13-08-14
Na een tamelijk goede nachtrust en een fantastisch ontbijt wordt de Tri om stipt zeven uur gestart. Het doel vandaag is Bjerkvik een dorpje dat 40 km voorbij Narvik ligt. Weer een rit van 460 km. Ik snap zelf niet dat ik dit zo graag blijf doen. Op drie dagen 1.436 km rijden op bochtige tot zeer bochtige wegen begint best vermoeiend te worden voor deze oude baas. Het is dan ook met veel gekreun en gesteun dat ik mijn been over het zadel zwier en mijn trouwe Tri de sporen geef. De zon schijnt, de wegen zijn droog en de bochten vloeiend, wat zou een mens nog meer willen. Eerlijkheidshalve moet ik wel vermelden dat er de eerste 100 km geen bal te zien was. Voor iemand die achterop zou zitten zijn dit saaie kilometers. Voor de rijder valt het nog al mee, het goede wegdek en de talloze bochten maken veel goed.
Tri begint me uit te dagen om die heerlijke bochten eindelijk eens sneller te nemen dan 80 km per uur. Ik hou me echter aan de wettelijke snelheid denkend aan mijn processen die ik in Frankrijk aan mijn been had. Maar toch, na een kilometer of vijftig ben ik welgeteld één auto tegengekomen. Je zou denken dat je in niemandsland rijdt. Frankrijk even vergeten en gassen maar. Tri snort van plezier en we denken even dat we alleen op de wereld zijn. Natuurlijk worden er geen risico’s genomen op gebied van veiligheid we blijven ruim binnen onze limiet rijden.
Als we in de buurt van de poolcirkel komen wordt het landschap veel interessanter. We doen het hier dan ook terug aan een normale snelheid. Volgens mij hebben die Noren de poolcirkel een kilometer of vijftig verlegd. Volgens de landkaart ligt de Poolcirkel een dertigtal km boven Mo I Rana. Aangezien in die streek geen ballen te zien is en er zeker geen plaats is om een grote parking aan te leggen waarop ze de diverse toeristen kunnen opvangen hebben ze het Poolcirkel monument maar een tachtig km verder gezet. Gelijk hebben ze, toeristen trappen toch overal in.
Bij het verkeersbord dat aangeeft dat we nog 2 km van het magische punt verwijderd zijn stoppen we op een ruime parking om wat foto’s te trekken van het desolate landschap. Wat is mijn schaduw hier lang.
Eenmaal op het punt van de Poolcirkel aangekomen zitten we volgens Garmien op een hoogte van 625 m. Er is weinig volk en ik kan dan ook op mijn gemakje hier alles bekijken en een gratis certificaat bestellen. Ik moet daar een blad voor invullen met mijn gegevens, het certificaat wordt dan via e-mail bezorgd. Nog wat snuisterijen gekocht en natuurlijk een sticker waarop staat dat we de Poolcirkel gepasseerd zijn en rijden weer maar.
Van af hier is het weer aangenaam rijden met veel afwisseling. Bij de zoveelste tunnel staat er een brandweerwagen met zwaailichten aan. Het verkeer mag niet verder. Ik vraag aan de brandweerman of het niet mogelijk is om met de motor te passeren. Er is een ongeval gebeurd waarin een motorrijder en automobilist betrokken zijn. De helikopter heeft de volledige rijweg nodig om te kunnen landen. Als na een minuut of vijfenveertig de weg wordt vrijgegeven zie ik bij het passeren van de plaats van het ongeval een motor (zwaar beschadigd) in de sloot naast de weg liggen. Een moment om even bij stil te staan. Het gevaar loert altijd.
Na de middag slaat het weer ineens om. Zware bewolking en een temperatuur die van 22 graden naar 14 graden zakt. Het wegdek is kilometers aan een stuk nat maar zelf krijg ik amper een paar druppels te verwerken. Het landschap waar we doorrijden is weer prachtig we snorren dan ook goed gezind naar onze eerste binnenlandse ferry die we moeten nemen. Daar aangekomen moeten we weer een halfuurtje wachten dan een overtocht van 25 min.(NOK 61) Ik begin te vrezen dat we niet vroeg in het hotel zullen zijn. Na de overtocht is er nog 120 km af te leggen.
Op de ferry geraak ik met een Noorse motorrijder in gesprek, hij is onder weg naar Narvik. Als we de ferry verlaten blijven we nog 80 km samen rijden. Toch nog even een motormaat. Om 17 uur zijn we dan toch op onze bestemming. Het hotel is schitterend gelegen aan het fjord. Tri een plaatsje gegeven, inchecken, douchen en een heerlijk lamsbout eten. Als dessert wordt er een stuk taart geserveerd waar je met twee van kunt eten. Goed dat er insuline bestaat. Na het eten een flinke wandeling langs het fjord en deze vermoeiende maar o zo heerlijke dag zit er weer op.
Morgen een ritje van 204 km. We zitten dan eindelijk op de Lofoten en blijven vier nachten in Svolvaer.
|