22/05/14 Naar Tokaj in Hongarije
We moeten tot onze spijt na een geweldig avondmaal een goede nachtrust en een zeer goed ontbijt dit Pension verlaten. Het is op deze reis het beste onderkomen dat we al gehad hebben. We verlaten het dorpje en rijden door een mooi dal richting Hongarije. Er is veel houtsnijwerk in deze streek en mooi afgewerkte houten huizen. Ook verschillende kerken zijn helemaal in hout opgetrokken. De dennenbomen en sparren hebben plaatgemaakt voor loofbomen. We rijden door prachtige bossen waarbij ik me goed kan voorstellen dat daar ergens beren in rond sjokken. Goed asfalt, we laten de Trophy’s eens lekker snorren tijden de beklimmingen en afdalingen. Op een bepaald moment rijden we zo dicht langs de grens van Oekraïne dat onze gsm op een Oekraïense provider staat. Het is prachtig weer, heldere hemel en al snel 20 graden. Op de velden wordt er door hele families met man en macht gewerkt. Hele velden aardbeien moeten geplukt worden, aardappels moeten aangeaard worden en hier en daar trekt een paard moeizaam een ploeg. Het valt op dat er veel vrouwen aan het werken zijn op de velden. Alles gebeurt hier nog met handkracht. Met grote schoffels wordt er gewied. In de bergen zien we weer mensen in onmogelijke hutjes wonen echt absurde situaties. Voordat we de bergen uit zijn worden er nog wat actie foto’s gemaakt. Bij een benzinestation wordt er water ingeslagen, het is nu rond de middag en de temperatuur is opgelopen tot 30 graden. Eindelijk nat van het zweet in plaats van doornat van de regen. Buiten mag er gerookt worden op een terrasje bij een goede cappuccino. De pompbediende kijkt bijna het sigaartje dat ik heb opgestoken uit mijn mond. Ik presenteer er één die in dank wordt aangenomen. De sigaar wordt langs alle kanten besnuffeld en betast voordat hij hem aan steekt. Als hij de sigaar heeft aangestoken komt er een klant aangereden, snel roept hij zijn college en vraagt hem even te vervangen nu hij aan het roken. Trots steekt hij de sigaar omhoog en roept I’m Mister President. Lachend poseert hij voor de foto. Na en flinke handdruk zijn we weg. We rijden over mooie binnenwegen(af en toe tamelijk slecht wegdek) door het hevelend landschap.
Langzaam maar zeker verlaten we de bergen over mooie binnenwegen(bij de Kees zijn binnenwegen echte binnenwegen) en komen we in de laagvlakte aan. Nog 40 km en we zijn aan de grens van Hongarije. Met de boordpapieren van de motor naar een loketje om het wegenvignet in orde te maken. We krijgen een kwitantie als bewijs van betaling. Voor elke motor 7,5 €. Van het loket rijden we naar de paspoortcontrole, er deden zich geen problemen voor. Er heerste wel een bepaalde zenuwachtigheid want de eerste minister van Roemenië was op komst voor een bezoek aan Hongarije. Nog één loket te gaan. Ik stop 50 cm voor de witte lijn en werd er direct op gewezen door een zich belangrijk voelende klakmans dat ik tot tegen de witte lijn moet rijden. Eenmaal dat ik op mijn plaats sta gebeurd er iets wat ik nog aan al mijn talrijke grensovergangen heb mee gemaakt. Ik had het niet durven schrijven indien ik alleen was geweest zo ongeloofwaardig is het. Maar Armin kan getuigen dat elk woord waar is. Ik sta dus tegen die lijn en een andere klakmans komt naar me toe en zegt. DOE EENS VROEM. Ik kijk hem aan met de ogen van een koei die naar een paal staat te kijken en hakkel, wablief mijnheer. Hij weer, DOE EENS VROEM en doet teken met zijn hand dat ik aan het gas moet draaien. Nadat ik dat begrepen heb geef ik klakmans een prachtige VROEM. Hij vindt het precies leuk want hij geeft nog een teken dat ik er een draai aan moet geven. Ik schakel naar eerste versnelling en geef een flinke vroem zodat ik als een speer weg rij, denkend bij mezelf bekijk het maar. Armin moet het maar oplossen als er nog gevroemd moet worden en inderdaad Armin moest ook vroemen maar zijn motor viel stil. Terug gestart en toch ook maar doorgereden.
Nog 108 saaie kilometers over een rechte baan, het uur terug gezet zodat we weer gelijk staan met jullie en ons aanpassen nu we terug in het warme sociale Europa zijn. Tractors in plaats van paarden, jongeren op bromfietsen en verkeer dat wat minder chaotisch is. Om half vier zijn we in Tokaj en is het nog altijd 30 graden. Tokaj is een stadje bekend om zijn wijnen en waar twee rivieren in elkaar komen.
Morgen een zware rit naar Polen.









|