37E GRANDE MARCHE DE L’AMITIE.
LES MARCHEURS DE L’AMITIE LANDENNE.
MARCHES-LES-DAMES.
Marche-les-Dames ligt aan de linkeroever van de Maas, en men vindt er de mooiste klimrotsen uit de omgeving. Door deze unieke omgeving waar zowel water, bos als rots zich in één decor verenigd hebben, hebben de Belgische Paracommando's hier hun Trainingscentrum voor Commando's gevestigd. Niet ver van dit kampement is een mijn voor kalksteenwinning.
Marche-les-Dames kreeg vooral bekendheid door de tragische dood van de Belgische koning Albert I, die hier graag kwam klimmen, en op 17 februari 1934 bij een ongeval van de rotsen stortte, en ter plaatse overleed. De naam Marche-les-Dames verwijst naar een voormalige cisterciënzerinnenabdij, de abdij Notre-Dame du Vivier, die op deze plaats gesticht werd in het begin van de 12e eeuw door de echtgenoten van Naamse kruisvaarders die samen met Godfried van Bouillon waren vertrokken. Naar verluidt bleven de dames wier man niet terugkeerde, definitief in het klooster.
We vertrekken in het centrum van Marches-Les-Dames en passeren enkele prachtige oude huizen. Nabij de start de kasteelhoeve “ferme Warthet”. De kasteelhoeve is gelegen aan de ingang van een plaats genaamd "Bayet." Het omvat de boerderij, de kapel en de oude begraafplaats. De bouw van het kasteel dateert uit de Maas Renaissance (17-18 e eeuw), zoals blijkt uit de stijl van het gebouw. De context van de tijd betekent dat hij eerst een defensieve rol gehad. Als bewijs, de torens met schietgaten en gracht. Wat verder wandelen we langs de Rue Notre Dame du Vivier om dan aan de oude abdij te komen, wel spijtig dat alles hier leeg staat.
De abdij werd volgens sommige bronnen gesticht in 1103 door de echtgenotes van Naamse kruisvaarders die samen met Godfried van Bouillon waren vertrokken. Zij wier mannen niet terugkeerden, bleven permanent in het klooster. In 1146 werd de abdij bezocht door abt Bernard van Clairvaux. In de 13e eeuw verbond de abdijgemeenschap zich dan ook met de cisterciënzers. De abdij werd op 1 september 1796 door het regime van de Frane revolutionairen gedwongen ontbonden. Hun goederen werden hun ontnomen en de abdij werd geconfisqueerd en verkocht, maar door vrienden van de orde gekocht. Ook nadien bleven de gebouwen in gebruik door verschillende ordes en organisaties verbonden met de Kerk. Zo verbleven onder andere van 1981 tot 2000 de Monialen van de Monastieke Familie van Betlehem, Maria Ten-Hemel-Opgenomen en de Heilige Bruno in deze abdij, alvorens te verhuizen naar Opgrimbie.
Dan wandelen we het bos in en op de grote open plekken hebben we een wijds zicht op de velden en akkers.
Door de bossen en velden komen we in Boninne. We komen langs de “Ferme de la Vache” op 176meter hoogte. Prachtig gebouw in natuursteen dat tegen het “Petit Bois de Grande Salle” ligt. Tegen de heuvel staat de toren van” het Fort de Marchovellete” we wandelen even van het parkoers en wandelen de weg naar het fort binnen veel is er niet meer te zien wat diepe grachten het fort ligt in een bosje verscholen.
We verlaten het domein en wandelen verder langs oude boerderijen die wit gekalkt zijn. We wandelen nu Gelbresse binnen met de kerk op de heuvel hier is controlepost . wat verder langs d e weg een bron met wapenschild van het kasteel. Nu wandelen we terug naar Marche-Lez-Dame door de velden en het dorp komt weer in het zicht. Hier eindigt voor ons een mooie wandeling.
Voor het fotoalbum de link volgen
|