BLOESEMTOCHT. / DE LOONSE TSJAFFELEERS. / BORGLOON.
BLOESEMTOCHT.
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
BORGLOON.
De wandeling start in de fruitveiling in Kerniel, wij vatten de wandeling aan in het centrum van Borgloon op de controlepost, wij wandelen naar Puthofveld waar we langs een van de kunstwerken van Spoor komen. Het is het kunstwerk met appelen die een vrouw voorstelt. We steken de straat over en wandelen dan naar Kerniel, langs de oude spoorweg.
Het Fruitspoor of de oude spoorwegzate (Lijn 23) van Tongeren naar Sint - Truiden (Belgie) bracht in 1879 industrie naar het zuidelijk deel van Limburg én toverde Haspengouw om tot het huidige bloesemparadijs. De spoorweg welke oorspronkelijk (33,4 Km) lang was is Oost - West georiënteerd en verbindt de parallelle Noord - Zuid georiënteerde beekvalleien van Meersbeemden en Kuttekoven..en zo komen we in de Abdij van Colen.
Weggedoken in het heuvelend Haspengouwse landschap midden in de fruitstreek straalt de Abdij "Mariënlof" vrede en rust uit. In de loop der jaren is ze een vaste waarde geworden in Zuid-Limburg. Oorspronkelijk gesticht voor en bewoond door de Kruisheren, opgeheven met de Franse Revolutie, wordt de Abdij sedert 1822 bewoond door de cisterciënzerzusters, als voortzetting van de Abdij Woutersbrakel in Waals-Brabant. Het cisterciënzerideaal werd er hoog gehouden en nog steeds beleeft. Mariënlof, mensen komen en gaan, mensen om de schatten te bewonderen, mensen om te bidden, mensen met hun vragen en problemen, mensen om één of meerdere dagen te genieten van de rust en de stilte.
In een zijgebouw op het binnenplein van de Abdij Colen staan een aantal panelen opgesteld die de ganse geschiedenis van de fruitteelt uit Haspengouw weergeven aan de hand van foto's en teksten. Daarbij kan de bezoeker eveneens de nevenactiviteiten aangaande fruit bezichtigen en ook de moderne fruitteelt met al haar facetten. Thema's als het belang van de fruitproductie, fruit en gezondheid, fruit en wetenschap, worden zeer bevattelijk en educatief geïllustreerd, uitgelegd en getoond. Uiteraard zijn er ook een groot aantal relicten uit het verleden te zien, waaronder de oudste sorteermachine uit Europa en de oudste veilingklok van België. Aan de andere zijde van de vallei ligt Kerniel, werd voor het eerst vermeld in 1279. Het behoorde tot de bezittingen van de graven van Loon. We wandelen nu door de vallei en komen zo in Kerniel.
In de oude pastorij is er nu een wijnboer actief, de wijngaard is gelegen rond de pastorij en je kunt er de wijn gaan proeven. Hier zijn we dadelijk aan de fruitveiling. Voor ons de controlepost. Wij keren dan terug op het parkoers langs de bloeiende bomen, de bloesem is nu wel op zijn best.
Het is genieten van al het moois dat de natuur ons elk jaar weer geeft. Zo kunnen we toch steeds weer genieten van een wandeling in onze eigen stad en dorp. Nog een mooie panoramafoto van Borgloon
De wandelaars, ook hij die niet historisch geïnteresseerd is, vindt hier veel van al wat zijn hart maar begeert. Prachtige, glooiende bossen met unieke flora en fauna, uitgestrekte weilanden, beplant met allerlei soorten fruitbomen. De appelsoort "Gronsvelder Klumpke" is in dit verband te vermelden. Het valt niet te ontkennen dat vooral de afgelopen halve eeuw de fruitteelt voor Gronsveld, Rijckholt en Eckelrade van grote betekenis is geweest.
Doch de uitgestrekte weilanden zullen in de nabije toekomst gedeeltelijk verdwijnen. Spijtig want vandaag kunnen we nog genieten van de prachtige boomgaarden in bloei. We vertrekken in Gronsveld tegen de tuinen van het kasteel. We wandelen de straat uit en komen aan de ingang van het kasteel. Het huidige kasteel is in 1833 als landhuis gebouwd door de Maastrichtse familie Gadiot. Het is opgericht op de grondvesten van een der ronde torens van een voormalige, rond 1300 gebouwde, rechthoekige burcht. Resten van de drie andere hoektorens en tussenliggend muurwerk zijn nog aanwezig. Bij de bouw van het huis uit baksteen en natuursteen zijn deels de restanten van de oude burcht hergebruikt. In 1880 werd het landhuis in neogotische stijl verbouwd en werden op de hoeken een aantal arkeltorentjes toegevoegd. Gelijktijdig werd tegen de resten van de noordoostelijke kasteelmuur een oranjerie bijgebouwd. Aan de hoofdweg heeft het kasteel een uit 1881 daterend poortgebouw met poorttoren in neogotische stijl met neoclassicistische elementen. Rond het kasteel bevindt zich een ruim en mooi park.
We wandelen verder en komen zo in de prachtige natuur, we komen in het Savelbos. Het Savelsbos is een 6 km lange, vaak smalle gordel van hellingbossen op de vaak steile Maas dal helling. Het bos kent zeer steile, vaak eroderende hellingen en veel trappenpaden. We komen aan Huis De Beuk deze ligt in het gedeelte waar vroeger mergel gewonnen werd. In 1881 ontdekte Marcel de Puydt, een Belgisch archeoloog, in het Savelsbos de eerste sporen van prehistorische vuursteenmijnbouw. Hij trof een groot aantal gebruiksvoorwerpen aan. De mijnen bestaan uit honderden schachten met galerijen, waar de mensen zo'n 5500 jaar geleden vuurstenen uit haalden om werktuigen (o.a. bijlen en hakken) van te maken. Merkwaardig is dat overal in de omgeving grote hoeveelheden vuursteenscherven te vinden zijn, die vaak afkomstig zijn van prehistorische productie van stenen bijlen en dergelijke. Tot in de 19e eeuw werden vuurstenen ook gebruikt om vuur mee te maken met hulp van een tonteldas. In mindere mate werd er destijds ook vuursteen gewonnen voor de bouw. Het gebruik van vuursteen bleef in deze omgeving echter nogal beperkt vergeleken met bijvoorbeeld de Voerstreek. Bij Moerslag ligt het geologisch monument Moerslag, waar vroeger kalksteen of mergel werd gewonnen om land en weiden te bemesten.
De mergel komt op sommige plekken aan de oppervlakte en daar zijn ingangen de berg (mergelgroeve) in. Door het hele bos verspreid bevinden zich deze mergelgroeven. Na de Tweede Wereldoorlog stopte deze cultuur. Soms worden nog wel champignons geteeld in de grotten. Veel van die ondergrondse gangen staan nu op instorten. Bekende namen zijn: de Dolekamers, de Hel, de Beuk, het Varkensgat, Het Wijnkeldertje en het Mergelgat. In de grotten, waar een constante temperatuur van 10 graden Celsius heerst, overwinteren vleermuizen. Huize de Beuk is een oude boswachterswoning nabij Gronsveld die al in 1848 werd gebouwd. Het pand is opgetrokken uit kalksteen en werd gebouwd in opdracht van de Belgische familie Martens uit Leuven. De naam van het pand is afkomstig van de eerste bewoners, de familie Beuken. Tussen 1848 en 1938 werd het pand door drie generaties Beuken als bos- of veldwachter bewoond. Vanaf de hooggelegen woning konden ze de omgeving goed in de gaten houden.
De heuvel waarop Huize de Beuk staat heet de Wijngaardsberg. Hier werd nog tot in de tweede helft van de 18e eeuw wijn verbouwd. De gangen in de kalksteen zijn de restanten van de kalksteenwinning die al vanaf 1500 werd gewonnen ten behoeve van de woningbouw. Ook de Utrechtse Dom werd al rond 1500 gebouwd van Gronsveltsteen. De winning werd echter bemoeilijkt door de slechte kwaliteit van het gesteente en de aanwezigheid van veel vuursteen in het gesteente. Nadat de kalksteen gewonnen was, werden de gangen nog een tijdlang gebruikt voor de kweek van champignons. Dit eindigde echter ook in 1963. Daarna werden de groeven afgesloten ten behoeve van de rust van de overwinterende vleermuizen.
Het is een prachtig stuk natuur waar we door wandelen. We wandelen verder door het Savelbos en komen zo aan in St Geertruid. Door de dorpsstraat waar vele mooie grote boerderijen in vakwerk en mergel. Gewoon prachtig. Na de doortocht door het dorp terug de natuur in. Wat verder komen we aan de controlepost, hier een tentoonstelling van het fruitstreekmuseum.
We wandelen weer verder en komen zo terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling met prachtige natuur, vakwerk en kasteel.
De historische stad : steegjes, huizen, plaatsen, fonteinen en de 18de- eeuwse Abdij vertellen een contrastrijk verleden.
Stavelot en het water : sinds altijd heeft het water ritme gegeven aan het stadje met de Amblève en zijn oude brug, de fonteinen en zijn wasplaatsen, zijn vijvers waar de herinnering aan de 19de- eeuwse leerlooierijen zich weerspiegelt. Veel van de huizen ij het stadje zijn vakwerkhuizen, wij wandelen uit de stad klimmen en hebben een prachtig zicht over de omgeving. Wij wandelen nu naar Parfondruy een gehuchte met een eeuwen oude kapel. Nu wandelen we weer een heel eind door de prachtige omgeving bossen met diepe dalen, weer eens stevig klimmen en dan weer dalen.
Wij zijn hier op de weg naar Coo. Wat een prachtige vergezichten hebben we hier. We wandelen hier op de route van Point de vue de Ster een panoramaroute. Op het uitkijk hebben een uitzicht op de waterval van Coo. We wandelen door de bossen en komen zo in Ster. Ook hier weer enkele prachtige vakwerkhuizen. Een heel eind wandelen we weer door de bossen en komen zo terug in Parfondruy. Nu nemen we de oude spoorwegzate richting Stavelot.
In Stavelot wandelen we een eind door de straten met prachtige gebouwen. We komen aan de Sint-Sebastiaanskerk. De bouw van de kerk begon in 1750; ze werd in 1754 ingewijd. Ze herbergt het schrijn van Remaclus uit 1268 in het koor en een beeld van de heilige in de rechterzijbeuk. Een deel van het meubilair is uit de 18e eeuw, aangevuld met meubilair uit de eerste parochiekerk en uit de abdij van Stavelot. Wij wandelen over het plein en keren zo terug naar ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling.
MIDWEEKWANDELTOCHT. / WSV DE VELDLOPERS. / GULPEN. 18/04/2012.
MIDWEEKWANDELTOCHT.
WSV DE VELDLOPERS.
GULPEN.
Als we de parking verlaten om naar het startlokaal te gaan komen we voorbij de GULPENER BIERBROUWERIJ.
De geschiedenis van de brouwerij gaat terug tot 1825 toen het onder de naam Gulpener Bierbrouwerij de Gekroonde Leeuw en werd opgericht door Laurens Smeets (1781-1835). De brouwerij, nog steeds een familiebedrijf ligt nog altijd op dezelfde locatie. Laurens weet al snel voldoende afzet te vinden voor zijn bier en kan hierdoor dan ook een bloeiend bedrijf overdragen aan zijn zoon Jan. Toen Jan zich ook terug trok werd de directie gevormd door de zonen Guillaume en Edmond en schoonzoon Jan Renier Eduard Rutten. Het zijn na die periode de nakomelingen van de schoonzoon die het bedrijf voortzetten als Rutten's Bierbrouwerij de Zwarte Ruiter. Nadat de naam De Zwarte Ruiter in handen kwam van een onroerend goed magnaat, werd de naam Gulpener Bierbrouwerij geïntroduceerd. Vandaag is het nog altijd een familie bedrijf met veel respect voor de natuur en zijn omgeving, tradities worden bewaard. Wij gaan verder naar het startlokaal.
Na de inschrijving vangen we onze tocht aan en klimmen Gulpen uit langs het Joods monument. Gulpen is het kloppend hart van het Zuid-Limburgse heuvellandschap. De omgeving staat bekend om haar schitterende landschap. De heuvels maken het on-Nederlands mooi! De gemeente kent 10 dorpjes met elk een eigen sfeer. Vandaag ontdekken we de prachtige omgeving van Gulpen. We wandelen door de prachtige natuur langs veldwegen waar we prachtige panoramas hebben op het golvend landschap. Na een poosje wandelen we het bos binnen en komen zo in Scheulder dorp. De plaats is gelegen aan de oude Romeinse heerweg en pelgrimsroute van Maastricht naar Aken. Al in de zevende eeuw trok men erlangs op bedevaart. In het dorp was vroeger een gasthuis, waar men destijds kon schuilen, de plaatsnaam is een verbastering van dit woord. Vroegere namen waren ook wel Schuiler of Schuller.
De geheel uit mergel opgetrokken Sint-Barbarakerk stamt uit de 19e eeuw, de toren is er in de beginjaren van de 20e eeuw bij gekomen. Scheulder ligt op het plateau van Margraten, noordelijk van het dorp ligt het Gerendal. Aan weerszijden liggen andere kleine plaatsjes, de buurtschap IJzeren en Ingber. Het dorp bezit verschillende prachtige oude boerderijen en verschillende vakwerkhuizen. We wandelen door het dorp en wandelen dan naar het Gerendal. Het Gerendal betreft met name een ruim drie kilometer lang asymmetrisch droogdal, gelegen tussen het Geuldal bij Schin op Geul en het plateau van Margraten bij Scheulder. Aan de oostzijde van het dal ligt een doorlopende en steile beboste kalkrijke helling. De bossen worden op enkele plekken onderbroken door soortenrijke kalkgraslanden met talrijke soorten orchideeën. Het Gerendal is landschappelijk nog erg gaaf en bovendien erg stil aangezien er geen autoverkeer is toegestaan. Het is er heerlijk om te wandelen.
We komen dan ook aan de Orchideeëntuin. Deze is aangelegd om een te druk bezoek van orchideeënrijke bossen en weiden te voorkomen. Niet alleen de grote collectie orchideeënsoorten, maar ook de vergezichten zijn er interessant. We wandelen door het Gerendal en komen zo in Berghof. Hier een prachtige grote boerderij en prachtige vergezichten over het landschap. Nu dalen we af en volgen de bergweg tot we richting Gulpen gaan, hier nog een dikke kilometer tot in Gulpen, we komen nu in Heersel een gehucht van Gulpen en passeren de door een bom verwoeste boerderij, op 27/11/1941 ontplofte hier een bom en er vielen 4 doden een ijzeren kruis herinnerd aan deze tragische gebeurtenis.
Nu dalen we af naar Gulpen en komen langs het oude kerkhof, hier staat de oude kerktoren van het dorp. Een romaanse toren die waarschijnlijk uit de 11e eeuw dateert en het enige nog bestaande deel is van een middeleeuwse dorpskerk. Gezien haar bouw (muren van 1,5 tot 2 m dikte) en haar ligging heeft zij waarschijnlijk oorspronkelijk tevens als verdedigingstoren gediend, waar ook de plaatselijke bevolking bij dreigend gevaar haar toevlucht kon zoeken. Weer verder wandelen we langs het riviertje de Gulp, dat dwars door het centrum van het dorp loopt en het dorpsgezicht typeert. De plaats zelf ontleent haar naam aan het riviertje de Gulp. Zo komen we terug aan ons vertrek en eindigt onze woensdag wandeling.
33E MARCHE INT.DE WAREMME. / LES AMIS DU TUMULUS. / WAREMME 15/04/2012.
33E MARCHE INT. DE WAREMME.
LES AMIS DU TUMULUS.
WAREMME.
We vertrekken in Waremme met de wandeling en al vlug wandelen we de Drêve de Longchamps op die ons naar het kasteel de Longschamps brengt.
Het château de Longchamps is een van de weinige kastelen van belang die in de periode van het Eerste Franse Keizerrijk (1810) zijn gebouwd in België. Longchamps werd gebouwd voor Michel Laurent de Sélys (1759-1837), die in 1795, het jaar dat het prins-bisschopsdom Luik werd verenigd met Frankrijk, voorzitter werd van de nieuwe gemeentelijke administratie te Luik. Het kasteel is gebouwd in Empire-stijl. Michel Laurent de Sélys Longchamps huwde met Marie Denise Gandolphe, geboren te Parijs in 1777 en overleden op het kasteel van Longchamps in 1857. In 1800 werd Michel Laurent de Sélys burgemeester van Waremme, onder het Consulaat. Het rechthoekige hoofdgebouw maakt indruk door zijn horizontale lijnen. Zuilen bij de ingang, een bovenverdieping die lager is dan de onderste verdiepingen en vensters op regelmatige afstand van elkaar karakteriseren het gebouw.
Een groot park is behouden gebleven en is getuige van de grandeur van weleer. Met zijn vijvers en zijn beelden is het een prachtig park, wat opvalt is de zee van witte bloemen. Allium paradoxum var. Normale is een aluinsoort.
We wandelen door het park gewoon prachtig wat verder wandelen we het park uit. We komen nu in Petit-Axhe en Grand-Ahxe. Nog wat verder komen in het Insectenmuseum van Petit Axhe. Spijtig dat het gesloten is het is gelegen in een prachtig park met vele wandelwegen en plankenpaadjes, we wandelen er een heel eind door. We verlaten het domein en komen in Berloz.
Het Château de Berloz werd vanaf de twaalfde eeuw tot aan de Franse Revolutie bevolkt door de graven van Berloz. Deze graven speelden een voorname rol bij de geestelijkheid, het leger en de administratie van het Land van Luik (Pays de Liège). Het kasteel is geïntegreerd in een merkwaardige omgeving, die tevens de kerk Saint-Lambert, de pastorie en de 'ferme castrale' omvat. Het kasteel werd vroeger omgeven door een groot park. Sinds het begin van de twintigste eeuw is het park, dat een vijver bevatte, van het kasteel gescheiden door de openbare weg. Het kasteel is door het Waalse Gewest geklasseerd als rijksmonument, maar verkeert momenteel in slechte staat.
We wandelen weer een eind verder en komen terug in Waremme. Door het park en dan zijn we aan het einde van een mooie wandeling.
37E MARCHE DE LA VALLEE DE LA VESDRE. / PORTE OUVERTE PRAYON. / TROOZ. 14/04/2012.
37E MARCHE DE LA VALLEE DE LA VESDRE.
PORTE OUVERTE PRAYON.
TROOZ.
Trooz gelegen aan de Vesdre, in de prachtige vallei van deze rivier.
Wij wandelen Trooz uit langs de prachtige hellingen van de vallei, hoge rotsen met grillige vormen zijn onze metgezellen. We wandelen verder langs de oever en komen aan een klein oud wit huisje met een plaquette; geboortehuis van Jean Le Jeune politiecommissaris van Luik die door de Duitsers op 14/09/1917 dood geschoten. We wandelen weer verder langs de oever van de Vesdre.
En dan klimmen we de steile oever op, door een prachtig beboste oever, tapijten van Daslook vullen de oever op het is mooi ,om te zien wat een grote hoeveelheid hier staan, nog een paar dagen en ze kleuren het bos wit met hun bloemen, spijtig dat fotos geen geur kunnen geven het ruikt sterk naar look. We blijven klimmen tot we boven zijn hier veranderd het landschap van bos naar weilanden. We hebben hier ook prachtige zichten over het mooie landschap. Wat verder komen we in het gehucht Au Thier. Hier prachtige huizen in baksteen, wat duid op de rijkdom van de vroegere huiseigenaars. De gewone mensen hun huizen werden gebouwd met stenen uit de groeven, de welgestelde bouwden hun huizen met baksteen en zo lieten ze zien hoe groot hun rijkdom was. Dikwijls komen we huizen tegen waarvan de achterzijde in steen uit de groeven is maar de voorzijde in baksteen.
We wandelen verder en stekken de Vesdre over. We komen aan de Fenderie. De vallei van de Vesdre is al lang een van de belangrijkste industriële centra van Luik als bewijsmateriaal de fenderie van Trooz, die meer dan 500 jaar geschiedenis heeft. Deze fenderie is een van de oudste in de regio. Haar fundamenten dateren uit de late 16e eeuw. En het werkte tot de tijd van de sluiting in 1988. Op het domein staat het kasteel uit de 17de eeuw en niet te bezoeken. Het is wel een merkwaardig gebouw. Gelegen aan een kunstmatige zijarm van de Vesdre.
Tegenover ligt een ander kasteel dat veel jongere is gelegen in een groot bos park. Dan begin voor ons een lange klim het bos in, maar we worden beloont met prachtige zichten. We wandelen een heel eind door de bossen en komen zo in Forêt. Hier ook weer prachtige hoeven en het kasteel. We wandelen door het dorpje en weer wandelen we de bossen in met weer prachtige zichten over het landschap.
Dalen weer af en komen langs de plek waar men vroeger zink ontgint. Het is heel duidelijk te herkennen want de hele oppervlakte ziet geel van het zinkviooltje. We wandelen nog war verder en gaan dan weer naar ons vertrekpunt. Zo eindigt een mooie en aangename wandeling.
Een sprookjesachtig decor van betoverende bloesems dat is het decor van vandaag. Wij vertrekken met de wandeling in Borgloon en wandelen zo naar Wellen voor de start.
Wij wandelen naar Kuttekoven waar de controlepost is. We wandelen naar de kasteelhoeve van de Klee. Hoeve en oud-kasteel De Klee. Oorspronkelijk was dit een hoeve uit de 17e eeuw en behoorde ze toe aan de abdij van Herkenrode. In de 19e eeuw werd de hoeve uitgebouwd tot een kasteel met herenhoeve. Het geheel is sinds 2004 een beschermd monument. Vandaag is er controle voor de wandeling. We wandelen weer verder en komen langs Het eclectisch kasteel De Klee uit 1904-1907. Het kasteel werd grotendeels vernield door een brand in 1933 maar werd daarna volledig gerestaureerd.
We wandelen nu verder en gaan door de velden en de boomgaarden het zijn mooie beelden de bloesem die nu stilaan in bloei komen. We wandelen nu naar Wellen dorp. We komen eerst langs een grote hoeve vroeger was het Kasteeltje van Wellen, in de Tweede Wereldoorlog was het een kwartier voor de Duitse bezetter. Wij gaan verder en komen in het centrum. Langs de dorpsfontein en de Ursulinnenkapel behoorde tot een schoolcomplex van de congregatie van de Ursulinnen, die in Wellen vormend onderwijs voor meisjes verzorgde. In 1853 werden de eerste klaslokalen opgetrokken. Omstreeks 1930 telde de school 400 leerlingen en het internaat was tot ver buiten de landsgrenzen bekend. De kloosterkapel dateert uit 1899. Vanaf 1985 werd het schoolgebouw geleidelijk gesloopt en ontmanteld. Enkel de neogotische kapel bleef bewaard en is volledig gerestaureerd.
Waardevol zijn vooral de decoratieve schilderingen op de plafonds en de muren. Dan verder langs de kerk Sint-Jan de Doper is een mengeling van romaanse, gotische en neogotische bouwkunst. Het oudste deel met de romaanse toren dateert van 1172. De toren is 35 m hoog en 9 m breed. Het klokkenhuis is bereikbaar via een trap in de metersdikke muur. In de 15e eeuw werden het koor en de linkerzijbeuk vernieuwd. De twee kruisbeuken dateren uit de jaren 1492 tot 1522. De rechterzijbeuk is van 1550. De Sint-Janskapel aan de zuidkant dateert uit het einde van de 16e eeuw. De vensters in de noordelijke muur dateren uit de 19e eeuw.
Zo komen we aan de startplaats, wij laten ons inschrijven en wandelen dan weer verder langs het huidig molenhuis dateert uit 1775 en is samen met het 20ste eeuwse woonhuis onder één zadeldak verenigd. Alhoewel reeds sinds 1973 buiten werking is de molen nog steeds maalvaardig en maakt ze deel uit van het Vlaams industrieel erfgoed. Dan wandelen we het natuurgebied in. Het natuurgebied De Broekbeemd ligt in de vallei van de Herk. Door paden die voorzien zijn met planken kun je ook doorheen de vochtige zones wandelen. Zo kan je om de begrazingsblok heen en langs de buitenzijde van het gebied. Voor de durvers zijn er twee doorsteken door heen de begrazingsblok waar je een tête-à-tête met een ruig, bruin rund kunt beleven. Ook werden er achtergebleven boomstronken weggehaald zodat er meer mogelijkheden kwamen voor plantensoorten (o.a. orchideeën). Ook werden een tal van kaprijpe populieren verwijderd zodat er weer kan was voor andere biotopen: een grasland, een aangeplant bosje met zwarte els, meidoor, gewone es en zomereik. Na een eind door het natuurreservaat komen we aan de bloeiende kersenbomen. Gewoon mooi.
Door de velden en de boomgaarden zo komen we in het Provinciaal Domein Kasteel van Rullingen. Het is er prachtig en we nemen de tijd om er wat rond te lopen en een terrasje te doen met wandelvrienden uit Diepenbeek. Daarna nog even door de velden en plantages en zo komen we terug op onze plek waar we vertrokken zijn en hier eindigt onze wandeling.