23/05/14 Naar Zab in Polen
De bagage zit al vroeg opgeborgen. Stipt om zeven uur zitten we aan het ontbijt. Over het hotel is weinig te zeggen, hier kom ik niet meer.
We vertrekken langs de Tigra en mooie rivier die door Tokaj stroomt. Al snel rijden we langs de druivenvelden waarvan de bekende wijn uit Tokaj wordt geperst. Het landschap is mooi en afwisselend. Om acht uur hebben we al 20 graden. Ons doel is het dorpje Zab in Polen. De naam van het hotel is Jastrzebiec. Onze eerste koffie drinken we op een terrasje in Lilafured. Een bergbeklimmer is daar aan het oefenen tegen een rotswand. Het is hier een bekend plaatsje voor mij, ben er in het verleden tien dagen op verlof geweest.
We rijden dwars door het Bukki Nemzeti Park en hebben beklimmingen tot 1.100 m met talrijke bochten over en goed wegdek. In het dal hebben we 28 graden, boven de 1.000 m 20 graden. Als we het stadje Eger gepasseerd zijn rijden we richting Slovakije. Nabij Ozd nemen we ongemerkt de grensovergang naar Slovakije. (niet te verwarren met Slovenië) De grenskantoren zijn gesloten, er is geen kat te zien bij de grensovergang. We zijn echt terug in het warme Europa.
We laten de hoofdwegen voor wat ze zijn en rijden door de nationale parken Narodny Park Slovensky Kras, Narodny Park Slovensky Raj en het Tatrzanki Park Naradowy Om vervolgens het machtige Tatra gebergte in te rijden. We rijden dus bijna de hele dag van het ene park in het andere. Goed tot zeer goed wegdek, weinig verkeer en veel zon meer kan een mens op een motor niet wensen.
Bij een stop aan een leuk riviertje en in de buurt van een IJs grot die te bezoeken is komt er een Duits echtpaar naar de auto om te vertrekken. De achterklep gaat open, ik kijk naar Armin en zeg; we gaan op reis en nemen mee? Twaalf koffers. Er gaan nog wat grapjes heen en weer tot we niet meer kunnen van de slappe lach.
Na driehonderd km komen we in het zicht van de besneeuwde toppen van het machtige Tatra gebergte. Bij een foto stop laat ik mijn rechtse op maat gemaakte oorstopje vallen. Ongelooflijk, maar we vinden het niet terug. 150 € naar de File Stijnen. We blijven nu op een hoogte rijden tussen 800 en 900 meter. Een paar kilometer voordat we in het hotel aankomen doe ik teken naar Armin. Hij komt naast me rijden en ik vraag hem de naam van het hotel. Ik val bijna van mijn Trophy van het lachen als ik zijn gezicht zie ls ik de naam vraag. Die Gaffel weet het toch niet zeker.
In een prachtig decor met besneeuwde bergtoppen zijn we rond vier uur in hotel Jastrzebiec. Een echte meevaller. Prachtige kamers en vanop het balkon hebben we zicht op de besneeuwde toppen van het gebergte. Jammer dat we morgen weeral moeten vertrekken. Morgen een korte rit naar Auschwitz waar we twee dagen blijven. Natuurlijk staat er een bezoek op het programma aan het beruchte concentratiekamp.









|