na de koers in Gistel besloot ik zelf andere nokkenassen te maken voor de Triumph 3HW.
met behulp van het VTI Brugge en Dhont Tuning Zandvoorde werden de nokkenassen werkelijkheid, het harden van het loopoppervlak werd kundig uitgevoerd door Verplancke Motorrevisie Torhout.
op de grafiek kun je zien welke invloed zogenaamde "hetere nokkenassen" hebben op het vermogen van een motor.
in het geval van de 3HW ging de gemiddelde rondetijd op het circuit van Zolder van 81 naar 95 km/h.
dat was een schot in de spreekwoordelijke roos en ik kon terug wat meer vooraan rijden tot genoegen van mezelf en tot ongenoegen van anderen.
in1985 werden de remmen aangepast en de noktiming bijgesteld wat terug een winst opleverde van 2 a 3 km/h.
eindelijk reed de Triumph 3hw zoals ik het ongeveer wenste en kon ik er een paar ereplaatsen mee versieren.
een eerste goed gevoel kreeg ik in Zolder 1985 toen ik op 36 deelnemers als 12de eindigde in de totaalstand en als eerste met een 350 cc motor.
de 1ste beker, die ik won in Gedinne 1985, was de mooiste die ik ooit kreeg , tot diep in de nacht had ik op het circuit nog een gebroken klep vervangen dewelke ik tijdens de zaterdagtrainingen had stukgereden,
ik had van een bewoner, die aan het circuit woonde, zijn tuinhuis in bruikleen gekregen om beter te kunnen sleutelen aan de motor (geen kwaad woord nog over die Walen dus)
de zondagmorgen moest alles nog in elkaar worden gezet en 2 uur voor de start draaide de Triumph als een zonnetje.
op het oude lange circuit, dat dwars door de dorpskom liep, reed ik die zondagmiddag een 2de plaats algemeen na Vanderperre op Sarolea S6 600cc en voor Ron Danis met Sarolea 33 Racing 500 (de 1 ste beker was binnen).
na afloop van de koers en na ontvangst van mijn beker stopte ik 100 frank en een dankbriefje in een enveloppe en deponeerde het in de brievenbus van de "tuinhuisterbeschikkingsteller". (ik gebruik graag een keer een moeilijk woord)
voor wat hoort wat.
na een beste trainingstijd in de natte "course de cote" (bergklimkoers) van Presgaux 1986 werd de klimkoers afgelast wegens sneeuwoverlast.
in Oostende 1986 reed ik een 2de plaats na Vandevelde met Triumph T100 500 cc, het verschil in de gemiddelde snelheid met de 500 van Vandevelde was 1.9 km/uur (de tweede beker was binnen)
volhouden was de boodschap maar de concurrentie zat ook niet stil en het ging ieder jaar sneller en sneller.
(op de foto het podium in Gedinne met op 1 Vanderperre op 2 Willems en op 3 Danis)
er was al heel wat veranderd sedert die schuchtere poging in 1979 met de Matchless, een aantal streekgenoten waren ook door de race microbe gebeten en onder impuls van Oostendenaar Anton Jordi werd op 9/05/1986 het "Melrose Racing Team" boven de spreekwoordelijke doopvont gehouden, er werden stickers gemaakt, linnen klevers voor de raceoveralls, rode werkoveralls en gele petjes waren de kenmerken van het team.
de linnen stickers voor de raceoveralls waren zeker van een goede kwaliteit want na 22 jaar hangt de mijne nog altijd netjes op zijn plaats.
soms werden de verplaatsingsonkosten vergoed en soms werd het inschrijvingsgeld betaald door de clubkassa, maar meestal was die leeg en speelden we zelf voor sponsor, maar het was wel een fijn gevoel, die clubgeest.
de sticker op de foto was ontworpen door Luc Ryckaert uit Waarschoot die ook lid was van het Melrose Team.
" Melrose " was afkomstig van de naam van de Bistro die Anton Jordi had op het Albert I plein in Oostende.
hier een van de weinige foto's van de leden van het Melrose Racing Team Oostende mooi op een rijtje op de motor. (Oostende 1985)
alle leden waren lid van de Motorclub MTO Oostende, maar ook van OMS Oostende dat van 1984 tot 1987 telkens een race voor veteranen (tussen de moderne racen door) mogelijk maakte tijdens de Grote Prijs van de Noordzee.
Alle leden van het Melrose Team reden in de klasse M1 die motoren toeliet tot 1940 (soms ook wel wat jongere).
vlnr: Ronald Danis (Sarolea 500) Etienne Willems (Triumph 350) Hugo Verhaeghe (Triumph 500) Herman Hoet (BSA 500) Guy De Vleeschouwer (Sarolea 350) Jan Peeters (Peugeot 350)
niet op de foto Luc Ryckaert (Gillet Competition 500)
PS: in en rond Brugge waren er ook een aantal veteraanracers die zich verenigd hadden in een Club, zij reden vooral op Norton's en Triumph's met bouwjaar 1950 - 60 , maar daar komen we later nog op terug.
hier een foto van de duwstart in Oostende 86 op de Hendrik Baelskaai.
de morgentraining was gereden in de regen en voor ik het wist stond ik met de groene 3HW in poolpositie aan de start.
die poolpositie was van korte duur en na 1 of 2 ronden kwam Vandevelde met zijn Triumph T100 aan de linkerkant voorbij, toch kon ik de 2 de plaats veilig stellen voor een sterke Marc Parfait op een BSA 350.
ja het waren mooie tijden, niet dat het nu niet mooi is, verre van !!
want zeg nu, zolang er wat gesleuteld kan worden en af en toe een rit op een of ander circuit, meer moet dat toch niet zijn.
hier een sfeerbeeld van de race in Oostende, rakelings langs de strobalen, zo hoorde het.
Oostende is een stratencircuit en dat gaf een extra sfeer maar ook extra risico.
het zal bij een droom blijven, maar een snelheidscircuit in West Vlaanderen zou toch wenselijk zijn, maar ja onze ministers van sport.... ja wat moeten we daar van zeggen ?
ter info: voor Oostende heeft de minister van sport wel geld vrijgemaakt voor een splinternieuwe wielerpiste terwijl ze er al een hadden die lag te "verpieteren" ik vraag me toch af wie daar heeft om gevraagd. en tot overmaat van ramp hoor ik dat ze er ook een zullen aanleggen in Brugge, begrijp wie begrijpen kan. dat was even een zijsprongetje maar een mens mag toch eens zijn gedacht zeggen zeker.
hier een supersnelle Triumph 5T van de Fransman Jean Luc Delchet. Delchet reed met zijn Triumph alof hij op een Mobylette zat, zo soepel en vlot alsof het allemaal geen moeite koste.
de Triumph beschikte over een voorrem van een Vincent motor, deze had een dubbele "tamboer" (remtrommel) en gaf dus bijna een dubbele remkracht.
door zijn stuurmanskunst en zijn speciale remtrommel reed Delchet zich regelmatig in de Bloemen.
op het stratencircuit van Vaudaigle - Bonneville bij Andenne in de Ardennen richtte oud crosser en veteraanracer Marcel Lazard in 1986 een veteraanrace in om het goede doel te steunen.
het evenement noemde "1ste Tropheé de L'Amitié"
Joël Robert was er koersdirecteur en RTL televisie was er om te filmen, alles was voorhanden om een mooi raceweekend te verzekeren, enkel het circuit zelf liet wat de wensen over.
het was effenaf hobbelig op bepaalde plaatsen met als gevolg dat er een aantal rijders zwaar ten val kwamen.
tijdens de eerste ronde van de trainingen was Vandevelde al aan de beurt om het asfalt van dichtbij te bekijken, ik kon hem nog nipt ontwijken en alzo een gigantische valpartij vermijden.
er waren nogal wat Engelsen de plas overgekomen en mijn Engelse vriend Richard Pelham was ook van de partij met een Triumph T100.
zoals ik al zegde het circuit was hobbelig maar de 3HW gedroeg zich voorbeeldig doordat ik de bandenspanning wat had aangepast en op zaterdag werd ik 2de na de Norton 500 van Michel Degueldere.
om een of andere reden kreeg ik voor de 2 racen van de zondag de Triumph van Richard Pelham aangeboden tezamen met het verzoek de Norton van Degueldere achter me te houden.
je moet weten dat de Engelsen die met Triumph rijden het absoluut niet voor Norton hebben en het ook niet zo graag hebben dat er een Norton voor een Triumph eindigt (wat meestal wel het geval was).
in de eerste reeks van de zondag reed ik op kop maar moest ik de voorlaatse ronde de leiding aan Degueldere laten, maar het had een spannende tweestrijd opgeleverd en er was nog een race te rijden.
in de 2de race was het haasje over tussen Degueldere en mezelf, iedere ronde was er een andere leider, in de laatste ronde kon ik als eerste het hobbelige bochtige stuk ingaan en kwam als eerste over de meet.
de Engelsen werden bijna zot van vreugde en de "speaker" stond al met de micro onder mijn neus nog voor ik wat adem had kunnen happen.
ik was de held van de dag maar voor hetzelfde geld lag ik in het ziekenhuis van Huy.
op de foto zie je Richard Pelham die me nog wat instructies geeft ivm met maximale toerentallen en dergelijke, de motor was op zijn Engels, snel maar cosmetisch niet "je dat".
eigenlijk is de titel verkeerd, en moet er enkel Mineur staan, maar iedereen sprak algauw van een Rudge Mineur, zoals de Rudge Ulster in Engeland.
hoe kwam dat, kan men zich afvragen, ik leg het even uit.
Mineur is een Belgisch merk dat door Paul Mineur werd gebouwd. hij was een voormalig mecanicien van Gillet en Saroléa en bouwde in 1924 zijn eigen motorfietsen in Herstal.
hij was tevens een sportieve kerel en reed aan het stuur van een Mineur met Bradshaw motor een 3de plaats in de GP van België in 1924.
later bouwde hij in de frames ook JAP, MAG en Rudge motoren.
met een Mineur voorzien van een "vierkleps" 250 cc Rudge motor reed George André, in het midden van de jaren 30, zich een 2 de plaats in het Belgisch kampioenschap.
de Rudge Mineur op de foto is van het bouwjaar 1933 en werd in de jaren 80 bereden door de in België wonende Engelsman Robert Gardener.
reeds vanaf de jaren 20 draaiden de Guzzi's rondjes op menig circuit, in den beginne waren het allemaal ééncilinders, dan kwam er een 2 cilinder, daarna een 4 cilinder.
menig fabrikant zou 4 cilinders al OK hebben gevonden maar Guzzi niet en ze maakten een 8 cilinder in V vorm.
dat was een stukje mecaniek van de bovenste plank, hier enkele technische details voor de liefhebbers.
boring en slag waren 44 X 41 en de 8 cilinders tezamen hadden amper 500 cc inhoud, door de kleine verplaatsing van de zuigers kon men tot 12000 tr/min draaien en dat leverde 75 pk op aan het achterwiel.
de V8 werd watergekoeld en de V van de cilinders stond op 90°, de dubbele bovenliggende nokkenas werd aangedreven door tandwielen ipv de gebruikelijke koningsas of distributieketting.
als men rap wil rijden dan moet men ook snel kunnen stoppen en daarvoor zorgden vooraan een trommelrem met 4 bediende remschoenen.
het ingewikkelde kunstwerk werd netjes verpakt in een zogenaamde badkuip stroomlijn, die in de jaren 50 opgang maakte maar later verboden werd wegens te gevaarlijk.
hoe ik nu plots over Guzzi begin, het zit zo, ik kreeg van Guzzifanaat en oldtimerliefhebber Paul De Meyer uit Blankenberge zeer mooie foto's die hij "kiekte" tijdens een bezoek aan het Guzzi fabrieksmuseum in Italië.
bij deze mijn dank aan Paul voor de autentieke foto's.
regelmatig zul je dus een Paul De Meyer foto van een Guzzi racer op de blog zien verschijnen.
na de podiumplaatsen met de 3HW veranderde de wind van richting en op het ellenlange circuit van Mettet had ik terug prijs met een afgebroken klepschotel, ook deze keer verdween de klepschotel door de uitlaat de vrije natuur in en ik heb hem dus nooit meer terug gezien.
ter info: het circuit van Mettet is mooi maar ik vond het niet echt plezierig om er te rijden wegens te veel lange rechte stukken.
(voor de techneuten: een gebroken klepschotel heeft meestal als oorzaak dat er te lichte klepveren zijn gemonteerd zodat de klep of de nokvolgers de nokken niet meer kunnen volgen met gevolg dat de klepschotel met een te grote kracht tegen de zitting komt en op den duur de pijp aan maarten heeft.)
ook de laatste race van het jaar 86 in Gedinne liep niet goed af voor de 3HW, op zondagmiddag in de laatste "manche" gaf hij er de brui aan met een motorblok dat droop van de olie.
maar het seizoen zat er op en voor het seizoen 1987 had ik een nieuwe motor, zogezegd nieuw, want hij was toch al van 1939 en hij was dan nog half geleend ook.
het zat zo, ik zocht een Triumph T100 van 1939 maar die waren niet zo dik gezaaid en mijn Engelse vriend Richard Pelham had een "Particycle" staan van een T100 waar hij zelf mee geraced had en ik kon die lenen tot ik er zelf een gevonden had.
het "particycle" bestond uit het frame , voorvork, en 2 wielen met de spatborden, de rest had ik aan mezelf, en zo bouwde ik de Pelham Triumph.
over het ophalen van de "particycle"stukken en het bouwen van de motor zou ik een zeer lang verhaal kunnen schrijven, maar dat is voor een andere keer.
op de foto, de Pelham Triumph tijdens zijn eerste race in aktie op het circuit van Colmarberg in Luxemburg
echte retrostijl, Luc Ryckaert "Melrose Team" member op zijn Gillet 500 competition uit 1929.
(foto "12de snelheidsprijs van de Noordzee" Oostende 1985)
ik heb vandaag de data doorgekregen van de HMV races in Nederland, ik geef ze even door:
HOLTEN 30 april (geen zijspannen)
ROCKANJE 12 mei
TUBBERGEN 28 mei
BOEKEL 10 juni
SCHAGEN 22 juli
BARNEVELD 28 juli
WINDSCHOTEN 19 augustus
EEXT 26 augustus
STIENS 9 september
ANJUM 15 september
de HMV organisatie laat motoren toe tot 1965 (solo en zijspannen) en er wordt gereden met motoren en kledij die de tijdsgeest goed weergeven, de races worden gereden als demoraces met een duwstart zoals dat vroeger gedaan werd.
denk niet omdat het hier om demoraces gaat dat er met een slakkengangetje gereden wordt, het gashandle wordt wel degelijk tot tegen de aanslag gedraaid.
opmerking:
vooraleer honderden km te rijden om een race bij te wonen informeer altijd eerst via
voor de mannen die ook met de moderne motoren rondtoeren even vermelden dat er vrijdag 16/02, zaterdag 17/02 en zondag 18/02 een motorbeurs is in Brugge.
van Alain van de "Historicrally" blog verneem ik dat Ronny Tavernier van RTM motoren Westende en verdeler van Buell en Kawasaki ook aanwezig zal zijn met zijn stand.
hier een plaatje van een andere Guzzi racer uit 1951, het gaat om de 2 cilinder 500 cc uit Mandello del Lario.
de 2 cilinders staan onder een hoek van 120° er is maar één nokkenas per cilinder voorhanden en de koeling wordt geleverd door de rijwind.
48 paarden bij 8000 t/m geven de Guzzi een snelheid van ± 210 km/h
let op de voor die tijd ouderwets aandoende schokdempers achteraan de eigenaardige mechanische voorvork en de nog eigenaardiger benzinetank die een soort stroomlijn moet vormen voor de berijder.
(foto uit het museum in Mandello door Paul De Meyer)
zoals ik al vertelde had ik voor het seizoen '87 de beschikking over een krachtiger snellere Triumph dan de jaren daarvoor.
doordat ik de motor piekfijn wilde prepareren kwam ik in tijdsnood voor de eerste race van het jaar in Luxemburg Colmar-berg .
ik kwam op vrijdagmiddag toe in Colmar-berg met een motor waar ik nog geen meter mee had gereden, de motor bevatte nieuwe zuigers en tal van andere nieuwe onderdelen zodat de kans hier groot was dat er een en ander zou kunnen vastlopen.
ik had me voorgenomen het wat kalmpjes aan te doen en de "gearing" aan te passen zodat de toerentallen uit de rode zones bleven.
de motor liep als een zonnetje en ik reed er met de Pelham Triumph een derde plaats totaal en nam dus een beker en bloemen mee naar huis.
ik wist het toen nog niet maar de toon van het seizoen '87 was gezet en de ene beker volgde de andere op, de motor gaf geen krimp en de wegligging was formidabel door de 2 zachte AVON racing banden.
de tweede race was die van Oostende en ik klokte af op de 2de plaats na Claude Nyssen op een zelfde T100 als de mijne (ex Vandevelde)
de derde race was deze van Francorchamp, een evenement dat spijtig genoeg maar eenmaal is doorgegaan.
Francorchamp is een snel en lang circuit dat veel vergt van de motoren, daarom maakte ik voor de race van Francorchamp een speciaal groot tandwiel om op de versnellingsbak te plaatsen.
zo kon ik de hoge toerentallen drukken en de kans op breuk tot het minimum herleiden.
in de eerste koers reed ik een 4 de plaats na Nyssen op Triumph T100, Degueldere op Norton Inter en de Fransman Deronne op BMW R51.
Nyssen en Degueldere draaiden ronden van rond de 110 km/ h gemiddeld, de fransman Deronne in ikzelf waren een klasse trager met 106km/h.
in de 2de race leek het scenario van de eerste zich te herhalen tot de BMW van Deronne in de voorlaatste ronde met pech langs de kant stond, wat mij meteen een derde plaats totaal opleverde.
het podium van de Formule 1 stond reeds klaar of stond er nog, ik weet het niet juist meer, t'is maar om te zeggen dat we op datzelfde podium de bloemen en bekers in ontvangst mochten nemen.
het seizoen was nog niet afgelopen maar dat is voor een andere keer.
foto: bloemen op het F1 podium.(vlnr Willems, Nyssen, Degueldere)