Na een zeer matig ontbijt, het brood was werkelijk niet te vreten zijn we goed op tijd vertrokken. We rijden vandaag weer heel de dag door de bergen, nog steeds zien we regelmatig rookpluimen van de bosbranden hoog op de bergtoppen. Als we Niksic uit zijn komen we op een mooie brede slingerende weg we met plezier nog eens kunnen gassen. Gelukkig worden we goed op tijd gewaarschuwd door tegenliggers dat we naar een snelheidscontrole aan het rijden zijn. We passeren de controle met een snelheid van de toegestane 60 km per uur en gedragen ons als twee communicantjes tot we uit het zicht van de politie zijn.
Als we een bord tegenkomen dat naar een toeristische attractie verwijst verlaten we onze route en volgen we de pijlen over een mooie weg door de bergen. De attractie zou een klooster moeten zijn maar blijkt een kerkje te zijn dat enkel te bereiken is door een fikse wandeling bergop vanaf een parking. De Kees heeft het al direct bekeken en past hiervoor, Theo gaat verder om er toch een paar foto’s te nemen. Eigenlijk was het allemaal en beetje verloren moeite. Na het bezoek blijven we in een prachtig landschap rijden.
Theo heeft echter vandaag zijn dipje, zeg maar dip hij is moe en ziet het niet zitten om de ganse dag door de bergen te rijden. Tijdens de lunch beslissen we dan ook om de route te veranderen en een kortere weg naar de kust te nemen. Met veel moeite forceert Theo een lach voor de foto, na een bord afschuwelijke vissoep zijn we weer weg.
We willen vandaag het schiereiland Sveti Stefan bezoeken dat aan de Adriatische zee ligt. Het is er druk, je moet betalen om op het schiereiland te komen en er is geen verkeer toegelaten. De temperatuur aan zee is dertig graden, we gaan dan ook die wandeling naar het schiereiland niet doen. Het stikt hier van de rijke Russen en ander volk dat meer geld heeft dan de gemiddelde mens. We hebben het dan hier ook redelijk snel gezien.
We rijden rechtstreeks naar Cetinje, de vroegere hoofdstad van Montenegro. Als we eraan komen valt het ook hier weer enorm tegen. Ik kom in een middeleeuwse kamer terecht en de ontvangst is alles behalve prettig. Theo moet douchen met koud water maar heeft tenminste een douche en wc op zijn kamer. Ik moet mijn plan trekken met en douche en een wc op de gang, we beginnen Montenegro min of meer te verafschuwen. Gelukkig maakt de avondmaaltijd en wandeling veel goed. We komen op een gezellig plein, we strijken neer op een terras van een restaurant en hebben voor de eerste keer een ober die fatsoenlijk Engels spreekt, waar we een aangenaam gesprek mee hebben gehad voornamelijk over Montenegro. We komen dan ook tot het besluit dat we deze landen niet te gemakkelijk moeten veroordelen met onze vooroordelen.
Morgen een zware rit van 265 km met vier cols. We rijden naar Bosnie Herzegovina en overnachten in Mostar, een stad die veel geleden heeft met de oorlog.
|