09/07/18 Die kilometer bergop klopte gelukkig wel, toch was het nog een pittige wandeling. Als we in het dorpje aankomen zien we al van redelijk ver waar het te doen is. Een klein pleintje, twee kleine restaurantjes, en een hoop levenslustige Grieken. We vrezen dat er voor ons geen plaats meer is maar dat werd direct opgelost. Er wordt een tafel en een paar stoelen buiten gezet en we kunnen ons lekker installeren.
Morgen een vrije dag, een litertje huiswijn moet kunnen zeggen we tegen elkaar. Amai, wat is het hier gezellig, wanneer de ouzo op tafel komt blijft er van onze afspraak in verband met het alcoholgebruik niets meer over. Het komt er op neer dat we in de late avond met de eigenaar van het hotel (die even zat was als wij) mee terug gereden zijn naar het hotel. Een goede nachtrust gehad, en een heel speciaal ontbijt.
We hadden om een omelet gevraagd we krijgen een grote pan met van alles en nog wat in. Ei, gebakken aardappelen, ham kaas ajuin enz. Redelijk zwaar na een gezellige avond. Na het ontbijt de was gedaan.
Rond de middag rijden we met de zoon van de eigenaar naar de haven van Lefkimmi en kopen daar het ticket voor de overtocht terug naar Igoumenitsa. Als we in Igoumenitsa aankomen moeten we daar een ticket kopen voor de overtocht naar het eiland Paxoi. Volgens de kaarten van mijn gps is er een rechtstreekse verbinding vanuit Lekimmi maar die line bestaat niet meer.
Na de boodschappen heerlijk gezwommen in het zalige zwembad van het hotel, pintje gedronken, sigaartje gerookt en wat platte rust. Het diner in het dorpje is zeer rustig verlopen, een paar glaasjes rode wijn en dat was het.
Morgen hebben we amper kilometers te rijden we zitten meer op de veerboten dan op de motor. We overnachten op het eiland Paxoi.
08/07/17 We hebben ons aan de afspraak gehouden in verband met ons alcohol gebruik. Gisteren praktisch niets gedronken met alcohol. We vertrekken dan ook fris voor onze rit naar Griekenland.
In Fier, wat een tamelijke grote stad blijkt te zijn, is het even zoeken om op de juiste weg te komen omdat er wat omleidingen zijn. Garmien doet echter uitstekend haar werk en loost ons zonder problemen door de stad. Als we Fier gepasseerd zijn veranderd het landschap van saai en eentonig naar een landschap met leuke uitzichten en we rijden langs een rivier. Het is redelijk afwisselend en we rijgen de kilometers aaneen.
Rond de middag stoppen we aan een gezellig terras met een waterval voor een sigaartje en een frisdrankje, dat drankje kunnen we goed gebruiken want we hebben weer temperaturen tot 34 graden.
De grens Griekenland-Albanië passeren we zonder problemen. In Griekenland moeten we de klok een uur vooruitzetten wat een beetje tegenvalt, dat is een uur later in het hotel dan dat we verwacht hadden. De drukte in de haven van Igoemenitsa valt mee, maar toch presteren we het om een verkeerde ferry naar Corfu te nemen. Het was de bedoeling dat we in de haven van Lefkimi zouden aankomen een overtocht van een uurtje. Het hotel waar we verblijven ligt acht kilometer van deze haven.
Wij hebben dus een ticket naar de stad Corfu genomen een overtocht van twee uur en een rit naar het hotel van 38 km. Een rit van 38 km op Corfu betekent ongeveer vijftig minuten rijden. Het is dan ook vrijlaat als we in het hotel aankomen, de ontvangst die ons te beurt valt maakt echter veel goed. Na een lange hete dag is zo’n heerlijke frisse pint onbetaalbaar. We kunnen niet in het hotel eten, na de douche gaan we te voet een kilometer bergop naar het dorpje waar blijkbaar een gezellig restaurantje is.
Morgen blijven we hier, er staat niets op het programma, waarschijnlijk zal het platte rust worden want de vermoeidheid begint door te wegen.
07/07/18 En of het een lange dag is geworden. De rit naar Fier was de hel. Moordend verkeer, bloedheet en onderweg niets tegengekomen dat de moeite was om te stoppen voor een foto.
Rond een uur of vier zijn we in Fier, we slapen in een zeer mooi complex in een werkelijk uitstekende kamer. Jammer dat we nogal ver van het centrum zitten en we hebben echt geen zin om nog met de motor naar Fier te rijden. Waar we zitten hebben we alles wat we nodig hebben dus wordt het platte rust die we goed kunnen gebruiken.
Tijdens één van onze eindeloze gesprekken hebben we nog maar eens afgesproken dat we het drank gebruik toch echt gaan minderen nu.
Morgen rijden we naar Griekenland we overnachten op het eiland Korfoe. Een rit van 260 km.
Blijkbaar is er een probleem om de blog van deze reis te volgen. Wanneer je de blog opent ga je rechts naar categorieën, het onderste artikel 2018 018 Kroatische-Griekse eilanden en Albanië. Daarop klikken en je komt op de blog van deze reis.
05/07/18 Op tijd opgestaan want we moeten om 10u15 vertrekt de ferry in Split naar het volgende eiland waar we vannacht verblijven. Het is een rit van 150 km naar Split Maar geef ons een sigaar, een tafeltje en twee stoelen buiten in het zonnetje en we zijn weer vertrokken. Waar we het vandaan halen is niet te geloven maar we voeren eindeloze gesprekken. Voordat we er erg in hebben is het 08u15 en moeten we opeens dringend gaan rijden. De gps geeft aan dat we om 09u56 in de haven van Split zijn, dat is wel nipt. We moeten absoluut die ferry halen anders zitten we tot 17u30 vast in Split. De rit verloopt voorspoedig door een heuvelachtig landschap met honderden olijfbomen. De geur van het eiland doet me aan Corsica denken.
Na een tankstop weet de gps te vertellen dat de aankomst in Split 10u05 zal zijn, het begint me stilletjes aan een beetje op mijn zenuwen te werken. Split is een tamelijk grote stad waar tientallen ferry’s aankomen de haven is dan ook redelijk uitgebreid. Aangezien we groot stuk van de rit over een tolweg hebben gereden verliezen we nog wat tijd om de tol te betalen. Het wordt nu wel heel spannend.
De haven komt in zicht maar de weg naar de haven gaat door het centrum van Split. We wurmen en wringen ons door de file en om 10u10 Staan we aan het kantoor waar we de tickets kunnen kopen. Nor maal staan die kantoren vlakbij de steiger waar de ferry aanmeert. Hier natuurlijk niet het is een gebouw met een tiental loketten waar je voor de diverse ferry’s die hier vertrekken een ticket kunt kopen. Druipnat van het zweet komen we om stipt 10u15 op de kade aan waar wijde ferry ligt die wij moeten hebben. Geloof het of niet, er hangt daar een bordje dat de ferry om 10u45 vertrekt.
Stipt om 10u45 varen we uit de mooie haven van Split voor een overtocht naar Vela Luca waar we vandaag de nacht doorbrengen. Het is een overtocht van drie uur. Veel foto’s heb ik niet de batterij van het toestel was leeg en tijdens het varen kan ik niet bij mijn motor komen. Sinds we in Croatia zijn hebben we werkelijk al honderden eilanden gezien, veel kleine onbewoonde maar ook eilanden met een huisje of dertig. De eilanden worden elektriciteit voorzien door kabels die op de zeebodem liggen.
Als we in Vela Luca aankomen is het even zoeken waar we moeten zijn want de gps heeft veel moeite om genoeg satellieten te vinden om te navigeren. Rond twee uur zijn we in het appartement waar we overnachten de vriendelijke gastvrouw ontvangst met een heerlijke koude halve liter. We krijgen veel informatie over hoe het eraan toegaat op zo’n eiland. Bij dringende medische hulp bv worden de eilandbewoners met een helikopter naar een ziekenhuis op het vaste land gebracht.
Het is hier gezellig op ons terrasje, we hebben een mooi uitzicht over de haven van het stadje en een grote parasol waaronder het goed vertoeven is (zeker met een lekkere tweede halve liter) Rond vijf uur gaan we te voet naar beneden en nemen een watertaxi de ons naar de overkant brengt waar talloze restaurantjes langs de haven staan. Goed gegeten en rond een uur of half negen terug op ons appartement.
Op tijd gaan slapen want morgen staat er weer een rit van 265 km op ons te wachten. We gaan naar Petrovac om te overnachten. We zitten dan in Montenegro.
04/07/18 Alle omstandigheden in acht genomen toch goed geslapen. Aangezien dat er hier geen ontbijt is te verkrijgen gaan we ontbijten in het restaurant waar we gisteren onze dag beëindigd hebben. De omelet met pizzabrood was goed te doen.
Om elf uur zijn we zover dat we kunnen vetrekken, het wordt een rare dag want we gaan meer kilometers op en boot zitten dan op onze motors. Ik dacht dat we 145 km moesten rijden maar uiteindelijk blijken dit maar 50 km te zijn.
Onze eerste stop is in het oude stadje Osar, volgens de reisgids de moeite om te stoppen. Volgens ons is het niet veel bijzonders. We zitten dan ook redelijk snel op een klein terras met een grote pint en dikke sigaar. Er is niet veel te zien op het eiland, we zijn dan rond 13u waren we dan ook al in het havenstadje Mali Losinj. Daar nemen we een middelmatige maaltijd en een heerlijke koffie. Na het eten gaan we op zoek naar tickets voor de ferry die ons naar Zadar moet brengen. Nadat we tickets gekocht hebben is het wachten geblazen. Het is bloedheet en we hebben dan ook geen zin om met onze motorkleren aan het stadje te gaan verkennen. Om 15 uur komt de ferry in de haven aan, we doen nog een terrasje want het inschepen begint pas om 16u15. Eindelijk is het dan zover de ferry en zo snel mogelijk een ruimte zoeken met airco.
Onderweg legt de ferry nog aan vier eilandjes aan, op één van de eilandjes ligt een tankschip dat zoet water overpompt in grote waterputten. Blijkbaar is er geen waterleiding op dit eiland. Op de ferry worden we aangesproken door een Vlaming die problemen heeft met zijn gsm, hij kan er niet mee op internet en vraagt of hij even een gsm van ons mag gebruiken. Die gast is moederziel allen met zijn fiets onderweg naar Sri Lanka. Een reis van vier maanden. Ík denk dan als dat met een fiets kan dan moet dat toch met een motor zeker te doen zijn. De aankomst van de ferry is tussen 22 en 23 uur voorzien in Zadar, dus ook vandaag weer een lange dag.
Theo heeft zich en paar uurtjes plat gelegd om een slaapje te doen.
Morgen een ritje van 150 km naar Split waar we de ferry naar het eiland Luka Vega nemen. We moeten tamelijk vroeg vertrekken want naar het eiland gaan maar twee boten per dag namelijk om 10u15 en 17 uur. We hebben besloten om de boot van 10u15 te nemen.
03/07/18 Van een fantastische nachtrust genoten, een goed ontbijt genuttigd, sigaartje gerookt en we vliegen er weer in. We beslissen om de route te veranderen om langs de kust van Istrië te rijden. Het is stralend weer en vol goede moed zijn we weg. Het probleem met de gps is ook opgelost dus we knallen Italië uit richting Slovenië.
Onze eerste stop is in Piran een gezellig kustplaatsje in Slovenië. Na deze stop passeren we redelijk zijn we redelijk snel aan de grens Slovenië- Croatia. We blijven in de buurt van de kust rijden en bezoeken Porec, Rovinj en Pula. In Pula bezoeken we het bekende amphitheater. Ondertussen is het een graadje of dertig geworden en komen we tot ontdekking dat we de kilometers toch wel onderschat hebben. We beseffen nu al dat het een lange dag gaat worden. Eigenlijk te lang voor een oude man van 65 jaar. We rijgen de kilometers aaneen over relatief goede wegen en houden ons zoveel mogelijk aan de snelheidsbeperking van 60 km per uur. Het stikt hier van de snelheidscontroles en de boetes zijn niet om mee te lachen.
Als we in de buurt van de haven komen om onze eerste ferry te nemen van deze reis zien we vanuit de bergen de ferry aankomen. We zullen dus niet lang moeten wachten om overgezet te worden. Om 17u30 komen we in de haven van Brestova aan waar de ferry ook komt binnen gevaren. Stipt om 18 u vertrekken we naar het eiland Cres. Aangezien we maar een kilometer of dertig op het eiland moeten rijden naar het stadje Cres waar we overnachten drinken we een heerlijke frisse pint aan boord. (Het zal de laatste niet zijn vandaag)
Om 19 uur na een rit van 350 km langs de kust en door de bergen komen we in het gasthouse aan waar we vandaag overnachten. De ontvangst is hartelijk, er wordt meteen een halve liter bier gepresenteerd op het terras. Geen tien minuten later komt de tweede halve liter aan. Om 20u30 gaan we naar een gezellig restaurant om eindelijk te gaan eten, we moeten er amper 50 meter voor stappen. Stoer als we zijn bestellen we als aperitief een fles rode wijn, na het eten komen we tot ontdekking dat we nog geen Grappa gedronken hebben. Dit probleem is ook direct opgelost, de smaak valt goed mee dus waarom zouden we geen tweede nemen.
Om 23u30 waggelen we uiteindelijk naar ons bed. Nu zit ik hier met een formidabele houten kop aan mijn blog te werken met voor mijn neus vier lege stinkende blikken bier van gisterenavond. Morgen 145 km rijden en honderd kilometer varen op onze volgende ferry. We overnachten in Zadar.
02/07/18 Verschrikkelijk slecht geslapen wegens het gesnurk van drie Duitsers die in de cabine naast mij liggen. Om 07 uur vraag ik mijn ontbijt, en wordt het bed omgebouwd naar een zitplaats. Het is prachtig weer en de trein rijdt door een mooi landschap vervelen doe ik me zeker niet.
Om 10 uur komen we in Innsbruck aan, geduldig staan we allemaal te wachten tot we onze motors van de wagon kunnen rijden het is halfelf als we er aan kunnen beginnen. Ondanks dat het al redelijk warm is gebruik ik mijn koelvest niet. Het grote nadeel van dit vest is dat je bij deze temperatuur om het uur het vest terug nat moet maken. Als het nat is, is het werkelijk ijskoud (eigenlijk te koud aan je lijf) en na een uur wordt het te warm met het vast aan. De koeling is eigenlijk te kort en in het begin is het veel te koud.
We rijden Innsbruck uit met een gps die geen mondelinge aanwijzingen geeft, wat ongelooflijk vervelend is. Ik begrijp niet wat er aan de hand is bij de instellingen van de gps wordt aangegeven dat alles verbonden is maar ik krijg geen enkele mondeling aanwijzing door. Als er iemand van de lezers een oplossing heeft voor dit probleem zou ik die heel dankbaar zijn om mij de oplossing te bezorgen. Aangezien dat we afgesproken hebben dat we geen tolwegen gaan rijden is heel de rit vandaag over binnen wegen. Regelmatig zien we de bekende autosnelweg liggen van de Brennerpas. Als we door het mooie Stubaidal gereden zijn komen we in de Dolomieten en rijden we voorbij de drie Zinzen, de bekende drie bergtoppen van de Dolomieten.
Maar de Kees met een motor en vakantie dat is gewoonweg onmogelijk zonder regen. Als we aan de laatste 100 km beginnen Klettert de regen met bakken naar beneden. Het is echt ongelooflijk, in heel Europa is het prachtig weer ook in Oostenrijk temperaturen tot 28 graden en volop zon. Juist in het dal waar wij rijden is het gietende regen en de temperatuur zakt naar een graadje of zestien. Niet echt aangenaam in een zomerjas waar de wind dwars doorwaait. Regenjas aan en rijden maar. Nog geen kilometer met de regenjas aan gereden en er is geen druppel meer gevallen. Al bij al is 295 km door de bergen toch redelijk zwaar, de middagpauze is dan ook kort want we hebben onze tijd hard nodig om op een fatsoenlijk uur op onze plaats van bestemming aan te komen.
Na een dag van hard labeur komen we rond 18 uur in Udine aan, het hotel valt goed mee en na een heerlijke douche en een goed diner vinden we allebei dat we een geslaagde dag achter de rug hebben.
Morgen een rit van 245 km, we nemen dan onze eerste ferry van deze reis en slapen op het Kroatische eiland Cres.
We zijn weer vertrokken en deze keer onder een blauwe hemel met een stralende zon. Voor het vertrek was er nog even paniek. De laatste update van mijn gps was waarschijnlijk mislukt. Toen ik wilde vertrekken bleken er geen kaarten meer in het toestel te zitten, na een half uurtje was het probleem opgelost. Koelvest aan, en met een temperatuur van rond de dertig graden rij ik naar mijn Limburgse motormaat Theo. Aangezien ik met redelijk wat vertraging in Limburg aan kom is er geen tijd om een koffie te drinken.
Nadat de traditionele foto’s getrokken zijn (te zien op de website van motart) rijden we naar Düsseldorf waar we de nachttrein naar Innsbruck nemen. Als we het terrein oprijden waar onze motors op de wagons worden gereden hebben we geen tijd meer om een sigaartje te roken, het laden is al volop bezig.
Stipt om 20u55 vertrekt de trein, aangezien we elk een cabine hebben genomen met douche en wc ben ik weer een ervaring rijker. Douchen in een rijdende trein, plezanter kan het niet meer worden vandaag. Om toch maar een paar foto’s te hebben trek ik vanuit de rijdende trein de Rijn bij Keulen en de dom van Keulen. M
orgen rijden we van Innsbruck naar Udine. Een rit door de bergen van Oostenrijk en Italië. De overnachting is in Udine. (De verslagen lopen een dag achter wegens geen internet op de trein)
19/08/17 Solden-Tuttlingen Het heeft heel de nacht geregend, als we vertrekken valt er nog wat motregen en we hebben een temperatuur van 15 graden. Vandaag een lange rit door Oostenrijk en Duitsland, waarschijnlijk is het een wisselweekend van vakantiegangers want het is opvallend druk op de wegen. Voor de tunnel van de Fernpass komen we in een kilometerslange file terecht. Ook hier rijden we weer tussen de file door, er zijn een paar tegenliggers die er zich moeilijk in maken maar dat kan de pret niet drukken.
Het wordt een lange dag met veel files en omleidingen er is dan ook maar één foto gemaakt bij het vertrek deze morgen. Na de middag hebben we prachtig weer en ondanks de files zijn we ruim op tijd in Tuttlingen. We overnachten hier in een nieuw modern complex waar we inchecken via een computer. Douchen en een wandelingetje door het stadje en even langs de Donau gelopen om dan lekker te gaan eten in een Grieks restaurant in de buurt van het hotel. Hoe Armin in leven blijft is mij een raadsel want ook hier slaat hij de avondmaaltijd over. Morgen een rit van Tuttlingen naar Sarrebourg. Een rit over binnenwegen van 230 km
20/08/17 Tuttlingen-Sarrebourg Na een goed ontbijt vertrekken we hier ook weer met zeer goed weer. We rijden over mooie wegen door het binnenland van Duitsland. We komen al vrij snel in het Zwarte Woud aan en rijden hier door de streek waar de beroemde koekoeksklokken worden gemaakt. In Rheinau varen we gratis de Rijn over en zitten we in Frankrijk. De Rijn is hier de natuurlijke grens tussen Duitsland en Frankrijk. Ruim op tijd komen we in Sarrebourg aan waar we vandaag overnachten. We zitten nu in de noordelijke Vogezen.
Het is prachtig weer en ik ga dan ook een lange wandeling maken langs het Sanal de la Marne au RIN. Dit kanaal wordt nog enkel gebruikt voor de pleziervaart. Na de wandeling douchen en gaan eten in het enigste hotel dat hier in de buurt open is. Het is een soort westerngedoente, er staat zelfs bizonvlees op het menu. Het is volle bak in het restaurant dus we hebben er goede moed op. Die goede moed was snel voorbij toen het eten op tafel kwam, ribben die niet gebakken maar gekookt waren, druipend van het vet. Het bizonvlees dat ik besteld had was een petieterig hoopje sliertjes in een bordje met een paar gebakken patatjes. Al goed dat het sliertjes waren want het was zo taai als leer. Voor te veel geld slecht gegeten.
21/08/17 Sarrenbourg-Wallendorf Het is onvoorstelbaar maar het blijft deze reis prachtig weer. Ook vandaag vertrekken we weer met volop zon. Vandaag een ritje van 208 km. We rijden door het nationaal natuurpark Lorraine en flirten heel de dag met de grens Duitsland Luxemburg. Bij de start rijden we regelmatig langs de Saar. In Konz zien we deze rivier in de Moezel stromen. Het laatste deel van de route rijden we langs de Our in Luxemburg. Door problemen met de gps is het vandaag een rit geworden van 230 km over minder binnenwegen dan voorzien. In Wallendorf slapen we in een hotel waar we vanaf het terras een mooi zicht hebben over de vallei van de Our.
22/08/17 Wallendorf-Essen Vandaag de laatste rit van deze reis, een rit van 280 km. We rijden tot Dasburg door het dal van de Our. We gaan dan door de Ardennen naar Malmedy waar we de autostrade opgaan voor de laatste 100 km van deze reis. De laatste foto vind ik wel leuk we rijden namelijk door een dorpje A DE LANGE mijn vader heeft precies dezelfde naam.
Voor de Kees is het ook de laatste reis van dit jaar geworden. De Tri moet op onderhoud, de Kees moet wat recupereren en de portemonnee moet aangevuld worden. Er zitten al een paar ideetjes voor 2018 in mijn achterhoofd die ik de komende winter ga uitwerken.
Jammer dat jullie de blog niet hebben kunnen volgen zoals gewoonlijk maar de verbindingen waren of te slecht of er moest te veel voor betaald worden.
Bedankt voor jullie aandacht en bij leven en welzijn ben ik terug op de blog in 2018. Kees
Het is weer schitterend weer als we vandaag vertrekken, we laten onze tank vullen voor € 0,97 per liter en vertrekken ook vandaag voor een prachtige rit. We rijden een flink stuk door het Park de Livignese over de mooie bochtige SS01. In de buurt van Bormio rijden we de SS38 op die ons terug in het Nazionale Parco dello Stelvio brengt. Na enkele kilometers beginnen we dan aan de beklimming van de Stelvio.
De Passo delle Stelvio is een bekende, zware, beruchte, hoge bergpas in Europa, 2758 m hoog, 48 haarspeldbochten aan de noordkant(Prato) en 39 keer een haarspeldbocht aan de zuidkant(Bornio). Wij gaan langs de zuidkant naar boven. Ruim 20 kilometer klimmen om bijna 2000 meter hoogteverschil te overwinnen (zo’n 7,7% gemiddeld stijgingspercentage) De Stelvio is sinds medio mei geopend. Het stikt hier van de motors, fietsers en sportauto’s. Natuurlijk ook de nodige gekken op een motor die per se willen laten zien hoe hart ze durven rijden. Het is dan ook oppassen geblazen op deze pas.
Op de top is zoeken naar een plaatsje om te parkeren, aangezien we op een berg zitten is het moeilijk om een horizontaal plekje te vinden, ook hier gaat het mis bij Armin tijdens het parkeren. Rita was al afgestapt en helpt met de motor op zijn plaats te duwen. Er staat echter een fietser die min of meer in de weg staat en opeens gaat Armin weer omver met de Triumph. Deze keer schade aan de andere zijkoffer en een ferme bloeduitstorting boven zijn enkel waarmee hij onder de motor is klem geraakt. Er staan direct een aantal motorrijders aan de motor om deze recht te zetten en het probleem is weer opgelost. Hier en daar een plakbandje om de boel bij elkaar te houden en we kunnen een koffie gaan drinken. Na de nodige foto’s te hebben genomen en enkele stickers te hebben gekocht zijn we terug weg. De afdaling verloopt perfect.
We rijden Oostenrijk binnen via de Timmelsjoch-Passo Rombo een bergpas met een hoogte van 2.509 m waar we €14 tol moeten betalen om erover te mogen rijden. Er komt hier zware bewolking opzetten en het wordt redelijk fris. Een twintigtal kilometers na deze pas komen we in Solden aan waar we vandaag overnachten. We zitten nu in Zuid Tirol in Oostenrijk. We slapen vandaag in een B&B en hebben vanuit onze kamer een mooi uitzicht over Solden en het Otztalerdal.
Als we in een hotel vlakbij onze B&B gaan eten komen we enkele koeien tegen die op weg zijn naar de stal om gemolken te worden. Het is een geklingel van jewelste. Armin heeft geen honger en gaat terug naar zijn kamer.
Morgen een rit van 295 km naar Tuttlingen we zitten dan in Duitsland.
Vandaag starten we onder een heldere blauwe hemel. De aanloop naar de Gaviapas loopt nog altijd door het dal van de rivier Obligo. In Mezzo rijden we het Nationaal Park Stelvio in en beginnen na enkele kilometers aan de beklimming van de Gaviapas. De Gaviapas is een bergpas in de Italiaanse Alpen, in de regio Lombardije. Het is een van de hoogste paswegen van Europa. De weg voert dwars door het ongerepte Nationaal Park Stelvio. De weg is aangelegd in de eerste Wereldoorlog voor de bevoorrading van Italiaanse soldaten die vochten in het Italiaans-Oostenrijks grensgebied. De pashoogte behoort tot de mooiste van de Alpen. In het gebied zijn vele goed gemarkeerde wandelingen uitgezet. De pas is tot in mei en juni afgesloten vanwege de grote hoeveelheid sneeuw.
Het weggedeelte tussen Ponte di Legnood en de pashoogte is erg smal, vaak niet breder dan drie meter. Inhalen is op het traject haast onmogelijk, hiervoor zijn uitwijkplaatsen aangelegd. Diep onder in het dal stroomt de rivier de Frigidolfo. Langs de diepe afgronden is op de meeste plaatsen een vangrail aanwezig, maar op sommige plaatsen ontbreekt deze. Daar begint naast de weg direct de afgrond van ruim 500 m diep. Dit maakt deze weg tot één van de gevaarlijkste bergpassen.
Het is midden augustus en prachtig weer, we waren dus zeker niet alleen op deze pas. Juist op het smalle stuk komen we twee mobilhomes tegen en is het passen en meten om elkaar te passeren. Op de weg kan er niet gestopt worden om foto’s te nemen. Aangezien ik deze pas in 2015 ook gereden heb weet ik dat er half weg de pas een grote parking ligt. Van een wegdek op de parking is geen sprake het is steenslag met zeer grove keien, je kan ook moeilijk zeggen dat het alleemaal mooi vlak en horizontaal ligt. Bij het parkeren gaat Armin onderuit met zijn motor, waarschijnlijk op zo’n losse kei terecht gekomen en het evenwicht verloren. Geen lichamelijk letsel, (ik was blij dat ze niet in T-shirt reden)de zijkoffers van de Triumph vangen gelukkig veel op. Natuurlijk is er wat schade aan de koffer.
Op de Gavia worden we op een mooi wolkenspel getrakteerd, een sigaartje roken, wat foto’s trekken en we beginnen aan de afdaling die zeer vlot gaat, op naar de volgende pas. Na de afdaling komen we in het dal van de rivier Adda? We rijden het Nationaal Park Stelvio uit en rijden in Campocologo terug Zwitserland in. In dit deel van Zwitserland spreken ze Italiaans, ook hier is het prachtig rijden.
De laatste pas is de Passo Forcola, een relatief gemakkelijk te rijden pas. De grens Italië-Zwitserland ligt op deze pas. Als ik boven kom heb ik net tijd genoeg om een foto te maken van Rita en Armin die aankomen gereden. Aangezien het hier redelijk fris is beginnen we direct aan de afdaling naar Livigno onze bestemming voor vandaag. We overnachten hier in hotel Valeria.
Na de douche een wandeling in het uit de voegen gegroeid dorp, waar Taxfree inkopen gedaan kunnen worden. Ik kan het niet laten om een mooie muurschildering te fotograferen.
Morgen een rit van 210 km. We gaan dan over de Stelvio naar Oostenrijk
Op verzoek van Armin hebben we het diner gisterenavond in het hotel genomen waar we overnachten. Jammer, het was echt niet goed en tamelijk duur voor wat we gekregen hebben. Na het eten gaan Rita & Armin naar de kamer. Ik ga het stadje verkennen, tot mijn verbazing gaan er rond 20 u talrijke terrasjes en restaurantjes open langs het meer en zie ik heerlijke schotels met eten passeren. Drie bollen lekker Italiaans ijs en een paar frisse pinten heeft de pijn van de slechte maaltijd wat verzacht. Voor de pijn in mijn oude stramme benen hielp het geen fluit. Ongelooflijk, dit is nu twee dagen na die wandeling in Chur en ik heb er nog steeds veel last van.
Als we na het redelijk ontbijt een sigaartje gaan roken zien we vanuit de bergen donkere wolken over het meer verschijnen, ook de wind wakkert aan en binnen een paar minuten valt de regen dan ook met bakken uit de hemel. We stellen ons vertrek uit maar hierdoor valt ook mijn plan in duigen om in Mandello del Lario, waar we vlakbij, zijn de Moto Guzzi fabriek te bezoeken die daar staat.
Als de regen over gegaan is in motregen vertrekken we naar Breno, het is een korte rit maar met het nodige bochtenwerk. We moeten een drietal passen over en rijden door het mooie dal van de rivier Oglio. Rond de middag hebben we weer prachtig weer en er beginnen zich files te vormen bij de doorgangen van de diverse kleine dorpjes waar we door moeten. Bij een temperatuur van rond de dertig graden heb ik geen zin om voor elk dorpje een half uurtje in een file aan te schuiven, ik ga dan ook tussen de file doorrijden. Er is weinig plaats maar het gaat volgens mij wel. Bij de koffie stop laat Armin me weten dat hij het rijden tussen de file te gevaarlijk vindt. Daar ontstaat een pittige discussie over. Rita en Armin rijden namelijk vrij gemakkelijk bij dit warme weer in een jeansbroek en een T-shirt, dit vind ik persoonlijk veel gevaarlijker dan tussen een stilstaande file te rijden. Ik vind het zelfs belachelijk om met een motor in een file te blijven staan. Ik vind het eveneens belachelijk om in een T-shirt op een motor rond te rijden, trouwens in België is dit verboden. Maar iedereen doet er mee wat hij wil.
Na een laatste stop op een mooi terras in de bergen rijden we verder over een mooie weg langs het nationaal park Parco delle Orobie Bergamasche. Er is weinig verkeer en we kunnen zonder problemen naar Breno rijden.
Morgen een rit van 185 km naar Livigno. We moeten dan over Passo Gavia één van de mooiste en moeilijkste cols van Italië. De Gavia ligt in het prachtige natuurpark Parco Nazionale dello Stelvio
Vandaag weer stralend weer en dat komt goed uit want er staat ons een prachtige rit te wachten. We rijden door een mooie kloof (De Via Mala weg) naar de San Bernardinopas. De weg ligt Thisis en Zillis-Reischen en is ongeveer 7 km lang. De weg is geasfalteerd en er zijn diverse galarijen om eventueel steenslag op de voertuigen te voorkomen.
Er wordt over een aantal bruggen gereden om van de ene kant van het riviertje naar de andere kant te rijden. Vroeger gold deze weg als doorgang door de Alpen. Zo kon men naar de San Bernardino-en Splügenpas in het zuiden van het land reizen. Tegenwoordig kan men via de autobaan A13 (sinds 1967) van Chur naar Bellinzona rijden. Wij nemen dus de oude weg via de kloof
Na deze kloof beginnen we al snel aan de beklimming van de San Bernardinopas die een hoogte heeft van 2.066 m. De San Bernardinopas in Zwitserland verbindt het Duitstalige Hinterheintal (zeer mooi dal) met het Italiaanstalige Valle Mesolcina en werd al door de Romeinen gebruikt. De pas is vernoemd naar de heilige Bernardinus van Siena. Het huidige traject is aangelegd in het begin van de negentiende eeuw (1818-1823) In 1968 is de 6,6 km lange San Bernardinotunnel die onder de pas loopt in gebruik genomen. De pas is ’s winters voor het verkeer afgesloten, deze periode duurt meestal van eind oktober tot begin mei. Net voorbij Hinterheintal begint de weg vrijwel meteen te stijgen met boven elkaar liggende bochten (16). Na 9 km bereiken we de kale pashoogte van San Bernardino. Op de top ligt een prachtig meer (Lago Moesola) dat in mei vaak nog deels bevroren is.
De afdaling richting San Bernardino heeft minder bochten dan de beklimming. Het landschap is, op een enkele elektriciteitsmast na, ongeschonden. Na 8 km wordt het Italiaanse dorp San Bernardino bereikt waar ook de tunnel uitkomt. Deze plaats ligt te midden van uitgestrekte sparrenbossen. Het hoogste deel van het Valle Mesolcina is rijk aan watervallen. Vanuit San Bernardino vervolgen we onze weg over een eeuwenoude smalle weg vol bochten.
Als we het mooie meer Lago di Lugano gepasseerd zijn komen we in het stadje Menaggio aan. Dit stadje ligt aan het Lago di Como, een geweldig groot bergmeer dat we met een veerboot oversteken naar Varenne. Vanaf hier rijden we nog 25 prachtige kilometers langs de oever van het meer naar Lecco waar we vandaag overnachten.
Het ziet er gezellig uit hieraan dat meer, ik neem me dan ook voor om vanavond hier zeker te gaan wandelen. Allee, wandelen is wat veel gezegd, het is nog altijd strompelen. De beenspieren voelen nog zeer pijnlijk aan. Tijdens het rijden krijg ik regelmatig ferme krampen in mijn benen, de wandeling van gisteren is absoluut nog niet uit de oude beentjes van de Kees
Morgen een overgangs rit naar Breno waar we overnachten. Een rit van 145 km van de ene bocht naar de andere, ook de Dolomieten komen dan in beeld.
Vandaag een vrije dag in Chur (Zwitserland) de motors blijven op stal en wij gaan Chur verkennen. Na een wandeling door het oude stadsgedeelte van Chur en een bezoek aan een terrasje besluit ik om met de kabelbaan naar een hoogte te gaan van 1.510 m. Op een kaart heb ik gezien dat er een wandelpad terug naar het dal is. Rita en Armin zien het niet zitten om mee te gaan.
Vanuit de kabelbaan krijg je een prachtig zicht van het stadje. Op 1.195 m moet er overgestapt worden in een andere kabelbaan die naar de top van de berg gaat waar de wandeling gestart wordt. Een km of tien dalen dat moet gemakkelijk kunnen voor een geoefende wandelaar. Later zal blijken dat ik dit geweldig onderschat heb.
Opgewekt wordt de wandeling aangepakt, en het gaat lekker en het is mooi ik beging zelfs liedjes te fluiten. Regelmatig wordt er gestopt om de gasten te bekijken die met een BMX-fiets over een speciaal aangelegd parcours met veel lef naar beneden fietsen. Bij de aankomst op 1.195 m is het fluiten al min of meer overgegaan in puffen. De beenspieren gaan pijn doen door het afremmen en ik maak dan ook nog eens de fout om langs een verkeerd pad verder te gaan. Op de wandelkaart is te zien dat het wandelpad van hieruit nogal stijl naar beneden gaat en veel door het bos loopt waar dus weinig uitzichten te zien zijn. Er loopt echter en fietspad (voor normale fietsen) dat langs de rand van de berg loopt met talrijke uitzichten. Op de kaart leek het een kleine omweg maar in de realiteit was het een omweg van een km of vijf. Halfweg ben ik het toch wel beu geworden en begin ik stukken van de wandeling af te snijden door over het BMX-parcours te gaan stappen. Een smal glibberig padje dat redelijk steil naar beneden gaat, eigenlijk wel leuk maar ik had absoluut niet de geschikte schoenen aan om op dit pad te wandelen.
Het resultaat is dat ik via dit pad op een redelijk drukke baan uit kom waar het mij te gevaarlijk lijkt om te gaan wandelen. De vangrail overgestapt en langs een steile gladde wei naar benden waar een fietspad ligt. Na wat omwegen kom ik bij een rusthuis aan waar ze het zo moeilijk gemaakt hebben om van het terrein af te komen dat ik aan een bezoeker daar moet vragen hoe ik hierbuiten geraak. Rond 16u30 kom ik strompelend in Chur aan.
Morgen een rit van 215 km. We zitten dan in Italië en overnachten in Lecco.
Op tijd opgestaan en met goed weer aan de 342 km begonnen. Na een paar uur gaan we van de autosnelweg af en rijden we het zwarte woud in. Onze eerste stop is bij de grootste koekoeksklok ter wereld. De parking staat vol met bussen die hier horden toeristen een twintigtal minuten vrijgeven om in de shop naast de koekoeksklok nog wat geld te spenderen. Het mooie van het Zwarte woud is dat er her en der zo’n vijftal van die klokken staan, en het allermooiste is dat er bij elk van de vijf een bordje staat dat het de grootste koekoeksklok ter wereld is. Het is en blijft mooi rijden hier in deze streek het stikt er dan ook van de motorrijders.
De rit verloopt goed en bij de volgende stop zitten we al in Allensbach dat aan de Bodensee ligt. Dit is volgens mij één van de grootste meren Duitsland. Een paar foto’s van het meer en het leuke kerkje van Allensbach getrokken. Een kopje koffie en thee bij een Chinees die volgens mij alleen Chinees verstaat (we moesten thee en koffie op de kaart aan wijzen) is het weer de hoogste tijd om verder te trekken.
In Alt Sankt Johann nemen we onze laatste sigaren stop en een paar foto’s van het prachtige dal waar we door rijden.
Rond 18 uur komen we Chur aan voor twee overnachtingen in het Ibis Centrum hotel. Morgen een vrije dag.
Ps.Het Wifi gedoente is op deze reis bar en bar slecht. Het is dan ook absoluut niet zeker dat er elke dag een verslag op de blog verschijnt.
We zijn weer vertrokken, deze keer een reis naar Italië met name naar de Stelvio. Mijn Limburgse motormaat Theo moet werken, mijn Essense motormaat Armin heeft verlof dus rij ik ook deze reis niet solo. Trouwens het was een voorstel van Armin om naar de Stelvio te rijden. En als de Kees zo’n voorstel krijgt dan is er natuurlijk geen houden aan.
Over de rit van vandaag valt weinig te vertellen, eigenlijk kan ik het met twee woorden vertellen. Regen en zoeken. Door grootscheepse wegenwerken is de A1 op een gegeven moment gewoonweg afgesloten, daar konden we nog redelijk een omleiding volgen. Bij de volgende omleiding was het één grote miserie, om terug op de route te komen hebben we zeker 50 km om moeten rijden met het nodige gesukkel.
De motregen gaat af en toe over in echte regen, regelmatig de nodige wind er bovenop dus echt plezierig was het niet zeker niet met een temperatuur van 13 graden. De laatste 70 km klaart het op, geen regen meer en 18 graden. Van de opwarming van de aarde hebben we vandaag niet veel gemerkt. Rond17 uur komen we aan in Haguenau.
Morgen rijden we autostrade tot de Zwitserse grens, vanaf de grens rijden we door Zwitserland over binnenwegen naar Chur waar we twee dagen verblijven. Een rit van 365 km.
Vannacht heeft het flink geonweerd en is de regen met bakken uit de hemel gevallen. Wegens een storing in het elektriciteitssysteem kan ik mijn ramen en verduisteringsschermen niet openen. Het gevolg is dat ik amper heb geslapen van de hitte in mijn kamer waar geen airco was. Na een zeer goed ontbijt vertrekken we vandaag voor de eerste dag met redelijk wat bewolking boven de bergen. We nemen goed onze tijd om in te pakken aangezien we maar een kleine 200 km van Wenen zitten. We kunnen pas rond 19u onze motors op de trein zetten dus hebben we tijd genoeg vandaag.
De bewolking verdwijnt en we rijden door mooie landschappen, goede wegen en swingende bochten. Onze soeppauze nemen we in een klein restaurantje waar een blonde dame in lederhosen de plak zwaait. Onderweg komen we borden tegen waar de motorrijders op een ludieke manier worden gewaarschuwd voor overdreven snelheid. We rijden over kleine weggetjes en door mooie dorpjes naar Wenen, var weg van de autostrade.
Voordat we naar het station rijden stoppen we in Wenen nog voor een koffie en een fris pintje. Door diverse omleidingen en het regelmatig wegvallen van het gps-signaal zoeken we ons eigen te pletter naar het station waar we de motors op de trein moeten zetten. Niet echt prettig met een temperatuur van een graadje of 30. Rond 19u kunnen we de motors op de wagon rijden. Dit is het vervelendste karwei van de reis. De wagons zijn zo laag dat je bijna met je kin op het stuur van de motor moet zitten om erdoor te rijden. Het is dan ook verplicht om je helm op te houden als je de wagon in rijdt. We hoeven ons geen zorgen te maken over het vast sjorren van de motors dit wordt door het personeel van de spoorwegmaatschappij gedaan. Als je de folder bekijkt waarin ze de slaaptrein aanprijzen zou je denken dat je in de hemel terecht komt. Zoals al dit soort folders is dat weer ferm overdreven jen komt eerder in de hel terecht. Je zit werkelijk in een paar vierkante meter opgesloten met een airco die absoluut niet werkt waardoor je je te pletter zweet. De wasgelegenheid is minimaal, op deze trein kwamen er enkele druppels water uit het kraantje en dat was het. Ik me min of meer gewassen met een paar flesjes plat water die ik nog had. Reizen met de trein, altijd fijn. Na een uurtje of veertien in de trein is het eigenlijk; Reizen met de trein helemaal niet fijn.
Toch een paar uurtjes kunnen slapen, in de vroege ochtend rijden we langs de Moezel waar ik uit verveling nog wat foto’s heb proberen te nemen. De laatste rit van Wenen naar huis is perfect verlopen. Dieter, de zoon van Theo staat zijn vader vol ongeduld op te wachten hij wil immers zijn waterpijp vullen met de heerlijke tabak die zijn vader in Sofia heeft gekocht. Wat een teleurstelling blijkt dit te zijn. We hebben geen tabak gekocht maar een kilo blokjes om de waterpijp aan te steken. Deze blokjes dien om de tabak te laten ontbranden, eigenlijk zijn we dus ferm in de zak gezet in Sofia.
De reis zit erop, we hebben uitzonderlijk goed weer gehad en het was een leuke ervaring om door elf verschillende landen te rijden. Landen die volgens mij in de toekomst de groeilanden zullen worden. Wat me het meest bij zal blijven van deze reis is dat er zelfs in de armste landen geen sprake is van verzuring en ontevredenheid. We zijn door moslimlanden gereden waar geen hoofddoeken, lange zwarte kleren en mannen met lange jurken te zien waren. In deze landen is de Islam een gewoon geloof zonder al die fanatieke toestanden die we hier in België zien. Onze politiekers moeten volgens mij hier dringend stoppen met allerlei toegevingen te doen aan een minderheid van moslims die in normale moslimlanden niet aanvaard zouden worden.
Heerlijk geslapen, geen ochtendwandeling, ontbijt op het dakterras van het hotel en na het ontbijt lekker luieren is heerlijke ligzetels met een cappuccino en sigaren. Als dat geen vakantie is. 250 km door Slovenië en Oostenrijk wie maalt er om we zullen wel zien wanneer we aankomen. We nemen koffie en fruitsap zoveel we willen en blijven tot 9u30 op het terras genieten. Stilletjes aan is het dan toch tijd om op te gaan vertrekken. Eer we ingepakt hebben en betaald is het over tien uur. We rijden met stralend weer door het mooie Slovenië, fantastische stuurwegen waar elke motorrijder va kan genieten. We zitten zo goed in ons ritme van bochten pakken dat er van foto’s maken niet veel in huis komt. Jammer voor de blog, maar het zwaarte punt ligt vandaag bij het pure motorrijden.
Zonder problemen rijden we de grens over en komen in het altijd mooie Oostenrijk. In het eerste dorpje dat we tegen komen nemen we onze eerste koffie stop. Heel toevallig vlak bij een sigarenwinkel waar Theo zijn voorraad terug aanvult met lange lekkere dikke sigaren. Na de koffiestop is het weer bochten nemen, we hoeven niet op onze snelheid te letten want op de doorgaande wegen is een snelheid toegelaten van 100 km per uur. Dit halen we nooit op deze wegen waar de ene bocht na de andere komt. In de mooie dorpjes respecteren we de snelheid van vijftig km per uur, zeker nadat ik een bericht van het thuisfront heb gekregen dat ik op mijn laatste reis weer een proces heb gekregen in Frankrijk van € 50 wegens 5 km per te hard te hebben gereden.
Rond de middag is het tijd voor onze soeppauze, in een klein restaurantje hebben ze heerlijke zwiebelsuppe en fantastische koffie. Het belangrijkste was echter dat we tijdens de koffie Theo zijn nieuwe voorraad sigaren konden aanspreken zonder dat we als misdaders werden behandeld. Geen kwade gezichten, geen lullige opmerkingen wanneer er wolken sigarenrook boven onze tafel verschijnen. We vragen zelf of ze liever hebben dat we naar buiten gaan, het antwoordt was heel simpel; als we er last van krijgen zetten we een raam open. Zo simpel kan het zijn, we hebben dan ook een extra kom koffie genomen want de sigaren zijn wel heel lang en dik. De mooie vergezichten volgen elkaar op in Oostenrijk, ook hier komt het er niet van om de nodige foto’s te nemen. Trouwens ik neem aan dat iedereen Oostenrijk wel een beetje zal kennen. We profiteren maximaal van deze gelegenheid om eens flink wat plezier te maken op onze motors.
De laatste zestig km worden saai, druk verkeer, stoplichten, stapvoets rijden bij een temperatuur van 35 graden hier is het plezier ver te zoeken. Als we rond 16u30 aankomen in het hotel zijn we ook deze keer weer tot op onze onderbroek nat van het zweet. Na een goede maaltijd moeten we om 21u30 van het terras vluchten wegens hevig onweer en heel veel regen. De afkoeling is welkom, maar ook voor morgen worden er felle onweersbuien voorspeld.
Morgen de laatste 190 km naar Wenen waar we de auto-nachttrein nemen naar Düsseldorf. Voor Theo is het dan nog 150 km naar huis voor de Kees 250 km. Geen verslag morgen wegens geen wifi op de trein. Zaterdag of zondag het verslag van de allerlaatste kilometers.