Een helse rit
Prins
heerlijk geslapen vannacht. Het hotel is fantastisch. Het avondeten is dit
hotel echter onwaardig. Als ze deze kok niet dringend vervangen zullen er nog
weinig gasten hier komen eten. Het ligt zeker niet aan de producten die
gebruikt worden. Maar als je en sausje maakt is het volgens mij een kleine
moeite omdat warm te serveren, niet met stukjes groenten die ijskoud zijn. Dus
het Skalite hotel is zeker en aanrader maar toch maar best één van de vele
restaurantjes in de buurt bezoeken voor het diner. Het ontbijt was goed met
voldoende keus. De gezondheid is onder controle er wordt dan ook rond een uur
of halfnegen welgezind gestart. Het weer is uitstekend, strakke blauwe lucht
dus vol op zon en de wind is veel minder dan gisteren. De motorkledij is nog
maar eens omgewisseld, we vertrekken met een graad of achttien voor een rit van
298 km. Nog vergeten te vermelden de munteenheid hier is de Lev. 1 euro is 1,95
Lev. Dus ik deel de Bulgaarse prijzen door twee om het in euro te weten.
Er staat
eerst een afdaling te doen van een twintigtal kilometers. Aangezien we midden
in de bergen zitten betekent dit de ene haarspeldbocht na de andere. Normaal
geen probleem ik neem ze zelfs graag. Maar hier is het allemaal net iets
anders. Los zand, grint en afgewaaide takken liggen op de weg. Niet bepaald de
ideale mix voor een motorrijder. Het tempo ligt dan ook bijzonder laag. Na de
zoveelste haarspeldbocht neem ik de eerste foto van en mooi vergezicht. Na deze
foto een foto van het wegdek dat ik tijdens de afdaling regelmatig over moest manoeuvreren,
rijden kun je dit niet meer noemen. Eenmaal als de afdaling achter de rug is
komt er een redelijk saai stuk, ik bedoel saai tegenover gisteren er is hier
altijd wel iets te zien meer de gewenning begint blijkbaar al op te treden. Het
is tijd voor mijn sigaartje, ik stop dan ook bij een redelijk groot
benzinestation, de kleine pompjes vertrouw ik voor geen haar. Het zal voor Guz
weer de 95 zijn die getankt wordt, waarschijnlijk zal hij weer brommen maar ik
heb hier nog geen 98 kunnen ontdekken. Ik neem ook een paar flesjes water want
het beloofd een dorstige dag te worden. Op het aangenaam terras lekker in het
zonnetje blijf ik iets te lang zitten. Ik kijk naar de zwaluwen die met hun
nesten bezig zijn (jammer genoeg zijn ze me telkens te vlug af voor de foto.
Hoog in de lucht zweeft er een koppel ooievaars en tientallen gele vogeltjes
vermaken zich in de berm. Het zijn volgens mij een soort vinken, goudvinken
misschien? Ik weet het niet jammer genoeg is mijn kennis over vogels nog
slechter dan mijn brabbel Engels. Ik zou aan beiden eens deftig moeten werken. Na
deze pauze kom ik bij een mooi vergezicht uit, jammer genoeg te ver van de baan
om een fatsoenlijk foto van te maken. Ik zie echter een onverhard weggetje naar
een plaats lopen waar ik perfect die foto zou kunnen nemen. Dom, dom, dom.
Waarom heb ik altijd van die ogenblikken dat ik absoluut mijn verstand weiger
te gebruiken. Waarom zo focussen op een foto en denken; er is nog nooit niemand
zijn leven lang met een motor op een onverhard weggetje blijven staan.
Mensenlief dat he ik geweten. Na een driehonderd meter kom ik in sporen waar
een vier een vier maal vier nog last zou hebben. Ik durf geen meter verder
rijden. Beteuterd sta ik wat in het rond te kijken, behalve wat mussen is er
niets te zien. Absolute stilte. Aangezien ik geen tent bij heb kan ook niet
blijven slapen. Zelfs als ik wel een tent zou hebben was het probleem nog niet
opgelost. Het probleem is namelijk, hoe moet ik in Godsnaam Guz uit dat spoor
krijgen om terug te keren. Twintig minuten ben ik daar mee bezig geweest.
Schijters bang dat ik omver zou gaan met Guz. Ik krijg die in dat spoor van zijn
leven niet alleen terug recht. Met een constant slippen en schuivend achterwiel
kom ik toch zo ver dat ik al dwars op het pad sta. Door het constant slippen
van het achter wiel stinkt het naar verbrand rubber. Eindelijk kom ik
centimeter voor centimeter zou ver dat Guz dwars over het pad staat. Het
achterwiel nog in het spoor, het voorwiel in het andere spoor. Gelukkig was de
onderkant van Guz nog vrij. Nu moest ik een berekend risico nemen, Gas geven,
het voorwiel in het spoor houden en het achterwiel al slippend schuin uit het
spoor zien te. Het gas zeker niet lossen anders is de kans te groot dat ik op
mijn bek terecht kom. Mijn koppeling laten slippen en maar voorzichtig gas
blijven geven. Op het kritieke moment dat het achter wiel uit het spoor kom
geef ik wat gas bij om mijn evenwicht te kunnen behouden. Guz springt netjes
met het achterwiel in het goede spoor. Een beetje verder op een fatsoenlijk
plekje Guz weggezet. Afstapt en me een paar harde klappen tegen mijn kop
gegeven. Als ge dat nog een keer lapt wordt Guz op pensioen gezet en gaat de
Kees naar een rusthuis. Einde discussie. Toch nog maar snel een foto genomen,
hij trekt op niets omdat ik niet ver genoeg ben gereden. Ik zet Guz op de foto
en zeg dat hij zijn geknor moet houden, hij/zij ziet er precies tien jaar ouder
uit.
Na dit
avontuurtje komen we via een paar mooie vergezichten in het stadje Lom aan.
Buiten dat er veel ooievaars hun nesten hier hebben is er weinig te zien. Na
Lom komen we op een prachtige route met magnifieke vergezichten, de tijd begint
echter te dringen, het is over twaalf uur we hebben amper 140 kilometer afgelegd.
Hier kom ik ook voor de eerste keer in Bulgarije aan de oever van de Donau. Het
is ondertussen een rivier geworden om u tegen te zeggen. Van de vergezichten
heb ik niet veel fotos, het asfalt is zo slecht dat de gemiddelde snelheid van
dien aard is dat ik geen tijd meer heb om veel te stoppen. Een foto nemen is
stoppen, helm afzetten, handschoenen uit doen en een eindje stappen om een goed
zicht te hebben, dit alles twee keer natuurlijk. Vanaf hier heb ik wel de
helmcamera veel gebruikt, hoef ik maar op een knopje te drukken. Jammer genoeg
kunnen er op deze blog geen filmpjes gezet worden er zitten echt spectaculaire
beelden bij ook van het wegdek. Na een twintigtal kilometer is het gedaan met
de vergezichten. Ik kom een kerkhof tegen en kan het niet laten om er een foto van te nemen. Ook in Roemenië liggen de kerkhoven er zo bij , daar had ik echter geen kans om er een foto van te maken. Er staan nog 140 moeilijke kilometers te wachten. Een helse
rit wordt het, op de zeldzame stukken goede asfalt lap ik voor deze keer de
maximum snelheid van 90 km per uur aan mijn laars. Ik kom danig in tijd gebrek
door de slechte staat van het wegdek. Het is een schande en eigenlijk pesterij
van de bevolking hier dat die wegen er zo bij liggen. Een schoolbus kruipt
werkelijk tussen de gaten door, over snelheid kun je zelfs niet spreken. Kilometers
aan een stuk rijdt hij stapvoets, grote stofwolken achter zich latent. Op een
fatsoenlijk wegdek zouden de schoolkinderen minsten een uur per besparen. De
maximum snelheid van 90 km per uur niet aanhouden kost me bijna mijn kop. Het
is mijn dag niet vandaag. Door de schaduw van de bomen zijn de gaten in
het wegdek niet zo goed te zien. Ik rij met een snelheid van ongeveer 110 km
per uur wanneer ik in een tamelijk goed wegdek te laat een redelijk diep gat
zie. Ook deze keer ben ik weer wat blij dat ik de broodnodige motorervaring heb
opgedaan tijdens mijn talrijke reizen. Waarschijnlijk zal er ook wel wat geluk
bij te pas gekomen zijn maar ik kan het gat ontwijken. Toch blijf ik onder
tijdsdruk risicos nemen, weliswaar zo berekent mogelijk. Non stop heb ik
gereden van 13 uur tot 17 uur over kilometers bar slecht wegdek afwisselend met
redelijk wegdek. Ik moet eerlijk zeggen toen ik na veel gezoek, ook dat nog in
het hotel aankwam ik steendood zat. Als er morgen onder Guz geen halve liter
olie ligt is het verdomme een sterk beest.
Eenmaal in
het hotel geïnstalleerd, ook niet zonder moeite wegens geen woord Engels aan de
receptie kan ik genieten van een fijne douche. Een douche van het type drie in
één. Je moet wel goed nadenken wat je eerst wil gaan doen. Ik zou denken een
kakje. Na de douche geniet ik van het
prachtige decor van op het balkon van mijn kamer. Het is niet altijd even leuk
op reis.
Het is echt
mijn dag niet vandaag. In het restaurant wordt ook geen woord Engels gesproken.
De menukaart is enkel in het Hongaars Maar allee ik heb gegeten. Ik dacht kip,
het was kotelet, ik dacht rijs maar het waren gelukkig frieten. De koffie en
het nagerecht heb ik maar gelaten voor wat het was. De halve liter Tuborg kon
ik aanwijzen.
We blijven
in Bulgarije, morgen 16/05 naar Silistra. Een ritje van 207 kilometer, hopelijk
over een fatsoenlijk wegdek.
|