04/06/2015 Na een flinke discussie over de kamerprijs starten we vandaag met een heerlijke temperatuur van 22 graden voor een rustige rit naar Umbrië. Na een lange afdaling komen we in een dal waar we praktisch heel de rit blijven doorrijden. Perfect wegdek vloeiende bochten die uitnodigend uitdagen om eens flink gas te geven. We houden het echter toeristisch en genieten van de mooie omgeving. We blijven op een hoogte rijden tussen 500 en 1000 meter.
Rond de middag is de temperatuur gestegen tot 34 graden. Er hangen thermometers aan de gevels die zelfs 36 graden aangeven. Nu rij ik doodgraag met een motor, ontelbare keren stoppen om de mooiste foto te maken allemaal geen enkel probleem. Maar als zelfs drie minuten voor een rood licht staan een marteling is dan zie ik het niet meer zitten om nog veel te stoppen voor een foto te trekken.
Bij deze temperaturen liggen je kloten in het water zoals de aardappeltjes in een pannetje liggen om gekookt te worden. Het zweet gutst vanonder mijn helm en loopt langs mijn kraag over mijn bloedhete rug wat maakt dat mijn hemd door en door nat wordt. De Tri heeft duidelijk geen last van de hitte, hij houdt zich koel door de overtollige bloedhete lucht over mijn voeten te blazen. Ik stop nog enkel bij benzinestations om in de eetgelegenheden die met airco gekoeld worden een beetje terug mens te worden. Liters water worden er verzwolgen. Met pas perfect gestreken hemd hangt als een vod aan mijn lijf en vertoont op de rug diverse witte strepen van het zweten. Hoe mijn onderbroek er uit ziet ga ik niet vertellen, het zou te onsmakelijk worden.
In de planning van vandaag staat ook een bezoek aan Assisi, een mooi stadje waar ik in het verleden al ben geweest. Ik doe toch nog even de moeite om te stoppen om van uit de verte Assisi op de foto te zetten. Het is echter nog bloedheet als we er aankomen. Ik verrek het dan ook om in mijn motorkleren een tiental trappen te gaan doen. Want zoals elk stadje of dorp is ook dit stadje op een heuvel gebouwd. Ik neem de tijd om in de schaduw een ijsje te nuttigen mijn hemd wat te laten drogen. Met de rapte een paar onnozele foto’s genomen en rijden weer maar. De rijwind brengt weinig soelaas, er staat precies een haardroger op zijn hoogste stand constant in mijn gezicht te blazen.
Om stipt 15 uur zijn we op onze bestemming. We zitten knal in het centrum van het oude stadsgedeelte van Perugia. Smalle straatjes, veel straatjes waar je niet in mag en een verschrikkelijk parkeerprobleem. De uitbaatster van de B&B vraagt aan een gebuur om zijn auto te verplaatsen zodat ik kan parkeren. Eindelijk kan ik mijn koffer pakken en naar mijn gaan, ondertussen ben ik namelijk al een klein half uurtje ter plaatse en sta te zweten als een paard. Ik sjouw alles naar de derde verdieping waar ik logeer(60 traptreden) en kom halfdood op mijn kamer. Oei, mijn sigaren zitten in een andere koffer, terug 120 treden en dan de douche in. Vakantie is toch ook altijd wel een beetje werken.
Na de douche even op verkenning (60 treden naar beneden) Natuurlijk ligt Perugia ook op een heuvel. Het bestaat niet dat je een foto kunt maken zonder trappen. Ik heb het dan ook vlug gezien en maak dat ik terug op mijn kamer ben. (60 treden omhoog) Godverdomme, ik heb mijn kettingslot niet op de Tri gelegd. 60 trappen naar beneden en 60 trappen omhoog. Af en toe is vakantie heel hard werken.
Morgen verblijf ik hier ook nog. Ik weet nog niet goed wat te gaan doen. Het stadje gaan verkennen (puf, puf) Garmien een route laten maken door het mooie Umbrië (puf, puf) of een echte vrije dag nemen en het boek lezen dat ik al veertien dagen mee sleur.
Het is tijd om een avondmaal te gaan zoeken. Joepie, één keer 60 treden naar beneden en één keer 60 treden naar boven. Kees, jongen toch, blijf toch thuis.
|