26e MARCHE INTERNATIONALE. / LES GLOBE-TROTTERS-AWIRS. / AWIRS-FLEMALLE. 31/08/2013.
26E MARCHE INTERNATIONALE.
LES GLOBE-TROTTERS-AWIRS.
AWIRS-FLEMALLE.
We vertrekken met onze wandeling in AWIRS, een klein dorpje van de gemeente Flemalle. We wandelen door een eindje het bos om dan wat later in WARFUSEE te komen. Het kleine gehucht van Warfusée ligt op enkele honderden meters van het centrum van Stockay. Dit stukje Haspengouw is van een bijzondere schoonheid.
En de natuur biedt even zoveel schoonheid, met landerijen, bossen en vijvers. Ontginningen, omheiningen (17de eeuw) en verkavelingen (18de eeuw) hebben het oorspronkelijke landschap ingrijpend veranderd. In de nabijheid ontstonden steeds meer winningsindustrieën: steenkool, aluinschalie en later kalksteen. We wandelen verder en komen in GLEIXHE langs de kerk St Lambert de Gleixhe uit de 18de eeuw. Wat verder langs een prachtige vierkant hoeve. Nog een eind langs de velden en akkers.
Op de weilanden grote rollen hooi. Wat mooi toch. We wandelen verder en zien “de Stinkende Kortschildkever” een bijzondere keven die veel lijkt op een schorpioen. Gelukkig kan ik er een mooie foto kunnen maken. Dan komen we in DOMMARTIN een gemeente van Saint George. Weer een eindje door de velden en akkers en dan komen we aan de “Rodge Male” een oude opgeknapte hoeve met vierkante toren.
Allemaal beestjes op de wandeling
Weer een eind door de velden en nu ook een stukje door het bos, prachtige zichten over het Haspengouwse landschap. Nog een klein stukje wandelen en we komen terug aan ons vertrek. Een prachtige landelijke wandeling.
BRUGED BY NIGHT. / FRISSE STAPPERS BRUGGE. / BRUGGE. 16/11/2013.
BRUGES BY NIGHT.
FRISSE STAPPERS BRUGGE.
BRUGGE.
Brugge by night opende vierkunststeden wandeltrofee
Vanuit het Venetië van het Noorden vatte zaterdag de vierkunststeden wandeltrofee aan. De wandeltrofee is een samenwerking tussen vier Vlaamse wandelclubs , waarbij de kunststeden Brugge, Gent , Oudenaarde en Kortrijk tijdens de eindejaarperiode gekoppeld worden aan een feeërieke avondwandeling.
De Frisse Stappers kiezen meteen de groene kant op , als we Buiten Boeverie een heerlijk wandelpad volgen langsheen de vestingen. De idyllische Smedenpoort vormt de aanvang van een eerste bezienswaardigheid. Het gaat kris kras langs gezellige Brugse steegjes allen met een eigen geschiedenis en eigen verhaal. Passeren ’t Brugs Beertje , een oeroud en befaamd staminée , geen twijfel mogelijk een Brugse Zot zal ons smaken. Via de Zilverstraat en de doorsteek van het Zilverpand bereiken we de Steenstraat.
De Sint-Salvatorkathedraal kreeg er inmiddels een nieuw kleurtje en inplanting bij. De majestueuze robuuste toren van het Belfort wenkt. De Oude Burg maakt zich op voor de opening van de kerstmarkt. Het gaat zowaar de andere kant op lanterfantend naar de Grote Markt. Jan Breydel en Pieter de Coninck , de twee Brugse volkshelden zijn zowaar bedolven tussen de opzet van de ijspiste en menig kerstchalet die hier straks de uitbundige sfeer van de eindejaarfeesten zullen uitmaken.
We vervolgen via de Burg , ook hier worden we letterlijk betoverd door de schoonheid. Het stadhuis , de heilige Bloed kapel stralen bij nacht. Langs de reien loopt de verkenning van Brugge verder. Maken er onder meer kennis met Hans Memling en Jan van Eyck op hun arduinen sokkel. Ook Guido Gezelle is voor eeuwig verweven met Brugge , als onderpastoor van de parochie Sint-Walburga was hij er een graag geziene gast. Na de rust lopen we verder langs de stadsvesten .
Eind 13de eeuw sierden molens de Brugse stadsvesten. Vandaag staan er nog vier exemplaren op de Kruisvest. De Sint-Janshuismolen (anno 1770) behield zijn oorspronkelijke stek en maalt, net als de Koeleweimolen, nog altijd graan. Via de Coupure zoeken we alras terug de gezelligheid op van de Brugse binnenstad. Monden uit aan de Vismarkt. Nog dagelijks met uitzondering van zondag wordt hier verse vis te koop gesteld.
Onze historische verkenning loopt hierna verder langs de Dijver, wellicht het meest gefotografeerd plekje van Brugge. Romantiek teert er weelderig. De Onze-Lieve-Vrouwkerk met haar madonna van Michelangelo vormt een zoveelste schoonheid langs het traject.
Op een boogscheut ligt het Minnewater en haar vredig Begijnhof. Nog zo’n idyllisch plekje waar je uren zo kunnen blijven turen. En dan gaat het vlug opnieuw naar de stationsbuurt. De eindmeet wekt van een oergezellige avondwandeling.
‘Strijd.’ Zo zou je deze landschapswandeling kort samen kunnen vatten. Het harde labeur waarmee de bewoners van de vierkantshoeves hun akkers bewerkten en hun boomgaarden verzorgden. De oorlogen die de Graven van Loon voerden van uit de historische stad Borgloon. De Romeinse troepen die het gebied doorkruisten. De ongelijke strijd tussen de omgeving en de krachten van de natuur. Het resulteerde in een golvend landschap met beboste heuveltoppen, akkers en uitgestrekte hoogstamboomgaarden.
Vanuit het historisch hart van de stad Borgloon wandelen we zuidwaarts. Onder de steenweg Tongeren - Sint-Truiden door, ontvouwt zich een prachtig landschap met uitgestrekte weilanden met hoogstamboomgaarden. Dat Haspengouw een rijk verleden heeft kan je op deze landschapswandeling ontdekken. Via de "Loonse" heuvels ontdekken we het Romeins verleden en de middeleeuwse geschiedenis. Tal van verwijzingen zijn nog te zien in het landschap: de Romeinse weg, de middeleeuwse burchtheuvel, monumentale boerderijen en kastelen. Onderweg heeft het Kunstencentrum Z33 op verschillende plaatsen kunstwerken geplaatst, die je op een andere manier naar het landschap laten kijken. We vertrekken met onze wandeling aan het Stadhuis van Borgloon en dalen zo de stad uit naar de steenweg die we nu onderdoor kunnen gaan dankzij de tunnel en dadelijk komen we in het prachtige Haspengouwse landschap. Hoogstamboomgaarden, beemden en weilanden waar koeien gezellig staan te grazen, ze kijken naar ons en denken waarschijnlijk wat komen die hier doen. Wij wandelen verder en genieten van de prachtige streek die de onze is. Als we ven achterom kijken zien we de kerk en de burgheuvel liggen. We komen aan “Landmark Romeinse Villa” waar je een prachtig panorama hebt over Broekom en je heb hier een zicht op het Haspengouwse landschap en verder over de taalgrens.
Hans Lemmen laat ons zien door zijn kunstwerk en benadrukt de archeologische waarde van de Romeinse kassei en omgeving. Het Romeins verleden van Grootloon wordt op een bijzondere en kunstzinnige manier zichtbaar gemaakt. Een plek om op zonnige dagen even tot rust te komen en te genieten van het prachtige landschap. We wandelen verder en volgen een eindje de Romeinse heerbaan en dan verlaten we de heerbaan en wandelen we door de veldwegen om een zicht op te krijgen op Heks bos. Nu weer verder tot we aan het kunstproject “De Twijfelgrens”. Hier toont Fred Eerdekens (BE) een geplooide lijn in het landschap. Langs de Romeinse Kassei vind je een houtachtige sculptuur waarin je – enkel wanneer je vanuit de juiste positie kijkt – het woord ‘twijfelgrens’ kan lezen. Fred Eerdekens gebruikt taal wel vaker als medium voor zijn kunstwerken. Tegelijkertijd is zijn werk een reflectie over hoe taal werkt.
Voor Twijfelgrens moet je het juiste standpunt innemen om het “verborgen” woord te kunnen lezen en tot inzicht te komen. Hier weer een prachtig panorama op Grootloon. Weer wat verder om aan het volgende kunstwerk te komen. “Reading Between the Lines” is de nieuwste blikvanger in het Haspengouwse landschap in het kader van Z-OUT en pit – kunst in de open ruimte een initiatief van kunstencentrum Z33. De vele kleine parochiekerken in de streek waren de inspiratiebron voor wat zij deze "geest van een gebouw” noemen. De 30 ton zware constructie bestaat uit honderd lagen cortenstaal. Na een voorbereiding van enkele maanden in het atelier werden alle elementen op één dag tussen de boomgaarden opgetrokken. Wat vandaag een trekpleister is voor toeristen uit heel de wereld.
Vandaag is een familie uit Israël op bezoek. Bijzonder is als je op de juiste plek staat, en door de toren kijk je gelijktijdig de toren van de kerk van Borgloon ziet. Hier ook weer prachtige panorama’s op de omgeving en Borgloon. We wandelen weer verder en steken de steenweg over en beginnen de klim naar het centrum waar onze wandeling eindigt. Een prachtige wandeling die je zo dikwijls kunt doen en telkens die je telkens weer verrast.
15E MARCHE DES BLES. / AL VILLE CINSE BERNEAU. / BOMBAYE. 26/08/2013.
15E MARCHE DES BLES.
AL VILE CINSE BERNEAU.
BOMBAYE.
Vandaag wandelen we in BOLBEEK. “Bombaye”. Wist niet dat Bombaye in het Nederlands Bolbeek was. Weer iets nieuws geleerd. Bolbeek werd gesticht op een golvende leembodem. Het landschap vertoont veel overeenkomsten met dat van het nabijgelegen Zuid-Limburg. Het dorp wordt in Middeleeuwse bronnen aangeduid als Bubais (1108) en Bulsbeke (1147).
Oorspronkelijk spraken de inwoners van Bolbeek één van de plaatselijke Nederlandse dialecten in Overmaas, die wegens het toebehoren aan de Republiek onder Hollandse invloed raakte. Bolbeek kende vanaf de achttiende eeuw echter een geleidelijke verfransing. In de negentiende eeuw was het dorp volledig Franstalig. We wandelen verder door het dorp en komen langs mooie gebouwen en dan is er controle weer verder en we komen in het volgende dorpje Mortroux.
Het ligt in het Land van Herve. Door het dorp stroomt de Rau d'Asse die in Mortroux uitmondt in de Berwijn, een zijrivier van de Maas. Mortroux ontwikkelt zich stilaan tot een woondorp maar er is nog veel landbouw aanwezig. We komen langs de Sint-Luciakerk heeft een middeleeuwse toren. De rest van de kerk dateert uit de 18de eeuw. Dan langs De Moulin de Nelhain langs de Berwijn is een watermolen met onderslagrad die dateert van 1819. De molen maalt niet meer maar de inrichting en het waterrad zijn nog aanwezig.
We wandelen verder, hier in het dorp is er nog Bos van Mortroux waar prachtige wandelingen kunnen gedaan worden. Wij weer verder langs grote akkers en velden en dan terug naar Bombaye. Een mooie wandeling in “het Land van Herve”.
Aalst een typische dorp langs de Melsterbeek, rond een éénbeukig neo-gotische kerk OLV onbevlekte ontvangen uit 1854 aan het driehoekig dorpsplein, hier vertrekken we met onze wandeling door Aalst en de omliggende dorpen. Al vlug komen we aan in Kerkom.
Hier ook een landbouwdorpje zoals er vele zijn in Haspengouw met de kleine boerderijen van de gewone boer en de groet vierkanthoeven van de rijke boeren en de kasteel heren. Kerkom bestaat al meer dan 900 jaar en de naam kwam van het Germaanse “Kyreheim” dat kerk en woning betekent. In Kerkom hebben we twee kastelen. We komen aan het kasteel van Kerkom uit 1889 met een behouden vleugel van het kasteel uit 1760. Het is gelegen in een prachtig park wat het kasteel aan ons zicht onttrekt.
Wij wandelen verder en komen zo aan het ”Wit Kasteel” is een 17 eeuws verbouwd herenhuis met een hoeve aan. Vandaag is het gelegen tussen de plantages. Op het plein voor het kasteel de bijgebouwen en de oudste zijn gebouwd in vakwerk. We wandelen verder en wandelen het militair domein op. Brustem. Het voormalige vliegveld ligt er verlaten bij de grote landingsbanen worden stilaan terug veroverd door de natuur en de vele militaire gebouwen zijn aan het vervallen.
De loodsen van de vliegtuigen staan er troosteloos bij en de natuur veroverd stilaan de omgeving. Eén hangaar is nog in het gebruik door de Limburgse Vliegclub die daar gebruik maken van een gedeelte van de landingsbanen. Wij wandelen een heel eind door het militair domein en soms overvalt het ons de gedachte dat dit allemaal zoveel geld gekost heeft en nu er zo bij ligt. Hier ook een stuk militaire geschiedenis en erfgoed wat verloren gaat. We verlaten het domein en wandelen terug Aalst binnen waar onze wandeling eindigt.
De gemeente Kerkrade grenst aan Duitsland en ligt tussen Landgraaf en Heerlen in. De historie van Kerkrade begint al met de stichting van het klooster Rolduc (1104), het grootste kloostercomplex van Nederland.
De Miljoenenlijn (de lijn heet zo omdat ze bij de aanleg destijds twaalf miljoen gulden heeft gekost) brengt de stoomtrein ook naar Kerkrade. In Kerkrade ligt een historisch gebouwencomplex, waarvan de betekenis verder reikt dan de streek. Met een geschiedenis van meer dan negenhonderd jaar is Abdij Rolduc het grootste en oudste bewaard gebleven abdijcomplex van Nederland. Vanwege de culturele betekenis en de bouwkundige waarde is de abdij een nationaal monument.
Rolduc is tegenwoordig in gebruik als hotel en conferentieoord. Rolduc is de tegenwoordige benaming voor de vroegere abdij Kloosterrade. Deze voormalige abdij van Augustijner koorheren bezit nog steeds een rijk archief, waarin de geschiedenis van de abdij is neergelegd. Hierdoor is het mogelijk een betrouwbaar en ook levendig beeld te geven van het wel en wee van dit huis en zijn bewoners. Wie de gebouwen van Rolduc nu ziet, kan denken dat er een grote kloosterstichter aan het werk is geweest. Niets is echter minder waar. De wording van Rolduc begint heel bescheiden met de komst van een leraar in de letteren van de stiftschool te Doornik (B.).
Het was Ailbertus, die zich met zijn twee broers uit de wereld terugtrok om een leven te leiden in evangelische eenvoud, met als hoofdkenmerken: gebed, beschouwend leven en beoefening van de naastenliefde, vooral door hulp aan de armen. De plaats van vestiging kreeg hij van Adelbert van Saffenberg die in Mayschoss (D.) resideerde, maar ook heer was over het gebied van Rode. Hij bezat hier een versterkt huis op de plaats van het tegenwoordige kasteel van Herzogenrath, de burcht Rode. Ailbertus kwam te Rolduc in 1104 en koos deze plaats omdat er waterbronnen waren en ook hout als bouwmateriaal aanwezig was. Hier vertrekt onze wandeling. Hier vertrekt ook de rondwandeling Hertog Limburgpad. Na de abdij wandelen het stadspark binnen en dan komen we aan kasteel Erenstein.
Kasteel Erenstein is een achttiende eeuws kasteel, gelegen aan de rand van de Anstelvallei. Binnen de historische muren is tegenwoordig een stijlvol restaurant te vinden. Vlakbij Kasteel Erenstein en midden in de prachtige natuur ligt Hotel Brughof. Deze authentieke Limburgse carréhoeve uit 1713 is vandaag de dag in gebruik als viersterren hotel. We wandelen door het park en gaan dan de velden in en komen langs de grote hoeve het Nieuwe Ehrenstein. Spijtig er staat een plaatje vergane glorie hier word verteld hoe deze prachtige hoeve in verval gekomen is en alleen het hoofdgebouw staat er nog. Dan weer verder en we wandelen nu langs de grote Cranenweyer en we wandelen nu verder en komen langs een vakwerkhuis en komen zo aan in Carisborg.
Een bruinkoolgroeve die tot natuurgebied omgevormd word. Carisborg is de naam van een adellijk huis, gelegen ten noorden van Heerlerheide. Het huis is afgebroken in 1919. De naam van het huis is tevens verbonden aan een bruinkoolmijn die van 1915 tot 1968 in werking is geweest. Tegenwoordig is een voormalige groeve van de N.V. Carisborg omgevormd tot een natuurgebied van 24 ha met dezelfde naam. De groeve werd gedeeltelijk opgevuld, waarna loofbos werd aangeplant. Dit wordt afgewisseld met hooilandjes, terwijl ook een kinderboerderij op het terrein werd aangelegd. Weer een eindje verder wandelen we langs de grenzstrasse.
Nu wandelen we langs de Worm en het Wormdal. Het Wormdal is een natuurgebied bij Kerkrade op zowel Nederlands als Duits grondgebied. Door het gebied stroomt de beek de Worm. Sinds halverwege de twintigste eeuw heeft de natuur hier haar gang kunnen gaan. Hierdoor is er een prachtig beeklandschap ontstaan met een meanderende beek, grindbanken en bossen. In de afgesleten buitenbochten van de beek zijn stijlranden, de perfecte plek voor bijvoorbeeld ijsvogels. Ook leven er verschillende moerasvogels zoals de waterral en de watersnip in het Wormdal. Weer wat verder langs de Worm om aan de Baalsbruggermolen te gaan we steken de Worm over wandelen over de koer van de molen. De Baalsbruggermolen was een watermolen staat aan de Baalsbruggerweg op de Worm die ter plaatse de grens vormt tussen Nederland en Duitsland. Tot de Franse Tijd bezat Abdij Rolduc de molen eigendom van de abdij. Het anker van het gebouw geeft de datum 1743. In die tijd had de molen drie houten waterraderen die in gebruik waren als korenmolen (een voor rogge en een voor tarwe) en als oliemolen. In 1854 had het onderslag rad van de roggemolen een breedte van 76 centimeter en een doorsnede van 5,5 meter.
In de jaren 1850, waarschijnlijk 1867, waren de raderen van de tarwemolen en de oliemolen vervallen en werden toen afgebroken. In 1894 werd het uit 1884 stammende waterrad vervangen door een ander rad met een breedte van 119 meter en een doorsnede van 5 meter en werd het water door een toelopende koker op de schoepen gebracht. In 1916 was er grote wateroverlast waardoor het waterrad vernield werd. In 1916 kreeg de eigenaar toestemming voor de plaatsing van een turbine. Het werd een Francisturbine met een turbinekamer op de plaats van het rad. Sinds 1967 is de molen een rijksmonument. Nog even en we zijn terug aan de Abdij Rolduc. Een prachtige wandeling met verschillende prachtige historische gebouwen en prachtige natuur.
40E MARCHE INT. HAUTES FAGNES. / CLUB DES MARCHEURS DES HAUTES FAGNES. / SOURBRODT. 24/08/2013.
40e MARCHE INT. HAUTES FAGNES.
CLUB DES MARCHEURS DES HAUTES FAGNES.
SOURBRODT.
De Hoge Venen zijn ongetwijfeld één van de meest ongerepte stukjes natuur van de Ardennen en de Eifel. Door het strenge klimaat van deze streek, de hevige neerslag, de lange koude winters en een lage gemiddelde temperatuur (6,1°) zijn uiterst zeldzame plantensoorten uit Noord-Europa, de bergstreken en het Atlantische gebied hier behouden gebleven.
Het huidige veenlandschap is grotendeels ontstaan onder invloed van de mens. De oude landbouw- en veeteeltpraktijken, zoals het weiden, het bestrijden van kreupelhout, het binnenhalen van hooi en de ontginning van turf hebben geleid tot de vorming van open ruimten. Tot in de middeleeuwen daarentegen waren de Hoge Venen nog voor 90% bebost. Vanaf omstreeks 1840 (in de Pruisische periode) werd heel wat heideland herbeplant met sparren. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke afname van de veenoppervlakte, voorheen de enige niet beboste zone. Dit kwam doordat het water naar de oppervlakte steeg, wat de vorming van een turflaag bevorderde. Deze kon zelfs een hoogte van enkele meters bereiken. De Hoge venen zijn de enige natuurlijke biotoop die tot vandaag is blijven bestaan. De handhaving ervan vereist aanzienlijke beschermingsmaatregelen. Om de fauna en flora van de Hoge Venen te behouden, werd een oppervlakte van 4.500 ha beschermd als natuurreservaat (reeds in 1957). Dat reservaat kreeg in 1966 het Europees diploma voor natuurbehoud. Vandaag zullen we een gedeelte van dit prachtige reservaat verkennen.
We vertrekken in het centrum van Sourbrodt, en als we het dorpje verlaten staat er en tent met melkboeren met Die faire Milch een lekkere chocomelk of een ijsje worden de wandelaars aangeboden. Zo leren we de faire producten kennen. We wandelen het dorpje uit en wandelen de Fagne Tirifaye in een groot stuk bos en natuur. We wandelen een heel eind over het pad dat Auf dem Hau heet en ons door de prachtige natuur leidt. Wat verder langs een kruis ter herdenking van de Russische krijgsgevangen.
Nu wandelen we in het reservaat de Hoge Vennen. Wat prachtige zichten levert deze wandeling ons over het ongerepte landschap. Tal van riviertjes en beken ontspringen in dit gigantisch waterreservoir en banen zich een weg doorheen het landschap net alsof het levensaders zijn: licht kabbelend in een zacht glooiend open landschap. Nu weer een eind over het knuppelpad. We bevinden ons dan ook op een enorme spons. De sparrenbossen werden recent gekapt om het gebied in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. Want, hoewel het hoog plateau tegenwoordig met naaldbomen is bedekt, had het gebied vroeger veel weg van een immens moeras. We blijven een heel eind op deze prachtige wandeling lopen en genieten van de mooie zichten op de Hoge Vennen.
Dan komen we langs een gedenkplaats waar een vliegtuig verongelukt tijdens de oorlog. We vervolgen onze weg en dan komt de kerk van Sourbrodt in zicht. Door het dorp met zijn typische huizen en zo komen we terug aan ons vertrekpunt waar een prachtige wandeling eindigt.
LA MARCHE DU TERROIR. / MARCHEURS DE L'OURTHE ET LAVAL. / SAINTE-ODE 22/08/2013
LA MARCHE DU TERROIR.
MARCHEURS DE LOURTHE ET LAVAL.
SAINTE-ODE.
In het hart van de valleien van de Ourthe en de Laval, biedt de gemeente Sainte-Ode ons kristalheldere rivieren, talrijke wandelpaden en een ongeschonden natuur.
De streek is ideaal voor rust en ontspanning. Genesteld in het Ardense massief en temidden van groene velden, verzekert Sainte-Ode, samen met haar 24 dorpen en gehuchten ons een prachtige wandeling. Onze wandeling vertrekt in Amberloup. We komen langs het infobord van Parc Naturel Des deux Ourthes. Het Parc Naturel des Deux Ourthes heeft een oppervlakte van 76.000 ha, dit enorme gebied is gewijd aan de natuur en de bescherming ervan.
Bij het binnengaan van dit gebied zijn er geen veiligheidsslagbomen, geen voorkeursbehandeling en u wordt er ook niet gefouilleerd. Het natuurpark en zijn rol om de biotoop te behouden, volgen volledig het gejaagde leven van de 21ste eeuw: fabrieken, winkels, toerisme, woningen zijn er allemaal aanwezig. Het natuurpark is specifiek door de aanwezigheid enerzijds van de oostelijke en westelijke Ourthe en anderzijds van de rots van Hérou en de veenmoerassen in Tailles. Dit alles schenkt de omgeving een enorme rijkdom.
We genieten van het golvend landschap met weilanden en bossen. Het is een groene oase van rust en genieten. We lopen een eindje over een oude spoorwegzate en steken de beek over en dan weer verder door het prachtige landschap. We komen langs een kasteeltje en verder langs de bossen en weilanden gewoon prachtig. We passeren ook een paar mooie Luxemburgse huizen en komen in Lavacherie een prachtige Ardens dorp dat wat heeft met koeien.
We wandelen voorbij de kerk van Saint-Aubin en Saint-Antoine. We wandelen door het dorp langs prachtige huizen. Op elke straathoek staan wel beelden van koeien en dan verlaten we het dorp en klimmen het dorp uit na enige tijd is het de moeite om eens achterom te kijken naar het dorp en zijn kerk. Nu een heel eind door de prachtige natuur met vele vlinders wat zijn ze toch mooi deze kleine beestjes. Een heel eind wandelen om dan in Tonny te komen ons volgend dorpje.
Hier even pauze op de camping.
Dan weer verder en komen in Tillet. En dan weer verder en komen terug in Amberloup. Hier is vandaag een dorpsfeest met ambachten en lokale streekproducten. Onze aankomst is in de tent op het plein. We blijven nog even na genieten van de mooie wandeling en proeven La cuvée de la Jonquille een lekker lokaal biertje. We hebben nog wat tijd over en willen graag het paddenstoelenmuseum gaan bezoeken.
CENTRE D'INTERPRETATION DU CHAMPIGNON
INTERPRETATIECENTRUM VAN DE CHAMPIGNON
6680 TILLET (SAINTE-ODE)
Het centrum antwoordt op de vraag "wat is een champignon?" en vertelt zijn rol in het dagelijkse leven (zowel superieure champignons als schimmels). Presentatie van oesterzwammen. Een reconstructie van een natuuromgeving. Een aanrader voor de natuur liefhebber.
PANNENKOEKENTOCHT. / DE LOONSE TSJAFFELEERS. / BORGLOON 18/08/2013.
PANNENKOEKENTOCHT.
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
BORGLOON.
Het huidige Borgloon overkoepelt dertien deelkernen. Op 19 juli 1985 verwierf Borgloon opnieuw de titel stad. Zowat een millennium geleden werd dit plekje omwille van zijn strategische heuvelsite door de graven van Loon uitverkoren om de hoofdplaats van hun graafschap het graafschap Loon is immers de historische voorloper van de huidige provincie Limburg te worden. Borgloon heeft alle ingrediënten voor een geslaagd landschaps- en cultuur wandeling.
De glooiende contactzone tussen Droog- en Vochtig Haspengouw bloeide mettertijd open tot de boomgaard van Vlaanderen. Maar het Loonse landschap heeft veel meer in petto dan geherwaardeerde hoogstamboomgaarden, landschapsbepalende laagstamaanplantingen en uitgestrekte aardbeienvelden. Er zijn immers ook de ecologisch waardevolle beekdalen, de koepelbosjes, de graften, de holle wegen en de panoramas. In dit natuurrijk decor situeren zich bovendien tientallen historische gebouwen en monumenten, kerken, kastelen, kwadraathoeven, kapellen, de abdij Mariënlof en hier en daar nog een vleugje vakwerkbouw, de versteende getuigen van een bloeiend cultuurhistorisch en agrarisch verleden. Vandaag doen Hendrieken, Gotem en Rullingen aan.
We vertrekken van uit de school en gaan dan richting Hendrieken, langs het nieuwe kerkhof met het ronde witte kunstwerk Memento van Wesley Meuris. Dan een heel eind door de boomgaarden en plantage en voor ons op de heuvel ligt het kasteel van de Hulsberg. Kasteel Hulsberg werd in 1882 gebouwd op een heuvel waarvan de top 108m boven de zeespiegel uitsteekt. Omwille van deze heuvelsite is het kasteel een opvallend oriëntatiepunt in het landschap. We wandelen wat verder en komen dan aan de kapel van het kasteel . Kapel en kluis van Hulsberg worden in 1689 gebouwd door Nicolaas Poislevache, deken van het kapittel van Borgloon, die de bedevaart naar Loreto in Italië maakte. De kluis was oorspronkelijk gelegen op de top van de Hulsberg, waar thans het kasteel staat. De eerste kluizenaar is Martin Derwael, genaamd Joseph.
Eind 18de eeuw is Samuel Ulens eigenaar, die de kluis in 1810 aan Claes, eigenaar van het kasteel van Rullingen, verkoopt. Bij de aanvang van de bouw van het kasteel van Hulsberg in 1882 worden de gebouwen afgebroken en heropgebouwd aan de voet van de Hulsberg. De laatste kluizenaar overleed in 1897. De kluis deed nog enige tijd dienst als landbouwbedrijf; thans blijft alleen de kapel bewaard. Een gevelsteen binnen in het gebouw vermeldt de oprichting van de eerste kapel en het jaartal 1689.
We wandelen voorbij de kapel en wandelen een eindje verder en komen zo in Gotem. We komen aan de Herenhoeve met kern uit 17de eeuw en latere aanpassingen. Op de Ferrariskaart (1771-77) afgebeeld als een gesloten geheel, volledig omgracht en bereikbaar langs een dreef. In de Atlas van de Buurtwegen (1844) is het erf in de noordoosthoek gedeeltelijk opengewerkt. De Lindedreef, verbinding tussen het Fonteinhof en de kerk, is nog steeds bewaard; de gracht bleef bewaard, maar staat thans droog. In 1940 is hier de fruitsapproductie van Looza begonnen. Vandaag is het een hotel. Tegenover ligt het kerkje. De kerk is gelegen binnen het ommuurde kerkhof. Romaanse kerk met schip uit de tweede helft van de 12de eeuw en absis van circa 1220-1230. We wandelen weer verder steken de steenweg over om dan naar Rullingen te gaan.
Het kasteel van Rullingen, een waterkasteel uit de 17de eeuw. Het domein rond het kasteel maakt deel uit van het Provinciaal Domein Rullingen, één van de 12 Limburgse natuurgebieden. Dit 13 ha grote domein omvat het kasteel met slotgracht, een geometrische Franse tuin, een parkbos, een waardevolle hoogstamboomgaard met honderden fruitbomen en een heuse wijngaard van 1 ha. Het domein is dagelijks vrij te bezoeken spijtig dat het kasteel vandaag leeg staat het, hotel is onlangs gesloten door faillissement. Het park blijft open voor het publiek.
Nu wandelen we naar de oude spoorweg de fruitlijn naar Kuttekoven en dan terug naar de school waar onze wandeling eindigt. Het is de pannenkoekentocht en we kunnen toch moeilijk vertrekken zonder ze te proeven, lekker gemaakt door de voorzitster. Een fijne in Borgloon.