, doch dit woord gebruikt men niet), vond ik niets over de gebruikelijke rassen en niet de minste verwijzing naar verder in het boek! Derassen appelonderstammen komen pas beperkt aan bod op pagina 103/104 voor appel en op pagina 125 voor peer.
Het gedeelte over appelonderstammen voldoet mij niet. De B9, in plaats van de M9, waarvoor Willy Mahieu vurig pleit, vindt men niet de moeite om te vermelden. In de Okinaganvallei in British Columbia heb ik op een biologische fruitfarm een groot perceel op deze onderstam gezien. Ik hoor dat fruitenthoesiasten bij ons deze onderstam – sterker dan M9 - met succes gebruiken.
Men vermeldt wel M7 voor laagstam en halfstam, maar geen verdere uitleg. Tussen 1962 en 1980 plantte ik mijn meeste appelbomen op M7, de enige onderstam die de plaatselijke boomkweker Mampay te Viersel gebruikte. Het waren meestal iets hoger geënte halfstammen. Dat was, naar zijn ondervinding, de beste onderstam voor de Kempische zandgrond zei hij. Wellicht werden deze bomen eveneens bij liefhebbers op de goede gronden van het belendende Broechem aangeplant?
Ten tijde van de eerste Veltwerkgroep-Fruit in het Antwerpse gebruikten we bijna uitsluitend de MM106. De groeikracht van de M7 gaat er boven. Je kan er gerust een hoogstam mee vormen. De paar bomen op MM111 die ik heb blijven er ook onder, maar dat kan ook aan het er op geënte ras (Falstaff, interessant, tot dec.) liggen.
Nog een anecdote: ik heb een reuzenhoge (mijn ladder van 8m schiet een stuk tekort) Schone van Boskoop, gekocht als struik. Op een 30tal cm ontsproten 3 stammen. Jaren later heb ik er 1 behouden. De onderstam was duidelijk een zaailing, doch geënt als een laagstam of struik!
Wellicht gebeurt dit nu niet meer.
Marc Geens pleit ervoor dat de onderstam standaard op het naamplaatje van een appelboom zou vermeld worden.
Ik heb nu 50 blz. Van het Velt fruitboek doorgemaakt.
De foto’s met kinderen kan ik zeer waarderen.
Fruit is al van in mijn kindertijd een van mijn hobby’s. Zij het toen ook om de eieren uit de hooinesten van huismussen in de hoogstam appelbomen te roven. Die hooinesten zaten een zeldzame keer eveneens in een meidoornhaag.
De mussen zijn al lang deze manier van nestenbouw vergeten.
Met vanaf het 6de leerjaar op internaat te gaan ben ik dan meer geciviliseerd geworden.
Toen de vogelvangers rond het begin van de jaren ’70 onze Wielewaalavonden kwamen storen, zei ik hen dat ik hen begreep. “Het is een kwestie van civilisatie. De landen in het noorden, waar de vogelvangst afgeschaft is, hebben al twee generaties voor ons leerplicht!”
Naar de Schone van Boskoop. Op blz 25 lees ik : ‘Je vraagt bij de kweker niet zomaar ‘een appelaar’, je zult moeten specifiëren of je bijvoorbeeld een Trezeke Meyers, Boskoop, Jacques Lebel of President van Dievoet wilt (zie blz 113). Op die blz is de Schone van Boskoop echter verdonkeremaand!
www.weersstationzoersel.be mat -6.3° en aan de grond is het dan dicht tegen -10°. Het zou tijdelijk wat warmer worden maar volgende maandag kan al een nieuwe winterprik volgen.
Op de laatste Jaarvergadering van Velt Voorkempen schafte ik mij het boek aan, doch omdat er ook een andere gegadigde was gaf ik het door.
Een eerste doorbladering geeft een goede indruk. Een bestuurslid vroeg wat ik dacht van haar aankoop van een perzik Benedicte. Mijn antwoord: “Beslist het beste ras dat je kunt aankopen.” Ze vond het in onze streek. Ik controleerde dat Meer in het boek: geen Benedicte!
Ik heb het boek net ontvangen. Benieuwd om er verder kennis mee te maken.
Vorige zondag hield de Nationale Boomgaardenstichting zijn grote tentoonstelling in het kasteel Tivoli te Mechelen. Dit ter gelegenheid van het 30 tig jarige bestaan van de afdeling Mechelen.
Een gelegenheid om fruitkennissen te ontmoeten en gegevens uit te wisselen.
Bijzonder interessant vond ik de eigen stand van Johan Baecke met zijn schitterend leifruit, de knapste peren die je in dergelijk formaat nergens anders tegenkomt + daarbij de welbespraakte uitleg van Johan, de pyrus Belgica.
De Friezen waren van ver gekomen. Ook de kern van de zich vormende Noordbrabantse Fruitgroep was van de partij.
De foto’s beginnen met de peren van Johan
Bij de peer Napoleon kan je op het dik uiteinde de hoed van Napoleon fantaseren.
Let ook op de foto's van Johan's leiperen: onberispelijk!
Rode Bonheider twee rassen van Mechelse pomologen.
Rubinstep/Pirouette
Kanzi, een appel uit de beroepsteelt
Redlove Serena Doorrode appels komen in de mode
Beurré Bosc, oude peer klassieker
Beurré de Montluchon, zou ook een lekkere peer zijn
Bergamotte Let op de gedrongen vorm Bergamot d’Esperen is wel de meest bekende. Esperen bracht het tot majoor in het Franse, keizerlijke leger en had zijn proetuin in Mechelen.
Vertrek om 6u. Na de koffiestop geeft gids Paul Koop een inleiding op de reis. Hij boeit mij vooral als hij de bezoeken schetst in een historische context. Na een tijdje ontdekte ik dat ik met hem al mee geweest was. Zie de reportage Gorinchem – Woudrichem. Blog 02/07.
We verlaten de autoweg bij Obernai en rijden omhoog naar de abdij Mont St Odile, een druk bezocht bedevaartsoord in de Vogezen. We bemerken een Belgische, parlementaire auto. Odilia, hertogsdochter werd blindgeboren (+/- 660) en door haar familie verstoten, en ondergebracht bij een familie op het platteland. Toen zij 12 jaar was, werd zij naar een kloostergebracht. Daar kreeg zij het zicht terug bij haar doopseldoor de H. Erhard van Regensburg. Zij keerde terug naar haar ouders en kreeg de beschikking over een heuvel bij Barr, de latere Odilienberg. Daar stichtte zij een klooster en werd abdis.Zij is de patroonheilige van de Elzas.
Vanop het tuin-plein naast de kerk is er vanop 763m een mooi, panoramisch zicht op de omgeving.
Bij Colmar, op een rond punt, zien we een eerste maal een serieuze kopie van het vrijheidsbeeld van New York, een creatie van de Colmaarse kunstenaar Auguste Bartholdi.
Te Munster vallen de restant-fabrieken van de vroegere textielnijverheid op en een ooievaarsnest op de kerk. Daarna gaat het naar het hotel Porte de Vosges te Muhlbach-sur-Munster.
Op dag twee rijden we een heel stuk terug naar Straatsburg voor een bezoek aan het Europa parlement. Vanuit de hoogte volgen we een tijdje de aanbreng van enkele parlementairen. Een van hen was Marianne Thijssen. Zij hebben 10 minuten voor hun uiteenzetting. Het ging om serieuze problemen overal in de wereld, dus niet beperkt tot Europa. Buiten de sprekers is er bijna geen kat. Bij de interessante uiteenzetting achteraf in een zaaltje door iemand van de voorlichting (jaarlijks ontvangt men 600.000 man) krijgen we de verklaring. De parlementairen zijn wel bij de debatten en stemmingen. Meestal vergadert men in Brussel, doch eenmaal per maand of is het om de 3 weken? met gans de santeboetiek naar hier. Historische afspraken.
We krijgen er ook nog een goede lunch.
Mijn appreciatie voor Europa is duidelijk gegroeid.
In de namiddag bezoeken we Straatsburg en vooral het drukke, schilderachtige oude hart, Petite France, Unesco werelderfgoed met zijn oude vakwerkhuizen. Vandaar naar de kathedraal Notre Dame. De gids wijst ons op enkele bijzonderheden van het beeldhouwwerk in de drie portalen.
Zelf ben ik gebrand om het astronomisch uurwerk, vooraan in een zijbeuk terug te zien. In de karnavaltijd van het jaar 1956 stonden we er met onze groep Leuvense studenten op studiereis.
We waren op de universiteit ontvangen met achteraf een stevige drink van Elzasserwijntjes en net om 12 uur aanwezig om alles in beweging te zien komen. De 12 apostelen bogen naar ons toe. We waren vurige supporters. Als ik er aan denk heb ik er nog deugd van.
Vrijdag,16/9. Het regent. We rijden naar naar de burcht Haut-Koenigsbourg op een Vogezenkam. Ontstond in de jaren 1100. Door de vrede van Munster in 1648 kwam de Elzas, en dus ook de burcht bij Frankrijk. Na de Frans - Duitse oorlog werd Elzas-Lotharingen in 1871 opnieuw Duits en na de Grote Oorlog weer Frans. Een boeiend bezoek en vergezichten op de Rijnvallei. De regen is opgehouden.
Daarna rijden we op de ‘Route du vin d’Alsace’, omgeven door wijngaarden. In Ribeauville hebben we onze lunch en wandeling door het stadje met zijn oude vakwerkhuizen. Een paar keer zie ik aanbod van biowijnen. Bij het daaropvolgend bezoek aan het nog toeristischer Riquewihr is dit niet het geval.
We genieten nog van een Elzasserwijntje. De Riesling smaakte, of was het toch een Gewürstraminer?
Dag vier: genoten van de wandeling door de goed bewaarde, oude binnenstad van Colmar.
Rond het terras, waar we de lunch hadden, vatten Franse Gaia-mensen post met antivlees slogans. De politie keek toe en wij ook. We hadden nog tijd voor een vrije wandeling en bezoek aan de kerk. We passeren de woning, nu museum van Auguste Bartholdi, de schepper van het Vrijheidsbeeld van New York (1870). Het grote standbeeld van New york, een gift van Frankrijk n.a.v. 100 jaar onafhankelijkheid (1876), staat op een staalconstructie van Gustave Eifel .
Op de terugweg bezoeken we Eguisheim, wieg van de Elzasserwijnen, via de Romeinen. Weer een van die schilderachtige wijndorpen met een paar grand crus.
We kijken al uit naar het bezoek aan wijnboer Joseph Schaffar te Wintzenheim. In de voorbije dagen, bij het voorbijrijden hadden we al een paar keer zijn wijngaarden opgemerkt.
De bestellingen worden ’s avonds nog gebracht en gaan direct, op naam, in de bus.
Dag 5, zo. 18/9 Terugweg.
Normaal zouden we Nancy met zijn indrukwekkend plein bezoeken, doch het regent.
We rijden door tot Metz. Een gelegenheid om de machtige kathedraal terug te zien. De regen houdt op. Eerst een lunchplek zoeken en daarna het gezamelijk bezoek aan de kathedraal. Voor mij een orgelpunt–slot van deze reis, georganizeerd door Walter Vereycken.