De Greenspot Zammelen is een van de weinige die op twee plaatsen kan starten, vandaag vertrekken we in GORS-OPLEEUW. Op zoek naar het mooiste dorp van Vlaanderen, dan komt Gors-Opleeuw duidelijk in zicht. Met maar liefst 4 kastelen en verschillende imposante vierkantshoevens is Gors-Opleeuw zeker een parel aan de kroon van Haspengouw.
We vertrekken aan het kasteel van Gors. Het kasteel van Gors is het meest belangrijke kasteel van Gors-Opleeuw. Het heeft een U-vormige kern uit de 17e eeuw dat aan drie zijden omringd was door grachten. Het kasteel werd volledig verbouwd in 1820 in laatclassicistische Empirestijl. De ronde toren dateert uit 1923. Het kasteel werd in 1986 beschermd als monument. De bijbehorende kasteelhoeve werd in 1865 afgebroken en even verderop opnieuw opgebouwd naar de oude plannen. Ook de hoeve werd in 1986 beschermd. Helaas is de staat van dit gebouw de laatste jaren achteruitgegaan.
Er zijn nog 3 andere kastelen, kasteel van Opleeuw dateert uit 1874. Het kasteel werd in 2004 samen met de kasteelhoeve beschermd als monument. De omgeving van het kasteel werd dat jaar eveneens beschermd als dorpsgezicht. Het kasteel Bellevue werd in 1764 gebouwd door de jongere broer van de toenmalige heer van het kasteel Gors en ligt aan de rand van het Bellevuebos. Het kasteel Haagsmeerdateert uit 1890 en was het jachtpaviljoen van het kasteel van Opleeuw. Het kasteel werd verbouwd in 1958. Naast het kasteel ligt de kasteelhoeve uit de 18e eeuw.
We wandelen nu naar het reservaat van Zammelen. Holle wegen horen bij deze streek, als stroop bij spek. Al bij het begin van onze jaartelling fungeerde ze als voetpaden voor de toen nog schaarse bevolking. Later lieten ze het verkeer per kar en wagen toe. Nu zijn het kleine natuurreservaten, de vochtige schaduwrijke hellingen bieden meestal onderdak aan bomen en struiken, een miniatuurbos. De overzijde is zonniger en dus ideaal voor kruidige plantjes, zoals tijm en marjolein. Hier leven ook twee bijzondere dieren, de das en de eikelmuis ook wel Don Diego genoemd.
We wandelen verder en komen in Jesseren, hier aan het station stond vroeger nog een stroopfabriek en dan verder langs de oude spoorweg, hier tufte in 1957 de laatste trein door en enkele jaren later werden de sporen opgebroken en weer wat later werd de spoorwegzate een fiets en wandelweg. We wandelen een eindje verder en komen zo aan de Sint-Annabeekvallei en zijn natuur reservaat. Weer wat verder en nog even en we zijn terug in Gors-Opleeuw.
We vertrekken in het H.Hartinstituut. De eerste steenlegging van het H-Hartinstituut van Heverlee vindt plaats op 1 juni 1894. De verhuizing van de Halvestraat in Leuven naar Heverlee volgt. Het H-Hartinstituut in Heverlee groeit en de congregatie van de Annuntiaten van Heverlee wordt volledig zelfstandig vanaf 1907. Vandaag kunnen we vertrekken in de hal van het instituut.
We gaan het instituut binnen en zien verschillende afbeeldingen die verwijzen naar de religieuze aard van het gebouw. We verlaten het domein en we wandelen het bos in. Door de prachtige dreven van het Meerdaalwoud. We wandelen verder en komen in Vaalbeek. Vaalbeek ligt tussen twee grote bossen. Zo vind je in het noorden van het dorp Heverleebos terug en in het zuiden het Meerdaalwoud. In de rest van de gemeente zijn er ook nog veel landbouwgronden terug te vinden. De 18e- en 19e-eeuwse boerderijtjes in het centrum onderstrepen het landelijk karakter. Vaalbeek wordt hierdoor een behoorlijk groene gemeente.
Het halfgesloten U-vormige Hof van Groenendaal dateert uit 1792. In Vaalbeek, verscholen in Heverleebos, bevindt zich ook het provincialaat van de Minderbroeders of Franciscanen. In de omgeving van de Prosperdreef werd in 1947 het minderbroederscollege gebouwd en in 1953 werd er de Sint-Franciscus van Asisikerk gebouwd en in de loop der jaren werd het klooster niet alleen een thuis voor de Minderbroeders, maar ook een echt kunstcentrum. We wandelen verder om in Blanden te komen. We wandelen het dorp binnen en komen langs de romp van de windmolen. We wandelen nu terug naar Vaalbeek en komen langs de Prosperdreef en het klooster van de Minderbroeders. Zo komen we aan in het Tervurenbos, met Arboretum en het Meerdaalbos en Egenhovenbos.
We wandelen voorbij en komen zo terug aan in Heverlee. Het H.Hartinstituut komt weer in het zicht. Eerst komen we aan het Militair kerkhof.
Heverlee War Cemetery, Heverlee
De Britse militaire begraafplaats 'Heverlee War Cemetery' werd in 1946 aangelegd als verzamelbegraafplaats voor hoofdzakelijk vliegeniers uit het Gemenebest, Polen en de Verenigde Staten. Het oorlogskerkhof getuigt van de zware verliezen in en rond Leuven tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. De begraafplaats, ingeplant op een vierkant perceel, werd ontworpen volgens de principes van de Commonwealth War Graves Commission door Philip Hepworth, die het achterliggende Heverlee Bos als decor gebruikte voor de in waaiervorm ingeplante grafstenen en het centrale Cross of Sacrifice. Typerend zijn de toegangspartij met smeedijzeren poort, lage bakstenen muurtjes en schuilgebouwtjes met pseudo-klokgevels, de omzomende hulsthaagjes, en het kleurcontrast van het uitgestrekte grasveld, de witte natuurstenen grafzerken, het concave groenscherm achter het Cross of Sacrifice, en de toegangspartij in rode baksteen. In 2009 werd de militaire begraafplaats beschermd als monument.
We nemen de tijd om even over de begraafplaats te wandelen en even stil te staan, en even ons respect tonen aan deze mannen die hun leven gaven voor onze vrijheid. We wandelen even verder en komen dan langs de begraafplaats van de geestelijken uit de kloosters. Weer een eind verder door de bomenlaan die naar het instituut leid. We komen nog langs de boerderij van het instituut die terug gaat tot de tijd dat er landbouw onderwezen werd.
De boerderij word nog altijd uitgebaat als boerderij door twee boers. Nog even en we staan terug aan ons vertrek. Een aangename wandeling waar we toch weer enkele nieuwe dingen ontdekt hebben.
40E MARCHE DU FORT DE BATTICE. / MARCHEURS DU FORT DE BATTICE. / BATTICE. 15/02/2014.
40E MARCHE DU FORT DE BATTICE.
MARCHEURS DU FORT DE BATTICE.
BATTICE.
Onze wandeling in Battice is altijd eentje waar je naar uitkijkt, het is altijd een wandeling met veel natuur en prachtige zichten. Onze wandeling vertrekt in het centrum en we wandelen dan even buiten het centrum de Ravel 5 – Ligne 38 op. 'Lijn 38' is de oude spoorlijn die het Land van Herve doorkruist en die ooit Chênée met Plombières verbond. Ze ontpopte zich ondertussen tot een van de mooiste groene wegen van België.
Vandaag is de oude spoorlijn 38 exclusief voorbehouden voor wandelaars. De bedding behield haar oorspronkelijke sintelbekleding, die soepel aanvoelt voor schoenen. Wanneer u het Land van Herve van noord naar zuid doorkruist, ontdekt u een streek met een grote verscheidenheid aan landschappen, een gulle plantengroei en oude gebouwen die getuigen van het verleden.
Een stukje geschiedenis: Laat ons even terugkeren in de tijd: we zijn in de 19e eeuw . De meeste grote Belgische steden hebben al sinds 1842 een spoorverbinding, maar we moeten wachten tot 1869 vooraleer er iets beweegt in het Land van Herve. In dat jaar werd het plan van de privé-maatschappij 'Chemins de Fer du Plateau de Herve' om Luik met Battice te verbinden, goedgekeurd. Op 25 januari 1875 wordt het eerste baanvak ingehuldigd. Het loopt van Chênée naar Battice. Twintig jaar later is ook het gedeelte Battice - Plombières klaar. Langs dit traject wordt steenkool van Fléron naar Duitsland vervoerd en non-ferro metalen van Plombières naar het Maasbekken. Tijdens de Eerste Wereldoorlog en meer precies in 1917 wordt een aansluiting van 1,2 km aangelegd tussen Hombourg en Montzen, zodat er een verbinding ontstaat met de nieuwe lijn 24. Dit gedeelte, dat de naam 38/1 krijgt, passeert ook langs Hindel. De verwoede en steeds sterker wordende concurrentie van de auto luidt uiteindelijk de doodsklok voor de plattelandslijnen. Op 2 juni 1957 stopt het reizigersvervoer langs lijn 38. Geleidelijk aan wordt ook het goederenverkeer afgebouwd. In 1992 wordt lijn 38 gestript en verdwijnen de rails. De spoorbedding, die door het hele Land van Herve loopt, begint een nieuw leven als wandelroute voor voetgangers, joggers, fietsers en ruiters .
Na een eindje op de Ravel 5 gelopen te hebben en genoten hebben van de prachtige vergezichten over het Land van Herve komen we naar Charneux. In het dorp bevindt zich de St-Sébastienkerk, en een driehoekig plein. Wat verder La Croix de Charneux, is een kruis bovenop een heuvel bij Charneux . De heuvel heeft een hoogte van 269 meter boven zeeniveau. De heuveltop ligt ongeveer een kilometer ten noorden van het dorp bij het gehucht “Bois del Fiesse”. De naam "Bois de la fête" is mogelijk afgeleid van de volgens de overlevering georganiseerde toernooien tussen de heren van Bolland, Xhéneumont en Charneux of van de verder wonende heren van Luxemburg, Luik of Franchimont in de 13e eeuw. Het vijftien meter hoge kruis op de top van de heuvel is gemaakt van beton en werd opgericht in 1913 door de priester van Charneux. Het kruis is vanaf de wijde omtrek in het land van Herve te zien.
Het kruis werd in 1913 ingehuldigd. Op de helling van de heuvel ligt observatiepost MN29 die deel uitmaakte van de observatiegordel van het fort van Battice. Bij deze observatiepost is een monument geplaatst ter ere van de gevallen soldaten. Dit monument herinnert aan de heldhaftigheid van de soldaten in de post tijdens de nazi-invasie van 1940, die de Duitse aanvallen van 10 en 17 mei 1940 doorstond. We wandelen verder door het prachtige landschap met zijn zo typische huizen en boerderijen. Wat verder komen we in Sironval met zijn kasteel. Nog wat verder en we wandelen terug Battice binnen waar onze wandeling door het Land van Herve eindigt.
De Partnerwalk in samenwerking met de Tongerse Wandelvrienden. We vertrekken met de wandeling op Paspoel, en hier hebben we een prachtig zicht op een gedeelte van de Romeinse muur. Aan de rand van de oude stadskern, vooral vanaf het noorden tot in de west-sector , zijn nog imposante overblijfselen bewaard van de 4544 meter lange stadsmuur uit de 2de eeuw.
Deze was eertijds ca. 6 m hoog en op regelmatige afstanden versterkt met ronde torens. Aan de buitenzijde werd de muur beschermd door enkele diepe verdedigingsgrachten. Op de plaats van de toegangswegen tot de stad bevonden zich monumentale poorten. Vanaf de Middeleeuwen werd de Romeinse stadsmuur grotendeels afgebroken voor de herbruikbare bouwmaterialen, vandaar dat er nu van deze eens zo indrukwekkende muur nog hoofdzakelijk de muurkern, bestaande uit twee ruwe blokken silex, overblijft. Langs deze muur werd een wandelweg aangelegd, gaande van de Bilzer- tot aan de Luikersteenweg. Wij volgen een eind de muur en steken ook de Jeker over.
Dan komen we aan het natuurgebied Kevie. De Kevie, een kloppend hart in het Park van de Oostelijke Jeker, omhelst een bont conglomeraat van verlaten vochtige hooilanden, naadloos overgaand in vegetatierijke moerassen en rivier begeleidende valleibossen. Doorheen deze uniek interagerende legpuzzel etsen dichte houtkanten, eeuwenoude knotwilgen en glasheldere poeltjes en slootjes hun eigen verhaal. De, naar de Oeros terug gekruiste Heckrunderen, beheren het centrale deel van de Kevie door middel van jaarrondbegrazing.
De gedragspatronen van deze tienkoppige kudde tekenen zich duidelijk af in het 35 ha grote landschap. De zeer rijke leemgrond biedt een groeibodem voor een uitbundige plantengroei die door de impact van de dieren in een natuurlijk vlekken patroon vormt. Spontane wilgenopslag wordt in de winter sterk aangevreten, plassen worden open gehouden, ontschorste en omgeduwde bomen zorgen voor dood hout. We wandelen door het park en verlaten het richting station en wandelen een eindje door de stad en dan komen we langs de Romeinse tempelsite.
De eerste keer dat de Romeinse tempel onder de aandacht kwam, dateert al van de zomer van 1964 toen archeologen tussen de boomrijen van een oude fruitboomgaard een aantal sleuven trokken. Doorheen de jaren werd het terrein weliswaar beschermd, werden er een aantal kleinere onderzoeken uitgevoerd, maar tot een gedegen ontsluiting kwam het nooit (mede omdat er geen bovengrondse structuren bewaard bleven). Aan de hand van eigentijdse materialen is getracht om voor de bezoeker een beeld te schetsen van de omvang van dit complex. Een aantal infopanelen geven daarbij de nodige duiding en achtergrondinformatie. We nemen de tijd om het tempelcomplex te bekijken en dan weer verder een eind langs de Romeinse Muur en dan wandelen we Beukenberg op.
Door de toenemende behoefte aan water in de Romeinse stad Tongeren was men genoodzaakt in de loop van de 1ste eeuw de problemen van de watertoevoer op te lossen. Daarom werd een aquaduct aangelegd die de verbinding maakte met het brongebied van de Mombeek. Het was een kunstmatige aarden ophoging met een houten constructie voor de aanvoer van het water. De Beukenberg is uitgegroeid tot een mooi wandelgebied vlak bij het centrum van de stad en recentelijk erkend als beschermd archeologisch monument. Wat verder komen we aan Kasteel Betho. Even buiten de stad bevindt zich het imposante kasteel Betho. Het kasteel, waarvan de eerste vermelding terug te vinden is in 1267, was oorspronkelijk een waterslot. De huidige vijver refereert naar de slotgracht die ooit het volledige gebouw omsloot. Het residentieel kasteel is symmetrisch aangelegd en bestaat uit : kasteel, vierkantshoeve, vijver en park. De huidige gebouwen dateren voornamelijk uit de 17de en 18de eeuw, met een zuidwest toren uit 1478.
We wandelen langs de bomenlaan en keren terug naar ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling in de oudste stad van België.
42E MARCHE DE LA BERWINNE. / LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE. / THIMISTER-CLERMONT 08/02/2014
42E MARCHE DE LA BERWINNE.
LES PEDESTRIANS DE CLERMONT SUR BERWINNE.
THIMISTER – CLERMONT.
Het dorpje ligt op de top van een heuvel te midden uitgestrekte omheinde weiden. De imposante kerk torent er hoog bovenuit. Het gebruik van baksteen voor de muren, leien voor de zadeldaken, zandsteen voor de raamlijsten en de hoekstenen bepaalt het architectonische beeld van het dorp.
De eenvoud van de bouwvolumes wordt oordeelkundig doorbroken door uitgekiende mooie legpatronen in de leien daken te verwerken. En op heel wat daken prijken windwijzers die blijk geven van uiterst talentvol siersmeedwerk. We wandelen door het dorpje met zijn kerk Saint-Jacques-le-Majeur (17de eeuw) en de begraafplaats met oude grafkruizen. Het Halleplein met het oud gemeentehuis (1888), dat als het ware te paard zit op de hoofdstraat, wordt vandaag gebruikt als huwelijkszaal. Daarom zegt men in Clermont dat men ‘op straat huwt’, maar ook verschillende prachtige huizen.
We wandelen het dorp uit en gaan na een lange rechte weg naar Froidthier, langs de kapel Saint Joseph. We komen in Froidthier; vroeger hield de trein hier halt , een dorpje dat floreerde ten tijde van het lakenbedrijf dat werd gerund door de familie van mijnheer Mathieu SNOECK en dat werk verschafte aan menige arbeider. Een hevige brand in 1888 legde het bedrijf helemaal in de as. Dat betekende voor vele werknemers het begin van de uittocht naar de streek van Verviers. Vandaag is Froidthier de meest groene entiteit van de gemeente Thimister-Clermont en een ideale plek voor ons wandelaars, meer bepaald de gehuchten Corbillon, Winandchamps, Les Trixhes, Bruyères en Chaumont. Opmerkelijk is dat naam van Chaumont (letterlijk: warme berg) fel contrasteert met die van Froidthier. In Chaumont staat een gedenksteen ter ere van de heldhaftige Nieuw-Zeelandse vliegeniers die sneuvelden in een luchtgevecht tijdens de oorlog 1940-1945. Froidthier is niet langer bereikbaar via het spoor, maar de oude ijzerweg 38 -de "ligne 38"- lokt nog altijd veel wandelaars en ze breng ons tot nagenoeg in het centrum van het dorp waar het bescheiden kerkje een nis heeft met een standbeeld van Sint-Gillis en zijn hinde, en waarvan de bouw dateert uit 1845. Ook komen we langs het Kasteel van Froidthier in het hart van Herve. Wij wandelen het dorpje uit en genieten van de mooie natuur. Dan een stukje langs de oude spoorlijn de ijzerweg 38.
Deze oude spoorlijn, die in 1957 definitief voor het treinverkeer werd afgesloten, vormt nu een opmerkelijk wandelparcours in het Land van Herve. Het ongeveer 7 km lange parcours dat over Thimister-Clermont loopt behoort tot de mooiste wandelroutes. Dit van beton gespaard gebleven parcours combineert een aparte landelijke charme met groene ingebedde zones en verhoogde spoorwegbermen van waar men een prachtig uitzicht heeft over de omringende natuur van het plateau van Herve. Achter het oude stationsgebouw krijgt de wandeling weer landelijke allures. Zo komt u bij de brug van de Aguesse. Wie de brug oversteekt komt in Clermont-sur-Berwinne, een van de mooiste dorpen van Wallonië. Nog steeds via de "lijn 38" komt u achtereenvolgens voorbij het gehucht "Blockhouse" en daarna in de deelgemeente Froidthier, meer bepaald in het gehucht "Chaumont" waar u over de gelijknamige brug moet die in zijn oude glorie werd hersteld. Krijgt u er niet genoeg van, dan kunt u de "lijn 38" verder volgen, ... tot in het land van Aubel.
Een mooie beschrijving van Ligne 38.
We volgen de lijn 38 die nu “RAVeL 5” noemt tot aan het gehucht Blockhouse. We blijven de Ravel volgen tot in Clermont. We verlaten de spoorlijn aan het Chateau de l’Aguesse. Het kasteel van Aguesse dateert uit het midden van de 17e eeuw en werd gebouwd in Maasrenaissance, met een woongebouw op de achtergrond en een inkom bewaakt door een ronde toren. Een windhaan op de toren in de vorm van een ekster en een driedelige latei boven de inkomdeur zijn kenmerkend voor deze woonstede. De "aguesse", een Waals woord voor ekster, is de bijnaam voor Mathieu Wauthy (l'Agass), die het kasteel halfweg de 17e eeuw bewoonde.
Nog even verder en we krijgen het kasteel van Clermont. Van het eerste bouwsel van het kasteel van Clermont zijn er geen schriftelijke bronnen. Deze burcht werd opgetrokken op de "Godefroid" vlakte en omvatte 2 gebouwen: een 3 verdiepingen hoge dikke toren en een bijhuis. De inkompoort en het uitspringende ronde torentje van het nieuwe kasteel uit 1653 en gerestaureerd in 1783 zijn nog altijd zichtbaar. Dit vrij opmerkelijke geheel verleent een bijzonder karakter aan deze steeg die zich langs de oude ommuring van het kerkhof en het pastoriehuis bochtig een weg baant tot aan het dorpsplein waar onze mooie wandeling eindigt.
MARCHE DES GADIS DE PERON D'OR. / LES GADLIS DE PERON D'OR. / REMOUCHAMPS. 02/02/2014.
MARCHE DES GADIS DE PERON D’OR.
LES GADLIS DE PERON D’OR.
REMOUCHAMPS.
Met de Ardennen voor de deur wordt het Land van Ourthe-Amblève ook wel de tuin van de stad Luik genoemd. Je komt te midden van de prachtige en rustgevende natuurlandschappen.
Een landelijke regio waar water en steen het landschap gevormd en het leven van de mensen beïnvloed hebben…Zoals de naam al zegt: het Land van Ourthe-Amblève ligt op het kruispunt van twee grote rivieren: de Ourthe en de Amblève. Eeuwenlang hebben deze twee rivieren hun sporen achtergelaten door valleien en prachtige uitzichten te vormen. De mens is hier op natuurlijke wijze neergestreken en heeft aan de steen een nieuw doel gegeven door hiervan huizen, kastelen en dorpen te bouwen. We wandelen vandaag in Remouchamps en ontdekken het prachtige landschap aan de rivieren.
We beginnen de wandeling met een heel eind langs de rivier te wandelen, waar we prachtige zichten hebben op de omgeving. We komen zo aan het het “domaine du chateau Dieupart” in Aywaille. Hier stroomt de Ambleve door een prachtig dal. Wat verder komen we aan een oude ijzersmelterij nu gerenoveerd als woonhuis maar de kenmerken van de ijzersmelterij zijn behouden. We wandelen verder langs de rivier en komen bewijzen van de aanwezigheid van de bever tegen, de typische knaagsporen. Dan komen we in het stadje waar we door het park wandelen. Nu gaan we klimmen door een prachtige bos waar het aangenaam is om door te wandelen. Boven gekomen worden we beloont door de prachtige vergezichten over het landschap wat kan het hier toch mooi zijn.
Vanaf Aywaille, via het bos van Bingneusheid, komen we aan in het vriendelijke gehuchtje van Septroux. De straatnamen in Septroux verwijzen naar de natuur, zoals Clematis, Acacia's, Kersen, ... Vanaf het plateau kijken we uit over de vallei van de Amblève : Dieupart, Sougné-Remouchamps en Hautregard. De heuvel van Cwimont bereikt 300m hoogte en men heeft er één van de mooiste uitzichten over Aywaille. Op de top staat een enorm houten kruis welke van ver al te zien is. Hier even rust houden om over het prachtige landschap te kijken, vanaf hier begint de afdaling. In de verte slingert de rivier als een blauw lint door het landschap wat een zicht!
Nu stevig afdalen tot aan de oever van de rivier. We komen terug in Aywaille en door het park. En nu weer een eind langs de Ambleve tot we terug zijn aan onze vertrek. Een pracht van een wandeling.