Amai, ik heb graag een hard bed maar zo hard als een plank is nu ook niet nodig. Jongens niet te doen, bij het opstaan heb ik pijn van mijn nek tot in mijn tenen. Eigen bed beste bed. De te verwachten kater in verband met de uitspatting van gisterenavond is redelijk meegevallen alhoewel het een lange hete dag is geworden en ik ooit al frisser op mijne Tri heb gezeten.
Na twee dagen gereden te hebben als een oud ventje heb ik besloten om vandaag de Tri te laten snorren. Het zijn allemaal wel mooie toeristische ritten maar het genot van motorrijden mag ook wel eens aan bod komen. In plaats van rond te speuren om een geschikte foto te kunnen maken is nu de aandacht naar de bochten gegaan. Dit komt goed uit want vandaag komen we in een nander landschap aan met meer bos. Dus minder vergezichten om foto's te nemen. Ik heb dan ook met plezier mijn banden terug een beetje rondgereden. Niet onverantwoordelijk, alhoewel de gendarmen er misschien wel iets anders over gedacht zouden hebben.
In de dorpjes hou ik me braaf aan de opgelegde snelheden. Buiten de dorpjes laat ik de Tri naar hartenlust snorren. Het is heerlijk om in een mooi landschap met weinig verkeer de vloeiende bochten aan een bepaalde snelheid te nemen. Ik moet toch eens na zien hoever ik over de limiet mag gaan voordat mijn rijbewijs wordt afgenomen.
Rond een uur of half vier kom ik in het hotel aan met een temperatuur van 31 graden. Druipnat van het zweet, redelijk moe en blij dat ik er ben. Eindelijke eens een fatsoenlijke kamer met een heerlijke douche en een goed bed. Na de douche een halve liter genomen op het gezellige terras. Na die halve liter zit de moed er weer goed in en ik besluit om het oude stadsgedeelte van Clermont-Ferrand te gaan bezoeken om nog wat foto’s te nemen. Stom, stom, stom blijf toch lekker in je hotelletje jong. Neen, de Kees is weer overmoedig geworden die zit er niets mee in om 2,5 km naar het centrum te wandelen. Wat heb ik afgezien 2,5 km in stijgende lijn waarvan de laatste kilometer echt steil was. Waarom ben ik zo koppig om alles te willen doen wat in mijn hoofd opkomt. Waarom ga ik niet gewoon na een vijfhonderd meter te hebben gelopen terug. Neen, de Kees moet en zal doorgaan. Zwetend als een paard kom ik aan. Het belachelijke van heel de situatie is dat er in dat centrum geen zak te zien is. Een slecht onderhouden zwarte kathedraal en een paar straatjes die op een plein uitkomen. Ik was er direct uitgekeken en ben dan maar terug naar het hotel gewandeld.
Een douche genomen en naar het restaurant. Ik wil hier eten want weet uit ervaring dat ze bij Campanile heerlijke vanillesaus hebben. In alle Campaniles hebben ze dat, hier hebben ze toch geen restaurant zeker. Dan sluit ik de dag maar af met een broodje in de nabijgelegen Subway.
Morgen een rit van 305 km we overnachten in Albi. Daar blijf ik twee nachten en eerlijk gezegd ben ik wel toe aan een rustdag.
















|