13/08/13 Ik word na een goede nachtrust wakker van de regen
die tegen het raam klettert. Het zou een wonder geweest zijn als Kees op zijn
reis geen regen zou hebben. Na het ontbijt (zeer goed) besluiten we nog wat te
wachten om te vertrekken. We zien het absoluut niet zitten om in de gietende
regen uit Warschau te geraken. Tramsporen, kinderkopjes en wat nog allemaal
voor dingen die de motorpret op een laag pitje zetten proberen we zeker te
vermijden. Improviseren dus. Om 10 uur ziet het er redelijk uit, het is droog
en er verschijnt een waterachtig zonnetje. De bagage zit al in de koffers, de
motors staan heerlijk droog in de ondergrondse parking. Starten en weg wezen.
De soep zal een uurtje later zijn dan gewoonlijk. We rijden door het centrum
wat nog al wat tijd in beslag neemt. Aan een stoplicht heb ik nog tijd om rap
een foto in Warschau te maken. Als we het vliegveld van Warschau zijn
gepasseerd begint er eindelijk schot in de zaak te komen. We zijn dan ook al
een half uurtje aan het rijden eer we de autosnelweg op kunnen. De rit is 256
kilometer lang vandaag met jammer genoeg maar 100 kilometer autosnelweg. Er
liggen gewoonweg heel weinig autosnelwegen in Polen. Bij onze eerste tank en
sigaren stop zien we een vrachtwagenchauffeur zijn tweede halve liter bier binnen werken.
Het is elf uur. Santé!!
Na honderd kilometer is het gedaan met het ontspannen
motorrijden. We komen op de E67 een baan met twee rijvakken waar al het
internationaal vrachtverkeer over moet. De weg baant zicht door allerlei kleine
dorpjes waar iedereen even hard door knalt. We hebben weer een nieuw
verkeersbord leren kennen. Het geeft aan dat je rijsporen in het wegdek kunt
verwachten. En wat voor rijsporen, met momenten een centimeter of vijftien
diep. De 156 kilometer die nog moeten worden afgelegd ontaard in een helse rit.
Rijen vrachtwagens worden aan flinke snelheden ingehaald, we zeilen spoor in
spoor uit. Felle rukwinden maakt het allemaal niet gemakkelijker. Trouwens de
Tri heeft meer last van zijwind dan de Guzzi. Ik moet constant corrigeren
wanneer ik een vrachtwagen heb ingehaald en terug volop in de wind terecht kom.
We beginnen als Polen te rijden en heel wat verkeersreglementen worden aan de
laars gelapt. We groeten de chauffeurs die ons doorgang geven en vloeken luidop
voor degenen die de deur dicht houden (bewust dicht houden) Bij de inhaalmanoeuvres
wordt de snelheid flink opgedreven. Theo wordt dan ook gewaar dat hij 50 pk
minder onder zijn kont heeft dan Kees. Hij moet alle zeilen bij zetten om te
volgen maar het lukt hem goed. De
rijervaring die we in het Midden-Oosten hebben opgedaan komt hier goed van pas.
Met goed berekende risicos worden er ontelbare vrachtwagens ingehaald, we
vinden dat we niet onverantwoord rijden maar eisen wel onze plaats in het
verkeer op. Als er iemand bij ons had achterop gezeten zou die er
waarschijnlijk wel anders over gedacht hebben. Om 13 uur stoppen we aan een
wegrestaurant voor onze soep, althans Theo neemt soep ik hou het bij een
hamburger. Nog 90 kilometer te gaan. We hebben geluk met het weer, zien in verte regelmatig buien hangen maar blijven
van regen gespaard. Nog zeventig
kilometer moeten we gaan als het verkeer tot stilstand komt. Regelmatig een
paar honderd meter rijden zonder tegenliggers en dan weer stilstand. Als het
verkeer op ons baanvak stil stat komen er even tegenliggers, zodra die niet
meer komen rijden we weer even. Het kan niet anders of er moet een ongeval
gebeurd zijn. Zodra de stroom tegenliggers
weer stil valt profiteren wij er van om over het linkse baan een paar kilometer
te winnen. Een tegemoet komende motorrijder doet teken dat er een zwaar ongeval
is gebeurd. De E67 zit kilometers aan een stuk potdicht. Als we de plaats van
het ongeval naderen zien we dat er een motorrijder bij betrokken is. De weg is
afgezet en beurtelings laten de mannen van de brandweer het verkeer passeren.
De motor ligt nog op de plaats van het ongeval en zoals hij er uit ziet moet
het een harde klap zijn geweest. Bij het passeren vliegen de koude rillingen
over onze rug. Geen fijn gevoel als je zoiets ziet liggen, zeker niet nu we aan
helse rit bezig zijn. We moeten echter verder en proberen er niet te veel aan
te denken. We rijden wel even met iets meer discipline en concentratie, maar om
fatsoenlijk vooruit te komen moet er op zijn Pools gereden worden, we gooien
ons dan ook weer geconcentreerd in de ratrace. Ondertussen komen er zware
donkere wolken op ons af, de wind wordt nog heftiger en rechts van ons vliegen
de bliksems in het rond. Als de eerste zware regendruppels beginnen te vallen
passeren we een richtingsaanwijzer naar Wroclow via de S8. De S8 blijkt een
splinternieuwe autosnelweg te zijn. We draaien de autosnelweg op en met een
snelheid tussen de 140 en 150 kilometer per uur proberen we de zware bui voor te
blijven. Het is een surrealistisch zicht, voor ons schijnt de zon, als we in de
spiegels kijken is de lucht inktzwart. We halen al de paarden van stal en de
snelheid wordt nog wat opgedreven. Eindelijk nog eens geluk we blijven de bui
voor en rijden zelfs in de zon. Wroclaw is een grote stad en het hotel staat
weer in het centrum. Zonder kleerscheuren
en met een beetje zweet onder de helm arriveren we rond 16 uur is ons
hotel. Douchen, terrasje zoeken, kletsen over de rit en de omstandigheden die
we vandaag gehad hebben. We komen tot de conclusie dat we op het scherp van de
snede hebben gereden maar zeker niet onverantwoord. Het was weer wel genoeg
voor vandaag. Een stadswandeling na het avondeten zit er wegens te moe niet meer in.
Morgen nog 200 kilometer in Polen voordat we aan de grens met Duitsland zijn. In
totaal een rit van 410 kilometer voor een laatste overnachting van deze reis.
|