Het zou vandaag een rustige dag worden, niet de allerkleinste wegen, geen drukke steden gewoon op het gemakje 240 km rijden. De laatste 150 km door Roemenië zijn geweldig saai, kaarsrechte wegen en niet te overziene velden met zonnebloemen, tarwe en mais. De gewassen worden met talrijke grote moderne machines geoogst. De wegen zijn variërend van slecht tot redelijk en we schieten goed op. De Donau is de natuurlijke grens tussen Roemenië en Bulgarije en eindelijk krijgen we rond de middag de rivier in zicht.
Als we het dorpje Turnu uitrijden verteld Garmien me dat we binnen 12 km op de veerpont moeten rijden. Daar had ik niet meer bij stilgestaan en vond het dan ook een leuke verrassing. Ik moest onmiddellijk denken aan mijn reis die ik gemaakt heb van bron tot mondig van de Donau. We komen rond 13u staan we plotseling voor de Donau, Garmien zegt nog maar eens dat we de veerpont op moeten maar we staan werkelijk in niemandsland. Niets is er te zien, aan de overkant ligt een roestig bootje wat eventueel een ferry zou kunnen zijn. Er staan wat verlaten gebouwen en enkele roestige kranen in een soort haventje en dat was het.
Ondertussen is het bloedheet geworden (31 graden) we staan als twee zieke koeien naar de overkant te gapen maar er gebeurt helemaal niets. We nemen het ongelooflijke domme besluit om hier weg te rijden tot we een brug tegenkomen. Ik heb de Donau volledig van bron tot monding gereden en had dus kunnen en moeten weten dat er hier amper bruggen liggen. Terwijl we terug aan het rijden zijn blijf ik aan de gps een andere route vragen maar deze blijft me terugsturen naar de overzet waar we vandaan aan het rijden zijn. Na een km of vijfentwintig ben ik het beu, even stoppen, op de gps de veerboten uitgeschakeld en een nieuwe route gevraagd. Garmien geeft ons ijskoud een route van 475 km, terwijl we maar 90 km van onze bestemming zijn. 475 km is gewoonweg niet haalbaar en wijselijk besluiten we om toch maar terug naar de overzet te rijden.
Daar aangekomen is het nog altijd even stil, op een strand is er een barretje waar wat jongeren keiharde muziek aan het draaien zijn en Theo gaat daar proberen om wat inlichtingen te krijgen. Aan de kade staan een paar personen te staan en daar probeer ik inlichtingen te krijgen. En inderdaad het pontje dat aan de overkant licht dat moeten we hebben. Er zijn maar vier overvaarten per dag en de eerstvolgende is om 16u. We moeten ook een soort plein oprijden waar de verlaten gebouwen staan. We draaien het plein op en na een bocht staan we voor slagbomen die gesloten zijn. Als een duivel uit een doosje staan er plotseling twee douaniers aan de slagboom, ze wenken ons om verder te komen. Het is de grensovergang tussen Roemenië en Bulgarije. Paspoort en de papieren van de motor worden gecontroleerd.
Om 17 u staan we aan de overkant en hebben we nog een keer dezelfde controle om Bulgarije binnen te komen. Na deze controle moeten we nog een keer bij een loket stoppen om € 2,50 per motor te betalen om Bulgarije binnen te mogen. Nog 96 km te rijden voordat we in ons hotel zijn, weg zijn de plannen om nog een waterval en een grot te gaan bezoeken we hebben zelfs geen tijd meer om het leuke stadje te bezoeken.Om 18u45 aankomst in Lovetsj waar we vandaag verblijven. Na het verfrissende pintje is het 19u30 als we op de kamer zijn. Douchen en eten in een zeer gezellig restaurant met zicht op de rivier. Voor het hotel Varosha waar we verblijven ligt een gezellig plein waar de na de maaltijd nog een pintje drinken, om 23 u kan ik aan het verslag van de blog beginnen.
Morgen een rit naar Sofia als er geen problemen opduiken is het een ritje van 210 km.
|