Om 14u15 kunnen we aan boord, het is prachtig weer en op dek acht is het genieten van de zon en het gadeslaan van het laden van de ferry. Rijen voertuigen worden deskundig in het vaartuig geloosd mooi om te zien. Stipt om 15u30 zijn we vertrokken voor een overtocht van een uurtje of twintig.
Toch maar pillen genomen, de Ierse zee is zeer woelig en de ferry rolt en stampt dat het een lust is. Na een goed avondmaal nog een uurtje naar een optreden gaan kijken en gaan slapen. Ik wil uitgerust zijn voor de rit van 685 km die morgen op het programma staat.
Ondanks de woelige zee heerlijk geslapen. De zee is een stuk kalmer geworden en het is prachtig weer. Na een goed ontbijt nog even het dek op voordat de motorkleren worden aangetrokken. Als Cherbourg in zicht komt is het tijd om in te pakken en de motorkleren aan te trekken. Nog een foto van de ferry die langzaam tegen de kade manoeuvreert en het cardek 4 gaan zoeken waar de Triumph de nacht heeft doorgebracht. Het ging allemaal wat moeilijk om van boord te geraken . Op dek acht wordt iedereen tegengehouden, enkel de passagiers die op cardek 3 moeten zijn mogen door. Het is een geroep en geschreeuw om het in goede banen te lijden. Ik heb toch al op redelijk wat ferry’s gezeten maar dit nog niet meegemaakt. Uiteindelijk mogen we naar dek vier, daar aangekomen is het al zweten geblazen met de motorkleren aan. Na een tiental minuten komt er beweging in de rijen auto’s die naast de motors staan. Het cardek staat barstens vol en het is bloedheet met een geweldige stank van de startende auto’s. Normaal wordt er tijdens het ontschepen eerst ruimte gemaakt voor de motors zodat die naar buiten kunnen. Deze keer beslist de pipo die het verkeer regelt om eerst al de voertuig te laten vertrekken en de motoren te laten wachten. Na twintig minuten wordt er hier en daar wat commentaar gegeven en stapt een Italiaan naar die pipo om die met allerlei gebaren wijs te maken dat dit zo niet kan. Uiteindelijk komt er een collega van die pipo zeggen dat hij eerst de motorrijders moet doorlaten. Na meer dan een uur kunnen we eindelijk om 11u45 van de ferry af.
De 685 km naar huis zijn voorspoedig verlopen, rond 19u30 staat mijn trouwe maat op stal met 4.029 km meer op de teller dan zestien dagen geleden. Eind van deze maand wordt hij drie jaar en er staan 72.629 km op de teller. Elke kilometer met plezier gereden en zonder één technisch probleem.
De volgende morgen word ik wakker met het bekende geluid van kletterende regen tegen het raam.
The Wild Atlantic Way is zeker de moeite om te rijden. De wegen zijn smal bochtig en de kwaliteit is matig tot slecht. Hier en daar wordt wel aan de wegen gewerkt. Er is een groot verschil van landschappen tussen het zuiden en het noorden. Het noorden is tamelijk ruig terwijl het in het zuiden allemaal wat lieflijker is. Maar, het is Ierland en dus regen. Toch zou ik deze route ooit nog eens willen rijden van het zuiden naar het noorden. Je rijdt dan altijd langs het water en hebt toch weer andere vergezichten.
Maar voorlopig heb ik het wel gezien in de noordelijke landen zoals Ierland,Schotland en Noorwegen. De volgende reis zou ik graag eens rijden met de zon als gezelschap. Waarschijnlijk gaat het Frankrijk worden met name de Loire afrijden van bron tot monding.








|