09/08/13 We hebben deze reis de weer goden wel mee. Vannacht
wakker geworden van hevig onweer en gietende regen. Deze morgen was het weer
stralend weer. Alles op het gemakje gedaan,
en geen duffe kop. Het is tien uur als we starten. Aangezien het een
korte rit is gaan we nog eens proberen om over binnenwegen naar het volgende
hotel in Litouwen te rijden. Het is vergeefse moeite, lange rechte wegen zonder
noemenswaardige afwisseling. Met de wegbedekking is het in orde alhoewel er
slechte stukken tussen zitten. Als we stoppen om te tanken gebeurd er weer iets
vreemds. Theo zet aan om te tanken maar er gebeurd niets. Nochtans staan de
cijfers van de pomp op nul. Ik ga naar de winkel waar moet afgerekend worden
maar kan niet binnen. Opeens gaat er een klein luikje open en wordt ik door en
dame die daar zit vragen aangekeken. Ik probeer uit te leggen dat we willen
tanken maar dat het niet lukt. Ze kijkt me ijskoud aan, zegt niets en doet het
luikje dicht. Theo staat nog altijd tevergeefs aan de pomp, hij haakt de slurf
terug in en probeert nog eens maar er komt geen druppelbenzine uit. Nochtans
hebben we een auto weg zien rijden die wel hed getankt. We zetten onze motors
opzij en steken een sigaartje op. Binnen een paar minuten stopt er iemand om te
tanken. Hij stapt uit loopt naar het kotje, luikje gaat open er wordt 10 euro
gegeven en de mijnheer gaat tanken. Dit alles zonder dat er één woord wordt
gewisseld. We hebben geen zin om aan die comedy mee te doen en rijden door
zodra de sigaartjes zijn opgerookt. Garmien had aangegeven dat er nog
benzinestations genoeg komen. En jawel, binnen enkele minuten komen we bij een
modern benzinestation. Theo gaat tanken en Kees gaat zijn watervoorraad
aanvullen. Theo probeert weer tevergeefs benzine in zijn motor te krijgen aar
ook hier lukt het niet. Slurf inhaken en terug afhaken het helpt allemaal niet.
De andere personen die aan het tanken zijn hebben echter geen problemen de
benzine stroomt met volle teugen uit de slang. Theo begint zijn bekende kleur
te krijgen die ik een paar keer heb gezien op onze reis naar het Midden-Oosten.
Ten einde raad stormt hij naar de kassa met de vraag om die verdomde pomp in
gang te brengen. Voor dat het zo ver was had hij al twee andere pompen
geprobeerd. De dame achter de kassa kijkt hem verwonderd aan en haalt haar
schouders op. Ze snapt niets van die woeste mijnheer, ze laat Theo dan ook
staan en gaat verder met haar werk. Theo terug naar zijn motor, een mijnheer
die wat Engels spreekt heeft het allemaal van op afstand aangezien. Hij gaat
naar Theo en legt hem uit dat er eerst geld in een soort automaat moet worden
gestoken? Nadat het geld er in is gestoken moet je op een klavier het
pompnummer intikken en kun je tanken. Theo vraagt wat er gebeurd als er te veel
geld in steekt. Daar is geen antwoord op gekomen. Dan maar in twee keer geprobeerd
om wat benzine in de motor te krijgen en inderdaad het ging perfect. Je moet
het alleen maar weten.
Het stikt hier nog altijd van de ooievaars. Als en boer aan
het ploegen is lopen er zoveel ooievaars op het veld als bij ons meeuwen.
Blijkbaar is het voor iemand in een dorpje nog niet genoeg. Er staat een paal
in zijne hof met een wiel er op. Op het wiel heeft hij plastieken ooievaar gezet.
Je struikelt hier werkelijk over de ooievaars maar daar zetten ze een afschuwelijke
plastieken ooievaar in de hof. Niet te geloven. We rijden en rijden en ik kan
geen zinnige zin schrijven over wat we er voor onze wielen wordt geschoven. Geen
bergen, geen meren, geen bochten een slecht wegdek dorpjes waar je depressief
moet worden als je daar geboren wordt. 1 opvallend verkeersbord waar we een
foto van hebben genomen. Als één van de lezers weet wat het betekend laat het
ons dan maar weten via de blog. Rond de middag komen we bij een mooi gelegen
wegrestaurant. We stoppen dan ook voor het dagelijks soepje. We zitten dan ongeveer
een zestig kilometer van een stad. We gaan binnen en worden meteen jaren terug
in de tijd gegooid. Er komt een jonge dame om de bestelling op te nemen, we
vragen de menukaart, ze kijkt ons aan met ogen zo groot als theeschotels en
snapt echt niet wat we bedoelen. Dan eerst maar drinken proberen te bestellen,
er lag een kaart op tafel met verschillen dranken op vermeld. Theo bestelt een
bier ik een tonic. Weer een grandioos probleem het woord tonic of sweppes of
bitter lemon stond absoluut niet in het woordenboek van d dame. Ze gaat met
drie collegas overleggen wat ze met die twee rare marsmannetjes moet doen. Een
collega was toch zo slim om haar een menu kaart meet te geven. Ondertussen wordt
de bestelde pint bier gebracht. Een raar mengsel met de kleur van tomatensap. Aah,
zegt Theo, dat zal jouw drankje zijn. Er staat niets schuim op we ruiken en
proeven maar krijgen er niets van gemaakt. Als ze de bestelling voor het eten
op komen nemen proberen we er achter te komen wat de inhoud is van die halve
liter. Inderdaad bier, volgens de kaart zou het plaatselijk bier zijn.
Aangezien ik nog steeds niets te drinken heb gekregen vraag ik om limonade of
water of iets zinder alcohol. Opeens krijgt ze een helder moment en vraagt of 7
up goed was. Walla geregeld. We zijn ook nog aan soep geraakt met
zuurdesembrood. Kees groentesoep met kip; Theo de dagsoep. Het enige verschil
van de soepen was de kleur. De hoofdmaaltijd heb ik laten passeren, Theo kreeg
een bord rijst met wat varkensvlees.
We komen aan de grens, echter niet zonder eerst nog 10
kilometer onverharde weg aan ons been te hebben. Waarschijnlijk door de regen
die vannacht is gevallen hebben we weinig stof. Om 15 uur arriveren we in ons
hotel. Een typisch weg hotel waar kilometers in de omtrek geen bal te beleven
valt. Komt goed uit voor de broodnodige rust. Morgen nog een kort ritje, we
hebben dan een hotelletje gelegen aan een rivier. De grens van Rusland is het
midden van de rivier.
|