LA MARCHE DU TERROIR. / MARCHEURS DE L'OURTHE ET LAVAL. / SAINTE-ODE 22/08/2013
LA MARCHE DU TERROIR.
MARCHEURS DE LOURTHE ET LAVAL.
SAINTE-ODE.
In het hart van de valleien van de Ourthe en de Laval, biedt de gemeente Sainte-Ode ons kristalheldere rivieren, talrijke wandelpaden en een ongeschonden natuur.
De streek is ideaal voor rust en ontspanning. Genesteld in het Ardense massief en temidden van groene velden, verzekert Sainte-Ode, samen met haar 24 dorpen en gehuchten ons een prachtige wandeling. Onze wandeling vertrekt in Amberloup. We komen langs het infobord van Parc Naturel Des deux Ourthes. Het Parc Naturel des Deux Ourthes heeft een oppervlakte van 76.000 ha, dit enorme gebied is gewijd aan de natuur en de bescherming ervan.
Bij het binnengaan van dit gebied zijn er geen veiligheidsslagbomen, geen voorkeursbehandeling en u wordt er ook niet gefouilleerd. Het natuurpark en zijn rol om de biotoop te behouden, volgen volledig het gejaagde leven van de 21ste eeuw: fabrieken, winkels, toerisme, woningen zijn er allemaal aanwezig. Het natuurpark is specifiek door de aanwezigheid enerzijds van de oostelijke en westelijke Ourthe en anderzijds van de rots van Hérou en de veenmoerassen in Tailles. Dit alles schenkt de omgeving een enorme rijkdom.
We genieten van het golvend landschap met weilanden en bossen. Het is een groene oase van rust en genieten. We lopen een eindje over een oude spoorwegzate en steken de beek over en dan weer verder door het prachtige landschap. We komen langs een kasteeltje en verder langs de bossen en weilanden gewoon prachtig. We passeren ook een paar mooie Luxemburgse huizen en komen in Lavacherie een prachtige Ardens dorp dat wat heeft met koeien.
We wandelen voorbij de kerk van Saint-Aubin en Saint-Antoine. We wandelen door het dorp langs prachtige huizen. Op elke straathoek staan wel beelden van koeien en dan verlaten we het dorp en klimmen het dorp uit na enige tijd is het de moeite om eens achterom te kijken naar het dorp en zijn kerk. Nu een heel eind door de prachtige natuur met vele vlinders wat zijn ze toch mooi deze kleine beestjes. Een heel eind wandelen om dan in Tonny te komen ons volgend dorpje.
Hier even pauze op de camping.
Dan weer verder en komen in Tillet. En dan weer verder en komen terug in Amberloup. Hier is vandaag een dorpsfeest met ambachten en lokale streekproducten. Onze aankomst is in de tent op het plein. We blijven nog even na genieten van de mooie wandeling en proeven La cuvée de la Jonquille een lekker lokaal biertje. We hebben nog wat tijd over en willen graag het paddenstoelenmuseum gaan bezoeken.
CENTRE D'INTERPRETATION DU CHAMPIGNON
INTERPRETATIECENTRUM VAN DE CHAMPIGNON
6680 TILLET (SAINTE-ODE)
Het centrum antwoordt op de vraag "wat is een champignon?" en vertelt zijn rol in het dagelijkse leven (zowel superieure champignons als schimmels). Presentatie van oesterzwammen. Een reconstructie van een natuuromgeving. Een aanrader voor de natuur liefhebber.
PANNENKOEKENTOCHT. / DE LOONSE TSJAFFELEERS. / BORGLOON 18/08/2013.
PANNENKOEKENTOCHT.
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
BORGLOON.
Het huidige Borgloon overkoepelt dertien deelkernen. Op 19 juli 1985 verwierf Borgloon opnieuw de titel stad. Zowat een millennium geleden werd dit plekje omwille van zijn strategische heuvelsite door de graven van Loon uitverkoren om de hoofdplaats van hun graafschap het graafschap Loon is immers de historische voorloper van de huidige provincie Limburg te worden. Borgloon heeft alle ingrediënten voor een geslaagd landschaps- en cultuur wandeling.
De glooiende contactzone tussen Droog- en Vochtig Haspengouw bloeide mettertijd open tot de boomgaard van Vlaanderen. Maar het Loonse landschap heeft veel meer in petto dan geherwaardeerde hoogstamboomgaarden, landschapsbepalende laagstamaanplantingen en uitgestrekte aardbeienvelden. Er zijn immers ook de ecologisch waardevolle beekdalen, de koepelbosjes, de graften, de holle wegen en de panoramas. In dit natuurrijk decor situeren zich bovendien tientallen historische gebouwen en monumenten, kerken, kastelen, kwadraathoeven, kapellen, de abdij Mariënlof en hier en daar nog een vleugje vakwerkbouw, de versteende getuigen van een bloeiend cultuurhistorisch en agrarisch verleden. Vandaag doen Hendrieken, Gotem en Rullingen aan.
We vertrekken van uit de school en gaan dan richting Hendrieken, langs het nieuwe kerkhof met het ronde witte kunstwerk Memento van Wesley Meuris. Dan een heel eind door de boomgaarden en plantage en voor ons op de heuvel ligt het kasteel van de Hulsberg. Kasteel Hulsberg werd in 1882 gebouwd op een heuvel waarvan de top 108m boven de zeespiegel uitsteekt. Omwille van deze heuvelsite is het kasteel een opvallend oriëntatiepunt in het landschap. We wandelen wat verder en komen dan aan de kapel van het kasteel . Kapel en kluis van Hulsberg worden in 1689 gebouwd door Nicolaas Poislevache, deken van het kapittel van Borgloon, die de bedevaart naar Loreto in Italië maakte. De kluis was oorspronkelijk gelegen op de top van de Hulsberg, waar thans het kasteel staat. De eerste kluizenaar is Martin Derwael, genaamd Joseph.
Eind 18de eeuw is Samuel Ulens eigenaar, die de kluis in 1810 aan Claes, eigenaar van het kasteel van Rullingen, verkoopt. Bij de aanvang van de bouw van het kasteel van Hulsberg in 1882 worden de gebouwen afgebroken en heropgebouwd aan de voet van de Hulsberg. De laatste kluizenaar overleed in 1897. De kluis deed nog enige tijd dienst als landbouwbedrijf; thans blijft alleen de kapel bewaard. Een gevelsteen binnen in het gebouw vermeldt de oprichting van de eerste kapel en het jaartal 1689.
We wandelen voorbij de kapel en wandelen een eindje verder en komen zo in Gotem. We komen aan de Herenhoeve met kern uit 17de eeuw en latere aanpassingen. Op de Ferrariskaart (1771-77) afgebeeld als een gesloten geheel, volledig omgracht en bereikbaar langs een dreef. In de Atlas van de Buurtwegen (1844) is het erf in de noordoosthoek gedeeltelijk opengewerkt. De Lindedreef, verbinding tussen het Fonteinhof en de kerk, is nog steeds bewaard; de gracht bleef bewaard, maar staat thans droog. In 1940 is hier de fruitsapproductie van Looza begonnen. Vandaag is het een hotel. Tegenover ligt het kerkje. De kerk is gelegen binnen het ommuurde kerkhof. Romaanse kerk met schip uit de tweede helft van de 12de eeuw en absis van circa 1220-1230. We wandelen weer verder steken de steenweg over om dan naar Rullingen te gaan.
Het kasteel van Rullingen, een waterkasteel uit de 17de eeuw. Het domein rond het kasteel maakt deel uit van het Provinciaal Domein Rullingen, één van de 12 Limburgse natuurgebieden. Dit 13 ha grote domein omvat het kasteel met slotgracht, een geometrische Franse tuin, een parkbos, een waardevolle hoogstamboomgaard met honderden fruitbomen en een heuse wijngaard van 1 ha. Het domein is dagelijks vrij te bezoeken spijtig dat het kasteel vandaag leeg staat het, hotel is onlangs gesloten door faillissement. Het park blijft open voor het publiek.
Nu wandelen we naar de oude spoorweg de fruitlijn naar Kuttekoven en dan terug naar de school waar onze wandeling eindigt. Het is de pannenkoekentocht en we kunnen toch moeilijk vertrekken zonder ze te proeven, lekker gemaakt door de voorzitster. Een fijne in Borgloon.
35E MARCHE INTERNATIONALE. / CLUB DES MARCHEURS DE BELLEVAUX. / BELLEVAUX. 17/08/2013.
35E MARCHE INTERNATIONALE.
CLUB DES MARCHEURS DE BELLEVAUX.
BELLEVAUX.
In de Belgische Oostkantons, rondom Malmedy kun je prachtig wandelen. Een wandelparadijs waar we een bijzondere voorliefde voor hebben, Malmédy en de streek er rond, en in die streek het kleine Waalse dorpje Bellevaux, deelgemeente van Malmédy wandelen we vandaag. Dat dorpje ligt schitterend tegen een helling in de vallei van de Amblève, een beetje bijna echt pastoraal.
En het heeft een merkwaardige kerk. Die kerk, gewijd aan Saint-Aubin - Albien of Albinus in het Nederlands - dateert al uit 1435, is een mooi voorbeeldje van gotiek, maar heeft een romaanse toren. Ik heb dat altijd een mooi gebouw gevonden, en speciaal voor de kerk op die helling wil ik wel eens naar Bellevaux gaan als ik in de streek ben. Je vraagt je af hoe het komt dat zo'n onooglijk dorpje al in het begin van de vijftiende eeuw kon bogen op zo'n kerk: hoeveel mensen woonden er toentertijd in Bellevaux? Geen honderden, zou ik aannemen. Maar het dorp hing af van de machtige abdij van Stavelot: erg dichtbij. En die abdij mocht wel eens graag investeren in de enige ware godsdienst, ter verspreiding en versteviging van het geloof, en tot meerdere eer en glorie en macht van zichzelf. Zo moet dat dus gekomen zijn.
Een tweede bezienswaardigheid van Bellevaux is 'La Maison Maraite', een vakwerkhuis uit 'Anno 1592', zoals uit een opschrift boven de voordeur moet blijken. Je zou zo'n vakwerkhuis in deze streek niet verwachten, maar de Eifel is natuurlijk niet echt ver weg. Volgens de overlevering was dit het verblijf van het personeel van de heren van Bellevaux, van wie het kasteel dan weer lager gelegen was. Als die overlevering klopt, zou het dorp vroeger wel eens veel meer belang en inwoners gehad kunnen hebben. Maar overlevering is nog altijd iets anders dan een betrouwbare historische bron. Zeker is wel dat sinds 1746 zeven generaties van de familie Maraite na elkaar eigenaar zijn geweest van dit huis. En de 'place to be' is de 'Rocher de Warche', die te vinden is zowat dertig meter boven de Amblève, en niet de Warche.
Maar aan de oever van die Amblève lag in vroegere tijden het kasteel van de heren van Warche, en die plaats is nu een piepklein gehucht van het dorp. Vanaf die rots heb je een prachtig uitzicht over dat deel van de vallei. In deze prachtige omgeving wandelen we. Met prachtige zichten over het landschap met hier en daar een boerderij en soms een huisje met vakwerk. Zo komen we in Lasnenville met een kleine kapel en verschillende prachtige hoeven met een stukje vakwerkwerk wat mooi toch deze schatten in het landschap. Wat verder komen we in het dorpje Pont hier is de rust post, in de viskwekerij Mathonet-Gabriel. Deze heeft al een langere geschiedenis, werd opgericht in 1935 en de bassins worden gevoed door de Amblève en Ru Recht. Het is mooi om te zien hoe de vissen in de bassins rondzwemmen. Na de controle wandelen we een eindje langs de rivier en dan komen we weer langs een mooie vakwerkhuis.
Nu worden we getrakteerd op prachtige zichten op het mooie landschap. Zo ver het oog rijkt bossen en weilanden, veel afwisseling in dit prachtige landschap. We blijven nu een heel eind door het bosrijke gebied wandelen tot we weer in Bellevaux aankomen waar we de Amblève overstekken en zo terug aan het vertrek staan. Wat een prachtige wandeling.
MECHELSE HEIDE. / WANDELEN OP GROTE HOOGTE. / MAASMECHELEN. 16/08/2013.
MECHELSE HEIDE.
WANDELEN OP GROTE HOOGTE.
MAASMECHELEN.
Mechelse Heide is 1 van de 5 toegangspoorten van het Nationaal Park. Het is de plek bij uitstek om te wandelen.
De paarse heide en de uitgestrekte vergezichten zijn extra mooi in augustus. De Mechelse Heide is het wandelgebied bij uitstek in het Nationaal Park Hoge Kempen. Terwijl de wandelingen ten noorden van de weg As naar Maasmechelen (Jozef Smeetslaan) echte boswandelingen zijn, brengen de wandelingen ten zuiden van deze weg ons naar de hoogste punten van de Hoge Kempen met vergezichten tot ver in Duitsland.
Af en toe moet er flink geklommen worden en bezoek je de mooiste heidegebieden van de Hoge Kempen (Mechelse Heide en Kikbeekbron). Alle wandelingen liggen volledig binnen het Nationaal Park. We genieten van het prachtige landschap, genieten van de vlinders en alle insecten die we op deze wandeling tegen komen. Gewoon prachtig we komen aan de grote vijver waar de zandwinning plaats vond, hier hebben we de indruk om aan de zee te zijn het witte zand en blauw water.
We genieten van onze tocht in het Nationaal Park Hoge Kempen. We nemen even de tijd om naar het hotel The Oak een vriendin van ons baat dit hotel uit en gaan even een goeie dag zeggen en genieten van een koffie op het terrasje. Zo eindig voor ons een fijne dag in de Kempen.
MARCHE DES MOISSONS. / LE JOYEUX MARCHEURS DE FLAWINNE. / SUARLEE. 15/08/2013.
MARCHE DES MOISSONS.
LE JOYEUX MARCHEURS DE FLAWINNE.
SUARLEE.
Vertrek in Suarlee en al vlug komen we aan de grote kasteelhoeve. Prachtig gelegen, met een grote binnenkoer, midden in het landschap.
Dan verder langs een kleine kapel. Dan verder door de velden en we genieten van de mooie vlinders en insecten die langs de bermen zitten. Dan verder door de velden waar de oogst al binnen gehaald is. Dan komen we een bijzondere kever tegen, vandaag is een het een dag van vlinders en andere insecten, wat prachtige dieren de Spaanse Vlag een nachtvlinder die overdag vliegt.
Dan komen we in Flawinne. Hier weer grote velden en akkers. Ook hier weer veel vlinders. Dan komen we langs het kasteel met zijn twee vierkante torens gelegen in het dal. We zijn hier in Floriffoux Floreffe nu zijn we afgedaald tot in de vallei waar we nu achter het kasteel komen. Langs de kasteel hoeve met wapenschild.
Wat verder weer een mooie kasteeltoren alleen kunnen we het gehele bouw niet zien alleen de toren, weer verder en dan de grote kasteelhoeve wat een indrukwekkend gebouw. Dan zien we wat verder de mijnschacht. Hier ook werden steenkool gewonnen en is de schachtbok bewaard gebleven.
ZOMERTOCHT. / WC. DE STROOPLEKKERS BORGLOON. / KERNIEL-BORGLOON 12/08/2013.
ZOMERTOCHT.
W.C. STROOPLEKKERS BORGLOON.
KERNIEL-BORGLOON.
We wandelen vandaag in mijn geboortedorp. Oudste vermelding als Kirnile (1279). Kerniel ligt op de zogenaamde steilrand van Borgloon, die het massief van Borgloon ten noorden begrenst. Dit talud van het Haspengouws plateau vormt de grens tussen Droog-Haspengouw ten zuiden en Vochtig-Haspengouw ten noorden, tevens tussen Laag- en Midden-België; hier daalt het zuidelijk gelegen Haspengouws plateau op zeer abrupte wijze naar het noorden, tot 60 meter. Het landschap is heuvelachtig met hoogteverschillen van 60 tot 110 meter.
Kerniel behoorde tot het persoonlijke domein van de graven van Loon, dat na 1366 overgaat naar de Bisschoppelijke Tafel van Luik. Het was geen afzonderlijke heerlijkheid. In 1739 verpachtte prins-bisschop Georges-Louis de Berghes Kerniel samen met Rullekoven aan de barones van Mettekoven. Op het grondgebied van Kerniel bevond zich de belangrijke Loonse heerlijkheid Haebroek. Waar vandaag nog een kasteelhoeve van staat. Op het grondgebied bevonden zich de Loonse laathoven Sint-Servaas, toebehorend aan het Sint-Servaaskapittel van Maastricht, en van Colen of Coelen. Uit het cijnshof Rulicoven ontstond het gehucht Rullekoven. Kerniel is steeds een landbouwgemeente geweest, met de nadruk steeds meer op de fruitteelt. De industrie beperkte zich tot een paar brouwerijen en een stroopfabriek. In 1963 werd begonnen met wijnbouw, een teelt die sinds de middeleeuwen uit de streek was verdwenen. Kerniel bezat een station op de spoorlijn Sint-Truiden-Tongeren, die functioneerde van 1879 tot 1957. In 1970-71 werden de sporen opgebroken, het station werd afgebroken. We komen langs het klooster Colen.
Een stukje geschiedenis: Het klooster van Kolen wordt gesticht door Maria van Colen, dochter van Abraham van Colen en Oda Roefs. Als weduwe van Jan van Mettekoven, heer van Gors-op-Leeuw, had ze zich teruggetrokken in het begijnhof van Sint-Truiden. Ze sticht in 1431 een eerste klooster van het Heilig Kruis in een huis in Borgloon. Reeds in 1430 schenkt ze een stuk grond te Kerniel aan de Kruisheren, waar zij in 1438 hun klooster stichten. Reeds het daaropvolgende jaar wordt de kerk gewijd, waarvan enkel het koor van steen was. Het klooster krijgt de naam Mariae Laudes of Mariënlof. In 1468 en 1483 worden de gebouwen geplunderd en beschadigd door rondtrekkende respectievelijk Bourgondische en Brabantse troepen. Ook in de burgeroorlog tussen de familie de La Marck en prins-bisschop Jean de Horne (1456-1505) wordt het klooster verschillende keren geplunderd. Naar aanleiding van dezelfde oorlogsomstandigheden wordt het beheer van de parochie Kerniel in 1486 opgenomen in het klooster. In 1505 begint prior Henri Geystert met de bouw van een nieuwe kerk, ingewijd onder prior Franciscus Vaes in 1535; in 1516, eveneens onder Henri Geystert, wordt besloten de kloostergebouwen van vakwerk door stenen gebouwen te vervangen; de noordwestelijke vleugel van het klooster wordt voltooid in 1520 en in 1560 de noordoostelijke vleugel, waar thans nog de ingang is.
Onder prior Vaes wordt er een rijke bibliotheek uitgebouwd, waarvan een inventaris van circa 200 nummers bewaard bleef. In 1636 wordt het klooster geplunderd door de troepen van Jan van Weert. Het poortgebouw wordt opgetrokken in 1696. In 1721, bouw van de zuidwestelijke vleugel, die de kerk met de noordoostelijke vleugel verbindt; hieraan herinnert een ruitvormige gevelsteen, op naam van prior W.F. Le Fort. Dezelfde naam prijkt ook op de sluitsteen van de grafkelder (1721), vóór de trappen van het kerkkoor, waar de priors begraven werden. Restauratie en wijziging van de ordonnantie van noordwestelijke- en noordoostelijke vleugel in de 18de eeuw. De kerk wordt in 1750 door een blikseminslag verwoest; er wordt een nieuwe kerk gebouwd met gedeeltelijk behoud van de oudere muren. In deze restauratiecampagne worden ook de rijke lambrisering, het sacristie-interieur en de schilderingen van M. Aubée gerealiseerd. Het klooster wordt opgeheven in 1796, waarna de kruisheren het verlaten. Bij de verkoop als zwart goed, wordt het klooster voorgesteld als een recent gebouwencomplex met een kerk, stallen, een brouwerij, een bakkerij, een smidse onder leien dak en twee schuren onder strooien dak. Voorts waren er twee weides, een afgesloten boomgaard en een groentetuin. Dit is de toestand zoals weergegeven op de Ferrariskaart (1771-77). Buiten het eigenlijke kloosterdomein dat twee bunders omvatte, waren er nog bezittingen met een oppervlakte van 76 bunders.
In 1797 wordt het klooster verkocht aan Henri van Langenacker, één van de kruisheren, samen met de andere religieuzen. In 1822 verkopen de kruisheren het klooster; het wordt ingericht als meisjeskostschool en bestuurd door voormalige cisterciënzerinnen uit Woutersbrakel. Zij vormen na 1831 het klooster om tot een bernardinessengemeenschap, later verheven tot abdij. Circa 1840 wordt het rectoraat in de noordwestelijke vleugel van het neerhof gebouwd, tussen poortgebouw en kerk wordt een gebouw opgetrokken, waardoor het koor van de kerk wordt ingebouwd, de pachterswoning wordt met een verdieping verhoogd, en een galerij van 1586 wordt gedicht. Het pensionaat wordt in 1855 gesloten. In 1894 wordt er een lange ringwal rond de weide in de Colenstraat gebouwd. In 1915 wordt een thans verdwenen schoolgebouw opgetrokken. In 1944 valt een V-bom in de onmiddellijke omgeving, die zware schade aan de gebouwen toebrengt. De gebouwen worden gerestaureerd. De noordoostelijke vleugel van het neerhof verdwijnt en wordt vervangen door de huidige, lage dienstgebouwen.
We wandelen door het ticheltje de verbinding van het klooster en de parochiekerk en vroeger gebruikt door de meisjes en kleuters om naar de school te gaan, vandaag is het een mooie wandelpad dat ons door de vallei van de Herk brengt, zo komen we aan de oude pastorij waar vandaag een wijnboer in woont. Dag langs het kerkhof naar de parochiezaal. Hier is controle en rust. Na rust wandelen we naar waar vroeger het station stond en zo komen we aan de oude spoorweg De Fruitlijn van hier uit gaan we nu richting stationsbuurt in Borgloon langs het Stoomstroopfabriek en de Stationsstraat terug naar huis.
Wij hebben onze wandeling in Borgloon aangevat waar ze dan ook eindigt.
39E MARCHE DE LA GODASSE. / LA GODASSE OUPEYE. / OUPEYE. 11/08/2013
39E MARCHE DE LA GODASSE.
LA GODASSE OUPEYE.
OUPEYE.
Onze wandeling vertrekt in het centrum van Oupeye bij het kasteel van Oupeye.
Wat info: In een charter uit het jaar 1176 komt een handtekening voor van een getuige met de naam Gérard dOupeye. In de 13e eeuw is de burcht bewoond door de edelman Lambert dOupeye, bijgenaamd le preux of de dappere. De burcht onderscheidde zich door een zeer grote toren, waarvan men zei dat hij ouder was dan de stad Luik. Volgens een legende was het zelfs de woning van Alpaïde, de bijzit van Pepijn van Herstal. Volgens hetzelfde verhaal waren er onuitwisbare bloedvlekken verschenen op de vensterbank waar ze op zat, toen ze vernam dat haar broer Dodon bisschop Lambert had vermoord. In de 17e eeuw liet de Luikse multimiljonair Jean Curtius het kasteel herbouwen, maar de grote vierkante toren bleef overeind. Nadien kwam het in handen van de familie de Grady de Horion, die het in 1970 verkocht aan de gemeente Oupeye. De toren dreigde in te storten en de bovenste verdiepingen werden afgebroken. Vandaag is alles beveiligd. Het kasteel wordt nu als cultureel centrum en vergaderzaal voor de gemeenteraad van Oupeye gebruikt.
Oupeye word doorkruist door de Romeinse weg van Luik naar Maastricht via Vise. Maar vooral de landbouw is hier prominent aanwezig, het goud gele koren is rijp en klaar om geoogst te worden, op sommige plekken is het reeds geoogst en liggen de ballen stro gereed om opgehaald te worden. Vroeger waren het kleine rechthoekige ballen van 30kgr. Vandaag zijn het grote ballen van verschillende honderd kilos. het is wel mooi om over een veld met rijpe granen te kijken het geeft een bijzonder beeld. De natuur is nu op zijn mooist en we kunnen genieten van de bloemen en vlinders langs de veldwegen. De zomer is al een heel eind gevorderd en de jonge zwaluwen vinden elkaar op de draden, mooi om te zien. We wandelen Vivegnis binnen en wandelen naar Hermee.
Hier ook weer weilanden met koeien en velden.
We komen in Nilis met een grote vijver, prachtige groene weilanden en velden. Dan komen we in Tilice hier een prachtige kasteelhoeve ook hier is de rust en controlepost. Hier prachtige zichten op de gouden graanvelden.
Vandaag ook weer vele vlinders, ook de Spaanse vlag komt hier voor een prachtige vlinder zwarte vleugels met witte strepen en de binnen vleugels rood. Volop activiteit op de velden, de boeren zijn volop aan oogsten. Wat verder komen we weer in Oupeye en de kasteel toren komt in het zicht. Een mooie wandeling met een warme zon en blauwe hemel.
MARCHE DES HAUTES ROCHES. / MARCHEURS DE "HAUTES ROCHES" / DOURBES. 10/08/2013.
MARCHE DES HAUTES ROCHES.
MARCHEURS DE HAUTES-ROCHES.
DOURBES.
Langs de vallei van de Viroin loopt een oude spoorlijn, die na jaren in onbruik te zijn geweest terug in dienst werd genomen door de Chemin de Fer à Vapeur des 3 Vallées. Deze vereniging van spoorfanaten, organiseert op het traject Mariembourg - Treignes ritten met stoomlocs en railbussen. In het oude station van deelgemeente Treignes werd door de dezelfde vereniging een spoorwegmuseum uitgebouwd, en worden ook oude locs en rijtuigen gerestaureerd. De spoorlijn doet verschillende dorpje langs de spoorlijn aan zo ook Dourbes.
Hier wandelen we vandaag. We vertrekken in het centrum hier de Kerk Saint-Servais, het ensemble van de kerk, het kerkhof omgeven door een muur. We het wandelen het dorpje uit prachtige huizen in lokale steen en voor ons op de hoge rots de ruïnes van het kasteel "Hauteroche" (15de eeuw). Het oude kasteel van Dourbes. Het kasteel van Dourbes of van Haute Roche was een kleine burcht waarvan het lot steeds verbonden was met dat van het kasteel van Fagnolles. Het graafschap Dourbes en Fagnolles was prinselijk eigendom. In 1555, tijdens het beleg van Mariembourg en de oorlog tussen Keizer Karel en Henri II, worden Dourbes en Fagnolles vernield. De burcht die op de top van een uitlopende rots lag, werd van het plateau gescheiden door een brede gracht. Een deur met 2 torentjes en een hefbrug vormden de enige toegang.
Dan wandelen we de natuur in naar de weg die langs de rotsen loopt en de rivier, we komen aan het natuurreservaat de Haute Roche de hoge rotsen steken de lucht in en boven de ruïne. Langs de Viroin en dan steken we de spoorweg over. We hoopten dat de stoomtrein langs zou komen maar tevergeefs we hebben hem wel gehoord, de stoomfluit die door de vallei giert het is en blijft een hele bijzondere ervaring. We wandelen door een prachtig stukje natuur, bossen en weilanden en dan komen we aan een zagerij met een hoge schouw wat verder en we komen aan het kasteelpark van het kasteel van Nismes.
Anno 2006 werd middenin het dorp een toeristisch natuurpark aangelegd, waarvan de bouw gesponsord werd door de Europese Gemeenschap. Hier staat het kasteel en de brug over de Eau Noire. Hier is onze eerste controle. Dan wandelen we door het dorpje en verlaten Nismes. Langs het station en dan weer verder naar Roche a Lhomme waar we opklimmen en onze terug weg naar Dourbes aanvatten, nog een eind door het dorpje tot aan het vertrek, wat een prachtige wandeling hebben we vandaag hier gedaan.
STRUCHT-TOCHT. / WC. STRUCHTER BOYS. / SCHIN OP GEUL. 04/08/2013.
STRUCHT-TOCHT.
WC STRUCHTER BOYS.
SCHIN OP GEUL.
Vandaag een wandeling in Zuid Limburg Nederland. Schin op Geul een prachtige streek om te wandelen. Onze wandeling brengt ons langs mooie oude boerderijen en langs grote landerijen.
We wandelen het dorpje uit en steken de Scheumerbeek over en wandelen Schoonbron binnen. Dit is een gehucht van Valkenburg en de Geul komt hier ook voorbij. We steken de Scheumerbeek weer eens over en komen zo in de Op De Beek waar prachtige boerderijen staan. Ook een paar huizen uit gele steen van de nabij gelegen steengroeve.
Dan wandelen we de velden in en wat een prachtige zichten over het golvend landschap. Zo komen we in Ransdaal. Hier verschillende Carre boerderijen in Kunradersteen. Soms kom je mooie versieringen tegen die mensen aan hun huizen en boerderijen hangen vooral hier in Zuid Limburg, zo komen langs een huis waar allemaal vogelkooitje aan de gevel hangen. We komen in de Ransdalerstraat waar veel oude boerderijen in Kunradersteen staan ze ogen prachtig in de zon. Als je even de kans krijgt om in het binnenkoer te kijken moet je het zeker doen, wat een prachtige gebouwen en wat een moeite de bewoners doen om alles netjes en mooi te houden. Gewoon prachtig.
Weer verder langs de boerderijen en dan weer een eindje langs velden en weilanden. Voor ons in de verte de Sint Theresiakerk uit 1932 met een zeer uitzonderlijke toren gebouw met Kunradersteen. Wat we hier ook veel tegenkomen praktisch op de hoek van elke straat of veldweg zijn de wegkruizen en wat worden deze kleine erfgoedplekjes onderhouden, bloemen en attenties de kruizen altijd mooi geverfd en onderhouden.
We wandelen het dorpje uit door de velden en genieten van de mooie zichten op het mooie landschap. Dan wandelen we Langs de Ling de spoorweg naar Schin op Geul waar we langs het station gaan. Nog een eindje door het dorp en dan de Geul over naar ons vertrekpunt waar een prachtige wandeling eindigt.
WANDERN AM INDEMANN. / INDELAND. / INDEN.31/07/2013
WANDERN AM INDEMANN.
INDELAND.
INDEN.
Op de terug weg van Lindlar komen we door het bruinkool gebied. We wilden al een hele tijd de befaamde INDEMANN eens bezoeken.
Als architectonisch baken van het Indeland rijst de Indemann op de voormalige stortplaats Goltsteinkuppe 36 meter omhoog. Vanaf zijn talrijke uitkijkpunten biedt hij een verreikend, spectaculair panoramisch zicht op een landschap in beweging. Het stalen frame van de Indemann bestaat uit 20.000 stalen onderdelen en weegt 280 ton. 's Nachts ontvouwt hij zijn kleurige pracht. De gevelbekleding is bedekt met meer dan 40.000 leds. Het grootse lichtspel in voortdurend wisselende kleuren van de Indemann is van ver zichtbaar. De stalen toren kijkt uit over het volledige mijnbouwgebied Inden.
Graafmachines, transportbanden, maar ook de verschillende aard- en steenkoollagen fascineren de bezoekers. De bruinkoolgroeve heeft grote schade aangericht in het landschap en littekens achtergelaten in de ziel van de bevolking. Duizenden bewoners van het Indeland hebben huis en haard moeten verlaten vanwege de afgraving. Hele dorpen werden vermalen door de grote bruinkoolmachines die zich door het landschap vreten. Nu de bruinkoolwinning in zicht komt, zijn er plannen om het landschap te transformeren en de groeve zal in de loop van de helft van deze eeuw veranderen in een Indesche See. Vandaag wandelen we een uitgestippelde wandeling rond de ijzeren man. Met prachtige zichten op de bruinkoolgroeve en zijn indrukwekkende graafmachines.
We genieten van onze laatste dag verlof en genieten van de wandeling en de beklimming van de ijzeren man welke ons een prachtig uitzicht geeft aan de omgeving, we gaan ook even naar het uitkijkpunt over de bruinkoolgroeve. Hier eindigt voor ons onze 7daagse reis in Duitsland. We hebben mooie steden bezocht, prachtige wandelingen gemaakt en interessante museums bezocht. Een geslaagde vakantie.
STEINHAUERPFAD. / DER BERGISCHE STREIFZUG. / LINDLAR. 30/07/2013.
STEINHAUERPFAD.
DER BERGISCHE STREIFZUG.
LINDLAR.
Lindlar het stadje waar de steenkappers leven, werkten en nog werken. Er is nog een grote steengroeve die vandaag nog steeds werkt.
Op onze wandeling die nummer 8 draagt brengt ons door het stadje en de omgeving waar nog vele getuigen heeft van de rijke steengroeven. Het nieuwe aangelegde steenhouwers pad brengt ons op de sporen van de mensen, die de steen gedurende honderden jaren gedolven en verder bewerkt hebben.
Vanuit het centrum van Lindlar bergop naar de Brungerst onderweg historische gebouwen en gedenkstenen uit Grauwacke. Boven op de gerg hebben we een prachtig zicht op de verlaten steengroeven. We vertrekken uit het centrum waar een paar mooie oude stenen monumenten zien, we wandelen het centrum uit langs een paar mooie vakwerkhuizen, en ook nog stenenhuizen met de Grauwacke steen. We komen verschillende mooie huizen tegen en zien hoe de steengroeven hier toch een aantal mensen rijkdom brachten. Nu komen we aan het oude station van Lindlar. Waar de SÜLZTALBAHN was.
Een prachtig gebouw, mooi hersteld en onderhouden vandaag een huist er een onderneming in die met veel respect voor het oude gebouw het bewaard en onderhoudt. Nu klimmen we door het bos naar de steengroeven. Onze eerste stop de nog werkende steengroeve waar men een klimmuur gemaakt hebben en waar je kunt gaan klimmen. Verder door het bos wandelen we.
Nu komen we aan de verlaten steengroeve waar mensen met beperkte middelen de steen uit de berg gekapt hebben en bewerkt, vandaag heeft de natuur hier terug de bovenhand gehaald en heeft hier een prachtig wandelgebied van gemaakt. Dan komen we aan de nog werkende grote steengroeve, indrukwekkend. Dan dalen we af naar het centrum we wandelen door het kerkhof waar prachtige stenen grafmonumenten gemaakt uit de steen uit de groeven. We komen zo terug in het centrum waar we onze wandeling afsluiten met een lokale specialiteit.
We gaan nog een kasteel bezoeken in het stadje Nümbrecht.
Slot Homburg
Slot Homburg is een slot gelegen in de nabijheid van het stadje Nümbrecht in de Oberbergischer Kreis. Hoe oud het slot precies is, is onbekend. Het slot wordt in ieder geval in 1276 genoemd. Spijtig als we er aankwamen was het kasteel gesloten wegens werken, we kunnen toch even rondkijken en wat fotos maken. We besluiten dan maar om de wandeling te doen.
Natuurpad Homburg Kasteel.
Het natuurpad is opgericht in 2004. Het is een "Biologisch Station Boven-Berg" door de en de bescherming van de Duitse Bossen geïnitieerd wandelpad. De wandelroute begint bij het kasteel en voert over Homburg Bröl en Huppichteroth , gaat naar de historische molen Holstein en dan terug naar Schloss Homburg.
Negen stations langs de route vertellen ons over de natuur rond Homburg Kasteel en de Brölauen. Als we aan de Molen komen gaan we hier toch even halt houden.
Holsteins Muhle.
Tot 1969 werkte de oude molen nog als zaag en drijfmolen. De zagen werden met waterkracht aangedreven. De gehele aandrijfraden en zo zijn bewaard gebleven en kunnen in het restaurant bezichtig worden op hun oorspronkelijke plaatsen. We wandelen even door het prachtige monument en door de tuin naar de vijver.
We gaan ook even kijken binnen naar de mooie bewaarde plaatsen. Hier kunnen we de "Original Bergische Kaffeetafel" bekomen. We hadden ons voorgenomen om deze lokale specialiteit te proberen.
Originele Bergische koffietafel.
"Koffeedrinken met alles erop en eraan, dan betekent dit feestelijke ceremonie op een Bergisch Goed. Een maaltijd die op de Bergische boerderijen bij speciale gelegen heden opgediend werden. Gepresenteerd in de historische Holsteinsmuhle - een echte ervaring in het Bergische Land!.
Op borden, schalen en kommen worden de volgende spijzen opgediend.
Milchreisbrei (melkrijstpap). Mühlenbrot 3 verschillende molenbroden. Quark. Boter. Wafels met hete rum kersen. Slagroom. Cake. Suiker en kaneel. Kaas met Rübenkraut. Beenham en Bloed-en leverworst. En dit alles met een de "Koffeekann" met de naam "Dröppelmina". Een waar festijn om van te genieten. Als je in het Bergische land bent en dit niet meegemaakt hebt, heb je zeker iets gemist. We nemen ruim de tijd om hier van te genieten en dan moeten we terug naar de parking aan de burg en terug naar Lindlar voor onze laatste nacht.
Vandaag verkennen we een paar vakwerkstadjes, het eerste is Wiehl. We vertrekken met onze rondwandeling door het stadje op het Marktplein. Midden staat de fontein , kerkje en stadhuis. Dan wandelen we het stadje binnen wat prachtige vakwerkhuizen hier. Het is aangenaam om hier rond te wandelen en de mooie huizen te bekijken. Het heeft toch iets bijzonder dat alle huizen nog in vakwerk zijn.
Sommige dragen schilden boven de deur met oude teksten. Vele zijn eeuwen oud, eentje draag het jaartal 1755. Vele staan aan de straatzijde maar andere hebben mooie grasperkje en bloemen rond het huis staan wat gewoon prachtig is. Op een nader pleintje de fontein met drie dames. We wandelen wat rond en nemen al het moois in ons op.
Na de rondgang vertrekken we naar: Engelskirchen
We komen aan het Schloss Ehreshoven de barokke waterslot uit 16-17de eeuw is nog altijd met een watergracht omgeven.
We nemen even een kijkje rond de gebouwen het slot zelf is niet te bezoeken, maar we kunnen er rustig rond wandelen en alles van nabij bekijken. De prachtige tuinen kunnen we niet betreden spijtig ze zijn prachtige aangelegd. Door de Voorburg komen we op de grote binnenplaats en dan voor ons het imposante barokke waterslot. Met een prachtige fronton twee dierenfiguren dragen een kroon van goud en daarin een zwarte gekroonde leeuw. De Voorburg word door de gemeente gebruikt en er is zelf een trouwzaal. We verlaten de Voorburg en wandelen nu rond het hele complex. Boven de ingang staat een nieuwer wapenschild Rheinische Ritterschaft- 1921 is een vereniging van Rijnlandse adel, door de koninklijke Pruisische opgericht op 21 Januari 1837.
We verlaten de ingang en wandelen rond de Voorburg die op elke hoek een vierkante toren heeft. Het slot is geel geschilderd en de rest is uit natuursteen, we wandelen rond en kunnen zo ook in de prachtige tuinen kijken. Het is de moeite waard om hier even halt te houden. Na ons bezoek aan Engelskirchen rijden we terug naar Lindlar om daar het avondmaal te nemen. We rijden dan terug naar ons vakantiehuis.
Het is nog aangenaam warm buiten en we beslissen om nog een wandeling te maken in de buurt. We kiezen voor de weg tegenover ons verblijf. En tot onze verbazing zijn we hier maar een paar kilometer van het centrum van Lindlar af. We wandelen langs het oud station en komen zo in het centrum waar we even halt houden op het terrasje. Nog even wandelen en dan keren we terug naar huis. Een mooie en gezellige dag met vele mooi plekken.
BENSBERGER SCHLOSSWEG. / DER BERGISCHE STREIFZUG. / BERGISCH GLADBACH. 28/07/2013.
BENSBERGER SCHLOSSWEG.
DER BERGISCHE STREIFZUG.
BERGISCH GLADBACH.
Deze prachtige wandeling draag nummer 13. We vertrekken aan het raadhuis. We hebben hier een pracht van een stadje we klimmen even en dan staat het Barokkeschloss voor ons. Wat een prachtige gebouw.
We hebben deze wandeling gekozen voor dit mooie kasteel we kunnen in de binnenkoer even rond lopen en de indrukwekkende gebouwen bekijken. Deze wandeling bied ons verschillende prachtige plekken aan, we verlaten het centrum van het stadje. En dan komen we in het bos we komen aan het ijzeren kruis voor de Franse soldaten uit 1813. 4.000 soldaten zijn hier begraven.
Wat verder komen we aan het Oostenrijkse gedenksteen. Hier zijn 3.000 Oostenrijkse en Pruisische soldaten begraven in massagraven de Oostenrijkse keizer Frans Jozef lied 60 jaar later dit monument oprichten, wij wandelen weer verder en komen aan het kasteel huis Lerbach we wandelen het park binnen, langs lange lanen met mooie struiken en alles zeer mooi onderhouden. Dan komt het kasteel in zicht mooi gelegen en prachtig onderhouden is het vandaag een hotel. We kunnen rustig rondwandelen en alles bekijken, aangenaam is het wel.
Dan wandelen we verder langs oude vakwerkhuizen en dan langs een boerderij waar je melk zelf kunt tappen, flesjes mee nemen en maar tappen. Deze boerderij is wel prachtig gelegen. Wat verder komen we in het vakwerkdorpje Kaltenbroich weer duiken we het bos in en tot onze verbazing komen we aan het Naturfreundehaus Hardt hier kunnen we even halt houden en wat rusten, een hefe weizen zal smaken, en als we het menu bekijken en zien hoe goedkoop hier alles is besluiten we om hier wat te eten, lekker biologische eieren, smakelijk brood en hesp, lekker.
We vertrekken weer en wandelen verder door het bos tot we aan de plek komen waar vroeger de Galliërs leefden. Hier zijn nog duidelijk de sporen van hun wallen te zien, we wandelen weer verder en verlaten het bos en zo staan we weer in het stadje. We wandelen langs het stadhuis een deel modern aangebouwd aan de oude burg site. Wat verder het museum van de berg bouw.
Jefke mag binnen en we bezoeken dit museum midden in de stad en toch uitgebreid met vele ambachten die hier waren en hoe de mensen toen leefden in de tijd. Ook een mijn nagebouwd met gangen en al de gereedschappen die gebruikt werden, zo krijg je een idee hoe het er toeging. We verlaten het museum en wandelen nog een eind langs de burggraven waar oude vakwerkhuizen staan en zo komen we aan de resten oude burg, nog wat rond gewandeld in de stad en dan gaan we terug naar Lindlar. Een prachtige wandeling.
STAD WIPPERFURTH. / STAD HÜCKESWAGEN. / STAD LENNEP-REMSCHEID. 27/07/2013.
STAD WIPPERFURTH.
STAD HÜCKESWAGEN.
STAD LENNEP-REMSCHEID.
Wipperfürth is gelegen aan de Wupper, die in de bovenloop ten oosten van de stad bekendstaat als de Wipper. In de buurt ligt de Bevertalsperre, een stuwmeer in de rivier de Bever. We verkennen de stad en op het stadsplein het stadshuis en de prachtige fontein.
Het oude stadsgedeelte met zijn vakwerkhuizen hebben een bijzondere uitzicht, de voorgevels zijn bedekt met schaliën. En er staan nog resten van de oude stadsmuur. Prachtige huizen van vakwerk maar ook grote prachtige huizen in steen, de rijke inwoners hebben rijke stenen huizen, prachtige versierd. We slenteren door het stadje bekijken de huizen en de winkels, nemen een terrasje mee om een lekkere Weissbier te drinken.
We willen nog een andere stadje bezoeken. We gaan nog naar HÜCKESWAGEN. Deze stad heeft nog mooier huizen in vakwerk maar ook hier weer de voorgevels bedekt met schaliën. Maar we wandelen door de starten die nu wat verlaten bijliggen, hier word op zaterdagnamiddag alles gesloten, geen winkels open gelukkig zijn er toch nog een paar café open.
We wandelen naar het oude gravenslot. Een groot plein voor het slot en aan de overzijde van de ingang een mooie tuin met een theehuisje. We wandelen rond het slot en genieten van de prachtige zichten op de stad en de huizen. Het is nog vroeg in de namiddag en we beslissen nog een ander stadje te bezoeken. LENNEP-REMSCHEID. Na een hevig onweer en een stevige bui komt de zon weer kijken en het is terug aangenaam om te wandelen door de stad. Weeral mooie vakwerkhuizen met de schaliën. We komen langs het stadhuis met groene luiken. Wat hier ook mooi is zijn de sierlijke uithangborden, die geven het geheel een prachtig cachet. We komen aan de kerk en deze is open we nemen er een kijkje in. Eiken banken, een eiken balustrade. Een pracht van een orgel waar de preekstoel onderstaat, eik met goud belegd wel prachtig. We verlaten de kerk en wandelen verder en komen zo aan het Röntgen Museum. Spijtig dat het gesloten is hier woonde de geleerde Röntgen die de röntgen foto uitvond.
Weer wat verder komen we aan de Klosterkirche nu een cultuurcentrum is wel mooi gelegen en de omgeving is zeker rustgevend.
Wat verder komen we aan de Alte Brauerie am Kolner tor in dit gedeelte van de stad zijn de vakwerkhuizen niet met schaliën bedekt en heb je het zicht op het vakwerk wat ik altijd bijzonder vind.
We wandelen door de stad en genieten van al het moois wat er te zien is. Nu word het tijd om terug naar Lindlar te gaan om nog van de prachtige avond te genieten.
BERGBAUWEG. / DAS BERGISCHE STREIFZUG. / RÖSRATH. 26/07/2013.
BERGBAUWEG.
DAS BERGISCHE STREIFZUG.
RÖSRATH.
De Bergische Streifzüge zijn 24 dag en halve dag wandelingen met een afstand tussen 4 en 16 kilometer. Elke wandeling heeft een thema. Op de talrijke infoborden worden historische en natuurkundige feiten verteld.
De wandelingen zijn lichte tot halfzware wandelingen in een van de mooiste streken in Middelgebergte landschap. De wandelingen zijn allemaal goed afgepeild met rode rechthoekige pakketjes met de nummer van de wandeling zodat je de wandeling kunt doen zonder de kaart. Op de toeristische dienst kun je de 24 kaarten gratis krijgen. De wandeling vandaag is wandeling 15 "Bergbauweg. We vertrekken met de wandeling in Rösrath-Hoffnungsthal.
We parkeren aan het station en vatten de wandeling aan. Het infobord verteld ons dat de romeinen hier al naar erts gegraven hebben. Als in 1978 de laatste ton erts gedolven werd is een 2.000 jaar oude nijverheid gestopt. Op deze wandeling wandelen we eerst door de stad langs prachtige gebouwen. Ook een paar mooie vakwerkhuizen en dan wandelen we verder en komen aan het volgende info bord. Hier een vakwerkhuis dat diende als omkleedplaats voor de berglieden.
Hier kregen ze hun mijnlamp en hun plaatje waardoor ze wisten wie zich in de mij bevond. Na de arbeid werd het plaatje terug opgehangen waardoor men zag of iedereen terug gekomen was. We wandelen nu een eind door het bos en komen zo aan de Franziska-schacht - Bergbau an Lüderich hier staat de stalen schacht van de mijn als erfgoed. Reeds in1892 werd de schacht verdiept tot 237,40 meter. De mijnschacht werd in 1978 afgesloten met een betonnen plaat de schachtbok bleef bewaard en is vandaag een getuige van de mijnbouw. Deze mijnbouw was bedoeld om erts te bekomen om zink te winnen.
We wandelen weer verder door het bos en de natuur is hier toch bijzonder. Na een tijdje komen we aan de Hoofdschacht van de mijn Lüderich. Vandaag staat de schacht er nog en vandaag is er op het mijn terrein een golfterrein. Hier houden we even halt en we eten hier een hapje. We genieten van het uitzicht en dan wandelen we verder tot aan de splitsing.
We nemen de terugweg. Zo komen we in Bleifeld weer wat verder en we zijn in Lüderich/Berg en dan nog een eindje en we zijn terug aan het station. Hier eindigt onze mooie wandeling door het Bergbau gebied. We keren na de wandeling terug naar Lindlar waar we onze tweede dag afsluiten.
OBERBERGISCHER KREIS. / LINDLAR. 25/07 tot 31/07/2013
OBERBERGISCHER KREIS.
LINDLAR.
Donderdag 25 juli 2013.
Lindlar is een gemeente in het westen van de Oberbergischer Kreis in de deelstaat Noordrijn-Westfalen. Het gebied rond Lindlar wordt gekenmerkt door droge hoogten en vochtige beekdalen. De belangrijkste beek die door het gemeentegebied stroomt is de Lindlarer Sülz. Deze stroomt voegt zich nabij Hommerich bij de Kürtener Sülz en mondt uit in de Agger. Lindlar is relatief dunbevolkt. De hoofdplaats (Lindlar) heeft zich sinds 1945 verdicht ten koste van de typische hoeven en gehuchten in de omgeving. De rest van de gemeente, met uitzondering van de kerkdorpen, bestaat nog grotendeels uit verspreid liggende nederzettingen en "alleenstaande" huizen.
Onze reis naar Lindlar is vlot verlopen en we komen ruim op tijd aan. Onze eerste stop is Schloss Heiligenhoven. Gelegen in een prachtig park met voorburg en mooi kasteelgebouw, we wandelen hier even rond en van hieruit kunnen we naar het LVR Freilichtmuseum Lindlar Bergische openluchtmuseum Lindlar waar je de Bergische traditie en geschiedenis ervaart, waar ambachten en arbeid op de boerderij van dichtbij in een prachtige omgeving kunnen beleeft worden.
Idyllisch gelegen in glooiende weiden en velden, zie je de originele Bergische huizen, ontmanteld op hun oorspronkelijke locatie en liefdevol herbouwd in het openluchtmuseum. Of het nu een boerderij, de touw of smederij is overal kan je kijken en aanraken alle gebouwen zijn toegankelijk en bezitten een waardevolle collectie gebruiksvoorwerpen uit de periode van de bewoning. En tussendoor lokken ontspannende wandelingen door de prachtige natuur.
In het museum restaurant Lingen Hof worden traditionele en regionale gerechten in een gezellige sfeer opgediend En in de grote biertuin biedt het museum restaurant "Lingen Hof" ons prachtig panorama op de omgeving. We genieten van ons bezoek en de vele ambachten die hier getoond worden, koorden vlechten, linten voor rond de strohoeden, smid en zo nog vele andere er is wel altijd wat te beleven in het museum.
Wij nemen ruim de tijd om alles te bezichtigingen en ons bezoek word afgesloten met een Bergisches Landbier. Wij gaan nu eens opzoek naar ons vakantieverblijf voor de komende dagen.
We rijden naar Suttenbach in Lindlar even buiten het centrum gelegen Ferienhaus Helle prachtig gelegen op de heuvel tussen het riviertje en het bos. Een prachtige oude vakwerkhoeve omgebouwd naar vakantiehuis. Prachtig zicht als we de weg oprijden en het gebouw voor ons opduikt. Een vriendelijke ontvangst door de vrouw des huize Danja die ons naar ons thuis voor de komende dagen brengt. Het is een mooi gerieflijk woning met een prachtig balkon waar als het weer ons gunstig gezind blijf de komende dagen ons ontbijt genomen zal worden. Voordat we uitpakken even de omgeving verkennen.
We wandelen nu naar Oberbreienbach wat een prachtige natuur het golvende landschap met zijn weidse zichten niks dan weilanden en bossen. We komen in het dorpje Oberbriedenbach aan met zijn vakwerkhuizen en ook de Burg Breidenbach
Wanner de bouw van de burg geweest is niet bekend maar vanaf 1600 zijn er Ridders bekend die hier woonde, we verlaten het dorpje en weer weilanden zover het oog reikt en dan opeens zomaar langs de weg de Oberbreidenbach Kapelle deze kapel uit 1670 ligt hier prachtig en we nemen even de tijd om wat te rusten en het prachtige landschap te bewonderen. We willen nog wat verder wandelen, het is nog zo fijn en warm buiten. Na een tijdje wandelen we en bosje binnen en dan opeens duikt het volgende dorpje voor ons op Spich een klein dorpje van enkele vakwerkhuizen en vakwerkboerderijen gelegen in het dal wat is dit toch prachtig.
We wandelen door het dorpje, ja het bestaat uit één straat met een paar huizen en dan keren we terug naar ons verblijfplaats waar we nog een fijne avond hebben en kunnen genieten van de omgeving op ons balkon. Zwaluwen vliegen aan en af, koeien grazen op de bergplank voor ons en de vogels fluiten. Wat kan het toch fijn zijn om zo van de natuur te genieten, onze eerste dag is zeker een voltreffer.
In Zuid-Limburg is zoveel te ontdekken. En het ontdekken begint hier in Puth. Maar het echte Limburg ontdekken we natuurlijk pas als we aan de wandeling beginnen. Puth is een dorp in de gemeente Schinnen.
De naam is afkomstig van de daar aanwezige diepe waterputten. Hoewel er vele bouwwerken verloren zijn gegaan zijn er toch een aantal vakwerkhuizen bewaard gebleven.Onze eerste mooie vakwerkhuis komen we tegen in Onderste Puth.
Puth bestaat in feite uit twee buurtschappen, welke door de Kerkweg worden gescheiden. Kenmerkend voor beide buurtschappen is de lintbebouwing, beginnend bij de Steenstraat via Onderste Puth, Bovenste Puth en Kempkensweg richting Sweikhuizen. Onderste Puth is naast de naam van het gelijknamige buurtschap ook een straatnaam in de buurtschap. Het gebied strekt zich uit vanuit het natuurgebied Hondskerk in de richting van de buurschap Windraak. Wie Onderste Puth uit de richting Doenrade bereikt, heeft op de Maastrichterweg in noordelijke richting een prachtig uitzicht. We wandelen het buurtschap uit en wandelen het veld in met weidse zichten over het landschap.
We wandelen de Molenweg op, maar zien geen molen, door mooie boslanen en weilanden en komen zo in Schinnen. Het kerkdorp Schinnen bestaat van oudsher uit een kern en enkele buurtschappen, afwisselend gescheiden door een groengebied en enkele bosgebieden. Beekdalen, weilanden, holle wegen en nostalgische boerenhoeves. Dat is Schinnen in een notendop. We wandelen verder en komen zo in Heisterbrug is voor Schinnen een uniek gebied. Het wordt gevormd door het dal van de Geleenbeek en de Putherberg. Hier vinden we enkele prachtige gebouwen met een bijzondere cultuurhistorische waarde.
Deze gebouwen, zoals kasteel Terborgh, de watermolen en de vakwerkhuizen zijn erkend als rijksmonument. We komen zo aan kasteel Terbogh.
Een beetje geschiedenis: In het pastorale Geleendal te Schinnen ligt in een delta van de Geleenbeek de ruïne van de oude waterburcht "Terborgh". De oorspronkelijke burcht was een woontoren gelegen op de "Motte" (verhoogd eiland) achter het huidige gebouwencomplex. Deze hoedanigheid, ook wel Huis Schinnen, het Bovenste Huis en Terborgh genoemd, wordt al vermeld in 1285 in de huwelijkse voorwaarden van Hendrik van Scinne en Guderadis,'Tochter von Hildeger de Stessa, Bürger zu Köln' als Castrum Nostrum Schinna. In 1285 siegelt Hermannes von Eynenburg en schrijft dat hij bloedverwant is met Heinrich von Schinnen. 1289 bezit Heinrich von Scinne 53 morgen land en Beemd en Bos te Schinnen. Henricus met enigste zoon Tilmannes wordt genoemd in 1289 als heer van Schinnen. In de 16e eeuw werd de woontoren verlaten, waarom is niet duidelijk. Wat nu resteert, zijn de metersdikke fundamenten van breuksteen en leien van de dakdekking. Het tegenwoordige kasteel is in feite de verbouwde voorburcht en hoeve. Het kelderplan is uit de 16e eeuw en het woonhuis kwam rond 1600 tot stand. De op de binnenplaats tegen de gevel aangebouwde kapel werd door een Roermondse bisschop in 1625 gewijd. Links en rechts van de ingangspoort zijn nog de katrollen aanwezig welke gediend hebben om de valbrug op te halen. De brug zelf is van latere datum, toen dreiging van overval en inbraak niet meer te duchten was. De ramen werden in de 18e eeuw vergroot, door het verwijderen van de tussendorpels van de oorspronkelijke tussendorpels. Kasteel Terborgh was tevens schepenbank en gevangenis, in roerige tijden rond de 18e eeuw werd in de gevangenis van de burchthoeve leden van de zogenaamde "bokkenrijders" ingesloten.
We wandelen verder langs een prachtig hardstenen kruis tussen bomen en dan volgen we de veldweg die naar Stammen leid en ons naar het Stammenderbos brengen.
We wandelen hier langs weer mooie grote oude hoeven. En zo komen we in het Geleenbeekdal. Hier prachtige natuur en rustig kunnen we hier de natuur gadeslaan, vlinders en roofvogels komen hier veel voor. Nu langs de Bergstraat met oude hoeven en dan komen we in Sweikhuizen. Een stukje buitenland op Nederlandse bodem... Dat gevoel krijgen we als we door de kern van Sweikhuizen loopt.
Via steile weggetjes en al wandelend kunnen we het dorpje verkennen. Markante vakwerkhuizen en een prachtig uitzicht over Zuid-Limburg vechten om de aandacht van ons. Geliefd in Sweikhuizen is het idyllische kerkje uit 1739. Bijzonder in Sweikhuizen zijn haar pruimen.
Een beetje uitleg: De Sjweikeser Rèngelaot is een zoete en sappige pruimensoort die in vroeger jaren bijdroeg tot de bekendheid van Sweikhuizen. Tot ongeveer 1970 aren de veel boomgaarden rondom het dorp voor een groot deel beplant met dit pruimenras. Langzaamaan verdwenen ze uit het landschap. In 2003 werd de gelijknamige stichting opgericht met als doel het terugbrengen van dit pruimenras op de hellingen in en rond het dorp. In de loop der jaren zijn er ongeveer 300 bomen aangeplant die de omgeving eer iets van die authentieke uitstraling teruggeeft.
Kwam een inwoner tegen die mij vertelde van de pruimen en hij vertelde me ook een gedicht over de pruimen. Hij had het zelf op papier staan.
Een gedicht van Tom Smeets. Zjweikese
Via t westelik sjtökske Sjitterend Sjènne, löpt me Zjweikese noa bènne
En dat pleitske likt perfect, teinge dei berg aan geplekt.
t Besjeit mer oet ein paar sjtroate, mer is beroemd oom zien rengeloate
Es die buimkes in t veurjoar sjtoan te blueje,
Begint gans Sjènne van trots te grueje.
Es ze riep zin t preuve neet verzoeme
Want t is t lekkesjte pruumke oonger de proeme.
En geluif mer dat ich mich dan auch begaai
Aan ei flink sjtök proemevlaai!
We verlaten Sweikhuizen en zijn Pruimen en wandelen verder door het Sweikhuizenerbos en dan via de Panoramaweg komen we in Puth.
We wandelen nu een eind door het dorp bovenste Puth en via Vogelzang wandelen we verder langs prachtig vakwerkhuizen en zo komen we terug aan in Onderste Puth waar deze mooie en leerzame wandeling eindigt.
MARCHE DES 2 RIVIERES. / MARCHE CLUB PEPINS. / PEPINSTER. 20/07/2013.
MARCHE DES 2 RIVIERES.
MARCHE CLUB PEPINS.
PEPINSTER.
Pepinster ligt aan de samenvloeiing van de Hogne in de de Vesder. Vandaar de wandeling tussen de twee revieren.
Aan het uiteinde van het dal van de Vesder ligt Pepinster, een mooi stadje omgeven door talrijke boomgaarden en waar het heerlijk wandelen is. Zoals we al gauw merken, is Het land van de Vesder niet zomaar een stad met een interessant industrieel verleden. Het prachtige land bestaat uit weilanden, kleine steden, dorpjes en bossen. We verkennen de prachtige streek en wandelen langs een van de riviertjes en dan de natuur in. Heuvelt landschap, weilanden met paarden en koeien, bosjes hier en daar wat een prachtig zichten we hier hebben. We wandelen nu door het landschap en komen zo Hameau du Bois op een hoogte van 235 meter. We wandelen nu naar Haras een klein gehucht met mooie ardeense huizen.
We wandelen nu Ensival binnen een deelgemeente van Verviers.. Wat een prachtige huizen, een groot heren huis, ardeense boerenhuizen en ook eentje met een prachtige tegeltekening. We wandelen hier in de rue du Canal. We komen langs een huis met een oude paraplubak gevuld met wandelstokken, prachtig. Voor ons een mooi panorama op Ensival. Weer een eind verder wandelen we. We klimmen nu een heel eind en komen zo aan het kasteel, het is wel een beetje in verval maar gelukkig zijn er restauratie werken bezig.
Wat verder langs het monument voor de gevallen strijders van de grote oorlog en dan weer verder langs velden en weilanden, het hooi opgerold in dikke rollen liggen op de weide, het geeft wel een speciaal zicht. We wandelen nu het Bois dOltmont binnen en blijven hier een heel eind in wandelen tot we terug in Pepinster komen aan het stadhuis met een prachtig bloemenperk ervoor. Nog een einde door de straten met mooie huizen en zo komen we terug aan ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling.
Aan de voet van de Hoge Venen, op een hoogte van 340 meter ligt Malmedy in de vallei van de Warche . Meerdere kleine waterlopen doorkruisen de regio, treuzelen in de weiden of laten zich vallen van de top.
Het zijn de schilderachtige landschappen die de bezoekers even buiten de paden overvallen. Een uitzonderlijke fauna en flora begeesteren de vrienden en de wetenschappers van de natuur. De natuur is, zonder tegenspraak de grootste te ontdekken rijkdom, mooiste en meest genereuze. De bossen velden en rivieren zijn beschermd. De rust en de stilte overheersen, en geven aan de wandelaars de mogelijkheid de dagelijkse beslommeringen te vergeten.
We vertrekken met de wandeling even buiten het centrum en straks zullen we de mogelijke hebben om het stadje te bezoeken. Wij wandelen nu op de RAVEL Ligne 45. Welke ons een prachtig zichten geeft op de omgeving. We wandelen verder steken het brugje over en hebben een mooi zicht op de toegang tot de stad met zijn kathedraal. We wandelen de Ravel verder af en hebben hier fijne zichten op de bosrijke omgeving. Zo komen we in Burnenville met zijn Chapelle Saint Hillaire uit 1755. Wat verder op de Route de lAncienne Frontaire een mooie typische Ardense hoeve, ze hebben hier wel veel moeite gedaan om de vele werktuigen tentoonstellen.
Weer verder komen we in Meiz. Niet door het dorpje maar dadelijk de velden in met uitgebreide zichten over het Ardens landschap. We komen zo op de controlepost hier komen vele wandelvrienden tegen, een hele bende vrolijke wandelaars waar we zeker van kunnen genieten. Na de controle weer verder het bos in waar we aan het Monument Apollinaire
De dichter Wilhelm Apploniars de Kostrowisky (Guillaume Apollinaire) verbleef in de streek tijdens het jaar 1899. Verliefd als hij was op de wandelingen door de mistige Venen, schreef hij een magnifiek gedicht over Malmedy. Dat bezorgde heden ten dage een monument dat te zijner eer werd opgericht.
In de abdij van Stavelot, op enkele kilometer van Malmedy, is er een heel museum aan hem gewijd.
Verder wandelen door het bos. Met een mooi zicht op de stad. Zo komen we wat later in de stad. We komen aan de kiosk. Er zijn er drie, versierd en met bloemen getooid , en ze bevinden zich op de Place de Rome, Place Saint Géréon en Place du Pont Neuf. Wat verder komen we aan de kathedraal.
Deze werd vanaf 1775 gebouwd als abdijkerk en opgedragen aan Petrus Paulus en Quirinus op 05/09/1784. In 1819 werd het een parochiekerk .Tijdens de korte periode van het bestuur van Baltia en het bisdom Eupen-Malmedy, tussen 1920 en 1925, werd ze verheven tot kathedraal.Het hoofdaltaar is van marmer en dateert van 1877. Het marmeren altaar van de Heilige Maagd is van 1773.De preekstoel , evenals de vier biechtstoelen, dateren van 1770. In de kathedraal bevindt zich het reliekschrijn van Sint Quirinus.Tevens op te merken zijn de glasramen die vervangen werden tengevolge van de bombardementen in december 1944. De beiaard dateert van1786 en bestaat uit 35 klokken die gegoten werden door Martin Legros uit Malmedy.
We wandelen door de stad met zijn prachtige huizen. We genieten van de gezellig stadje en kuieren door het stadje. Zo eindig een prachtige dag in deze bijzondere stad.