BLOESEMPARADE.
WV VILT.
GRONSVELD.
De wandelaars, ook hij die niet historisch geïnteresseerd is, vindt hier veel van al wat zijn hart maar begeert. Prachtige, glooiende bossen met unieke flora en fauna, uitgestrekte weilanden, beplant met allerlei soorten fruitbomen. De appelsoort "Gronsvelder Klumpke" is in dit verband te vermelden. Het valt niet te ontkennen dat vooral de afgelopen halve eeuw de fruitteelt voor Gronsveld, Rijckholt en Eckelrade van grote betekenis is geweest.
Doch de uitgestrekte weilanden zullen in de nabije toekomst gedeeltelijk verdwijnen. Spijtig want vandaag kunnen we nog genieten van de prachtige boomgaarden in bloei. We vertrekken in Gronsveld tegen de tuinen van het kasteel. We wandelen de straat uit en komen aan de ingang van het kasteel. Het huidige kasteel is in 1833 als landhuis gebouwd door de Maastrichtse familie Gadiot. Het is opgericht op de grondvesten van een der ronde torens van een voormalige, rond 1300 gebouwde, rechthoekige burcht. Resten van de drie andere hoektorens en tussenliggend muurwerk zijn nog aanwezig. Bij de bouw van het huis uit baksteen en natuursteen zijn deels de restanten van de oude burcht hergebruikt. In 1880 werd het landhuis in neogotische stijl verbouwd en werden op de hoeken een aantal arkeltorentjes toegevoegd. Gelijktijdig werd tegen de resten van de noordoostelijke kasteelmuur een oranjerie bijgebouwd. Aan de hoofdweg heeft het kasteel een uit 1881 daterend poortgebouw met poorttoren in neogotische stijl met neoclassicistische elementen. Rond het kasteel bevindt zich een ruim en mooi park.
We wandelen verder en komen zo in de prachtige natuur, we komen in het Savelbos. Het Savelsbos is een 6 km lange, vaak smalle gordel van hellingbossen op de vaak steile Maas dal helling. Het bos kent zeer steile, vaak eroderende hellingen en veel trappenpaden. We komen aan Huis De Beuk deze ligt in het gedeelte waar vroeger mergel gewonnen werd. In 1881 ontdekte Marcel de Puydt, een Belgisch archeoloog, in het Savelsbos de eerste sporen van prehistorische vuursteenmijnbouw. Hij trof een groot aantal gebruiksvoorwerpen aan. De mijnen bestaan uit honderden schachten met galerijen, waar de mensen zo'n 5500 jaar geleden vuurstenen uit haalden om werktuigen (o.a. bijlen en hakken) van te maken. Merkwaardig is dat overal in de omgeving grote hoeveelheden vuursteenscherven te vinden zijn, die vaak afkomstig zijn van prehistorische productie van stenen bijlen en dergelijke. Tot in de 19e eeuw werden vuurstenen ook gebruikt om vuur mee te maken met hulp van een tonteldas. In mindere mate werd er destijds ook vuursteen gewonnen voor de bouw. Het gebruik van vuursteen bleef in deze omgeving echter nogal beperkt vergeleken met bijvoorbeeld de Voerstreek. Bij Moerslag ligt het geologisch monument Moerslag, waar vroeger kalksteen of mergel werd gewonnen om land en weiden te bemesten.
De mergel komt op sommige plekken aan de oppervlakte en daar zijn ingangen de berg (mergelgroeve) in. Door het hele bos verspreid bevinden zich deze mergelgroeven. Na de Tweede Wereldoorlog stopte deze cultuur. Soms worden nog wel champignons geteeld in de grotten. Veel van die ondergrondse gangen staan nu op instorten. Bekende namen zijn: de Dolekamers, de Hel, de Beuk, het Varkensgat, Het Wijnkeldertje en het Mergelgat. In de grotten, waar een constante temperatuur van 10 graden Celsius heerst, overwinteren vleermuizen. Huize de Beuk is een oude boswachterswoning nabij Gronsveld die al in 1848 werd gebouwd. Het pand is opgetrokken uit kalksteen en werd gebouwd in opdracht van de Belgische familie Martens uit Leuven. De naam van het pand is afkomstig van de eerste bewoners, de familie Beuken. Tussen 1848 en 1938 werd het pand door drie generaties Beuken als bos- of veldwachter bewoond. Vanaf de hooggelegen woning konden ze de omgeving goed in de gaten houden.
De heuvel waarop Huize de Beuk staat heet de Wijngaardsberg. Hier werd nog tot in de tweede helft van de 18e eeuw wijn verbouwd. De gangen in de kalksteen zijn de restanten van de kalksteenwinning die al vanaf 1500 werd gewonnen ten behoeve van de woningbouw. Ook de Utrechtse Dom werd al rond 1500 gebouwd van Gronsveltsteen. De winning werd echter bemoeilijkt door de slechte kwaliteit van het gesteente en de aanwezigheid van veel vuursteen in het gesteente. Nadat de kalksteen gewonnen was, werden de gangen nog een tijdlang gebruikt voor de kweek van champignons. Dit eindigde echter ook in 1963. Daarna werden de groeven afgesloten ten behoeve van de rust van de overwinterende vleermuizen.
Het is een prachtig stuk natuur waar we door wandelen. We wandelen verder door het Savelbos en komen zo aan in St Geertruid. Door de dorpsstraat waar vele mooie grote boerderijen in vakwerk en mergel. Gewoon prachtig. Na de doortocht door het dorp terug de natuur in. Wat verder komen we aan de controlepost, hier een tentoonstelling van het fruitstreekmuseum.
We wandelen weer verder en komen zo terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling met prachtige natuur, vakwerk en kasteel.
Voor het fotoalbum de link volgen
|