We vertrekken rond een uur of negen en het is dan al 26 graden. Onze koelvesten zijn in gebruik genomen, zonder is het bijna niet te doen om te blijven rijden in temperaturen die tot veertige graden oplopen. Als we het dorpje uit zijn komen we op een mooie route langs een groot meer, in de winter komen hier veel vogels overwinteren. Ook nu zitten er diverse vogels zoals witte reigers, aalscholvers, pelikanen en ooievaars. De koeien steken ongevraagd over, een schaapsherder begeleid een grote kudde schapen en de stilte is hier oorverdovend. Ondertussen is de temperatuur flink opgelopen, zelfs de herdershond zoekt verfrissing in het water. We slaan regelmatig water in, als we bij een klein winkeltje aankomen hebben we en aangenaam gesprek met een paar Grieken. Zonder probleem mogen we onze koelvesten terug nat maken onder een de kraan van de wasbak die in de winkel staat.
Rond de middag passeren we de grens en rijden zonder problemen Macedonië binnen. We nemen daar een pizza als lunch vandaag, de prijzen zijn hier niet meer te vergelijken met Griekenland bv-benzine kost in Griekenland € 1,52 per liter hier €0,61 per liter. Ne de lunch beslissen we onze route te veranderen, het is te heet geworden en we rijden een stukje autostrade om in Griekenland zo snel mogelijk de bergen in te gaan. We hebben dan mooie vergezichten en op eden hoogte van 860 m hebben we toch zeven graden minder te verduren wat dan nog altijd 29 graden is. De wegen in de bergen vallen wat tegen, veel grind in de bochten n iemand had zelfs een baal stro verloren en gewoon laten liggen, natuurlijk in een bocht de rijstijl wordt dan ook onmiddellijk aangepast. Als we een bord passeren waarop de richting naar de waterval van Skra staat kunnen we het natuurlijk niet laten om onze route weer te verlaten.
Als we op de parking aankomen van de waterval gebruiken we een riviertje om onze vesten weer nat te maken. Bij deze temperaturen is het water in de vesten na een uurtje verdampt. Er moet een stevig wandeling afgelegd worden om de waterval te bereiken. Na een lange afdaling komen we bij een riviertje en moet er terug geklommen worden. Hier heeft de Kees het wel bekeken, we zweten ons te pletter en we moeten heel de klim nog terug naar de parking doen. Van mijn part mag het een waterval zijn van honderd m hoog ik ga geen stap meer verder. Theo blijft niet bij de pakken zitten en besluit verder te gaan, als tegemoetkoming voor deze heldendaad neem ik zijn zware motorjas mee terug naar de parking (waar ik na enkele minuten klimmen al dik spijt van heb)
Terwijl ik voor de zoveelste keer puffend, blazend en naar zuurstof happen onder een boom zit komt Theo ook aan gestrompeld, kletsnat van het zweet, zo rood als een kreeft en als een vis boven water happend naar lucht. We bekijken elkaar eens en er wordt niets gezegd, voor een buitenstaander moet het een raar tafereel geweest zijn om dit te aanschouwen. Tweemannen in motorkleren, met zware laarzen aan die aan het klimmen zijn in een temperatuur van zo’n 35 graden. Er waren nog een paar andere bezoeken gepland maar die zullen voor morgen zijn, het is 18u30 als we meer dood dan levend in het hotel aankomen. Lieve (de echtgenote van Theo) twijfelt eraan dat de vermoeidheid van het motorrijden komt. Ik kan jullie verzekeren dat het vandaag wel degelijk van het motorrijden is geweest, maar af en toe spelen er wel andere factoren mee. (Eigenlijk elke dag)
Ondanks de vermoeidheid hebben we ook vandaag de avond weer gezellig afgesloten.
Morgen een ritje van 200 km naar Ohrid we zitten dan weer in Macedonië
|