30E MARCHE DE A.C.T. DE MANAIHANT. / MARCHEURS AMICALE CYCLO DE MANAIHANT. / BATTICE. 26/01/2020
30E MARCHE DE A.C.T. DE MANAIHANT.
MARCHEURS AMICALE CYCLO DE MANAIHANT.
BATTICE.
Manaihant ligt op het Plateau van Herve, de omgeving is grotendeels landelijk. We vertrekken met de wandeling even buiten het centrum en zijn dat vlug in het mooie landschap van het Land van Herve. We komen langs de oude boomgaarden met nog vele hoogstambomen. In het Land van Herve komen deze nog veel voor. Het golvend landschap met zijn hagen en zijn bomen zijn zo mooi. Nu wandelen we het dorp in met een monument voor 4 gevallen helden. Vanaf hier een prachtig panorama over de streek. Van hier uit een zicht op de nieuwe brug van de autostrade. Verder met onze wandeling en komen in Chaineux. In de 17e en 18e eeuw kwam het dorp tot bloei door de wolindustrie, waarbij vooral de families De Bosse en Hauzeur kunnen worden vermeld. Dezen lieten aanzienlijke woningen bouwen. We komen zo aan de Sint-Agathakapel (Chapelle Sainte-Agathe) is een veldkapel, Het kapelletje werd gebouwd in 1775 en heeft een achthoekige plattegrond. Mogelijk bestond op deze plek een oudere kapel. Op het dak bevindt zich een lantaarn die eveneens achthoekig is, en ramen bevat waardoor de binnenruimte wordt verlicht. Als bouwmateriaal werd baksteen gebruikt, maar de plint en de hoekbanden zijn van natuursteen. Ook het in classicistische stijl ontworpen toegangsportaal is in natuursteen uitgevoerd. Van ongeveer 1600 is een ingemetseld grafkruis. Een gepolychromeerd houten beeld van Sint-Agatha is van omstreeks 1805. Dan komen we aan in Chaineux. Deze naam komt van de Latijnse term "Cassanetum" wat "eikenbos" betekent. Chaineux was in de 17e en 18e eeuw een wollen centrum dat helaas in het begin van de 19e eeuw achteruitging. vanwege de aanzienlijke mechanisatie van deze industrie in de regio Verviers. Zelfs vandaag de dag, aanwezig in het dorp, herinneren veel kogeltrekkers (katrollen aan de zolder en die werden gebruikt om de balen wol te monteren) ons aan deze welvaart van weleer. We hebben hier rustpost, na de rust een lus rond het dorp om dan terug op de rust te komen en dan nog even en zijn terug op ons vertrek. Mooi wandeling.
MARCHE DE JOUR. / S.C.M.L. MAMMOUTH. / AWANS. 25/01/2020
MARCHE DE JOUR.
S.C.M.L. MAMMOUTH.
AWANS.
Awans ligt op het Haspengouws Plateau, ten westen van de Luikse agglomeratie. We vertrekken met de wandeling in het centrum van Awans. De mist hangt boven het dorp en we wandelen het dorp uit, langs het gemeentehuis dat mooi bevlagt is. Maar ook vele oude grote Vierkants hoeven. We wandelen het veld in en hier is de mist nog dikker wat foto’s maken moeilijk maakt toch proberen we en het resultaat is toch bijzonder. Wat verder komen we langs een hoeve welke ze aan restaureren zijn ervoor staat een oude kapel. In vele dorpen worden de kapellen nog goed onderhouden door de lokale bevolking. We komen op de rust en controle post waar we vele wandelvrienden treffen, iedereen is blij om even binnen te zijn. Na de rust weer verder. Ook weer oude boerderijen met een toegangspoort, dikwijls zijn het grote vierkant hoeven. Indrukwekkende gebouwen door hun grote. We komen aan een pleintje met een bijzondere paal, hier staat een paal met een dakje over en eronder zwaluwnesten. Mooi gezien en zo helpen we de natuur een beetje. Tegenover een bijzonder gebouw, vierkante toren van 3 verdiepingen. Wat verder weer een prachtige hoeve. Deze kasteelhoeve uit 1650 heeft de tand des tijd overleeft en word vandaag nog steeds als landbouwbedrijf gebruikt. We zijn hier in het dorpje Fooz, is een Haspengouws landbouwdorp in het westen van de gemeente Awans. We wandelen verder en komen in Hognoul langs de Sint-Pieterskerk welke open is en wij gaan even en kijkje nemen. In 1898 begon men met de bouw van de huidige kerk, die pas in 1912 werd ingezegend. De kerk heeft prachtige glas in lood kerkramen die van dezelfde tijd zijn als de bouw. Wat verder staan weer prachtige boerdijen en wat verder staat de witte kasteelhoeve, deze indrukwekkende hoeve straalt historie uit. Weer wat verder komen we terug in Awans waar onze wandeling eindigt. Ondanks de mist en miezerig regen toch een fijne wandeling.
WINTERWANDELING. / STICHTING SINT ROCHUS. / STEVENSWEERT. 19/01/2020.
WINTERWANDELING.
STICHTING SINT ROCHUS.
STEVENSWEERT.
Een bijzonder stadje is Stevensweert. Vestingstadje Stevensweert. Het eiland in de Maas. Stevensweert vormt samen met Ohé en Laak het "Eiland in de Maas", een eiland dat door twee (voormalige) armen van de rivier de Maas gevormd wordt. De hoofdstroom van de rivier, waaraan Stevensweert ligt, vormt hier de natuurlijke markering van de grens met België en wordt daarom ook wel Grensmaas genoemd. Vanuit Stevensweert heb over de Maas een directe blik op België. Vestingstad en vestingwerken. Het oorspronkelijke dorp werd tijdens de Tachtigjarige Oorlog door de Spanjaarden tot vestingstad omgebouwd. Om Stevensweert werd een aarden vestingwal met zeven bastions en vijf ravelijnen aangelegd. Stevensweert heeft tot op heden zijn zevenhoekige omtrek en geometrische stratenpatroon behouden. Een gedeelte van Stevensweert heeft een beschermd dorpsgezicht. De vestingwerken zijn nog in het stratenpatroon van het stadje te herkennen. In het in 1858 door de bekende bouwmeester Pierre Cuypers ontworpen gemeentehuis is het streekmuseum Stevensweert / Ohé en Laak gevestigd. Net buiten Stevensweert staat de Hompesche Molen, deze stellingmolen uit 1722 is de hoogste van Limburg. Bij de nabijgelegen Molenplas met haar versteende bomen kun je heerlijk wandelen. Onze wandeling verrekt even buiten het centrum en vlug wandelen we langs het water en komen zo aan De Hompesche Molen is een achttiende-eeuwse stellingmolen op het Eiland in de Maas. De molen is tot aan de bovenste wiek bijna 37 meter hoog en daarmee de hoogste van Limburg. De molen telt acht verdiepingen, in molentermen zolders genaamd, inclusief het souterrain dat vroeger ook wel als gevangenis werd gebruikt. Het bouwwerk is geheel opgetrokken uit baksteen en is rond gevormd. Ze is vanuit vele hoeken van het dorp te bezichtigen. Verder met onze wandeling komen we aan de Maasplassen en de Molenplas met haar versteende bomen. Wel bijzonder om te zien deze bomen komen uit de Maas bij bagger werken. Het is een prachtig zicht . bij de molen staan baggerbakken welke vroeger gebruikt werden om grind te winnen waardoor deze plassen ontstaan zijn. We wandelen door de velden en langs de waterplassen en komen zo in Ohé en Laak. Door zand- en grindafgravingen op diverse plaatsen op het eiland zijn er rondom het dorp verschillende plassen ontstaan, waaronder de Dilkensplas, de Schroevendaalse plas, de Teggerse plas en het meest recent de Molenplas. Tegenwoordig worden deze gebruikt voor waterrecreatie en als natuurgebied. We komen aan de Onze-Lieve-Vrouw Geboortekerk. De kerk werd gebouwd in 1867 en architect was Antonius Cornelis Bolsius. Het is een bakstenen kruisbasiliek met achthoekige vieringtoren welke gebouwd is in een mengsel van neoromaanse en neogotische stijl. In 1918 werden, links en rechts van de hoofdingang, twee kapellen aangebouwd. De kerk werd in 1944 beschadigd door oorlogsgeweld en in 1946 hersteld. We wandelen door de velden en het domein van Kasteel Walburg. Omstreeks 1632 werd dit kasteel gebouwd door Graaf Herman Frederik Van den Bergh, nadat het oorspronkelijke Kasteel Stevensweert in 1633 binnen de vestingwerken van Stevensweert kwam te liggen. In 1719 werd het kasteel door Graaf Reinier Vincent van Hompesch verder uitgebouwd tot een luxueus verblijf met tuinen en een boerderij. Deze graaf kocht het kasteel, en tevens de heerlijkheden Stevensweert en Ohé en Laak, van de toenmalige eigenaar, Graaf Philips Willem Frans van Limburg Stirum. Het bestond uit drie vleugels, geplaatst in een U-vorm, en omvatte onder meer een stal voor 24 paarden. Na 1914, toen de laatste bewoner overleed, raakte het kasteel in verval en werd het na de Tweede Wereldoorlog een ruïne, waarvan de laatste overblijfselen in 1992 werden gesloopt. Alleen een kelder is bewaard gebleven. Vandaag zijn er werken bezig door natuurmonumenten welke in bezit is van het domein. We wandelen verder komen langs verschillende borden die verwijzen naar de 75ste verjaardag van de bevrijding. Dan wandelen we terug het vestingstadje binnen. We lopen langs de kanon en het visser huisje. Dan komen we in het centrum met prachtige huizen die allemaal verwijzen naar het garnizoen verleden van de stad. We komen aan het Streekmuseum Stevensweert/Ohé en Laak, sinds 1991 in het voormalig gemeentehuis. Er naast de Sint-Stephanuskerk. De huidige kerk staat op de plaats van een 17e-eeuwse kerk. Deze werd in 1781 vervangen door een bakstenen classicistisch kerkgebouw met de plattegrond van een Grieks kruis. De kerk heeft een houten westtoren, die een helmvormige overgang naar de spits heeft. Ook op het plein voormalig gouvernementshuis, van 1732, met resten van Kasteel Stevensweert. Dit kasteel was de zetel van de heren van Stevensweert, waaronder de familie Van den Bergh. Reeds in de 12e of 13e eeuw was hier een donjon gebouwd. Eind 13e of begin 14e eeuw werd een vierkant kasteel op deze plaats gebouwd. Dit werd van 1538-1542 nog uitgebreid. In 1599 was het kasteel al in verval, maar bij de belegering van 1702 werd het zeer zwaar beschadigd en daarna geleidelijk afgebroken. De kapel van het kasteel werd als Hervormde kerk in gebruik genomen en later werd ook deze gesloopt en door een ander kerkgebouw vervangen. Aan de zijgevel van het voormalig gouvernementshuis (van 1742) bevindt zich nog een muurrest van een ronde hoektoren van het kasteel, met speklagen van mergelsteen. Ernaast de voormalige Hervormde kerk. Het betreft een sober bakstenen driezijdig gesloten zaalkerkje onder zadeldak, met een houten torentje boven de voorgevel. Bij het kerkje ligt een algemene begraafplaats en ook een, door een fraai hekwerk afgesloten, gedeelte waarop de graven van de families Van den Bergh en De Hompesch zijn te vinden. In de tuinmuur zijn nog enkele muurresten van het voormalig Kasteel Stevensweert te vinden. We wandelen even rond op het plein en bekijken de vele huizen en ook bijzonder is het patroon van de straten in ster vorm die samenkomen op het plein. We wandelen verder en verlaten het stadje en komen langs de jachthaven wat verder komen we weer op ons vertrekpunt. Een mooie wandeling met heel wat geschiedenis, en wat ook nog interessant is “Het huidige Stevensweert ontstond in de vroege middeleeuwen op een eiland in de Maas, waarbij de oostelijke tak de Oude Maas was. Deze heerlijkheid behoorde aanvankelijk tot het Graafschap Loon” zo is er nog een verbondenheid met Loon.
46E MARCHE INTERNATIONALE DES PANTOUFLARDS. / LES PANTOUFLARDS DE WIHOGNE. / WIHOGNE – JUPRELLE. 18/01/2020
46E MARCHE INTERNATIONALE DES PANTOUFLARDS.
LES PANTOUFLARDS DE WIHOGNE.
WIHOGNE – JUPRELLE.
Wihogne in het Nederlands Nudorp, ligt aan de taalgrens in het noordwesten van de gemeente Juprelle. De dorpskom ligt aan de westkant van de weg van Tongeren naar Luik. Door haar gunstige ligging heeft Nudorp zich ontwikkeld van een landbouwdorp in Droog-Haspengouw tot een woondorp met recente (begin 21ste eeuw) lintbebouwing langs de steenweg. Buiten de dorpskom en de steenweg is de rest van de deelgemeente nog overwegend agrarisch met vooral akkerbouw en in mindere mate fruitteelt. We vertrekken met onze wandeling maar eerst toch even met de wandelvrienden babbelen, wat een wekelijkse gewoonte word voor de wandeling met vrienden even gezellig samen zijn en ook samen op de foto. Al vlug komen we langs een prachtige villa en dan steken we de steenweg over. Dan trekken we landerijen in, akkers en velden zover het oog rijkt. Met midden in het veld een grote boerderij. Heel landelijk en door dat het zonneke wat schijnt hebben we vergezichten tot aan de basiliek van Tongeren. We wandelen nu richting Glons en hier veranderd het landschap meer stukken bos komen hier voor. Raar dat men deze dorpen ook een Nederlandse naam hebben Glons of Glaaien. Hier duidelijk veranderd het landschap meer en meer bomen en struiken en we wandelen door dit prachtige landschap. We wandelen door een prachtige holle weg met weerzijde metershoge bermen begroeid met bomen. Wat prachtig toch, na een stevige klim komen we in Paifve. Paifve ligt aan de taalgrens in het noorden van de gemeente Juprelle. De dorpskom ligt aan de oostkant van de weg van Tongeren naar Luik. Een deel van de westgrens van de deelgemeente wordt gevormd door de oude Romeinse heerweg tussen Tongeren en Herstal, de Chaussée Brunehaut. Het is een landbouwdorp in Droog-Haspengouw dat zich stilaan ontwikkelt tot een woondorp. Buiten de dorpskom is de deelgemeente nog overwegend agrarisch met vooral akkerbouw en in mindere mate fruitteelt. We wandelen het dorp binnen hier verschillende prachtige boerderijen. We komen aan de Onze-Lieve-Vrouw Tenhemelopnemingskerk en hier hebben we een prachtige plek met het Château-Ferme Là-Bas. Een prachtig gebouw met boerderij. Wat verder komen we aan de rustpost. Ook hier weer vele wandelvrienden, na de rust weer verder, komen langs een bijzonder gebouw gemaakt als een tent, wel mooi om te zien, dan verder weer langs grote boerderijen en langs de kapel. Hier zijn nog grote weilanden met hoogstamboomgaarden, zo komen langs een perenboomgaard. Voor we aan de aankomst komen wandelen we langs een prachtig gebouw met banden van mergel en rond de deur en venster blauwe steen, de bakstenen zijn wit geschilderd hoe mooi. Nog even en we zijn terug aan ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling in Wihogne.
In de vallei van de Kleine Herk in Borgloon ligt de abdij Mariënlof, die in de volksmond beter gekend is als het klooster van Colen. De panoramische uitzichten en de erfgoedrijkdom zijn de belangrijkste troeven van deze Verborgen Moois wandeling. Niet voor niets dat kunstenaars zich laten inspireren door deze magische plaats. In 2012 bouwde de Schotse kunstenaar Aeneas Wilder een opvallend architecturaal bouwwerk. De wandeling kun je op twee plaatsen starten op het stroopfabriek dan moet je wel een eindje gaan op de spoorwegzate voor je de start komt maar het gemakkelijkste is vertrek aan het klooster/abdij van Colen daar is ook parking. Je kunt voor je de wandeling aanvat even het domein van het klooster opwandelen en ook even de tuin bezoeken deze is vrij te bezoeken. Het klooster heeft een lange geschiedenis en als de geruchten waar zijn zullen er binnenkort geen zusters meer zijn. Voor mij een plek waar ik naar de kindertuin geweest ben en heel dikwijls binnen gelopen om eens even in de tuin tot rust te komen. Nu de wandeling we wandelen langs de kleine kerkwegel naar de beek de Kleine Herk. Hier gaan we links het planken pad op hier heb je en prachtig zicht op de vallei van Colen en het klooster we wandelen verder tot we aan T komen hier slaan we links af de berg op deze weg word in de volksmond de kalverenweg genoemd nu wandelen we terug richting klooster aan de ingang van de tuin slaan we rechts af en volgen deze weg even en gaan de houten brugje over de spoorweg op na de brug rechts af richting station Borgloon, na een eindje moet je afdraaien het veld in en de weg volgen tot aan de spoorwegbrug in Colen over de brug en dan dadelijk rechts en we dalen de trappen af. Voor je afdaalt kun je even het Untitled #158 – pit kunstwerk bewonderen. De ronde constructie met een prachtig uitzicht van 360° wordt afgelijnd door uniforme verticale houten latjes. Het kunstwerk betreden is een speciale ervaring die refereert aan het religieuze en doet denken aan rondwandelen in een klooster. Volgens de kunstenaar, Aeneas Wilder, functioneert zijn werk als een lens waardoor de bezoeker zijn gedachten en emoties kan focussen met het landschap van Kerniel als achtergrond. Als je beneden op de spoorwegzate komt ben je op een van de mooiste fiets- en wandelroutes van Haspengouw. Deze spoorweg is gekend als de “Fruitroute” De nieuwe spoorlijn zorgde voor de industriële ontwikkeling van het tot dan toe weinig ontsloten Haspengouw. Onder andere stroopfabrikanten en fruitgroothandelaars vestigden zich langs het spoor en nabij de stationssites of halteplaatsen. Vooral de voormalige stationssite van Borgloon groeide uit tot een industriegebied avant-la-lettre met de vestiging van 4 fruitgroothandelaars en 3 stroopfabrieken. Twee daarvan, Meekers-Poncelet en Wijnants, bleven tot op vandaag bewaard. Bij de halteplaats van Kerniel was een stroopstokerij aanwezig vlak langs het spoor en ook bij dat van Jesseren was een stroopfabriek. Deze laatste werd afgebroken in 1999. We wandelen nu Kerniel binnen en zo terug langs de fruitlijn naar Colen waar d e wandeling eindigt. Een prachtige wandeling met veel historische geschiedenis. Historische gebouwen en prachtige natuur.
Ransdaal ligt op het Centraal Plateau op een hoogte van ongeveer 120 meter. De omgeving is zacht glooiend en op de lössbodem vindt men vooral landbouw, en enkele bescheiden stukjes bos, waaronder het Krekelbos. Op de hellingen aan de west- en zuidzijde van het plateau liggen hellingbossen, waaronder het Bunderbos, het Kloosterbosch, Ravensbosch, het Schaelsbergerbos en het Vliekerbos. In het Ravensbosch ontspringt de beek de Strabeek die een diep dalletje in het plateau snijdt. Op de "eeuwige pisser" (Wijngaardsberg) ontspringen heel veel bronnetjes tegenover de berg ligt het gehucht Waterval in het uitgesneden dal door de Watervalderbeek. We wandelen door het dorp en zien de Sint-Theresiakerk gebouwd, gebouwd van Kunradersteen, in traditionalistische stijl. De architect was Frits Peutz. De toren doet on-Limburgs aan, met een zadeldak gebouwd in 1932. Enkele typisch Limburgse carréboerderijen en vakwerkhuizen, met name aan de Ransdalerstraat staan er een aantal mooie boerderijen. Ze komen we aan bij Hoeve Cardenbeek in Craubeek (Limburgs: Krawbich) is een gehucht dat hoort bij en ligt aan de voet van het hooggelegen Klimmen. Hoeve Cardenbeek, aan Kaardenbekerweg 30, herbouwd na brand in 1827, uit welk jaar ook de mergelstenen schuur stamt. Deze hoeve werd al in 1296 vermeld en was tot 1795 eigendom van de Abdij van Sint Gerlach. Een andere hoeve is de gesloten hoeve De Bokhof aan Kaardenbekerweg 5, van 1700 en verbouwd in 1777. Het woongedeelte heeft een trapgevel. De buitenkant is in Kunradersteen en het binnen gedeelte in vakwerk. We wandelen verder door Klimmen, bij het dorp ligt het station Klimmen-Ransdaal (1913) aan de spoorlijn Maastricht – Heerlen. De naam van het station is gekozen omdat deze vroeger in de toenmalige gemeente Klimmen stond. Het station is geklasseerd als rijksmonument. Wat verder komen we terug in Ransdaal waar onze wandeling eindigt.
33E MARCHE DE LA CHOUFFE. / FORTS MARCHEURS EMBOURG. / EMBOURG. 11/02/2020.
33E MARCHE DE LA CHOUFFE.
FORTS MARCHEURS EMBOURG.
EMBOURG.
Met de wandelaars van fort van Embourg op stap. In 1889 werd het fort gebouwd om de Ourthe-vallei te verdedigen tegelijk met het grote fort van Boncelles , gelegen aan de andere kant van de vallei, evenals dat van Chaudfontaine. Tijdens de Eerste Wereldoorlog moest het fort zich voor het eerst overgeven, nadat de schietkoepels uit dienst waren genomen. Een tweede keer op17 mei 1940, capituleerde hij voor de Duitse invasie, maar na een weerstand zo moedig als heroïsch. In 1976 eindigde de gemeentelijke onafhankelijkheid van Hamburg; de gemeente fuseert met die naburige Beaufays , Chaudfontaine en Vaux-sous-Chèvremont evenals met de districten Sauheid , Croix-Michel en Bois des Manants om de nieuwe gemeente Chaudfontaine te vormen. De inwoners van Embourg worden de Embouriens (ne) s of " Embourgeois (es )" genoemd. Deze tweede term is aan de basis uitgevonden om de bevolking van de embourie voor de gek te houden, wat vrij eenvoudig is, maar die tot op heden minder gefundeerd is dan in het begin, dat wil zeggen 40 jaar geleden . Er is nu in Embourg een heterogene populatie uit alle lagen van het leven. Gezinnen met betere middelen zijn verder ten zuiden van de gemeente Chaudfontaine ( Beaufays ) verhuisd . we wandelen door het dorp langs het gemeentehuis in een voormalig kasteel met park en zo komen we vlug aan het fort. Fort Embourg is een van de twaalf forten rond Luik opgericht voor de verdediging van de Belgische stad Luik in de late negentiende eeuw op initiatief van Belgische generaal Henri Alexis Brialmont. Het ligt ten zuidwesten van Luik ten zuiden van Embourg. Het fort stamt uit 1888. We wandelen nu het fort op. Hier prachtige natuur. Verder door het ùooie landschap tot we Chaudfontaine binnen wandelen . ook hier weer prachtige zichten op de omgeving we klimmen een heel eind en krijgen zo een mooi zicht op de rivier beneden in het dal. We komen langs een klooster voorbij en dan hebben we rustpost. We komen vele wandelvrienden tegen en gaan samen na de rustpost op stap. We blijven op de helling wandelen waardoor we prachtige zichten hebben op het dal en de omgeving nog wat verder en we komen terug aan ons vertrek. een mooie en aangename wandeling .
28E MARCHE DE L’EPIPHANIE. / LES ROTEUS DI HOUSSAIE. / BEYNE-HEUSAY. 08/01/2020
28E MARCHE DE L’EPIPHANIE.
LES ROTEUS DI HOUSSAIE.
BEYNE-HEUSAY.
Beyne-Heusay ligt in het Land van Herve. De omgeving is sterk verstedelijkt, wat een gevolg is van de steenkoolwinning en de nabijheid van de Luikse agglomeratie. Enkele landgoedbossen, zoals Bois de Beyne, zijn echter nog aanwezig. Vandaag een korte wandeling onze twee kapoenen zijn er bij. We wandelen een heel eind op de oude spoorweg.
Spoorlijn 38.
Spoorlijn 38 is een voormalige Belgische spoorlijn in het Land van Herve die van Chênée via Fléron, Battice, Herve, Aubel, Homburg naar Blieberg loopt. De lijn werd in 1895 in dienst genomen. Zij diende vooral voor kolenvervoer van de mijn van Micheroux, de veemarkt van Battice en de landbouwmarkt van Aubel. Personen en vrachtvervoer werden stilgezet in 1957. De lijn bleef voor militair vervoer open tot 1989 en is in 1992 weer opgebroken. In 1997 werd het gedeelte tussen het station van Homburg en de aansluiting met lijn 24/38-1 door een private partij opnieuw aangelegd met de bedoeling over het 1,3 kilometer lange traject toeristentreinen te laten rijden. De Nmbs heeft echter nooit toestemming gegeven om over het opnieuw aangelegde spoor te mogen rijden en na gerechtelijke uitspraken is de herlegde rails in 2018 wederom verwijderd en vervangen door een asfalt fiets- en wandelpad. Bij Homburg loopt de spoorlijn halfrond de heuvel Schaesberg en de in de oorlog opgeblazen tunnel van Laschet.
Hier kunnen de kids vrij rondlopen en genieten van de natuur. We verlaten de Ravel aan de brug van Beyne en wandelen we tot aan het Château de Neufcour.
De betreffende heerlijkheid werd reeds midden 15e eeuw vermeld. In 1659 werd het kasteel aangekocht door Lambert de Neufcour, die het liet herbouwen van 1661-1663. Op 3 januari 1689 werd het kasteel geplunderd en in brand gestoken door Franse troepen, waarna het hersteld werd. In 1915 kwam het toen vervallen kasteel in bezit van de mijnbouwonderneming Société anonyme des Charbonnages de Wérister, welke het kasteel restaureerde. In de jaren '20 van de 20e eeuw werd een terras toegevoegd. Hier woonde de directeur van de onderneming tot deze in 1982 overleed. In 1986 werd het kasteel te koop gezet en aangekocht door het Laboratoire d'Analyses Médicales Philippe Ralet. Het kasteel en bijbehorende boerderijgebouwen zijn gegroepeerd om een vierkante binnenplaats. De noordwestvleugel is het eigenlijke kasteel. Er is een rechthoekig torengebouw en een poortgebouw in het noordoosten van het complex. Aan de westzijde wordt het kasteelgebouw afgesloten door een vierkante toren. Het geheel is uitgevoerd in baksteen. Het kasteel wordt omringd door een park. De omgrachting van het kasteel is vrijwel geheel gedempt.
We wandelen nu terug het dorp binnen over de brug van de Ravel en dan langs het stadshuis van Beyne. Nog even verder en we zijn terug aan de start. Jelle en Seppe vonden het leuk en als beloning krijgen ze pannenkoeken. Een mooie wandeling met onze twee kids.
NIEUWJAARSTOCHT. / DE SCHOVERIK / DIEPENBEEK. 06/01/2020
NIEUWJAARSTOCHT.
DE SCHOVERIK
DIEPENBEEK.
Nieuwjaarstocht bij onze club, vertrek in het ontmoetingscentrum en de moderne kerk van Lutselus, Onze Lieve Vrouw van de Vrede. Op dezelfde plaats is de Regina Paciskerk. Op 25 december 2010, een aantal uur na de middernachtmis ingestort. Er waren gelukkig geen gewonden gevallen. We wandelen langs een stille plek een kunstwerk van de school m.p.i. Sint-Gerardus. Via de Lutselusstraat wandelen we verder in de graslanden. Voor ons zie je de elektriciteitscentrale van Langerlo, dit is een gehucht van Genk. Verder wandelen we langs een paar mooie vakwerkhuizen welke in Diepenbeek nog veel voorkomen. Aangenaam wandelen met de zon en blauwe lucht is het zeker en met de vele mooie plekjes. Natuurgebieden heeft Diepenbeek ook waar het prachtig wandelen is; zoals het natuurreservaat De Pomperik en de Bosbeemden. We wandelen door de rustige straten van Diepenbeek en genieten van onze tocht. Bij het binnengaan van de zaal moeten er natuurlijk nog nieuwjaarswensen uitgewisseld worden en zo eindig een fijne namiddagwandeling bij De Schoverik.
Vertrek in het vereniging gebouw van Jo-Ne op de Hopschet. Vijlen ligt hoog op het Plateau van Vijlen, op een hoogte van ongeveer 195 meter. De parochiekerk ligt op 195,62 meter hoogte en is het op een na hoogstgelegen kerkgebouw van Nederland. Vijlen ligt zelf op een heuvelrug die zich uitstrekt vanaf de Vijlenerbossen, via de Rugweg, het dorp zelf, Hilleshagen tot aan Mechelen. Ten noorden van het dorp ligt in het beekdal de Selzerbeek die onder andere gevoed wordt door de oostelijk van het dorp gelegen Harleserbeek. Aan de andere kant van de heuvelrug stroomt in het dal ten zuidwesten van het dorp de Lombergbeek. Het dorp is gelegen tussen Epen en Vaals aan de Mergellandroute, met uitzicht op het Geuldal. Tot het dorp Vijlen behoren de buurtschappen Camerig, Harles, Rott, Melleschet en Cottessen. Hier zijn ook nog de oude vakwerkhuisjes te zien. In 1875 is men begonnen met de bouw van een cementfabriek in Vijlen, de Aachen-Vijlener Portland Cement Werk, en in 1899 werd er een tweede cementfabriek geopend: de Nederlandsche Portland-Cementfabriek; er is tot 1929 cement geproduceerd. Men gebruikte de Kalksteen van Vijlen uit de Vijlenberg voor de productie van het cement. We verlaten de start en al vlug komen we de eerste vakwerkhuizen tegen, wat verder langs "Hopsetere Linde" en de villa. Verder gaat het verhaal dat het in Duitse stijl gebouwde pand (bouwjaar 1904) bij de grote Linde van Vijlen werd gebouwd in opdracht van Prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina. De prins bezocht in die tijd regelmatig casino's in deze grensstreek. In het huis woonde een maitresse van de prins, "de schone Anna". We wandelen nu op het plateau met beneden prachtige zichten op het landschap en de vakwerkhuizen. Dan wandelen we het bos binnen. Het Vijlenerbos is een langgerekt bosgebied dat zich uitstrekt over een lengte van ca. 8 km tussen Epen en het Drielandenpunt bij Vaals. In dit bos hebben we rustpost in het gebouw van boswachters. Na de rust weer het bos in. Wat verder komen we aan de Belletboomgaard. Cottessen is in cultuur gebracht vanuit de carréboerderij Bellet, een boerderij die daar sinds de 13e eeuw of eerder is gevestigd. De boerderij draagt boven de poort een gevelsteen met het wapen van de abdij van Burscheid met de Latijnse wapenspreuk Dominus Providebit ("De Heer zal voorzien"). Dit was vroeger een arme streek in Limburg en als gevolg daarvan zijn de oude vakwerkhuizen veelal gehandhaafd. Rond deze tijd heette Cottessen nog Kothausen. Cottessen is samen met Camerig een beschermd dorpsgezicht. De tijd lijkt hier te hebben stilgestaan. Door de steile heuvels was het gebied voor de landbouw een moeilijk toegankelijk gebied, waardoor schaalvergroting van de landbouw nauwelijks heeft plaatsgevonden. Als gevolg daarvan zijn in het rijke kleinschalige cultuurlandschap vele holle wegen, graften, hoogstamboomgaarden, bosschages, bronnengebieden en meidoornhagen in stand gebleven. Door Cottessen stroomt de Berversbergbeek, zuidelijker ligt de Cottesserbeek. Cottessen maakt, samen met het naburige gehucht Camerig, deel uit van het rijksbeschermd gezicht Camerig-Cottessen. Cottessen telt 11 rijksmonumenten, alle vakwerkboerderijen. Eén van de monumenten is de Cottesserhoeve, een dwarshuisboerderij met een schuur uit circa 1736. Camerig ligt aan de rand van het Vijlenerbos, vanuit deze plek heeft men een goed uitzicht over het Geuldal, de oostelijke Ardennen en het noorden van de Eifel. Camerig telt 11 rijksmonumenten, alle vakwerkboerderijen, merendeels uit de 18e eeuw. Camerig was de plaats waar de stichting Natuur & Milieu op 16 augustus 2005 de twee mooiste landschappen van Nederland bekroonde met vijf sterren: het stroomgebied van de Drentsche Aa en het Limburgse Gulp- en Geuldal. We wandelen nu terug het bos in en komen voor de tweede maal op de rustpost, nu nog enkele kilometers terug naar Vijlen waar onze wandeling eindigt.