OM EN ROND BORGLOON. / LOONSE TSJAFFELEERS. / BORGLOON. 22/04/2017
OM EN ROND BORGLOON.
LOONSE TSJAFFELEERS.
BORGLOON.
Borgloon, een gezellig stadje, gelegen in het glooiend Haspengouw, eens een versterkte stad van waaruit de graven van Loon regeerden over hun graafschap. Kunst, erfgoed en een prachtig landschap zijn drie basisingrediënten voor een verrassend bezoek aan Borgloon. Talrijke bezienswaardigheden verwijzen dan ook naar het rijk cultuur-historisch verleden. Als hoogst gelegen historisch stadje van Vlaanderen geniet je van prachtige panorama’s over het fruitlandschap. Honderdduizenden fruitbomen, geherwaardeerde hoogstamboomgaarden boordevol witte bloesems, uitgestrekte aardbeienvelden, hier ruikt alles naar vers groen en lente. Dat levert magische momenten op. Van het openspringen van de bloesems tot het plukken van de rijpe vruchten. Waardoor in het verleden Borgloon de Bakermat van de stroop was en is. Begin vorige eeuw was Borgloon de bakermat van de stroopfabricatie, waardoor de Lonenaren de bijnaam ’strooplekkers‘ kregen. De oude stoomstroopfabriek is één van de laatste restanten van de industriële verwerking van fruit tot stroop. Vandaag word er stroop gemaakt op de site, de vraag is hoelang nog. Vandaag is Borgloon ook gekend om zijn PIT kunstwerken. Kunst met Pit in het landschap van Borgloon Kunst, erfgoed en landschap zijn drie basis ingrediënten voor een verrassend cultuurbezoek aan Borgloon. Het artistiek kunstproject Pit van Z33- huis voor actuele kunst, is uniek in Vlaanderen en ver daarbuiten. De kunstwerken in het landschap laten voorbijgangers en bezoekers anders naar de omgeving kijken. Het landschap bevat immers vele verhalen die niet altijd onmiddellijk zichtbaar zijn. Momenteel zijn er een achttal spraakmakende kunstwerken te bewonderen. Waaronder het beroemde wereldwijd gekende Doorkijkkerkje. The Guardian plaats het doorkijkkerkje op de eerste plaats van de 10 beste plekjes in België om te bezoeken.
Winning tip: See-through church, Borgloon
This chapel/art installation by Belgian architects Pieterjan Gijs and Arnout Van Vaerenbergh is modelled on the traditional village church, but constructed from horizontal steel plates so that from some angles, it appears solid, while from others it dissolves into the landscape. We visited on a bitterly cold December day, with snow still on the ground, but were awed by the beauty and tranquillity of the spot (in Limburg province). A quasi-religious experience, or simply a very pretty hidden treasure.
Zo word een wandeling door en rond Borgloon een belevenis om verder te vertellen, de bloesems die het landschap omtoveren tot één grote witte boeket. Wat een prachtige streek wonen we toch en dank zij de Loonse Tsjaffeleers kunnen duizenden wandelaars hier komen wandelen en genieten.
Vertrek achter het voetbalplein van Jesseren. We worden het veld in geleid en wandelen over een veldweg waar ik nog nooit geweest ben, gewoon mooi en aan de ene zijde velden en aan de andere kant beemden. De ruilverkaveling heeft hier een grote beemd aan de natuur gegeven en na een paar jaar zal dit hier prachtig worden. We wandelen verder en krijgen in de verte Gorsopleeuw te zien. Vlaanderen bezit hier en daar toch nog wel indrukwekkende stukjes natuur. Het natuurreservaat “Zammelen” is er zo ééntje. De Mombeek slingert er op natuurlijke wijze doorheen de vallei. Doorheen de tijden heeft de rivier zich in het leemplateau ingesneden. In de hellingen komen daardoor krijtlagen aan de oppervlakte. de combinatie van water, leem, kalk en zand trekt heel wat zeldzame planten en diersoorten aan zoals de sterk geurende daslook en ook prachtige orchideeën. Dan wandelen we het natuurreservaat van Zammelen binnen. De wandeling komt aan de kerk van het piepkleine Zammelen een landbouwgehucht van Vliermaal. Het telt een kerkje een zaaltje en een tiental huizen, de tijd is hier blijven stilstaan. Wij vertrekken aan de kerk en dadelijk wandelen we het natuurreservaat binnen, het is duidelijk dat wij hier nog in het vochtige Haspengouw zijn op de rand van het plateau. Prachtig wandelen over de houten wegjes die ons met droge voeten door het vochtige landschap brengen, mooi is het wel met de vijvers, wij wandelen door de velden en langs boomgaarden. De rijke leemgrond van Haspengouw bestond vroeger uit graslanden. Om de opbrengsten van de weiden te verhogen plantte men er vanaf de 19de eeuw hoogstamfruitbomen op. Men koos toen vooral voor stevige soorten zoals Keulenman, sterappelen en dubbele Flip peren, en Kernielse kersen. In de jaren 1970 schakelden de fruitkwekers massaal over op laagstam. De kweek en de pluk werd gemakkelijker maar het landschap ging achteruit, de prachtige boomgaarden verwenen als sneeuw voor de zon, nu 40 jaar later word alles in het werk gesteld om deze boomgaarden te bewaren, ze zijn een speciale biotoop, waar vogels en kleine zoogdieren leven. De kleine steenuil heeft oude fruitbomen nodig om in te broeden, ook de eikelmuis vind hier zijn thuis. De wandeling brengt ons richting oude spoorweg. In 1957 werd het trein vervoer stopgezet en in 1971 werden de sporen opgebroken en geleidelijk aan veroverde de natuur de oude spoorberm, waardoor nu mooie en waardevolle stukken natuur zijn. Wij wandelen verder over het oude spoorweg en dan wandelen we naar de Sint-Annavallei. Wij maken een halt aan de vijver van Natuurpunt hier kunnen even rusten op de banken en genieten van de prachtige natuur. Dan moeten we weer verder. We wandelen nu een eind op de weg naar Jesseren maar we slaan links in om zo terug op de spoorweg te komen, hier midden in het veld een prachtig hoeve met een gedeelte in vakwerk. Dan langs de uitkijkplatform waar we kunnen kijken naar de dassen. Nu de fietsroute op langs het kasteeltje en het station nog even en we eindigen onze wandeling.
Wellen ontstond vermoedelijk in de Frankische tijd (5e-7e eeuw), toen veeboeren zich vestigden aan de Herk. In de Middeleeuwen en tijdens het Ancien Régime was de ‘Loonse heerlijkheid’ Wellen (deel van het Land van Loon) zowel op administratief, juridisch als kerkelijk vlak afhankelijk van de abdij van Munsterbilzen. Tijdens het Ancien Régime bestond de parochie Wellen uit drie dorpen: Wellen, Vrolingen (dat toebehoorde aan de heren van Meldert) en Abswellen (viel onder de proosdij van Maaseik). Wellen is het epicentrum van de Bokkenrijders van Zuid-Limburg. Het fenomeen Bokkenrijders dateert van de 18de eeuw. Het grote kapitaal zat in die tijd bij kasteelheren, grootgrondbezitters, adel en clerus. De bevolking moest hard zwoegen. Hun karige loon werd hen dan nog regelmatig door vreemde soldaten en avonturiers ontnomen. Het handelsmerk van de Bokkenrijders was de brandbrief: hierin dreigden ze met brand tenzij de bedreigde een zekere som overmaakte. Ze waren echter minder crimineel en wreed dan beweerd werd. In onze moderne tijd zouden we spreken van ‘kruimeldiefstallen’. Van grote rooftochten was nooit sprake. Volgens de legende zweefden De Bokkenrijders ’s nachts op bokken door de lucht. Dit verhaal werd althans via foltering uit de verdachten geperst. Het is gebaseerd op een Germaans volksgeloof, waarbij demonen in een dierlijke gedaante in een storm door de lucht raasden. In het christendom werden deze demonen assistenten van de duivel genoemd. De rechterlijke macht (indertijd was de geestelijke en wereldlijke heer van Wellen de abdis van Munsterbilzen) trad hard op tegen De Bokkenrijders. De vonnissen (1774-1776) van 27 ter dood veroordeelde Bokkenrijders uit Wellen werden voltrokken op twee verschillende plaatsen; in Munsterbilzen en in de Bonderkuil in Wellen. We vertrekken met de wandeling in het centrum en wandelen langs de neogotische kloosterkapel (gebouwd in 1899) bleef bewaard en kreeg een multifunctionele, culturele bestemming. Het is een sfeervolle plaats waar vergaderingen, bijeenkomsten en tentoonstellingen plaatsvinden. Specialisten typeren het gebouw als ‘een totaalkunstwerk van architectuur en toegepaste kunsten’. Waardevol zijn vooral de decoratieve schilderingen op de plafonds en de muren. De kleurrijke ramen illustreren de glas-in-loodtechniek. En dan wandelen we verder naar Herten. Met een 80-tal inwoners was Herten jarenlang de kleinste gemeente van Wellen. Toch had deze gemeente een kerk, een brouwerij en een watermolen. Een gemeentehuis was er echter niet. Tijdens de laatste legislatuur (1970-1976) was wijlen Armand Neven burgemeester van deze mini-gemeente. Diezelfde Armand Neven is ook de bezieler van de Wellense en Hertense industrie. Wat begon in de late jaren dertig, met een bescheiden houtzagerij voor fruitkisten, is ondertussen uitgegroeid tot een internationaal bedrijf: ANL Plastics producent van plasticverpakkingen voor voedingswaren, heeft fabrieken in Frankrijk, Polen en Herten. Dan wandelen we een heel eind door de natuur en langs velden, boomgaarden en plantage. Dan komen we aan de mot is een kunstmatige heuvel, in de 15e eeuw opgeworpen om zich te verschansen voor de vijand. Bovenop een mot stond vaak een houten palissade (een aaneengesloten rij van in de grond geslagen palen of staken, die dienst doet als omheining). Bovendien was een mot omgeven door water. Nu wandelen we verder tot we in het natuurreservaat de Broekbeemd die pal in het centrum van Wellen ligt. Een prachtig stukje beemd met als parel op de kroon een voor Vlaanderen zeer zeldzaam natuurtype, het kalkmoeras. Richting Alken snijdt dan weer de Grote Beemd door het dorp, een valleigebied waar het goed toeven is en het woongebied van een Europees bedreigde soort, de kamsalamander. En wij beheren nog een derde natuurgebied, de Ulbeekse bossen. Een bosrestant die je nog kan terugvinden op de oude kaarten van Feraris. Dit schitterende eiken-haagbeukenbos is dan weer van een heel ander type natuur. Vooral de voorjaarsbloeiers stelen hier de show. Ook de hooglanders die hier grazen zijn bijzonder. Zo komen we de molen. Het huidig molenhuis dateert van 1775. Het is samen met het 20e-eeuwse woonhuis onder één zadeldak verenigd. Alhoewel de molen sinds 1973 buiten werking is, is ze nog steeds maalvaardig: ze maakt deel uit van het Vlaams industrieel erfgoed. De molen is een graanwatermolen van het onderslagtype met een molenrad van 5 meter doorsnede. Bij één omwenteling van het molenwiel draait de molensteen 12 keer rond. Nog even en we zijn terug aan ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling in het Land van de Bokkenrijders.
MARCHE DES CROUSTILLONS. / MORTIER C’EST L’PIED. / MORTIER. 15/04/2017
MARCHE DES CROUSTILLONS.
MORTIER C’EST L’PIED.
MORTIER.
We wandelen vandaag in Mortier. In de zaal komen we Leon tegen al een hele tijd geleden dat we hem nog gezien hebben. Fijne ontmoeting. Dan wandelen we door de prachtige omgeving. Alles fris groen wat kan het toch allemaal mooi zijn. Weer verder en in de verte de mijn van Blegny. Dan weer verder door de smalle wegjes en langs de bosranden zo mooi. Ook hier en daar staan nog hoogstambomen die in bloei staan. Dan controle in een oude hoeve prachtig om daar nog andere wandelvrienden te ontmoeten altijd fijn. Dan een heel eind door de natuur langs beekjes en stegen. Zo mooi. Spijtig dat we maar een korte afstand kunnen wandelen mijn knie blijft parten spelen. We komen aan het natuurreservaatje “La Richelette”. Een heel eind langs de beek waar een mooie natuur rond ligt. Een mooie en fijne korte wandeling en als beloning van de club een zakje met paaseieren. Een prachtige wandeling met vele vrienden.
De promotie van de wandeling op verschillende toeristische diensten geven de indruk dat het kasteeldomein Rullingen nog steeds toegankelijk is, wat niet meer het geval is. Het kasteeldomein van Rullingen is nu in privé handen en er is weinig te zien van het kasteel en omgeving.
Landschapswandelingen Rullingen
Het kasteeldomein van Rullingen, omringd door boomgaarden en uitgestrekte akkers, is samen met het fruitspoor, het natuurgebied Meersbeemden, het kasteel en de hoeve van Kuttekoven en de kapel van Oetersloven, één van de pareltjes in een gevarieerd landschap in het hart van Haspengouw. Een landschap dat een flinke stempel kreeg opgedrukt door de Herk en de Rullingenbeek.
Wat niet wegneemt dat het toch een mooie wandeling is en blijft vertrek van de wandeling in Borgloon aan de voetbalvelden. Wij vertrekken aan Puthofveld om zo op de route te komen richting Kuttekoven. De bomen staan in bloei en wat kan er mooier zijn om tussen et wandelen, genieten van de witte gloeit. Peren, kersen staan volop in bloei, en vooral de hoogstambomen zijn prachtig is nog altijd een bijzonder zicht. Wij wandelen nu het Fruitspoor op richting Kuttekoven, hier is de natuur ook ontwaakt en alles is er fris groen. Vlinders fladderen rond en we komen ook een hazelworm tegen wat kan de natuur toch verassen. We volgen nu een eind de spoorweg en wandelen naar de Meersbeemden.
Het gebied, dat beheerd wordt door Natuurpunt, is gelegen in het dal van de Herk. Hier waren vanouds vochtige beemden die als hooiland werden gebruikt. Mede door het opstuwen van water ten behoeve van het nabijgelegen watermolenbedrijf van de Nieuwe Molen bleven de beemden zeer nat. In het begin van de 21e eeuw werden beekherstelwerkzaamheden uitgevoerd waardoor de Herk weer meer meandert en er ook weer overstromingen kunnen plaatsvinden. Er werden glooiende oevers aangelegd en het vroegere kleinschalig landschap werd hersteld. Er werden poelen gegraven en populieren- en dennenplantages werden gerooid. Daarvoor in de plaats werden inheemse boomsoorten als els aangeplant.
We wandelen langs de Nieuwe Molen, spijtig dat dit stukje industrieel erfgoed zo in verval is en dan verlaten we het natuurreservaat en draaien de weg op die ons naar Rullingen brengt. Hier komen we nog langs verschillende hoogstamboomgaarden wat een pracht, en dan komen we aan het kasteel van Rullingen, veel kunnen we niet meer zien van het kasteel, toch spijtig dat dit stukje geschiedenis uit handen gegeven is door de provincie en nu in privé handen is zodat we niet meer door het prachtige park kunnen, spijtig maar het zij zo. Verder wandelen we nu tot we weer aan het fruitspoor komen en draaien hier nu naar Kuttekoven. Als is Kuttekoven een klein dorpje een kleine 80 inwoners zijn er verschillende bezienswaardigheden.
De Sint-Jan-de-Doperkerk is een neoclassicistische dorpskerk uit 1840. De kerktoren dateert uit de 13e eeuw en is het enige overblijsel van de vroegere romaanse kerk die op dezelfde plaats stond. De toren is sinds 1935 een beschermd monument terwijl de kerk zelf in 2004 beschermd werd. De huidige kerk is sinds november 2006 gesloten vanwege de bouwvallige staat waarin ze verkeert.
De voormalige pastorie uit 1726. In 1768 werd het gebouw verhoogd met een verdieping. Ook de oude pastorie is sinds 2004 een beschermd monument. In 2012 is er met een renovatie gestart.
Hoeve en oud kasteel De Clee. Oorspronkelijk was dit een hoeve uit de 17e eeuw en behoorde ze toe aan de Abdij van Herkenrode. In de 19e eeuw werd de hoeve uitgebouwd tot een kasteel met herenhoeve. Het geheel is sinds 2004 een beschermd monument.
Het eclectisch Kasteel De Klee uit 1904-1907. Het kasteel werd grotendeels vernield door een brand in 1933 maar werd daarna volledig gerestaureerd. Het kasteel is sinds 2004 een beschermd monument.
Al deze prachtige bezienswaardigheden kom je tegen op deze wandeling. Op een bepaald plek heb je zicht op de kastelen De CLee; kasteel Rullingen en kasteel de Hulsberg. Vooral in de winter en voorjaar kun je deze zien als de bomen nog geen bladeren hebben. Nog even verder wandelen en we zijn terug op ons vertrekpunt. Het fijne van deze wandelingen is dat je niet noodzakelijk moet vertrekken aan de vertrekpunten je kunt de wandeling ergens starten je komt er toch altijd weer terug. Het is ondanks het verlies van het kasteel domein Rullingen nog altijd een mooie wandeling.
Problemen met de knie blijven duren daarom vandaag weer een korte wandeling. Hoeselt word het. In Hoeselt, een krans van schilderachtige dorpjes, heerst een ongekende rust in een ongerepte en tevens zeer afwisselende natuur. Tijdens de wandeling ervaren we aan den lijve dat we ons op de grens van Droog en Vochtig Haspengouw bevinden. De rijke diversiteit die Vochtig Haspengouw ons biedt aan landschappelijke bakens zijn het sterke reliëf van vlakke plateaus afgewisseld met smalle, vochtige beekvalleien, droge heuvelruggen, bosjes, holle wegen en kasteelparken binnen vrij korte afstand. En verder een mooi kleinschalig en heuvelachtig landbouwgebied met akkers en fruitbomen. Holle wegen komen in Hoeselt nog veelvuldig voor worden deskundig beheerd en hebben een rijke variatie aan flora en fauna. Zeer waardevol zijn ze. Bepaalde landschapsdelen hebben hun kleinschalig hagenpatroon behouden. Ook de omgeving van de Hel, de omgeving van de Goosstraat, het oude Tramtracé en het Steenbroek hebben een rijk hagen- en houtkantenareaal. Vaak zijn dit fourageer gebieden voor diverse vogelsoorten die minder frequent zijn. Niet alleen de natuur is hier alom tegenwoordig ook verschillende monumenten. We komen langs de Jeugdkapel gelegen op de heuvel. Aan het uiteinde van de Wo'lstrwo't bouwden de jeugdbewegingen van Hoeselt in 1938, onder leiding van kapelaan Vliegen, de Jeugdkapel. In de achtergevel van de kapel werd een veldkruis ingemetseld, dat even verderop met nog andere kruisen in het Biesenveld stond en herinnerde aan een moorddadige vechtpartij uit de 16de eeuw. We klimmen even de trappen maar we kunnen niks zien binnen de kapel deze is afgesloten met een deur. Dan maar verder met onze wandeling. Dan wandelen we Demervallei 'De Motmolen' in Bilzen binnen dit is een prachtig natuurgebied. Dit terrein heeft ook een cultuurhistorische waarde door de aanwezigheid van de ruïne van de Motmolen. Het natuurgebied omvat ecologisch zeer waardevolle terreinen, bestaande uit een kwelgebied met elzenbroekbos, graslanden en verruigd rietland. In het broekbos vinden wij massaal eenbes, gevlekte aronskelk, vogelmelk en keverorchis. In het natte gedeelten staat er moerasspirea, moesdistel, dotterbloem en herfsttijloos. In een groot deel is er een sterke ontwikkeling van een rietland. Kleine karekiet, ijsvogel, buizerd en boomvalk zijn er regelmatige broeders. We wandelen langs de plek waar de molen stond veel is er niet meer te zien gelukkig staat e r een infobord. We wandelen dit prachtige gebied uit en keren terug naar Hoeselt. Op het plein aan de kerk is er het domein Burghof, aan de noorderzijde van het Wagemanshof bevonden zich in de 17de eeuw 2 kastelen. Tegen het plein aan bevond zich de riante woning van Arnold de Moffarts, gehuwd met Lutgarde de Heusch. De grafsteen van beiden wordt nog bewaard in het portaal onder de kerktoren. Kasteel de Brouckmans. Een tweede kasteel Bethaniakasteel. In 1622 bouwde Walter de la Montaigne, diplomaat en griffier in Luik, een vierkantig waterslot met twee torens en noemde het ‘Bethania’. Na een bewogen leven overleed hij in 1633 in Hoeselt. Het kasteel kwam in handen van een zusterorde, de Orde van Calvarieberg. De orde verbleef effectief in Hoeselt tot het einde van de 17de eeuw. Begin 18de eeuw kwam het in handen van ridder Jean Antoine de Voet. De aankoop van het kasteel betekende bijna het faillissement van de Voet. Gelukkig kon zijn dochter Maria MargaretaTheresia de Voet trouwen met de zoon van de naburige rijke kasteelheer, Louis de Brouckmans. De beide kastelen werden alzo verenigd in één domein. Bethania verviel verder en werd in het midden van de 19de eeuw afgebroken, met uitzondering van de ingangspoort en –toren. Het kasteel van de Brouckmans werd in 1756 grondig verbouwd en aangepast aan de mode van die tijd. De datumsteen boven de poort herinnert hieraan. Martha de Brouckmans, de laatste nazaat van dit geslacht die op het kasteel woonde, verkoopt haar kasteel aan de Zusters van Voorzienigheid. Het herbergt thans het klooster van de Zusters van Voorzienigheid. Bijzonder op het plein is ook de kiosk. Op de voormalige dries, kiosk, bestaande uit een rieten dak gedragen door platanenstammen, en bekroond met een kleine, gelijkaardige lantaarn. De kiosk komt reeds voor op een foto uit het begin van de 20ste eeuw. We steken het plein over en keren terug naar ons vertrek.
43E MARCHE DES PINGOUINS. / LES PINGOUINS DE BELLAIRE. / BELLAIRE. 08/04/2017
43E MARCHE DES PINGOUINS.
LES PINGOUINS DE BELLAIRE.
BELLAIRE.
Vandaag een korte wandeling in Bellaire, mijn knie blijft pijn doen en daardoor een kleine 6km. Toch blij dat we hier kunnen wandelen door de omgeving. Ons eerste plekje is de kapel en dan verder. Door de straat met de japanse kersenlaren die er prachtig bij staan dikke bloesems geven alles een mooi uitzicht. Dan verder door een prachtige steeg nu alles uitloop en het frisse groen overal tegenwoordig is. Op het einde een prachtig huis met een haan op het dak, dan een heel eind door weilanden en veldwegen gewoon prachtig. Overal staan bloemen in de prachtigste kleuren wat kan het toch mooi zijn als je even de tijd neemt om rond te kijken en te genieten. Dan komen we in Queue-du-Bois een eind door het dorp tot we terug Bellaire inwandelen. Hier een oude school met interessante ingang maar spijtig is het allemaal wat onderkomen, wel een bijzonder beeld in de straat. Voorbij het oorlogsmonument en een paar kapellen en dan zijn we terug op ons vertrek. Een korte maar toch een fijne wandeling.
44E MARCHE INTERNATIONALE DU PLAYA-TROTT. / CLUB MARCHEURS PLAYA-TROTT. / MONTZEN. 01/04/2017.
44E MARCHE INTERNATIONALE DU PLAYA-TROTT.
CLUB MARCHEURS PLAYA-TROTT.
MONTZEN.
Montzen was de bakermat voor een voorspoedige en vruchtbare geschiedenis. Het was zonder twijfel een van de oudste platteland centra van het Land van HERVE. Hiervoor alleen al verdient dit dorpje onze aandacht. Volgens oude kronieken uit 1075 was Montzen de zetel van een belangrijke rechtbank met bevoegdheden over o.a. de plaatsen "Kelmis, Gemmenich, Hombourg, Moresnet, Teuven en Sippenaeken." In de tijd waren er een hoog gerechtshof onder de macht van de leenheer, vijf handelsrechtbanken en een feodaal gerecht genaamd naar de H. Anna. Een bezoek aan de wijk " Montzen-gare " laat U kennismaken met het rangeerstation. De bouw hiervan werd gestart in 1915 door de Duitsers, die het werk door Russische krijgsgevangenen lieten uitvoeren. Het plein voor de kerk is op zijn eigen een bezoek waard. Verschillende mooie gebouwen staan e r rond het groene plein met kiosk en fontein. Tegenover de St Stephanus Kerk, Classicistische Stijl (1780) Toren van 1865. We kunnen even binnen gaan kijken en zien nu wel de reden waarom de kerk van binnen beschermt is. Na het bezoek beginnen we onze wandeling. Op deze wandeling verschillende plekken die herinneren aan WO II. We wandelen verder komen in de straat Dumoulin met verschillende gebouwen van XVIIde & XVIIIde. En dan een heel eind door de velden en weilanden met prachtige zichten over “Het land van Herve” zo komen we op onze rustpost en daarna weer op stap we komen zo aan “ Convent de Pannesheydt” hier hebben velen een toevlucht gevonden in de WO II en zo ontsnapt aan de nazi’s. Hier werden ook vluchtelingen uit de nazi kampen opgevangen. Nog wat verder en we komen zo terug in het centrum van Montzen waar onze korte wandeling eindigt.
MARCHE DE JOUR. / CLUB MARCHEURS JALHAY. / JALHAY. 26/03/2017.
MARCHE DE JOUR.
CLUB MARCHEURS JALHAY.
JALHAY.
Op oude Nederlandstalige kaarten wordt deze plaats soms 'Gelhaag' of 'Gellet' genoemd. Geen van beide namen is nu nog gebruikelijk. Ook in het Duits is er de verouderde term 'Galbach'. Drie à vier eeuwen geleden werd in Jalhay nog het platdietse (Limburgse) dialect gesproken. Inwoners van het Nederlandse Valkenburg konden het dialect van het tegenwoordig Franstalige dorp verstaan. Net zoals het stadje Limburg verfranste dit gebied 200 jaar eerder dan het Land van Herve. Naast Jalhay zelf ligt in de gemeente nog de deelgemeente Sart (ook wel Sart-lez-Spa). Het riviertje de Hoëgne vormt een stuk van de grens tussen de twee deelgemeenten. In de deelgemeenten liggen nog diverse kleine dorpjes en gehuchtjes verspreid. In deelgemeente Jalhay liggen rond het centrum de gehuchten Foyr, Herbiester, Surister en Charneux. In Sart liggen naast het centrum zelf nog onder meer de dorpjes en gehuchten zoals Solwaster, Tiège, Wayai, Royompré en Nivezé. Nivezé is een vrije grote kern in het zuiden van de gemeente, vlak bij het centrum van het naburige Spa. Het prachtige landschap rond Jalhay nodigt uit tot wandelen. De verscheidenheid is groot langs weilanden, bosranden en het groene land van Herve. Zo mooi op een rustige zondag. We wandelen door de prachtige omgeving tot we in Charneux komen. Dit prachtige dorp met zijn typische huizen is en verhaal op zijn eigen. Zo mooi bijzonder het huis met een houten gevel met een 20 tal vogelhuisjes. En dan weer een heel eind door de weilanden en bosranden tot we aan de controlepost komen midden in een weiland staat de tent. Even rusten en dan weer verder langs “La Hoegne” deze prachtige rivier heeft een heel eind door het landschap een bedding uitgeslepen welke prachtig is om te volgen. We lopen een heel eind langs de rivier en komen zo aan de ruïnes van “la Forges –Le Chastelin later Forge Rachet” deze smederijen werkten van 1480-1690. Een bijzondere plek die midden in het bos ligt langs de rivier. Wat verder komen we aan ”Pont les Bateries” nog een heel eind lopen we langs de Hoegne. We verlaten nu het bos en wandelen terug naar Jalhay. Wat een mooie wandeling.