Hallo Dit is een bericht van uit een internetcafe rechtover de deur van mijn verblijf. De computer van de gastheer is in herstel en zal pas maandag terug zijn. Wat heb ik ondertussen allemaal beleefd? Gisteravond, na mijn aankomst in Budapest, ben ik gaan eten samen met Arpy, de gastheer, in het prachtige New York Hotel. Dit is een vijfsterrenhotel met verbluffend rococo interieur. Het is ook een kavehaz (Koffiehuis) en restaurant. Ook bedoeld voor niet hotelgasten, dus. Was dat 5-sterren eten lekker? Niet bepaald. Ganzenlever (vers, gegrild) op een bedje van bospaddestoelen in een roomsaus. De ganzelever was ok. De combinatie met de bospaddestoelen helaas niet. Ganzelever smeekt, mijn gedacht, naar een combinatie met iets zoetzuurs, een gebakken appelschijfje met wat honing bijvoorbeeld....Maar het geeft niet, het is Ok en ik, ben hier voornamelijk om van het prachtig interieur te genieten. Arpy at gans. Het goede nieuws was echter dat ze zich vergist hadden in de bestelde Tokay-wijn. We kregen per vergissing extreme dure...die schitterend smaakte. En waarvoor we de prijs van de goedkope betaalden ;-). Na het eten een paar fotootjes genomen in dat verbluffend interieur. Een blokje rondgelopen om me te tonen waar ik geld kan wisselen, waar ik de tram kan nemen, waar ik brood kan kopen, een paar biertjes gekocht ... en dan naar huis. Arpy woont in een appartement op de tweede verdieping van een woningblok, die er van buiten uit heel antrekkelijk uitziet. De appartementsblokken zijn volgens Weens model: vierkantbouw rond een binnenkoer. Helaas zijn die binnenkoeren hier binnenKOERTJES, het zonlicht dringt er nauwelijks door. Om bijvoorbeeld te weten welk weer het is moet je aan de voordeur van de gehele blok gaan kijken of vanuit je nek zo steil vertikaal naar boven kijken, dat je een nekverrekking riskeert.... Het appartement zelf is een toonbeeld van communistische mistroostigheid. Ik geloof mijn ogen niet: hier is sinds wereldoorlog II niks aan veranderd: de meubels, het behang, de chauffages, de bulex, het keukentje. Djeezes!!! Hier zou zich zo de Hongaarse versie van Lily en Marleen kunnen afspelen. Ook de draperieen hebben de oorlog meegemaakt, geloof ik. Langswaar komt het zonlicht binnen, vraag ik me af. Langs nergens, stel ik vast. Je komt in een piepklein halletje binnen waarop 4 deuren uitgeven: zijn kamer, mijn kamer, een toilet en een badkamer. Vanuit mijn kamer kom je in een keukentje waar je aan plastieken terrasstoeltjes aan een minitafeltje zit en uitkijkt op de meest lelijke keukenblok ooit gezien. Dit keukentje heeft zelfs geen dampkap! anno 2010???? Wat zijn wij Belgen toch verwend op gebied van huisvesting! Gelukkig is mijn bed prima en ruikt het lekker naar verse lakens. We vertellen nog het 't een en het ander in dat keukentje: dat hij protestant is en dat zijn ouders allebei leraars waren, dat die wegens hun voorbeeldfunctie in de communistische periode behoorlijk in het oog gehouden werden, met als gevolg dat ze bijvoorbeeld geen kerstboom mochten zetten (godsdienst was immers verboden). Voor zijn kerstboom moest Arpy in zijn jeugd naar de grootouders, die op het platteland woonden, waar er minder controle was....Heeft hij er een trauma aan over gehouden? Ik geloof het niet, maar vrolijk is hij er nu ook niet bepaald van geworden. Tegen 24 u neemt hij afscheid. Morgen moet hij voor zijn werk 2 dagen weg. Hij staat in voor het de organisatie en het toezicht op taalexamens, die hier overal te lande worden afgenomen. Wie als student of als werknemer aan die examens deelneemt verdient daarmee bonuspunten, welke staan voor een betere wedde of extra studiepunten. Goed systeem, vind ik. Arpy wordt betaald door de univ van Budapest. Hij doet zijn job graag. Ik krijg nog de sleutel van het appartement. Morgenvroeg moet hij er immers vroeg uit, terwijl ik rustig kan uitslapen. Mijn kamertje wordt nog wat verwarmd. Ook broodnodig. Weet je nog: 'de flat waar het zonlicht niet meer scheen...' (het liedje van John Terra, of hoe heet die man? ;-) Ik slaap heerlijk. Tegen dat ik wakker word, is hij (Arpad) inderdaad al weg. De koffie smaakt heerlijk, het brood is wit en 'spongy' en in geen enkel van die deprimerende keukenkastjes blijkt confituur, gelei, chocolade of choko voorhanden te zijn. Ik stel vast, volgens de inhoud van de kastjes, dat hier nooit gekookt wordt. Wat een contrast met Michael uit Bad Homburg, of de professor uit Wenen. Die jongens blaakten trouwens van gezondheid. In Arpy maak ik me wat zorgen, hij heeft, met permissie gezegd, precies zo een beetje de 'geelheid' van een maaglijder. Maar dat kan ik me natuurlijk ook inbeelden... Tot morgen, dan laat ik jullie weten wat ik allemaal bezocht heb. Ik heb een serieus programma en ik doe wegens tram-metro-bus-achterlijkheid (van mij, niet van Budapest!) alles te voet. dada Jelle