Met spijt in mijn hart verlaat ik het appartement en de gezellige stad Albi. Maar daartegenover staat weer de verwachting wat de dag van vandaag zal brengen. Dat is het heerlijke aan reizen, s ’morgens niet weten wat er staat te gebeuren. Wat gaan we zien, waar komen we aan enz.
Het begint al goed. Zodra wed Albi uit zijn rijden we een kilometer of vijftig door het mooie dal van de Tarne. Het weer is ook vandaag weer prachtig dus het is van minuut één weer genieten. Een mens zou er spijt van krijgen om naar huis te rijden.
We blijven door prachtige landschappen rijden, af en toe zo eenzaam dat ik denk; Kees hier geen zotte kuren he als je hier omver gaat is de kans groot dat je een dag of twee kan duren voor er iemand passeert. Super bochtige kleine weggetjes, het gaat natuurlijk voor geen meter vooruit en het wordt in de loop van de dag redelijk vermoeiend.
Rond de middag zijn we aan het viaduct van Millau, het is de derde of vierde keer dat ik hier kom maar het blijft een mooi zicht op het prachtige viaduct. Het is mooi om er over te rijden maar niet zo spectaculair als het er uit ziet. Eerlijk gezegd is er onderdoor rijden mooier. Maar het is leuk om er eens over gereden te hebben. Na het viaduct is het nog 20 km rijden om terug op de binnenwegen te komen, zelfs die snelweg loopt door een mooi landschap ook hier is van verveling geen sprake.
Na de snelweg rijden we achtereenvolgens door de onbekende maar prachtige Gorges de la Jonte en Gorges du Tarne. Je moet hier gereden hebben om te beseffen hoe mooi het is. Zelfs met honderd foto’s kun je dit niet laten zien. Trouwens met 33 graden en een motorpak aan en helmpie op wil je wel blijven rijden, zeker geen tientallen keren stoppen om een foto te nemen.
Het is een prachtige dag geweest, de mooiste tot nu toe van deze reis, maar 300 km is eigenlijk te veel als je deze rit zou rijden moet je er toch wel twee dagen voor uittrekken om er ten volle van te kunnen genieten. Als je nog liever motor met de motor rijdt dan ik kun je het ook op een halve dag proberen natuurlijk maar ik kan het niemand aanraden.
Rond 16 u komen we in het hotel annex bar, restaurant aan. Ik zal niet zeggen dat ik steendood zat maar toch. Het verlangen naar een douche was dan ook zeer hevig. De receptie was gesloten, langs de bar naar binnen gegaan daar was één mevrouw bezig een vol terras te bedienen. Geen woord Engels, en geen tijd om mij in te checken. Echt waar na drie kwartier was ik aan de beurt, er stonden nog drie koppels die na mij waren aangekomen te wachten. Eindelijk naar mijn kamertje. Ik heb de sleutel nog niet het slot gestoken of er komt een andere madam achter me aangehold. Met handen en voeten maakt ze me duidelijk dat de kamer nog moest gepoetst worden, of ik even geduld heb alstublieft. Kijk dan begint het bij de Kees te stomen, dan ben ik staat om me uit te kleden en onder die pruts douche te gaan staan. Ik ben de Franse taal niet machtig en zij de Engelse taal niet maar ze begreep heel goed dat ik nog weinig geduld had en als het wat lang zou duren zij mijn rug kon afwassen. Ik heb nog nooit zo rap en kamer weten klaar te maken.
Morgen voor de overnachting naar Saint-Florine een rit van 275 km. We zijn richting nar huis aan het komen.
|