18/08/14 Vandaag na een goede nachtrust de eerste aan het ontbijt. Alles is ingepakt, de zon schijnt en we gaan weer nieuwe wegen verkennen. Blijkbaar ben ik toch nog niet uitgeslapen, ik moet drie keer aanleggen om op de juiste weg naar de ferry te geraken. Het is amper anderhalve km rijden en dan drie keer verkeerd rijden dan zit je volgens mij nog met een slaperige kop. Om 07u30 kom ik uiteindelijk toch aan waar ik moet zijn. De Tri begint rare kuren te krijgen als we de parking oprijden. Ik schrik me rot, maar het is loos alarm, er staat een bloedmooie blauwe Triumph Trophy SE op de parking die hij gezien heeft. Om hem een plezier te doen parkeer ik naast die Triumph. Ik geraak in gesprek met het Duitse koppel, natuurlijk over onze motors. Ze zijn vanuit Dresden via Zweden naar Noorwegen gekomen. Een paar minuten later komt er een Nederlands koppel met een BMW GS aan. Het werd een gezellig onderonsje wat verder liep tijden de overtocht. Je komt altijd en overal wel iemand tegen waar je eens even me kunt kletsen.
Als ik aan boord van de ferry rij doet de lader van dienst teken dat ik de motor moet vast sjorren. Ik trek losweg een spanriem over het zadel en denk dat dit wel genoeg is, tenslotte moeten we maar een fjord oversteken. Direct word ik er op gewezen dat de motor beter gesjord moet worden. Tijdens de overtocht zal blijken dat dit inderdaad nodig was. Jongens, wat ben ik blij dat ik deze morgen voor alle zekerheid een paar pilletjes (Touristil) ingenomen heb. Zodra we uit de beschutting van de haven komen wat het een geslinger en gestamp van jewelste. Er staat een vrij strakke wind die dwars door het fjord kwam gewaaid. Er zijn dan ook heel wat schuimkoppen op het water. Na drie kwartier varen is er een snelle stop in het haventje van het mooie eiland Skrova. De kapitein laveert de ferry tussen talloze kleine eilandjes door precies of hij rijdt met een taxi.
Na tweeëneenhalf uur zijn we in de haven van Skutvik, waar ik niet rauwig om ben. Laat mij maar met de Tri ronddalken. Het landschap is niet te vergelijken met de Lofoten. De bergen zijn kaler en niet zo ruw, er ligt ook meer sneeuw op de toppen. Ik ben niet zo enthousiast als de reisgidsen en vindt dat er hier redelijk wat saaie stukken moeten gereden worden. Natuurlijk ben ik de laatste dagen wel uitermate verwend. Was het dan een saaie rit? Zeker niet, we rijden langs en over ontelbare fjorden met regelmatig mooie vergezichten. De wegen zijn ook hier goed tot zeer goed. We weten nu zeker dat we in het land van de tunnelbouwers zitten. Ik denk dat we er vandaag een stuk of twintig gehad hebben. Alle soorten tunnels hebbe we gehad. Zoals bv. korte, lange, links draaiende, rechtsdraaiende, brede, smalle, droge, natte noem maar iets op en het is er.
Rond 15u30 komen we in Bodo aan. Garmien stuurt ons via de haven van Bodo rechtstreeks naar het hotel. Inchecken, douchen en een wandeling, ik heb er alle tijd voor. We hebben vandaag 225 km gereden en goed tot zeer goed weer. Wel is de bewolking na de middag flink toegenomen maar we hebben geen druppel regen gehad. Het avond eten is heer zeer eenvoudig maar overheerlijk en de kamer ruim en netjes. Het ziet er goed uit om weer van een heerlijke nachtrust te gaan genieten.
Nog even vermelden dat er met de gezondheid op dit ogenblik geen enkel probleem is, dat de weersvooruitzichten voor morgen goed zijn en dat we morgen een rit van 355 km hebben waar we onderweg redelijk wat ferry’s moeten nemen. We overnachten morgen in Sandnessjoen. De Poolcirkel is dan terug gepasseerd.








|