Prizren is een gezellige bruisende stad in Kosovo waar je geen enkel moment de indruk hebt dat je in een Moslimland bent. Geen mannen in lange jurken, prachtige jonge vrouwen die zeer sexy gekleed zijn en niet uitgescholden worden voor sletten. Groepjes jongeren waar van enkelen een gekleurde vrolijke hoofddoek dragen die niet uitgesloten worden. Geen sombere mannen met lange baarden, geen loeiende luidsprekers die twintig minuten gebral uitbrullen om naar de Moskee te komen voor het gebed. Hier is een oproep van maximum twee minuten, we zijn tijdens het gebed in een Moskee gaan kijken er waren vijf mannen aanwezig.
De terrasjas zitten vol, zowel met mannen als met vrouwen en er heerst een heel aangename sfeer. Daar kunnen de politiekers en de moslims in België nog iets van leren. Er is hier van verzuring absoluut geen sprake.
Aangenaam verrast wandelen we langs de rivier die door de stad loopt en snuiven we de sfeer op. Van onze goede bedoelingen komt weer niet veel in huis. Als je rond 20 uur een gezellige stad intrekt is het bijna onmogelijk om rond 22 uur terug naar je kamer te gaan. De terrassen zitten nog overvol en de temperatuur is nog heerlijk. Het is dan ook een stuk over middernacht dat we terug in het hotel zijn, we kijken echter weer vol goede moed naar de dag van morgen.
Ik heb Theo gevraagd om een verslag te schrijven waarin hij uitlegt hoe hij hier de moslims ervaart tegenover België. Hopelijk komt dit er vandaag of morgen aan.
En of de Kees geslapen heeft. Als een lijk in bed gevallen en als herboren opgestaan. Wat ben ik blij dat ik er weer tegenaan kan. Na een werkelijk voortreffelijk ontbijt wordt er nog een sigaartje gerookt op het balkon bij Theo. Theo komt echter in de problemen met zijn sigaren er dringt zich een zwaar tekort van sigaren op. Theo begint dan ook lichte paniekverschijnselen te krijgen.
We hebben besloten om het oude stadsgedeelte van Ohrid te gaan bezoeken. Langs kleine smalle straatjes rijden we dit gedeelte dat op een berg ligt in. Mooie uitzichten zijn onze beloning en we blijven er langer treuzelen dan was gepland. Er moeten nog 273 km gereden worden, het is dan ook echt te laat aan het worden. We komen op het schitterende idee om Garmien, een nieuwe route te laten berekenen. We krijgen een route voorgeschoteld van 200 km. We rijden niet naar Pristina zoals in het verslag van gisteren vermeld stond, we overnachten namelijk in Prizren een stad vlakbij de Albanese grens.
Gezwind verlaten we Ohrid, Kees zit zo fris als een hoentje op zijn Tri en de lucht is weer zoals we al dagen gewend zijn strakblauw. Rond de middag komen we bij een tankbeurt twee Italianen tegen die vanuit Sardinië komen om hier een rondje Balkanlanden te maken. We vinden een goed en gezellig restaurant, waar volgens Theo zijn gevoel de Albanese maffia thuishoort. Hert ten is er lekker en goedkoop, we hebben voorlopig nog geen last gehad van de Albanezen. Ook hier blijven we weer te lang hangen en de tijd begint te dringen, rijden weer maar. Een twintigtal km verder val ik bijna van mijn motor als ik zie dat we bij een grensovergang aankomen, Garmien heeft een toer gemaakt die van Zuid naar Noord door Albanië loopt. Onze papieren zijn niet in orde om door Albanië te rijden. Om de een of andere belachelijke reden die niemand weet willen de Belgische verzekeringsmaatschappijen geen groene kaart geven die geldig is in Albanië. Ook voor Kosovo wensen die achterlijke maatschappijen geen verzekeringsdekking te geven.
Met een lichte zweetbui geef ik mijn papieren af aan het loket, motor wordt ingeschreven, paspoort gekopieerd en dat was het. Bij Theo gaat het even vlot. Nu beste vrienden, wat zijn wij blij dat we door en toevalligheid door Albanië aan het rijden zijn. Werkelijk prachtig, 150 km bochten, vergezichten en prachtige meren en rivieren. Deze rit zit zeker in de top drie van de mooiste ritten die ik al heb gereden. Het is de Transfagarasan maar dan maal vijf. In Albanië stoppen we nog voor een verfrissing want we rijden met een temperatuur van 39 graden, en het is werkelijk de ene bocht tegen de andere. Met een gemiddelde snelheid van ongeveer 50 km per uur schiet het niet echt op en is er jammer genoeg geen tijd genoeg om achter elke bocht en foto te nemen. Albanië uit Kosovo binnen, het is ondertussen 18u geworden als we aan de gres van Kosovo staan. Zonder problemen zijn we Albanië uitgereden, en worden we ingeschreven in Kosovo. We moeten aan een ander loket voor € 10 een verzekering afsluiten die geldig is in Kosovo.
Om 18u30 zijn we aan het hotel, waar het terras er zo uitnodigend bij ligt dat we daar eest onze dorst gelaafd hebben met het heerlijke Kosovaarse bier. Rond 20 u trekken we de stad in, eten en sigaren hebben we nu nodig. Middernacht is weeral gepasseerd als we op onze kamer terug zijn. Morgen het verslag en foto’s van een avondje uit in Kosovo dat ons zeer aangenaam is meegevallen.
De rit voor morgen is 185 km we komen dan aan in Montenegro. Daar is eindelijk een rustdag voorzien, alhoewel er dringend moet worden gewassen en Theo de culturele activiteiten op aan het stapelen is.
De start verloopt uitermate moeizaam vandaag. We hangen wat in de zetels, maken grote plannen maar we starten niet. Nochtans staat er een bezoek aan de waterval van Edessa op het programma en we willen ook een bezoek brengen aan de warmwaterbron van Pozar. Zoals de laatste dagen wordt het ook vandaag weer bloedheet, de hitte, de korte nachtrusten en de nodige alcohol zijn niet echt bevorderlijk om in een goede conditie te blijven.
Rond een uur of tien zijn we dan toch vertrokken, eerst naar Edessa waar we de waterval na wat zoeken gevonden hebben. Het is eens wat anders om een waterval vanaf de bovenkant te zien. Van Edessa door de bergen naar Pozar om het water te voelen dat daar uit een bron stroomt. Het is inderdaad warm water en het wordt afgeleid naar een paar zwembaden. De fontein spuit doodgewoon koud water.
Vanaf Pozar is het 200 km naar Ohrid in Macedonië onze eindbestemming voor vandaag. Ik ga de rit niet beschrijven maar de Kees is meer dood dan levend aangekomen in Ohrid. Het stadje ligt aan een groot meer, we komen gelukkig in een fatsoenlijk hotel terecht en beide kamers hebben een mooi balkon. Zo moe als een bende honden val ik bijna van mijn motor. Ik wil maar één ding, rusten. Geen drank, geen blog, geen discussies, geen kleren wassen, geen wandeling geen foto’s.
Na het avondeten dat deze avond zeer kalm is verlopen kijkt Theo toevallig op een klok en merkt op de we het uur eindelijk kunnen terugzetten zodat we terug in ons normaal ritme zitten. Het uur verzetten kon niet op een beter tijdstip het is nu 22u als ik in bed val en kan ik een uurtje langer slapen.
Morgen een rit van 273 km naar Pristina de hoofdstad van Kosovo.
We vertrekken rond een uur of negen en het is dan al 26 graden. Onze koelvesten zijn in gebruik genomen, zonder is het bijna niet te doen om te blijven rijden in temperaturen die tot veertige graden oplopen. Als we het dorpje uit zijn komen we op een mooie route langs een groot meer, in de winter komen hier veel vogels overwinteren. Ook nu zitten er diverse vogels zoals witte reigers, aalscholvers, pelikanen en ooievaars. De koeien steken ongevraagd over, een schaapsherder begeleid een grote kudde schapen en de stilte is hier oorverdovend. Ondertussen is de temperatuur flink opgelopen, zelfs de herdershond zoekt verfrissing in het water. We slaan regelmatig water in, als we bij een klein winkeltje aankomen hebben we en aangenaam gesprek met een paar Grieken. Zonder probleem mogen we onze koelvesten terug nat maken onder een de kraan van de wasbak die in de winkel staat.
Rond de middag passeren we de grens en rijden zonder problemen Macedonië binnen. We nemen daar een pizza als lunch vandaag, de prijzen zijn hier niet meer te vergelijken met Griekenland bv-benzine kost in Griekenland € 1,52 per liter hier €0,61 per liter. Ne de lunch beslissen we onze route te veranderen, het is te heet geworden en we rijden een stukje autostrade om in Griekenland zo snel mogelijk de bergen in te gaan. We hebben dan mooie vergezichten en op eden hoogte van 860 m hebben we toch zeven graden minder te verduren wat dan nog altijd 29 graden is. De wegen in de bergen vallen wat tegen, veel grind in de bochten n iemand had zelfs een baal stro verloren en gewoon laten liggen, natuurlijk in een bocht de rijstijl wordt dan ook onmiddellijk aangepast. Als we een bord passeren waarop de richting naar de waterval van Skra staat kunnen we het natuurlijk niet laten om onze route weer te verlaten.
Als we op de parking aankomen van de waterval gebruiken we een riviertje om onze vesten weer nat te maken. Bij deze temperaturen is het water in de vesten na een uurtje verdampt. Er moet een stevig wandeling afgelegd worden om de waterval te bereiken. Na een lange afdaling komen we bij een riviertje en moet er terug geklommen worden. Hier heeft de Kees het wel bekeken, we zweten ons te pletter en we moeten heel de klim nog terug naar de parking doen. Van mijn part mag het een waterval zijn van honderd m hoog ik ga geen stap meer verder. Theo blijft niet bij de pakken zitten en besluit verder te gaan, als tegemoetkoming voor deze heldendaad neem ik zijn zware motorjas mee terug naar de parking (waar ik na enkele minuten klimmen al dik spijt van heb)
Terwijl ik voor de zoveelste keer puffend, blazend en naar zuurstof happen onder een boom zit komt Theo ook aan gestrompeld, kletsnat van het zweet, zo rood als een kreeft en als een vis boven water happend naar lucht. We bekijken elkaar eens en er wordt niets gezegd, voor een buitenstaander moet het een raar tafereel geweest zijn om dit te aanschouwen. Tweemannen in motorkleren, met zware laarzen aan die aan het klimmen zijn in een temperatuur van zo’n 35 graden. Er waren nog een paar andere bezoeken gepland maar die zullen voor morgen zijn, het is 18u30 als we meer dood dan levend in het hotel aankomen. Lieve (de echtgenote van Theo) twijfelt eraan dat de vermoeidheid van het motorrijden komt. Ik kan jullie verzekeren dat het vandaag wel degelijk van het motorrijden is geweest, maar af en toe spelen er wel andere factoren mee. (Eigenlijk elke dag)
Ondanks de vermoeidheid hebben we ook vandaag de avond weer gezellig afgesloten.
Morgen een ritje van 200 km naar Ohrid we zitten dan weer in Macedonië
In Limburg gaat er iemand blij zijn als we aankomen, namelijk Dieter de zoon van Theo. Dieter rookt waterpijp en daar heb je speciale blokjes tabak voor nodig. Hij heeft op internet aan het zoeken geweest en ontdekt dat in Bulgarije die tabak een pak goedkoper is dan in België. Hij heeft zelfs een adres in Sofia opgezocht waar ze tabak voor waterpijpen verkopen. Het adres heeft hij aan zijn vader meegegeven zodat Theo daar waterpijptabak kan gaan kopen. Aan de receptie van het hotel in Sofia vragen we of het adres in de buurt van het hotel ligt, ze zeggen daar dat het een halfuurtje met een taxi is. Nu hebben we voor de zoon van Theo echt wel veel over maar ondertussen was het flink gaan waaien en de regen viel met bakken uit de lucht dus heel veel zin was er niet om er met dit weer op uit te trekken.
Om 19u30 is het weer beter geworden maar dan moesten we nog gaan eten en we wilden ook nog wel iets van Sofia zien. Als we na het eten door de grootste winkelstraat van Sofia lopen (gezellige winkelstraat) komen we bij een tabakswinkel terecht die heeft helaas geen waterpijptabak. We dachten daar een paar dozen goede sigaren gekocht te hebben maar die vielen echter ook wat tegen. Geen succes dus.
Opeens zien we iemand op en terras zitten die met veel enthousiasme aan een waterpijp zit te lurken. Ik zeg tegen Theo vraag aan die mens waar je die tabak kan kopen. Om een lang verhaal kort te maken komt het er op neer dat Theo daar op dat terras een kilo pijptabak heeft gekocht. De waterpijproker sprak dan ook nog Engels en zijn vrouw werkt in Antwerpen. Er worden gegevens uitgewisseld en Dieter kan in het vervolg zijn waterpijptabak in Bulgarije bestellen. Naar het schijnt schilt het veel in prijs tegenover in België en Nederland. Deze verbroedering was één van de oorzaken dat we weer veel te laat in ons bed lagen. Als er lezers van de blog interesse hebben in waterpijptabak stuur een mail via de blog en er kan voor gezorgd worden.
We zitten alle twee met een houtenkop aan het ontbijt en er worden weer fantastische afspraken gemaakt dat het zo niet verder kan. Het wordt vandaag bloedheet (39 graden) en eigenlijk is het niet verantwoordt om met zo’n duffe kop door die hitte te rijden. We drinken sloten koffie, en roken dikke sigaren om toch maar een beetje wakker te worden het is dan ook halfelf als we vertrekken. Gelukkig is het vandaag maar een ritje van 230 km. De eerste 75 km gaan over een saaie autostrade daar worden we echt niet beter van. We gaan tanken en nog maar eens een koffie drinken, we klagen en zagen wat tegen elkaar en vertrekken weer. Na deze tankstop rijden we door een zeer mooie streek, de autostrade is overgegaan in een provincieweg met zeer goed wegdek we rijden door een prachtig dal langs een rivier en zijn omringd door bergtoppen. Het is jammer dat we door het drukke verkeer geen fotostop kunnen maken, het is echt levensgevaarlijk om hier aan de kant te gaan staan. Er rijden veel vrachtwagens en de inhaalmaneuvers van sommige automobilisten zijn levensgevaarlijk.
De grensovergang Bulgarije Griekenland wordt zonder problemen genomen, we zetten ons nog even in de schaduw om onze onafscheidelijk sigaar te roken en leggen daarna in één trek de resterende 133 km af in een temperatuur van 39 graden. De laatste 18 km rijden we over prutsweggetjes naar Crysochorafa waar we overnachten, rond 16u komen we er druipend van het zweten aan. Er is in het dorpje werkelijk geen levende ziel te bekennen. Er staat 1 restaurantje dat om 19u open gaat en dat is het. Vanavond zal het dus zeker niet laat worden alhoewel het terras er heel gezellig uitziet.
Morgen zijn we nog in Griekenland, er staat een rit van 220 km naar Skydra op het programma. Een rit door de bergen met ontelbaar veel bochten.
Aangezien we gisteren door het gesukkel met de overzet geen tijd meer hadden om twee belangrijke attracties te bezoeken besluiten we om deze vandaag nog te gaan bezoeken voordat we naar Sofia rijden. Als we rond negen uur vertrekken is de temperatuur al 25 graden, dit beloofd wat voor vandaag. In Devetaschka is een grot waar ongeveer 30.000 vleermuizen gehuisvest zijn, dit wordt onze eerste stopplaats. De grot is werkelijk de moeite maar om de rust van de vleermuizen niet te verstoren mogen we niet echt diep in de grot gaan. In het verleden is hier een film opgenomen, tijdens die opnames zijn de vleermuizen verdwenen. Ze hebben hier dan ook geweldig veel geluk gehad dat deze zijn teruggekomen en mogen nu niet meer gestoord worden.
Na dit bezoek rijden we naar Krushuna waar een mooie waterval te bewonderen is. Het is geen spectaculaire waterval maar hij loopt over verschillende plateaus die zeer mooi begroeid zijn. Het is 30 graden als we daar aankomen, gelukkig mogen we onze jas en helm aan de balie van de inkom laten liggen. Het is een pittige maar mooie wandeling naar de waterval, als we er aangekomen zijn blijkt het dat het echt wel de moeite is om die wandeling te maken.
Om 12u30 zijn we terug op de parking en is het tijd voor de lunch deze keer geen soep maar een vettige hap. Na een uurtje is het de hoogste tijd dat we naar Sofia vertrekken in plaats van de geplande 210 km zijn het door de omweg die we gemaakt hebben om de attracties te bezoeken 256 km geworden. Wat hebben we genoten op de prachtige brede perfecte weg die naar Sofia gaat. Weinig verkeer, amper politie en geen flitspalen maar bovenal een heerlijk bochtenfestijn. Hier wordt een motorrijder blij van. De Bulgaarse chauffeurs geven ons veel plaats we krijgen werkelijk de indruk dat we op een circuit aan het rijden zijn. De maximumsnelheid is 140 km per uur behalve in de dorpjes waar we door rijden natuurlijk. We rijden door een heerlijke streek waar we ondanks de snelheid waarmee we rijden toch redelijk wat van kunnen zien. Eerlijk gezegd hebben we toch het meeste plezier gehad op de motor en we hebben ons eens goed kunnen uitleven.
Om 16u15 bereiken we Sofia via een vierbaans autoweg waar amper verkeer op is. We rijden zeer vlot naar het centrum van de stad, passeren een paar bijzonder mooie parken en zijn juist voor de regen in het hotel. Een geweldige stier heet ons welkom. Door de aanhoudende regen kunnen we pas om 19u30 de stad in. We raken dan ook niet verder dan de voornaamste winkelstraat van Sofia je kunt deze straat perfect vergelijken met de Rambla in Barcelona alleen is het hier veel gezelliger en zeker veel goedkoper. Het avondeten is vandaag heel simpel een Big Mac wat ook weleens kan smaken.
Tientallen leuke gezellige terrasjes zomaar voorbijlopen is te veel van ons gevraagd we waren dan ook niet echt vroeg terug in het hotel Morgen rijden we nog bijna de hele dag in Bulgarije We overnachten echter in Griekenland in een dorp waarvan ik de naam niet uitgesproken kan krijgen namelijk Crysochorafa. Het is een ritje van 230 km
Het zou vandaag een rustige dag worden, niet de allerkleinste wegen, geen drukke steden gewoon op het gemakje 240 km rijden. De laatste 150 km door Roemenië zijn geweldig saai, kaarsrechte wegen en niet te overziene velden met zonnebloemen, tarwe en mais. De gewassen worden met talrijke grote moderne machines geoogst. De wegen zijn variërend van slecht tot redelijk en we schieten goed op. De Donau is de natuurlijke grens tussen Roemenië en Bulgarije en eindelijk krijgen we rond de middag de rivier in zicht.
Als we het dorpje Turnu uitrijden verteld Garmien me dat we binnen 12 km op de veerpont moeten rijden. Daar had ik niet meer bij stilgestaan en vond het dan ook een leuke verrassing. Ik moest onmiddellijk denken aan mijn reis die ik gemaakt heb van bron tot mondig van de Donau. We komen rond 13u staan we plotseling voor de Donau, Garmien zegt nog maar eens dat we de veerpont op moeten maar we staan werkelijk in niemandsland. Niets is er te zien, aan de overkant ligt een roestig bootje wat eventueel een ferry zou kunnen zijn. Er staan wat verlaten gebouwen en enkele roestige kranen in een soort haventje en dat was het.
Ondertussen is het bloedheet geworden (31 graden) we staan als twee zieke koeien naar de overkant te gapen maar er gebeurt helemaal niets. We nemen het ongelooflijke domme besluit om hier weg te rijden tot we een brug tegenkomen. Ik heb de Donau volledig van bron tot monding gereden en had dus kunnen en moeten weten dat er hier amper bruggen liggen. Terwijl we terug aan het rijden zijn blijf ik aan de gps een andere route vragen maar deze blijft me terugsturen naar de overzet waar we vandaan aan het rijden zijn. Na een km of vijfentwintig ben ik het beu, even stoppen, op de gps de veerboten uitgeschakeld en een nieuwe route gevraagd. Garmien geeft ons ijskoud een route van 475 km, terwijl we maar 90 km van onze bestemming zijn. 475 km is gewoonweg niet haalbaar en wijselijk besluiten we om toch maar terug naar de overzet te rijden.
Daar aangekomen is het nog altijd even stil, op een strand is er een barretje waar wat jongeren keiharde muziek aan het draaien zijn en Theo gaat daar proberen om wat inlichtingen te krijgen. Aan de kade staan een paar personen te staan en daar probeer ik inlichtingen te krijgen. En inderdaad het pontje dat aan de overkant licht dat moeten we hebben. Er zijn maar vier overvaarten per dag en de eerstvolgende is om 16u. We moeten ook een soort plein oprijden waar de verlaten gebouwen staan. We draaien het plein op en na een bocht staan we voor slagbomen die gesloten zijn. Als een duivel uit een doosje staan er plotseling twee douaniers aan de slagboom, ze wenken ons om verder te komen. Het is de grensovergang tussen Roemenië en Bulgarije. Paspoort en de papieren van de motor worden gecontroleerd.
Om 17 u staan we aan de overkant en hebben we nog een keer dezelfde controle om Bulgarije binnen te komen. Na deze controle moeten we nog een keer bij een loket stoppen om € 2,50 per motor te betalen om Bulgarije binnen te mogen. Nog 96 km te rijden voordat we in ons hotel zijn, weg zijn de plannen om nog een waterval en een grot te gaan bezoeken we hebben zelfs geen tijd meer om het leuke stadje te bezoeken.Om 18u45 aankomst in Lovetsj waar we vandaag verblijven. Na het verfrissende pintje is het 19u30 als we op de kamer zijn. Douchen en eten in een zeer gezellig restaurant met zicht op de rivier. Voor het hotel Varosha waar we verblijven ligt een gezellig plein waar de na de maaltijd nog een pintje drinken, om 23 u kan ik aan het verslag van de blog beginnen.
Morgen een rit naar Sofia als er geen problemen opduiken is het een ritje van 210 km.
Zo fris als een hoentje of beter gezegd als een oud kieken beginnen we aan het ontbijt, het weer ziet er weer zeer goed uit en wij zijn klaar om de Transfagarasan aan te pakken. Omdat we wat vroeger vertrokken zijn zitten we om elf uur al aan de koffie, het wegdek is tot nu toe meegevallen en van vel verkeer hebben we ook geen. Boven het gebergte hangt er wel veel bewolking.
Bij het laatste tankstation voor de Transfagasan worden de tanks van onze motors volgegooid om dan na een kilometer of dertig aan de beklimming te beginnen. Tijdens de beklimming blijkt dat het wegdek goed meevalt, de bochten zijn pittig en er zijn onvoorstelbaar veel haarspeldbochten. We komen een pak meer motors tegen dan dat we gewent zijn, ook zien we regelmatig supersnelle sportwagen voorbij rijden. Maar de drie gasten die met een oldtimers reden met daar achter een karretje op 1 wiel waren wel de bijzonderste rijders op deze berg. (Filmpje op fb)
Tijdens de afdaling is het wegdek veel slechter dan bij de beklimming. Het val ook op dat er tijdens de beklimming veel meer verkeer is dan bij de afdaling. De meeste rijders die boven komen rijden langs dezelfde kant terug, ze rijden maar juist dat stuk dat het team van Top Gear ook heeft gereden. Als we op de top van de Transfagarasan zijn (2.600 m) moet er natuurlijk een foto genomen worden van de Stig de onbekende van het programma Top Gear.
We passeren nog een paar grote meren en dan hebben we de Transfagarasan gehad. Het laatste uur rijden we over slechte wegen en onder een onweersbui met gietende regen naar Pitesti waar we overnachten.
Morgen een rit van 240 km over binnenwegen. We zitten dan in Bulgarije. De weersvoorspelling ziet er goed uit.
05/07/17 Het ging deze morgen niet van harte, we zitten vol goede plannen maar we raken niet gestart. Vooral de Kees heeft last van de late avondmaaltijd, het bier en de wijn. Om elf uur gaan we dan toch het stadje verkennen en het moet gezegd het is echt wel de moeite. Ons doel is het Astra park een soort Bokrijk maar dan een pak groter. Ook vandaag is het weer warm, we lopen binnen een uurtje dan ook te zweten als twee paarden. De symptomen die vertonen beginnen verdacht veel op een kater te lijken. Op het eerste terrasje waar we neerstrijken zweren dat we onze levensstijl voor de resterende dagen iets aan veranderen.
Na een paar uur komen we in het park aan, plaatselijke bewoners zitten in groepjes te kaarten en Back Gammon te spelen. Wij ontdekken dat we in een verkeerd park zitten, alle parken en musea lijken hier Astra te heten. Na wat gezoek vinden we een info bord waar het park dat we willen bezoeken aangegeven staat. Het ligt een km of zes buiten het stadscentrum. We staan alle twee met een rode en zwetende kop te puffen, het besluit om een taxi te nemen is dan ook snel genomen.
Opgewekt stappen we uit de taxi en kopen we onze tickets en als de gesmeerde bliksem lopen we het park in. We hebben de tickets nodig om door de elektronische ingang te kunnen gaan. Lap, de Kees heeft de ticket aan de balie laten liggen. Terug naar de balie, de tickets liggen er nog, de mevrouw achter de balie kijkt ons eens aan, zegt niets haalt haar schouders eens op en denkt waarschijnlijk hier heb je de sukkels.
Het park is prachtig aangelegd, je krijgt er een zeer goed beeld van hoe het er vroeger is aan toe gegaan. Alles is goed onderhouden en de huisjes zijn er met zeer veel vakmanschap neergezet. Het is schaduwrijk, de kater is aan het verdwijnen en we amuseren ons te pletter. Vol verbazing staan we te kijken hoe ze vroeger op een slimme manier houten tandwielen maken. Na de soep pauze, wil ik een foto nemen en kom ik tot ontdekking dat ik mijn gsm niet meer heb. Teruggelopen en gsm onder een bank gevonden deze was uit mijn broekzak gevallen.
Rond 17 u verlaten we het park, in de verte staat er een taxi dus dat valt mee. Als we bij de taxi aankomen blijkt de chauffeur in geen velden of wegen te bekennen, we besluiten dan ook om met het openbaar vervoer terug te gaan. Er staan wat mensen aan de bushalte die ons weten te zeggen dat de bus (lijn 13) naar Sibiu rijdt. Als de bus aankomt stapt er een jolige chauffeur uit, hij spreekt geen woord Engels, we krijgen hem duidelijk gemaakt dat we mee willen rijden en een ticket willen kopen. Dat gaat niet je moet een ticket uit een machientje op de bus halen. Dit is mogelijk met een bankkaart. We stappen de bus op en beginnen aan zo’n machientje te klooien met onze bankkaart, er is echter geen enkele mogelijkheid om met onze kaart een ticketje uit dat ding te krijgen. Een lief oud vrouwtje kan ons gesukkel niet meer aanzien en ze geeft ons elk een ticket dat we in een ander machientje moeten steken om het geldig te maken. Ik geeft ze vijf Leu is ongeveer een euro die ze categoriek weigert, na veel vijven en zessen neemt ze het toch aan maar ze staat erop dat een Ron teruggeeft. De mentaliteit van deze mensen is echt niet te vergelijken met die we bij ons kennen.
Bij de halte waar we uit moeten stappen staat een lange muur vol met politieke spreuken. Heel leuk om te zien en er staan prachtige spreuken op. Als we het centrum inkomen is alles klaargezet om de internationale wielerwedstrijd die hier van start gaat te laten beginnen. Vandaag is dat een tijdrit door Sibiu.
Gezellige sfeer, heerlijke terrasjes en fantastisch weer doen onze dure eed van deze morgen smelten als sneeuw voor de zon. Tijdens de avondmaaltijd krijgt Theo iets vreemds op zijn bord, kan er iemand raden wat het is. Reacties zijn welkom op de blog.
Morgen (06/07/17) komen we bij ons eerste doel aan van deze reis, we gaan de Transfagarassan rijden de hoogst berijdbare weg in Roemenië die bekend is geworden door het programma Top Gear. Een rit van 200 km
04/07/17 We vertrekken in stralend weer voor een rit van 326 km door Roemenië niet direct met een bang hartje maar we zijn toch wel benieuwd hoe de wegen zullen zijn die ons voorgeschoteld worden. Als we Gyula uit rijden draaien we een lange weg op die in zeer goede staat is. Deze weg gaat rechtstreeks naar de Roemeense grens. Ongelooflijk, we rijden moederziel alleen op deze weg, veel interesse in Roemenië blijkt er niet te zijn. Als we aan de grens aankomen zijn we nog steeds alleen. Na een paspoortcontrole en controle van de boorddocumenten kunnen we zonder problemen onze weg vervolgen. Ik sta nog wat te zeuren aan het loket om een stempel in mijn paspoort te krijgen maar die vlieger gaat niet op. Enkel de reizigers die van buiten Europa komen krijgen een stempel.
We rijden over ongelooflijke rustige stille wegen met een goed wegdek. We passeren talrijke dorpjes waar je werkelijk de armoede kunt ruiken. De huisjes die bewoond zijn ongelooflijk simpel en zien er ook zeer armoedig uit. Theo heeft al aan paar keer aangedrongen om hier foto’s van te nemen, ik krijg het echter niet over mijn hart om de armoede van deze mensen te fotograferen. Ik schaam me bijna om met een motor van een pak geld hier rond te rijden. De foto’s die op de blog staan geven dan ook wel een verkeerd beeld van Roemenië. In de steden is het prachtig mar op het platteland is het echt schrijnend.
De soep stop wordt genomen in een mooi en prettig restaurant waar het eten voortreffelijk is en spotgoedkoop. Na deze pauze krijgen we toch wel meer slechte wegen voor onze wielen geschoven gelukkig wordt er wel werk van gemaakt om daar verbetering in te brengen. Het is en blijft aangenaam rijden vooral omdat er meer afwisseling in de streek komt. Het is gedaan met eindeloze velden zonnebloemen en mais. De streek wordt bergachtig en de bochten talrijker met hier en aar mooie vergezichten.
De laatste 100 km rijden we over een splinternieuwe snelweg, doordat ook hier weinig verkeer is blijft het redelijk ontspannend rijden.
Redelijk vermoeid komen we rond 18u in Sibiu aan, volgens het internet één van de mooiste steden van Roemenië met ongeveer 145.000 inwoners. De aankomst viel wat tegen, Theo kijkt op de klok van een kerktoren en ziet dat het 19u is we moeten dus de klok een uur vooruit zetten. Inchecken, douchen een restaurant zoeken en gaan eten, het was inderdaad niet vroeg wanneer we in bed kropen.
Morgen blijft de motor op stal staan en gaan we hier op verkenning
Voor het ontbijt een ochtendwandeling gedaan door het verkeersvrije oude stadsgedeelte van Szekesfeharvaz. Voordat we vertrekken gaan we eerst nog een kasteeltje bezoeken (dat niet in de reisgids vermeld staat maar dat Theo op een of andere site gevonden heeft) dat gebouwd is door een architect ter ere van zijn echtgenote. Waarschijnlijk heeft hij heel veel van deze vrouw gehouden want hij heeft er met zijn leerlingen 20 zomers aan gewerkt voordat het af was.
Als we bij het kasteel aankomen blijkt dat we enkel met Hongaars geld de inkom kunnen betalen we hebben echter geen enkele Florint op zak en staan wat beteuterd naar elkaar te kijken. Waarschijnlijk beteuterd genoeg om wat medelijden op te wekken bij de lieftallige dame aan de kassa, we mogen gratis naar binnen en we mogen zelfs onze helmen in bewaring geven aan de kassa. Aangezien het bezoek zeer de moeite was is er afgesproken dat Theo elke dag voor een activiteit gaat zorgen. Na het bezoek een terrasje gedaan aan de overkant van het kasteel waar we wel met euro’s konden betalen
Het is nu de hoogste tijd dat we aan onze laatste rit van 270 Km in Hongarije gaan beginnen. We rijden door mooie rustige stadjes en langs eindeloze velden met zonnebloemen en mais. Er wordt hier ontzettend veel aan landbouw gedaan. Het valt ook op dat er hard wordt gewerkt aan nieuwe grote wegen. Maar het meeste wat hier opvalt is dat we op die twee dagen dat we door Hongarije rijden geen politie hebben gezien en niet één hoofddoek en/of boerka. We rijden nu wel niet over de allerkleinste wegen maar we doen ook geen meter autostrade dus rijden we toch tamelijk veel door stadjes en dorpjes die allemaal even rustige en proper zijn. Geen militairen op straat, we hebben werkelijk geen enkele vreemdeling gezien en alles verloopt hier in een rustig en gezapig tempo. Zelfs het verkeer is tamelijk gedisciplineerd.
Voor de rest is er over onze ritten weinig te vertellen want het doel van deze vakantie is om over de hoogstgelegen weg van Roemenië te rijden en Montenegro te bezoeken. Alle andere landen zijn eigenlijk landen waar we door rijden om ons doel te bereiken.
Rond 18u komen we in Gyula aan, een klein stadje (34.000 inw.) gezellig mooi stadje. Inchecken in een mooi hotel, douchen en het centrum gaan verkennen. Op een pleintje speelt een jeugdharmonie mooie muziek, het is prachtig weer en de sfeer zit er dan ook goed in. Na de avondmaaltijd drie heerlijke bollen ijs genuttigd en een paar sfeerfoto’s getrokken. We hadden niet genoeg klein geld in euro’s om voor Theo een ijsje te nemen. Ik kreeg van mijn twee euro 1 Florint terug = 0,032 eurocent. Voor de ene Florint kreeg Theo een mooie lekkere grote bol vanille ijs. Waar kun je bij ons een ijsje krijgen als je nog maar50 cent te weinig hebt?
We zitten nu een viertal km van de Roemeense grens, morgen een rit van 326 km door Roemenië we blijven dan twee nachten in Sibiu.
De weersvoorspellingen blijven uitstekend.
PS
Foutje in de foto's. Toch misschien weer ietsie pietsie te veel gedronken.
Zoals vermeld op de blog zijn we met een ferme vertraging in Wenen aangekomen. Het is 11u45 als we aan onze rit kunnen beginnen. Het regent niet, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Als we Wenen uit zijn is het al tijd voor ons dagelijks soepje. Nou, soepje is wat overdreven zeg maar gerust soep de kom is zo groot dat je er een kleine in kunt laten pootjebaden.
Na de soep zitten we al snel in Slovakije, we rijden zonder problemen door de grote stad Bratislava. Het wegdek wordt hier matig tot goed we kunnen dan ook aan een aangenaam tempo rijden. Het weer wordt beter we hebben een aangename temperatuur van 23 graden.
Als we Hongarije binnen rijden stoppen we aan een gezellig terras voor een paar kommen straffe koffie. Ik heb het nodig, amper geslapen in die trein en ik begin last te krijgen van het slaapgebrek. Heerlijk land is dat Hongarije vier kommen uitstekende koffie voor € 6, redelijke goede wegen en onoverzichtelijke velden met zonnebloemen die nu in bloei staan. Wegens de vertraging is er echter weinig tijd om foto’s te trekken.
Om 17u30 komen we in ons hotel aan. De motors staan prachtig overdekt en achter slot en grendel. Mijn allerbeste trouwe kameraad den Tri heeft vandaag de kaap van 90.000 km gepasseerd. Daar gaan we er één op drinken vanavond. Voordat we de douche opzoeken eerst nog een paar goede sigaren van Theo gerookt en dan op zoek naar eten. Het hotel waar we verblijven heeft jammer genoeg geen restaurant.
Het weer is zo goed geworden dat we op een gezellig terras onze uitstekende avondmaaltijd kunnen nuttigen en inderdaad de Hongaarse wijn is van uitstekende kwaliteit.
Morgen een rit van 270 km naar Gyula, we zitten dan nog in Hongarije.
01/07/17 Rond elf uur is het wat minder gaan regenen, ik heb al veel in de regen gereden maar echt wennen zal het nooit. Maar het is niet anders en de trein in Düsseldorf wacht niet op ons dus regen of geen regen we zullen moeten rijden. Veel valt er niet te vertellen over vandaag. Als ik bij Theo aankom regent het nog altijd en dit zal blijven tot we in Düsseldorf zijn.
We komen zeer gemakkelijk in het centrum ondanks dat gier vandaag de start van de Tour De France is. We zitten nochtans dicht bij het parkoers van de tijdrit we kunnen zelfs omroeper horen. Om 17u30 zijn we op de plaats waar de autotrein geladen wordt. Er is hier absoluut niets te zien, we zitten ver van het station van Düsseldorf. Stipt om 19u kunnen we onze motors op de trein rijden, gelukkig is het gestopt met regenen want we moeten over metalen platen rijden. Helm ophouden en diep over het stuur gebogen rijden we de wagon op. De motors worden vakkundig vastgesjord en wij zoeken onze slaapcoupe op. De coupe is klein maar we hebben alles wat we nodig hebben er ligt zelfs een verwelkomingspakketje klaar. Omkleden, een kom goulaschsoep met brood bestelt bij de steward en we kunnen er weer tegen voor vandaag.
Het ontbijt is besteld voor morgenochtend om zeven uur, rond half negen komen we in Wenen aan.
Daar starten we voor een rit van 250 km om aan te komen in Szekesfeherfaz een dorpje in Hongarije waar we overnachten.
Deze reis wordt weer geweldig. Gisteren heel de dag regen, vandaag zitten we in een trein die nu 2 uur vertraging heeft. We zullen pas rond de middag in Wenen zijn terwijl we normaal vanmorgen om 9 uur in Wenen moesten aankomen. Blijkbaar waren er problemen met een illegaal die zich op de trein had verstopt.
We zijn nog niet vertrokken en het eerste probleem dient zich al aan. Ik krijg een mail van een hotel dat ik in Roemenië heb geboekt; De reservatie kan niet doorgaan voordat ik een update heb gedaan van mijn creditcard. Ik bel naar Hotels.com die de reservatie geregeld heeft, die nemen contact op met het hotel maar kunnen blijkbaar nietsdoen, ik moet zelf maar contact opnemen.
Ik bel naar Roemenië en leg uit dat er niets aan de hand is met mijn creditcard, ik geef ze het nummer van de kaart en de vervaldag. Hallo meneer, zegt die pipo we hebben ook uw geheime code nodig die vanachter op uw kaart staat. Ik val bijna van mijn stoel en vraag of ze daar denken dat ze met een achterlijke te doen hebben. Waarom is dat een geheime code meneer vraag ik hem. Stilte, geen woord nog stilte hallo meneer, roep ik rood aanlopend hoe zit het met mijn reservatie. Na veel vijven en zessen wordt de reservatie aanvaard zonder geheime code.
Als dat een voorteken is van deze reis kan het nog plezant worden om de blog te volgen.
Mijn trouwe vriend de Tri staat te blinken en te trappelen van ongeduld om te vertrekken.
Op mijn bureau wordt het weer, zoals altijd een dag voor het vertrek, een gezellige bende van allerlei soorten bagage dat meegenomen dient te worden. Zeker niet te vergeten de reparaties set om banden te herstellen, een motor heeft nu eenmaal geen reservewiel. We moeten bij een lekke band een plug in de band zien te krijgen, dat lukt meestal vrij gemakkelijk maar dan sta je natuurlijk nog met een lege band. Er zit dan ook een pomp in de bagage die op 12 volt werkt. De voorraad insuline moet berekend worden, deze wordt opgeslagen in een koeltasje want de insuline mag niet warmer dan 20 graden worden. Er moeten een paar honderd pillen verdeeld worden waarvoor ik twee zeer gemakkelijke pillendozen heb waar ik de dagelijkse dosissen pillen in kan verdelen. Natuurlijk mag ik ook mijn bloedmeter niet vergeten deze meter meet het suikergehalte in mijn bloed, op basis van die metingen bepaal ik de hoeveelheid insuline die moet worden ingespoten. Een honderdtal naalden voor de insulinespuiten, een honderdtal naalden om bloed te prikken en een honderdtal strips om in de bloedmeter te steken. Druivensuiker en een paar pakken koeken met veel koolhydraten om eventuele hypo’s op te vangen. Paspoort, internationaal rijbewijs en verzekeringsbewijs van de motor kunnen we ook maar beter niet vergeten. Allerlei kabeltjes en stekkers om al de elektronische toestanden die we tegenwoordig meesleuren op te laden zoals, een laptop, gsm, gps, intercom van de helm. Ook niet onbelangrijk mijn wasdraad en zeep voor een handwas. Het is onmogelijk om voor drie weken kleren mee te nemen op een motorfiets. En om na drie dagen al met stinkende kleren te gaan rondrijden is nu ook niet bepaald prettig dus moet er onderweg gewassen worden. Ook een reserve bril heeft zijn nut in het verleden al eens bewezen. Ook heel belangrijk zijn de sigaren, gelukkig telt dit voor Theo ook, we moeten af en toe een sigaartje kunnen opsteken. Als er een doos of vijf bij de plaatselijke Spar besteld wordt vraagt Sandra altijd; Waar gaat hij deze keer naar toe?
Als ik dat allemaal heb kan ik aan de normale bagage beginnen. Je moet toch maar graag reizen he!!!!!!!!
Het is bijna zo ver. Overmorgen gaan we weer op pad voor een reis van een kleine 5000 km. Deze keer blijf ik binnen Europa en mijn Limburgse motormaat Theo rijdt nog eens mee. Eerlijk gezegd ben ik nog maar goed en wel bekomen van mijn prachtige reis naar Marokko maar ik begin toch weer de spanning te voelen die bij elk vertrek opkomt. Het is raar dat ik dat gevoel blijf houden ondanks de tientallen reizen naar de meest vreemde landen die ik al gemaakt heb. Het reizen is gelukkig nog geen routine geworden.
De cronologische volgorde van de landen waar we door rijden is als volgt; Belgie, Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Roemenie, Bulgarije, Griekenland, Macedonië, Kosovo, Montenegro, Bosnie-Herzegovine, Slovenie, Oostenrijk en Terug naar Belgie.
Het eerste probleem is te verwachten in Dusseldorf . We rijden namelijk naar Dusseldorf om daar op een autotrein te stappen die ons naar Wenen brengt. Het bespaart ons tijd en een eindeloze rit over de autostrade. Het probleem is dat dit jaar in Dusseldorf de Tour De France start met een tijdrit. Het parcours van de tijdrit ligt nog geen twee kilometer van het station waar wij moeten zijn. Ben benieuwd hoe we daar gaan doorkomen. Ik heb de route al wat verlegd maar we zullen toch door de drukte moeten
Het tweede probleem verwacht ik aan de grens Servie-Kosov. Kosovo is namelijk afgescheurd van Servie maar de staat Kosovo is in Europa nog altijd niet erkend. Onze groene kaart (verzekering) is dan ook niet geldig in Kosovo. Een hele slimme zal dan zeggen/denken rij onder Kosovo door via Albanie maar ook in dit land is de Europese groene kaart niet geldig Lang leve de politiek. We zullen ons plan wel trekken als we aan de grens zijn.
Nog iets leuks meegemaakt na mijn reis naar Marokko; steeds meer mensen beginnen te vragen naar het adres van de blog.
01/07/2017 Rijden we om 19u de trein op we komen 02/07/2017 om 8u30 in Wenen aan.
Gisteren een vlotte rit gehad, enkel wat file rond Parijs en een paar km file rond Antwerpen. Toch is 654 km waarvan ongeveer 100 km over binnenwegen een hele trek. Ik zou dan ook liegen moest ik zeggen dat ik niet moe was bij aankomst in Essen. Ik lag dan ook vroeg in bed en heb heerlijk geslapen.
Vandaag op tijd terug opgestaan want amai wat ziet mijn motor eruit, ook mijn motorkleren en helm hebben een grondige schoonmaakbeurt nodig. Ik heb me dan ook niet verveeld vandaag.
Ik heb ook een paar mankementen aan de Tri ontdekt die hersteld moeten worden. De claxon heeft zoveel zand te slikken gekregen dat er geen geluid meer uitkomt. Minder leuk is dat de rechtse remklauw aan het voorwiel redelijk wat olie lekt, die olie komt op de remschijf en de band terecht niet direct aangenaam om zo te rijden. Morgen dus met de Tri naar de dokter.
Deze week begint de voorbereiding van de volgende reis weeral. De planning is er al in grote lijnen maar ik moet de routes nog wat verfijnen en de belangrijkste bezienswaardigheden zoeken die we eventueel tegenkomen.
Op 01/07/2017 vertrek ik met den Theo naar de Balkanlanden.
Gisteren schreef ik nog dat we de bergen uit waren, maar ik had beter geschreven dat we geen cols meer moeten doen. Want vandaag rijden we heel de dag door een streek die je kunt vergelijken met de Ardennen bij ons. Iets hoger, 350m tot 850m. In het begin nog tamelijk kleine wegen, later mooie doorlopende wegen met vloeiende bochten. Het is weer stralend weer, geen flitspalen en af en toe liggen de bochten zo uitnodigend dat er toch weleens aan snelheden wordt gereden die niet helemaal wettelijk zijn.
We rijden door talloze mooie typische Franse dorpjes komen voorbij diverse marktjes en ik kan het dan ook niet laten om regelmatig te stoppen aan een bar tabac met een uitnodigend terrasje om een koffie te drinken. De laatste veertig km, het is ondertussen weer bloedheet geworden, rijden we door eindeloos landbouwgebied over kaarsrechte wegen. Het verveeld niet, maar erg bevorderlijk voor de concentratie is het nu ook weer niet. Ik ben dan ook blij dat we rond 16 u in Bourges Nord-Saint Doulchard aankomen. We overnachten hier in een Campanile hotel. Ik weet uit ervaring dat ze in de restaurants van deze hotelketen heerlijke desserts hebben met fantastische vanille saus.
Het zit erop, ik heb een fantastische reis gehad. Een geweldige ervaring, er staat misschien een tiende op de blog van wat ik allemaal heb meegemaakt. Ik heb zeker niet overdreven in hetgeen op de blog verschenen is. Integendeel zou ik zeggen, het was bijzonder zwaar ook wel door de hitte. Ik heb zeker mijn slechte dagen gehad maar die wegen niet op tegen al wat ik onderweg beleefd heb.
Ik rij ontzettend graag met een motor en liefst door de vreemdste landen, en zo lang mogelijk. Maar als er eelt op je kont begint te komen van in het zadel te zitten dan is het tijd om weer eens even naar huis te gaan. Ook mijn kleren kunnen onderhand wel een goede wasbeurt gebruiken. De Tri, die het ook op deze reis weer fantastisch heeft gedaan kan ook wel een paar nieuwe filters gebruiken en wat olie zonder zand. Hij moet dringend grondig schoongemaakt worden en er zijn diverse punten die best wat smeerolie kunnen gebruiken. Ik ben tegen mijn zin uit Marokko vertrokken, ik ga met frisse tegenzin Frankrijk verlaten maar ik rij morgen vol goede moed de laatste 650 km van deze reis naar België.
Als ik thuis ben zal ik de blog nog eens na lezen en alles een beetje laten bezinken. Het gaat namelijk ontzettend snel voorbij als je elke dag onderweg bent. Ik blijf een maandje thuis en dan vertrek ik weer voor een drietal weken. Deze keer ga ik met mijn Limburgse motormaat den Theo Montenegro verkennen en nog een stuk of tien andere landen denk ik. Het vertrek is op 01/07/17
Bedankt voor de reacties op de blog, de mails die ik ontvangen heb en de likes op face book.