reeds vanaf de jaren 20 draaiden de Guzzi's rondjes op menig circuit, in den beginne waren het allemaal ééncilinders, dan kwam er een 2 cilinder, daarna een 4 cilinder.
menig fabrikant zou 4 cilinders al OK hebben gevonden maar Guzzi niet en ze maakten een 8 cilinder in V vorm.
dat was een stukje mecaniek van de bovenste plank, hier enkele technische details voor de liefhebbers.
boring en slag waren 44 X 41 en de 8 cilinders tezamen hadden amper 500 cc inhoud, door de kleine verplaatsing van de zuigers kon men tot 12000 tr/min draaien en dat leverde 75 pk op aan het achterwiel.
de V8 werd watergekoeld en de V van de cilinders stond op 90°, de dubbele bovenliggende nokkenas werd aangedreven door tandwielen ipv de gebruikelijke koningsas of distributieketting.
als men rap wil rijden dan moet men ook snel kunnen stoppen en daarvoor zorgden vooraan een trommelrem met 4 bediende remschoenen.
het ingewikkelde kunstwerk werd netjes verpakt in een zogenaamde badkuip stroomlijn, die in de jaren 50 opgang maakte maar later verboden werd wegens te gevaarlijk.
hoe ik nu plots over Guzzi begin, het zit zo, ik kreeg van Guzzifanaat en oldtimerliefhebber Paul De Meyer uit Blankenberge zeer mooie foto's die hij "kiekte" tijdens een bezoek aan het Guzzi fabrieksmuseum in Italië.
bij deze mijn dank aan Paul voor de autentieke foto's.
regelmatig zul je dus een Paul De Meyer foto van een Guzzi racer op de blog zien verschijnen.
eigenlijk is de titel verkeerd, en moet er enkel Mineur staan, maar iedereen sprak algauw van een Rudge Mineur, zoals de Rudge Ulster in Engeland.
hoe kwam dat, kan men zich afvragen, ik leg het even uit.
Mineur is een Belgisch merk dat door Paul Mineur werd gebouwd. hij was een voormalig mecanicien van Gillet en Saroléa en bouwde in 1924 zijn eigen motorfietsen in Herstal.
hij was tevens een sportieve kerel en reed aan het stuur van een Mineur met Bradshaw motor een 3de plaats in de GP van België in 1924.
later bouwde hij in de frames ook JAP, MAG en Rudge motoren.
met een Mineur voorzien van een "vierkleps" 250 cc Rudge motor reed George André, in het midden van de jaren 30, zich een 2 de plaats in het Belgisch kampioenschap.
de Rudge Mineur op de foto is van het bouwjaar 1933 en werd in de jaren 80 bereden door de in België wonende Engelsman Robert Gardener.
op het stratencircuit van Vaudaigle - Bonneville bij Andenne in de Ardennen richtte oud crosser en veteraanracer Marcel Lazard in 1986 een veteraanrace in om het goede doel te steunen.
het evenement noemde "1ste Tropheé de L'Amitié"
Joël Robert was er koersdirecteur en RTL televisie was er om te filmen, alles was voorhanden om een mooi raceweekend te verzekeren, enkel het circuit zelf liet wat de wensen over.
het was effenaf hobbelig op bepaalde plaatsen met als gevolg dat er een aantal rijders zwaar ten val kwamen.
tijdens de eerste ronde van de trainingen was Vandevelde al aan de beurt om het asfalt van dichtbij te bekijken, ik kon hem nog nipt ontwijken en alzo een gigantische valpartij vermijden.
er waren nogal wat Engelsen de plas overgekomen en mijn Engelse vriend Richard Pelham was ook van de partij met een Triumph T100.
zoals ik al zegde het circuit was hobbelig maar de 3HW gedroeg zich voorbeeldig doordat ik de bandenspanning wat had aangepast en op zaterdag werd ik 2de na de Norton 500 van Michel Degueldere.
om een of andere reden kreeg ik voor de 2 racen van de zondag de Triumph van Richard Pelham aangeboden tezamen met het verzoek de Norton van Degueldere achter me te houden.
je moet weten dat de Engelsen die met Triumph rijden het absoluut niet voor Norton hebben en het ook niet zo graag hebben dat er een Norton voor een Triumph eindigt (wat meestal wel het geval was).
in de eerste reeks van de zondag reed ik op kop maar moest ik de voorlaatse ronde de leiding aan Degueldere laten, maar het had een spannende tweestrijd opgeleverd en er was nog een race te rijden.
in de 2de race was het haasje over tussen Degueldere en mezelf, iedere ronde was er een andere leider, in de laatste ronde kon ik als eerste het hobbelige bochtige stuk ingaan en kwam als eerste over de meet.
de Engelsen werden bijna zot van vreugde en de "speaker" stond al met de micro onder mijn neus nog voor ik wat adem had kunnen happen.
ik was de held van de dag maar voor hetzelfde geld lag ik in het ziekenhuis van Huy.
op de foto zie je Richard Pelham die me nog wat instructies geeft ivm met maximale toerentallen en dergelijke, de motor was op zijn Engels, snel maar cosmetisch niet "je dat".
hier een supersnelle Triumph 5T van de Fransman Jean Luc Delchet. Delchet reed met zijn Triumph alof hij op een Mobylette zat, zo soepel en vlot alsof het allemaal geen moeite koste.
de Triumph beschikte over een voorrem van een Vincent motor, deze had een dubbele "tamboer" (remtrommel) en gaf dus bijna een dubbele remkracht.
door zijn stuurmanskunst en zijn speciale remtrommel reed Delchet zich regelmatig in de Bloemen.
hier een sfeerbeeld van de race in Oostende, rakelings langs de strobalen, zo hoorde het.
Oostende is een stratencircuit en dat gaf een extra sfeer maar ook extra risico.
het zal bij een droom blijven, maar een snelheidscircuit in West Vlaanderen zou toch wenselijk zijn, maar ja onze ministers van sport.... ja wat moeten we daar van zeggen ?
ter info: voor Oostende heeft de minister van sport wel geld vrijgemaakt voor een splinternieuwe wielerpiste terwijl ze er al een hadden die lag te "verpieteren" ik vraag me toch af wie daar heeft om gevraagd. en tot overmaat van ramp hoor ik dat ze er ook een zullen aanleggen in Brugge, begrijp wie begrijpen kan. dat was even een zijsprongetje maar een mens mag toch eens zijn gedacht zeggen zeker.
hier een foto van de duwstart in Oostende 86 op de Hendrik Baelskaai.
de morgentraining was gereden in de regen en voor ik het wist stond ik met de groene 3HW in poolpositie aan de start.
die poolpositie was van korte duur en na 1 of 2 ronden kwam Vandevelde met zijn Triumph T100 aan de linkerkant voorbij, toch kon ik de 2 de plaats veilig stellen voor een sterke Marc Parfait op een BSA 350.
ja het waren mooie tijden, niet dat het nu niet mooi is, verre van !!
want zeg nu, zolang er wat gesleuteld kan worden en af en toe een rit op een of ander circuit, meer moet dat toch niet zijn.
hier een van de weinige foto's van de leden van het Melrose Racing Team Oostende mooi op een rijtje op de motor. (Oostende 1985)
alle leden waren lid van de Motorclub MTO Oostende, maar ook van OMS Oostende dat van 1984 tot 1987 telkens een race voor veteranen (tussen de moderne racen door) mogelijk maakte tijdens de Grote Prijs van de Noordzee.
Alle leden van het Melrose Team reden in de klasse M1 die motoren toeliet tot 1940 (soms ook wel wat jongere).
vlnr: Ronald Danis (Sarolea 500) Etienne Willems (Triumph 350) Hugo Verhaeghe (Triumph 500) Herman Hoet (BSA 500) Guy De Vleeschouwer (Sarolea 350) Jan Peeters (Peugeot 350)
niet op de foto Luc Ryckaert (Gillet Competition 500)
PS: in en rond Brugge waren er ook een aantal veteraanracers die zich verenigd hadden in een Club, zij reden vooral op Norton's en Triumph's met bouwjaar 1950 - 60 , maar daar komen we later nog op terug.
er was al heel wat veranderd sedert die schuchtere poging in 1979 met de Matchless, een aantal streekgenoten waren ook door de race microbe gebeten en onder impuls van Oostendenaar Anton Jordi werd op 9/05/1986 het "Melrose Racing Team" boven de spreekwoordelijke doopvont gehouden, er werden stickers gemaakt, linnen klevers voor de raceoveralls, rode werkoveralls en gele petjes waren de kenmerken van het team.
de linnen stickers voor de raceoveralls waren zeker van een goede kwaliteit want na 22 jaar hangt de mijne nog altijd netjes op zijn plaats.
soms werden de verplaatsingsonkosten vergoed en soms werd het inschrijvingsgeld betaald door de clubkassa, maar meestal was die leeg en speelden we zelf voor sponsor, maar het was wel een fijn gevoel, die clubgeest.
de sticker op de foto was ontworpen door Luc Ryckaert uit Waarschoot die ook lid was van het Melrose Team.
" Melrose " was afkomstig van de naam van de Bistro die Anton Jordi had op het Albert I plein in Oostende.
eindelijk reed de Triumph 3hw zoals ik het ongeveer wenste en kon ik er een paar ereplaatsen mee versieren.
een eerste goed gevoel kreeg ik in Zolder 1985 toen ik op 36 deelnemers als 12de eindigde in de totaalstand en als eerste met een 350 cc motor.
de 1ste beker, die ik won in Gedinne 1985, was de mooiste die ik ooit kreeg , tot diep in de nacht had ik op het circuit nog een gebroken klep vervangen dewelke ik tijdens de zaterdagtrainingen had stukgereden,
ik had van een bewoner, die aan het circuit woonde, zijn tuinhuis in bruikleen gekregen om beter te kunnen sleutelen aan de motor (geen kwaad woord nog over die Walen dus)
de zondagmorgen moest alles nog in elkaar worden gezet en 2 uur voor de start draaide de Triumph als een zonnetje.
op het oude lange circuit, dat dwars door de dorpskom liep, reed ik die zondagmiddag een 2de plaats algemeen na Vanderperre op Sarolea S6 600cc en voor Ron Danis met Sarolea 33 Racing 500 (de 1 ste beker was binnen).
na afloop van de koers en na ontvangst van mijn beker stopte ik 100 frank en een dankbriefje in een enveloppe en deponeerde het in de brievenbus van de "tuinhuisterbeschikkingsteller". (ik gebruik graag een keer een moeilijk woord)
voor wat hoort wat.
na een beste trainingstijd in de natte "course de cote" (bergklimkoers) van Presgaux 1986 werd de klimkoers afgelast wegens sneeuwoverlast.
in Oostende 1986 reed ik een 2de plaats na Vandevelde met Triumph T100 500 cc, het verschil in de gemiddelde snelheid met de 500 van Vandevelde was 1.9 km/uur (de tweede beker was binnen)
volhouden was de boodschap maar de concurrentie zat ook niet stil en het ging ieder jaar sneller en sneller.
(op de foto het podium in Gedinne met op 1 Vanderperre op 2 Willems en op 3 Danis)
na de koers in Gistel besloot ik zelf andere nokkenassen te maken voor de Triumph 3HW.
met behulp van het VTI Brugge en Dhont Tuning Zandvoorde werden de nokkenassen werkelijkheid, het harden van het loopoppervlak werd kundig uitgevoerd door Verplancke Motorrevisie Torhout.
op de grafiek kun je zien welke invloed zogenaamde "hetere nokkenassen" hebben op het vermogen van een motor.
in het geval van de 3HW ging de gemiddelde rondetijd op het circuit van Zolder van 81 naar 95 km/h.
dat was een schot in de spreekwoordelijke roos en ik kon terug wat meer vooraan rijden tot genoegen van mezelf en tot ongenoegen van anderen.
in1985 werden de remmen aangepast en de noktiming bijgesteld wat terug een winst opleverde van 2 a 3 km/h.
even tussendoor een berichtje van een unieke combinatie, namelijk een Hotel enkel voor motorrijders en in dat Hotel is er een motor museum ondergebracht, wat denk je daarvan ?
het is gelegen in Oudenburg waar ik geboren ben maar dat doet hier niets ter zake.
het zit zo, het Hotel stelde een mooie ruimte ter beschikking voor de unieke verzameling van Johan Schaeverbeke die ongeveer 85 motoren bevat, hulpmotoren enz... en zeer veel attributen die ons doen terugdenken aan de goede oude tijd.
Johan wil in de toekomst ook aandacht besteden aan de wedstrijd motoren, ja dat horen we graag.
kortom zeker het bezoeken overwaard en daarna nog wat overleggen in de gezellige bar van het Hotel.
voor alle inlichtingen omtrent het motormuseum zie op de webstek van Johan Schaeverbeke www.oldtimermotorenmuseum.be
voor alle inlichtingen omtrent het Motorhotel Groenedijk in Oudenburg zie de site www.grd.be
door Ostend Motor Sport werd er tussen de moderne racen ook een race ingelegd voor de veteranen.
plaats van gebeuren was het industrieterrein "konijnebos" in Gistel, onder de motorfreaks beter gekend als de "ring".
we hadden al overal in België, Frankrijk en Luxemburg gereden, dus we waren al internationaal bezig, en nu kregen we de gelegenheid om een thuiswedstrijd te rijden.
ik had nog snel een hoge druk "piston" op de kop kunnen tikken en hem subito presto gemonteerd in de 3HW, kwestie van een beetje goede indruk na te laten aan het thuisfront.
de resultaten waren niet slecht maar ook niet om over naar huis te schrijven ik werd 5de in totaal en 2de in de categorie 350 cc. (op een totaal van 13 piloten)
het kon en het moest beter worden en ik besloot andere nokkenassen te maken voor de 3HW (kopen kon je ze niet)
(op de foto Gistel 1984 geduldig wachtend aan de start)
hier een fraaie BMW renmachine met de befaamde boxermotor hoog in het frame gemonteerd om sneller door de bochten te kunnen schuiven zonder met de cilinderkoppen de grond te raken.
(ik denk dat het de motor is van Noorderbuur Ed Passier, maar ik ben het niet zeker)