CRESCENDOTOCHT.
WSV. CRESCENDO.
PUTH-SCHINNEN.
In Zuid-Limburg is zoveel te ontdekken. En het ontdekken begint hier in Puth. Maar het echte Limburg ontdekken we natuurlijk pas als we aan de wandeling beginnen. Puth is een dorp in de gemeente Schinnen.
De naam is afkomstig van de daar aanwezige diepe waterputten. Hoewel er vele bouwwerken verloren zijn gegaan zijn er toch een aantal vakwerkhuizen bewaard gebleven.Onze eerste mooie vakwerkhuis komen we tegen in Onderste Puth.
Puth bestaat in feite uit twee buurtschappen, welke door de Kerkweg worden gescheiden. Kenmerkend voor beide buurtschappen is de lintbebouwing, beginnend bij de Steenstraat via Onderste Puth, Bovenste Puth en Kempkensweg richting Sweikhuizen. Onderste Puth is naast de naam van het gelijknamige buurtschap ook een straatnaam in de buurtschap. Het gebied strekt zich uit vanuit het natuurgebied Hondskerk in de richting van de buurschap Windraak. Wie Onderste Puth uit de richting Doenrade bereikt, heeft op de Maastrichterweg in noordelijke richting een prachtig uitzicht. We wandelen het buurtschap uit en wandelen het veld in met weidse zichten over het landschap.
We wandelen de Molenweg op, maar zien geen molen, door mooie boslanen en weilanden en komen zo in Schinnen. Het kerkdorp Schinnen bestaat van oudsher uit een kern en enkele buurtschappen, afwisselend gescheiden door een groengebied en enkele bosgebieden. Beekdalen, weilanden, holle wegen en nostalgische boerenhoeves. Dat is Schinnen in een notendop. We wandelen verder en komen zo in Heisterbrug is voor Schinnen een uniek gebied. Het wordt gevormd door het dal van de Geleenbeek en de Putherberg. Hier vinden we enkele prachtige gebouwen met een bijzondere cultuurhistorische waarde.
Deze gebouwen, zoals kasteel Terborgh, de watermolen en de vakwerkhuizen zijn erkend als rijksmonument. We komen zo aan kasteel Terbogh.
Een beetje geschiedenis: In het pastorale Geleendal te Schinnen ligt in een delta van de Geleenbeek de ruïne van de oude waterburcht "Terborgh". De oorspronkelijke burcht was een woontoren gelegen op de "Motte" (verhoogd eiland) achter het huidige gebouwencomplex. Deze hoedanigheid, ook wel Huis Schinnen, het Bovenste Huis en Terborgh genoemd, wordt al vermeld in 1285 in de huwelijkse voorwaarden van Hendrik van Scinne en Guderadis,'Tochter von Hildeger de Stessa, Bürger zu Köln' als Castrum Nostrum Schinna. In 1285 siegelt Hermannes von Eynenburg en schrijft dat hij bloedverwant is met Heinrich von Schinnen. 1289 bezit Heinrich von Scinne 53 morgen land en Beemd en Bos te Schinnen. Henricus met enigste zoon Tilmannes wordt genoemd in 1289 als heer van Schinnen. In de 16e eeuw werd de woontoren verlaten, waarom is niet duidelijk. Wat nu resteert, zijn de metersdikke fundamenten van breuksteen en leien van de dakdekking. Het tegenwoordige kasteel is in feite de verbouwde voorburcht en hoeve. Het kelderplan is uit de 16e eeuw en het woonhuis kwam rond 1600 tot stand. De op de binnenplaats tegen de gevel aangebouwde kapel werd door een Roermondse bisschop in 1625 gewijd. Links en rechts van de ingangspoort zijn nog de katrollen aanwezig welke gediend hebben om de valbrug op te halen. De brug zelf is van latere datum, toen dreiging van overval en inbraak niet meer te duchten was. De ramen werden in de 18e eeuw vergroot, door het verwijderen van de tussendorpels van de oorspronkelijke tussendorpels. Kasteel Terborgh was tevens schepenbank en gevangenis, in roerige tijden rond de 18e eeuw werd in de gevangenis van de burchthoeve leden van de zogenaamde "bokkenrijders" ingesloten.
Een beetje uitleg: De Sjweikeser Rèngelaot is een zoete en sappige pruimensoort die in vroeger jaren bijdroeg tot de bekendheid van Sweikhuizen. Tot ongeveer 1970 aren de veel boomgaarden rondom het dorp voor een groot deel beplant met dit pruimenras. Langzaamaan verdwenen ze uit het landschap. In 2003 werd de gelijknamige stichting opgericht met als doel het terugbrengen van dit pruimenras op de hellingen in en rond het dorp. In de loop der jaren zijn er ongeveer 300 bomen aangeplant die de omgeving eer iets van die authentieke uitstraling teruggeeft.
Kwam een inwoner tegen die mij vertelde van de pruimen en hij vertelde me ook een gedicht over de pruimen. Hij had het zelf op papier staan.
Een gedicht van Tom Smeets. Zjweikese
Via t westelik sjtökske Sjitterend Sjènne, löpt me Zjweikese noa bènne
En dat pleitske likt perfect, teinge dei berg aan geplekt.
t Besjeit mer oet ein paar sjtroate, mer is beroemd oom zien rengeloate
Es die buimkes in t veurjoar sjtoan te blueje,
Begint gans Sjènne van trots te grueje.
Es ze riep zin t preuve neet verzoeme
Want t is t lekkesjte pruumke oonger de proeme.
En geluif mer dat ich mich dan auch begaai
Aan ei flink sjtök proemevlaai!
We verlaten Sweikhuizen en zijn Pruimen en wandelen verder door het Sweikhuizenerbos en dan via de Panoramaweg komen we in Puth.
We wandelen nu een eind door het dorp bovenste Puth en via Vogelzang wandelen we verder langs prachtig vakwerkhuizen en zo komen we terug aan in Onderste Puth waar deze mooie en leerzame wandeling eindigt.
Voor het fotoalbum de link volgen
|